Gemeenteblad van Vaals
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vaals | Gemeenteblad 2024, 464926 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vaals | Gemeenteblad 2024, 464926 | beleidsregel |
Beleidsregels beschut werk Maastricht-Heuvelland 2024
Tot de doelgroep beschut werk behoren geïndiceerden die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en/of aanpassingen van de werkplek nodig hebben dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt zonder gecompenseerd te worden in begeleiding(skosten). Bij de geïndiceerde is door SZMH vastgesteld dat een ander re-integratietraject niet passend is. De geïndiceerde heeft enige mate van arbeidsvermogen.
Nadat is vastgesteld dat iemand tot de doelgroep beschut werk behoort en daarvoor een indicatie beschut werk heeft gekregen, wordt aan de geïndiceerde zo snel mogelijk een geschikte beschutte werkplek aangeboden, voor een proefplaatsing van 2 maanden conform artikel 15 van de Verordening, met behoud van uitkering.
Artikel 8 Plaatsing bij uitvoeringsorganisaties
Bij een proefplaatsing en bij een dienstverband beschut werk wordt uitgegaan van plaatsing bij een reguliere werkgever. Pas als plaatsing bij een reguliere werkgever niet mogelijk blijkt te zijn, kan een geïndiceerde worden geplaatst op een interne beschutte werkplek bij de uitvoeringsorganisaties.
Artikel 10 Wachtlijst beschut werk en volgorde van plaatsing
Bij het wachtlijstbeheer geldt in eerste instantie plaatsing conform volgorde van datum van de indicatie (dat wil zeggen: degene met de oudste indicatie, wordt als eerste geplaatst). Daarvan kan worden afgeweken als blijkt dat een geïndiceerde met een latere indicatiedatum beter past op de openstaande beschutte werkplek.
Artikel 11 Wijziging indicatie beschut werk
Indien uit het nieuwe advies beschut werk blijkt dat geïndiceerde geen indicatie beschut werk meer heeft, zal het college de indicatie beschut werk intrekken of beëindigen waarbij wordt aangegeven dat belanghebbende niet langer tot de doelgroep beschut werk behoort. Het college kan dan bezien welke andere mogelijkheden voor participatie er zijn.
Artikel 12 Plaatsing na ontslag wegens misdragingen
Wanneer na afloop van deze periode geen beschut werk beschikbaar is omdat het aantal te realiseren beschutte werkplekken al is gerealiseerd, wordt de geïndiceerde op de wachtlijst geplaatst, bedoeld in artikel 9 lid 1. In afwijking van artikel 9 lid 2 wordt zijn rangorde op deze wachtlijst bepaald door de datum van het ontslag.
Tijdens de periode, zoals bedoeld in het eerste lid, kan aan de geïndiceerde een passende gedragstraining, dan wel aanvullende ondersteuning, begeleiding of andere voorzieningen worden aangeboden die de kans op herhaling van misdragingen kan voorkomen of beperken en de kans op arbeidsinschakeling vergroot. Een dergelijke voorziening wordt aangemerkt als een voorziening bedoeld in artikel 10 lid 1 van de wet.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Beschut werk is een verplichting vanuit de Participatiewet. Gemeenten hebben echter zelf de bevoegdheid om er nadere invulling aan te geven. Dit gebeurt door middel van deze beleidsregels. Het is voor inwoners van belang om te weten onder welke voorwaarden beschut werk wordt toegekend.
Hieronder staan enkel de artikelen genoemd die een nadere toelichting vereisen.
Lid 2 onder d: de geïndiceerde is een persoon met een positieve indicatie beschut werk die de gemeente heeft afgegeven, op basis van een positief advies van het UWV.
Lid 2 onder h: voor plaatsing van een geïndiceerde wordt uitgegaan van de meest passende werkplek. In rangorde wordt eerst gekeken naar plaatsing bij een externe/reguliere werkgever. Als dat geen passende werkplek blijkt te zijn voor de geïndiceerde, kan een werkplek worden gezocht bij de uitvoeringsorganisaties in Maastricht-Heuvelland, of elke andere (al dan niet commerciële) instantie die beschut werk uitvoert.
Artikel 2 Doelgroep beschut werk
Tot de doelgroep beschut werk behoren mensen met arbeidsvermogen die (nog) niet in een reguliere baan kunnen werken, ook niet met extra begeleiding en ondersteuning. Zij hebben uitsluitend in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Het gaat om mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding en/of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt, ook niet met extra voorzieningen van gemeente of UWV. Dit onderscheidt de doelgroep beschut werk van de doelgroep voor de banenafspraak.
Reguliere werkgevers kunnen deze doelgroep wel in dienst nemen als ze door de gemeente worden gefaciliteerd in het bieden van begeleiding of in de vorm van een kostenvergoeding voor deze begeleiding.
