Beleidsregel Bibob 2024 Bladel

Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten.

 

Op basis van de uitkomsten van dit Bibob-onderzoek kunnen bijvoorbeeld vergunningen of subsidies worden geweigerd of ingetrokken of kan de gemeente besluiten geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.

 

De Wet Bibob geeft de gemeente Bladel eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

 

Uitgaande van bovengenoemd doel zijn hieronder de beleidsuitgangspunten geformuleerd van gevallen waarin een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd.

 

De burgemeester en het College van Burgmeester en Wethouders van de gemeente Bladel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat de gemeente Bladel alleen zaken wil doen met integere partijen;

 

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Omgevingswet, de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening, de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Bladel de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de gemeentelijke Horecaverordening(en) en Subsidieverordening(en), de Wet op de Kansspelen, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.

 

Beleidsregel Bibob 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De begripsbepalingen uit paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Aanbesteding: de procedure voor het zoeken van een opdrachtnemer voor het uitvoeren van een overheidsopdracht door middel van een selectieprocedure waarbij marktpartijen kunnen meedingen naar de kans op gunning van een overheidsopdracht;

    • b.

      Aanbestedingsbesluit: de algemene maatregel van bestuur met betrekking tot de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet 2012;

    • c.

      Bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      Bibob-onderzoek: de wijze waarop de gemeente Bladel in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de Wet Bibob, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid van de Wet Bibob;

    • e.

      Beursgenoteerde bedrijven: Bedrijven die zijn genoteerd aan een Nederlandse beurs;

    • f.

      Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de Wet Bibob;

    • g.

      Bouwkosten: de kosten die ontstaan ten behoeve van de realisering van een bouwproject tot en met de oplevering van het gebouwde;

    • h.

      College: College van Burgemeester en Wethouders;

    • i.

      De Wet Bibob: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

    • j.

      De gemeente: de gemeente Bladel;

    • k.

      Het RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum; het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d van de Wet Bibob;

    • l.

      Landelijk Bureau Bibob (verder LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob;

    • m.

      Milieubelastende activiteit: de activiteit zoals bedoeld in de bijlage van artikel 1.1 van de Omgevingswet;

    • n.

      Omgevingsplanactiviteit: de activiteit zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet;

    • o.

      Overheid: rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld;

    • p.

      Partij: de natuurlijke persoon of bestuurders (in de vorm van natuurlijk persoon) van een rechtspersoon:

      • I.

        die inschrijver of gegadigde is bij een bieding,

      • II.

        waarmee de gemeente voornemens is een Overheidsopdracht of transactie aan te gaan;

      • III.

        waarmee de gemeente onderhandelt over het aangaan van een Overheidsopdracht of transactie, of

      • IV.

        waarmee de gemeente een Overheidsopdracht of transactie heeft;

    • q.

      Semi-overheid: rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed voor zover de aanvraag om een beschikking wordt ingediend in de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden.

  • 3.

    Waar in deze beleidsregel “de gemeente” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

Hoofdstuk 2 APV en bijzondere wetten

Artikel 2.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een vergunning

Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij een aanvraag voor een:

 

  • a.

    Alcoholwetvergunning op grond van art. 3 Alcoholwet;

  • b.

    Wijziging van de leidinggevende op het aanhangsel bij de Alcoholwetvergunning wanneer het een wijziging van de bestuurders van een horecabedrijf betreft (artikel 30a Alcoholwet);

  • c.

    Wijziging van de dagleidinggevende op het aanhangsel bij de Alcoholwetvergunning wanneer het een wijziging van de bestuurders van een horecabedrijf betreft (artikel 30b Alcoholwet);

  • d.

    Exploitatievergunningen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • e.

    Vergunning huisvesting arbeidsmigranten;

  • f.

    Evenementenvergunning: In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover het organiseren van evenementen voor een vechtsportgala’s met betrekking tot vecht- dan wel zelfverdedigingsporten in al hun varianten. Voor andere evenementen zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke verordening blijft de toepassing van de Bibob-toets beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen.

  • g.

    Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat (artikel 30b Wet op de kansspelen).

Artikel 2.2 Uitzonderingen

  • a.

    Wanneer een alcoholwetvergunning of een exploitatievergunning wordt aangevraagd voor een slijtersbedrijf of door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet vindt er in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats;

  • b.

    Wanneer sprake is van een de zogenaamde paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet (waaronder stichting en verenigingen op het gebied van sport- en welzijn), waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan derde, vindt in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats;

  • c.

    Wanneer aan de Alcoholwetvergunning of exploitatievergunning een wijziging wordt bijgeschreven omtrent de wijziging van of toevoeging van een terras en/of ruimte behorende bij een inrichting, vindt er in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats.

Hoofdstuk 3 Omgevingswet bouwactiviteit en omgevingsplanactiviteit

Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit en omgevingsplanactiviteit

Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit (artikel 5.1 lid 2 onder a van de Omgevingswet) of een aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit (artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet) als zij vallen onder één van de onderstaande gevallen:

 

  • a.

    Bouwkosten: Er is sprake van een aanvraag omgevingsvergunning bouwactiviteit of een aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de vigerende Legesverordening.

  • b.

    Risico-categorieën: Er is sprake van een aanvraag omgevingsvergunning bouwactiviteit of een aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (exclusief btw) en waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in bijlage 1 van deze Beleidsregel.

  • c.

    Risicogebied: Er is sprake van een aanvraag omgevingsvergunning bouwactiviteit of een aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (excl. Btw) en waarbij het een locatie betreft die gelegen is in een door het college respectievelijk de burgemeester bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied zoals bepaald in bijlage 2 van deze Beleidsregel.

Artikel 3.2 Bibob-onderzoek bij bijzondere gevallen

Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit (artikel 5.1 lid 2 onder a van de Omgevingswet) of een aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit (artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet) als zij vallen onder één van de onderstaande gevallen:

 

  • a.

    Cumulatie: Indien sprake is van een 4e aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit of voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit in het tijdsvlak van twee jaar van dezelfde aanvrager en/of betrokkene waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, kan een bibob-onderzoek plaatsvinden.

  • b.

    Illegaal gestarte bouwactiviteiten: In het geval reeds is begonnen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd en de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000, -(exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) kan een bibob-onderzoek plaatsvinden.

Artikel 3.3 Uitzonderingen

Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 en 3.2 vindt in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

 

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

  • d.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie;

  • e.

    Beursgenoteerd bedrijf.

Hoofdstuk 4 Omgevingsactiviteit Milieu

Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een milieubelastende activiteit (MBA)

Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit (artikelen 5.1, lid 2, sub b Omgevingswet) waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën genoemd in bijlage 1 en/of vallen binnen een in bijlage 2 genoemd risicogebied.

Artikel 4.2 Uitzonderingen

Bij een aanvraag of een reeds verleende omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit vindt in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

 

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    beursgenoteerd bedrijf

Hoofdstuk 5 Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 5.1 Bibob-onderzoek bij verleende vergunningen

Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij alle verleende vergunningen waarop deze Beleidsregel van toepassing is, indien:

 

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in art. 11 van de wet Bibob;

  • c.

    er sprake is van een bericht op grond van artikel 11a van de Wet Bibob;

  • d.

    er een tip van de officier van justitie en/of een tip van een ander bestuursorgaan of een tip van een rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 26 van de Wet is ontvangen;

  • e.

    er sprake is van een melding als bedoeld in artikel 5.37 van de Omgevingswet en de activiteit(en) waar deze beschikking op ziet in Bijlage 1 zijn aangewezen als een risicocategorie en/of vallen binnen een in Bijlage 2 genoemd risicogebied.

Artikel 5.2 Risicogebieden en – categorieën bij verleende beschikkingen

Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij een verleende beschikking indien

de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit en/of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bevoegd gezag van de gemeente Bladel na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of valt binnen een in Bijlage 2 genoemd risicogebied.

Hoofdstuk 6 Subsidies

Artikel 6.1 Toepassingsbereik bij subsidies

Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening en overige subsidieregelingen, waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën genoemd in bijlage 1.