Uitgangspunt moet minimaal 30% loonwaarde zijn. Hiervan kan worden afgeweken, bijvoorbeeld als geïndiceerde een loonwaarde van minder dan 30% heeft en de werkgever bereid is om toch een dienstverband aan te bieden. De gemeente vergoedt nooit meer dan 70% loonkostensubsidie.
Artikel 3 Voorschakeltraject beschut werk
Lid 1: er is gekozen voor een voorschakeltraject van 6 maanden, omdat binnen die periode de mogelijkheden voor een dienstbetrekking voor belanghebbende kunnen worden onderzocht. Het doel van het voorschakeltraject is namelijk het in beeld brengen van het arbeidspotentieel, de begeleidingsbehoefte en om de loonwaarde te bepalen om te komen tot een dienstbetrekking.
Lid 2: indien belanghebbende recht heeft op een uitkering in het kader van de Participatiewet of een andere uitkering, dan wordt het voorschakeltraject met behoud van deze uitkering doorlopen. Voor belanghebbenden zonder recht op een uitkering (de zogenoemde nuggers), geldt dat er geen inkomensvoorziening wordt geboden gedurende het voorschakeltraject. Indien belanghebbende recht heeft op een uitkering van het UWV, dan zal het UWV deze uitkering blijven verstrekken.
Lid 3: het voorschakeltraject kan worden verlengd met 6 maanden. Bijvoorbeeld omdat het voorschakeltraject tijdelijk is stopgezet of onderbroken, bijvoorbeeld i.v.m. ziekte van belanghebbende. Of belanghebbende krijgt een nieuwe werkplek omdat de vorige werkplek geen dienstbetrekking in het vooruitzicht had. Er zal dan opnieuw moeten worden onderzocht wat de mogelijkheden voor belanghebbende zijn. Of omdat er geen passende beschut werkplek beschikbaar is, passend bij de mogelijkheden en begeleidingsbehoefte van geïndiceerde. Ook als een werkgever niet bereid is om geïndiceerde in dienst te nemen, omdat hij geen 30% loonwaarde bereikt, kan het voorschakeltraject verlengd worden, met als beoogd doel een hogere loonwaarde.
Lid 4: een voorbeeld waarbij direct een dienstverband beschut werk kan worden ingezet is wanneer iemand zich meldt (bijvoorbeeld vanuit praktijkonderwijs) die al stage loopt en een dienstbetrekking in het vooruitzicht heeft. Het voorschakeltraject kan in zo’n situatie worden overgeslagen.
Artikel 4 Advisering door het UWV
Lid 2: het UWV verricht onderzoek naar de vraag of de persoon met arbeidsvermogen bij het verrichten van werkzaamheden is aangewezen op:
Dit zijn geen cumulatieve vragen. Als minimaal een van de vragen bevestigend kan worden beantwoord, dan adviseert het UWV aan het college om vast te stellen dat de persoon behoort tot de doelgroep beschut werk.
Het UWV hoeft geen onderzoek te verrichten als een onderzoek niet in het belang is van het UWV en de belanghebbende. Dit is zo in de volgende gevallen:
Indien het (landelijke) Besluit advisering beschut werk wordt gewijzigd dan prevaleert de meest recente versie en geldt deze van rechtswege vóór deze beleidsregels. Er kan dus geen beroep worden gedaan op deze toelichting in geval van strijdigheid met het Besluit advisering beschut werk.
Artikel 5 Besluit indicatie beschut werk
Lid 3: Een besluit tot verlening van de indicatie beschut werk kan worden opgeschort conform de regels in artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Redenen voor opschorting zien op het aanleveren van aanvullende gegevens/informatie door belanghebbende zelf of een andere instantie, in dit geval dus het UWV.
Lid 5: Indien mogelijk zal belanghebbende een alternatief worden aangeboden. Hierbij dient afstemming gezocht te worden met de consulenten Wmo om bijvoorbeeld mogelijkheden van (arbeidsmatige) dagbesteding te verkennen.
Lid 1: Allereerst dient onderzocht te worden of een proefplaatsing bij een reguliere (externe) werkgever kan worden gerealiseerd. Pas als dat niet lukt, kan een geïndiceerde intern bij de uitvoeringsorganisaties worden geplaatst.
Lid 4: Als blijkt dat na 2 proefplaatsingen bij twee verschillende werkgevers de beschutte werkplek niet geschikt wordt geacht, kan er op grond van artikel 4 lid 3 van deze beleidsregels een nieuw advies bij het UWV worden aangevraagd.
Artikel 7 Dienstverband beschut werk
Lid 1: Er dient sprake te zijn van een geschikte werkplek bij een werkgever met een arbeidsovereenkomst, dus geen oriëntatiewerkplek. Allereerst dient onderzocht te worden of een dienstverband bij een reguliere (externe) werkgever – al dan niet via een detacheringsconstructie – kan worden gerealiseerd. Pas als dat niet lukt, kan een geïndiceerde intern bij de uitvoeringsorganisaties worden geplaatst.