Hoofdstuk 7 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 7.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van de onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij schriftelijk in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

  • 2.

    In elke overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot het niet sluiten, ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

  • 3.

    Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden indien:

    • a.

      het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel en/of het object gesitueerd is in een in Bijlage 2 bij deze beleidsregel genoemd risicogebied en waarbij de vastgoedtransactie meer is dan € 50.000,-;

    • b.

      Overige vastgoedtransacties met betrekking tot:

      • -

        aan- en verkoop met een koopsom van > € 500.000,- (excl. belastingen);

      • -

        huur- en verhuur, in beginsel met uitzondering van: tijdelijk of naar aard van korte duur (maximaal voor 1 jaar);

      • -

        pacht, in beginsel met uitzondering van korte pacht (maximaal voor 1 jaar) opstal met een taxatiewaarde van de betrokken onroerende zaak > € 500.000,- (excl. belastingen);

      • -

        erfpacht met een taxatiewaarde van de betrokken onroerende zaak > € 500.000,- (excl. belastingen).

    • c.

      het een beeldbepalend vastgoedobject betreft;

    • d.

      de beoogde contractspartij heeft een bedrijfsstructuur die aanleiding geeft voor een onderzoek;

    • e.

      wanneer in de toekomst een aanvraag voor een beschikking zoals genoemd in deze beleidsregel nodig is.

Artikel 7.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    Een Bibob-onderzoek zal plaatsvinden indien de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet betrekking heeft op:

    • De volgende sectoren:

      • -

        de bouw: de aanbesteding en opdrachtverlening op het gebied van bouwkundige, elektro- en werktuigbouwkundige en water- en wegenbouwkundige werken, met inbegrip van advisering, technische en geïntegreerde technische diensten en levering materiaal,

      • -

        de informatie- en communicatietechnologie (ICT): de aanbesteding en opdrachtverlening op het gebied van informatietechnologie (infrastructuur, adviezen, diensten en programmatuur),

      • -

        het milieu: de aanbesteding en opdrachtverlening op het gebied van milieu, met inbegrip van advisering, technische en geïntegreerde technische diensten en levering materiaal;

    • er binnen deze sectoren sprake is van een openbare aanbesteding met een (gezamenlijke) opdrachtwaarde > € 1.500.000,- (excl. omzetbelasting).

  • 2.

    Een Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een overeenkomst zorg vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, conform inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Gemeente Bladel.

  • 3.

    In (aanbestedings-) documenten wordt opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een Bibob onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob. Dit onderzoek kan zich ook richten op eventuele onderaannemers.

  • 4.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 van de Wet Bibob zich voordoet dan wel een situatie zoals bedoeld in artikel 9.3 van deze Beleidsregel.

Hoofdstuk 8 Algemene uitzonderingen

Artikel 8.1 Aanvullende grondslagen voor uitvoeren van een bibob-onderzoek

In dit beleidsstuk staan een aantal gevallen genoemd waarin de gemeente een Bibob-onderzoek kan laten plaatsvinden, dan wel in beginsel geen Bibob-onderzoek zal laten plaatsvinden. Echter, de gemeente kan toch overgaan tot het starten van een Bibob-onderzoek indien:

 

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in art. 11 van de Wet Bibob;

  • c.

    er sprake is van een bericht als bedoeld in artikel 11a van de Wet Bibob;

  • d.

    er door de Officier van Justitie gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in art. 26 van de Wet Bibob;

  • e.

    een ander bestuursorgaan of andere rechtspersoon met een overheidstaak de gemeente ingevolge artikel 26 van de Wet Bibob tipt om een eigen Bibob-onderzoek uit te voeren.

Artikel 8.2 Uitzonderingen op uitvoeren van een bibob-onderzoek

Een Bibob-onderzoek vindt in beginsel niet plaats in geval de aanvraag voor een beschikking afkomstig is van, of de overheidsopdracht of vastgoedtransactie plaatsvindt met, een:

 

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie

  • c.

    een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

  • d.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie;

  • e.

    Terrein beherende organisaties (zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap);

  • f.