Lid 5: Fulltime is zoals blijkt uit de CAO van de desbetreffende werkgever of uit de gehanteerde omvang van het dienstverband bij werkpartners.
Lid 6: Bij een dienstverband van minder dan 31 uur per week, wordt de deeltijdfactor voor de realisatie van de taakstelling naar rato vastgesteld (bij een dienstverband van bijvoorbeeld 24 uur telt dit dienstverband voor de realisatie van de taakstelling beschut werk mee voor een factor van 24 : 31 = 0,8).
Lid 7: Het Rijk bepaalt jaarlijks bij ministeriële regeling het aantal ten minste te realiseren dienstbetrekkingen beschut werk per gemeente. Er is uitgegaan van een dienstverband van 31 uur per week. Dat wil zeggen dat de gemeente evenredig meer plekken moet realiseren bij dienstverbanden van minder dan 31 uur per week en evenredig minder werkplekken bij dienstverbanden van meer dan 31 uur. Bij een dienstverband van meer dan 31 uur per week, telt in het kader van realisatie van de taakstelling, het dienstverband mee voor een naar rato van het aantal uren, vastgestelde factor groter dan één (bij een dienstverband van 36 uur telt dit dienstverband voor de realisatie van de taakstelling beschut werk mee voor een factor van 36 : 31 = 1,2).
Artikel 8 Plaatsing bij de uitvoeringsorganisaties
Het uitgangspunt is dat minimaal 80% van de geïndiceerden wordt geplaatst bij reguliere externe werkgevers. Pas als plaatsing bij reguliere werkgevers (al dan niet via een detacheringsconstructie) onmogelijk blijkt, kan een geïndiceerde worden geplaatst op een interne beschutte werkplek bij de uitvoeringsorganisatie. Plaatsing bij de uitvoeringsorganisatie kan bijvoorbeeld aan de orde zijn nadat twee proefplaatsingen bij verschillende werkgevers zijn mislukt, en tijdens het voorschakeltraject is gebleken dat de geïndiceerde wel functioneert binnen de uitvoeringsorganisatie.
Artikel 9 Voorzieningen beschut werk
Lid 6: Denk bij een werkplekaanpassing aan een rolstoeloprit, aangepast toilet, elektrische deuren of een extra leuning bij de trap. Belanghebbenden met een Wajong-uitkering moeten zich melden bij het UWV. Belanghebbenden met een arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen, moeten zich melden bij de gemeente. Op grond van artikel 23 en 35 van de Verordening geldt dat de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar zijn en dat de investering in de voorziening/werkplekaanpassing moet opwegen tegen de maatschappelijke opbrengsten van uitstroom naar werk.
Lid 7: het is aan de werkgever om in de arbeidsovereenkomst zaken op te nemen ten aanzien van ziekte en als de geïndiceerde niet langer tot de doelgroep behoort. Er kunnen in overleg met de gemeente maatwerkafspraken worden gemaakt waarbij de gemeente een rol kan spelen bij de re-integratie wanneer de geïndiceerde ziek is.
Artikel 10 Wachtlijst beschut werk en volgorde van plaatsing
Lid 1: De gemeente heeft ervoor gekozen geen additionele beschut werkplekken te realiseren, bovenop de aantallen zoals vastgesteld in de ministeriële regeling. Dit betekent dat er een wachtlijst kan ontstaan van personen die een indicatie beschut werk hebben, maar voor wie niet direct een beschut werkplek beschikbaar is. Het college heeft en houdt wel een verantwoordelijkheid naar deze personen.
Lid 2: Personen met een UWV-uitkering die op de wachtlijst staan, vallen in beginsel onder de verantwoordelijkheid van het UWV. De gemeente is niet verplicht om deze doelgroep die op de wachtlijst staat, een voorschakeltraject aan te bieden. De gemeente is enkel verantwoordelijk voor het vinden van een dienstverband als de geïndiceerde tot de doelgroep behoort.
Artikel 11 Wijziging in indicatie beschut werk
Lid 2: Indien mogelijk zal belanghebbende een alternatief worden aangeboden. Hierbij dient afstemming gezocht te worden met de consulenten Wmo om bijvoorbeeld mogelijkheden van (arbeidsmatige) dagbesteding te verkennen.
Lid 3: Indien nodig zal belanghebbende een alternatief voorschakeltraject worden aangeboden. De termijn van artikel 3 lid 1 zal dan opnieuw ingaan. Als hetzelfde voorschakeltraject wordt voortgezet, zal er worden bezien of er aanvullende voorzieningen zoals jobcoaching nodig zijn. De termijn als genoemd in artikel 3 lid 1 zal niet opnieuw gaan lopen ingeval hetzelfde voorschakeltraject wordt voortgezet.
Artikel 12 Plaatsing na ontslag wegens misdragingen
Lid 1: bij ‘wegens misdragingen ontslagen’ kan gedacht worden aan gedrag dat volgens de wetgever kan leiden tot een ontslag op slaande voet, zoals:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-464926.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.