    Door het bevoegd gezag bij gemotiveerd besluit aangewezen aanvrager of partij (bv. Publiek-Private samenwerkingsconstructie van particuliere onderneming(en) en overheid);

  • g.

    Elders in deze beleidsregel genoemde specifieke uitgezonderde aanvrager of partij;

  • h.

    Beursgenoteerd bedrijf.

Hoofdstuk 9 Weigeren volledig invullen Bibob-vragenformulieren

Artikel 9.1 Buiten behandeling stellen aanvraag om beschikking

Bij een weigering om het Bibob-vragenformulier (inclusief de gevraagde bescheiden) als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid van de Wet Bibob volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden toegepast. Bij volharding zal de gevraagde beschikking buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 9.2 Verleende beschikkingen

Bij verleende beschikkingen zal een weigering om het Bibob-vragenformulier (inclusief gevraagde bescheiden) volledig ingevuld te retourneren, op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet Bibob worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 9.3 Vastgoed en overheidsopdrachten

Indien er sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht zal de weigering van betrokkene om het Bibob-vragenformulier (inclusief de gevraagde bescheiden) als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid van de Wet Bibob niet of niet volledig ingevuld te retourneren dan wel de weigering om ingevolge artikel 12 lid 3 van de Wet Bibob aanvullende gegevens te verstrekken aan het Landelijk Bureau Bibob, leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst of het niet gunnen van de overheidsopdracht.

Hoofdstuk 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 10.1: Invoeringsdatum

Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 8 oktober 2024 en treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Per deze datum wordt de Beleidsregel Bibob van 8 februari 2022 ingetrokken.

Artikel 10.2: Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Bibob 2024 Bladel ”.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van de gemeente Bladel in de vergadering van 8 oktober 2024.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel,

Gemeentesecretaris,

R.C.W.C. Lathouwers

Burgemeester,

M.A.G. van den Bosch

De burgemeester van de gemeente Bladel,

Burgemeester,

M.A.G. van den Bosch

Bijlage 1 risicocategorieën *

 

  • Afvalbewerkings- en –verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Autohandel en autosloopbedrijven (verkoop en verhuur)

  • Belwinkels

  • Beauty-, wellness- en saunabedrijven

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

  • Cadeauwinkels (bijv. souvenirwinkels, kleine shop voor cadeaus enz.)

  • Coffeeshops

  • Darkrooms

  • Energiemaatschappijen/ producenten (w.o. vergisters, windmolens etc.)

  • Erotische massagesalons

  • Escortbedrijven

  • Fitnessbedrijven

  • Gamecenters (artikel 30c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de kansspelen)

  • Horecabedrijven (inrichtingen waar dranken worden geschonken)

  • Hotels

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

  • Internetcafés

  • Inrichtingen voor:

    • het bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van dierlijke of overige organische meststoffen

    • het vervaardigen, bewerken, opslaan of overslaan van anorganische nitraathoudende meststoffen

  • Import en exportbedrijven

  • Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/ of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamers)

  • Kappers / kapsalons

  • Kavelverkoop

  • Logistiek en koeriersdiensten

  • Maneges, paardenhouderijen, stoeterijen, of fokken van c.q. handelen in paarden (in de ruimste zin van het woord)

  • Metaalverwerkingsbedrijven

  • Nagelstudio’s

  • Niet-geregistreerde uitzendbureaus

  • Ondernemingen die handelen in (beschermde) diersoorten

  • Pensions

  • PGB-bureaus

  • Prostitutiebedrijven

  • Recreatieparken en jachthavens

  • Reïntegratiebedrijven en/of activiteiten

  • Religieuze instellingen

  • Scholen

  • Shisha-lounges

  • Seksbioscopen

  • Sekswinkels

  • Sloopbedrijven

  • Smartshops/ Headshops

  • Speelautomatenhallen (artikel 30c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de kansspelen)

  • Sportscholen

  • Sporthallen/complexen

  • Tattooshops

  • Transformatie kantoorpanden

  • Transportondernemingen

  • Vastgoedbedrijven

  • Verhuur gemeentelijke vastgoed

  • Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen

  • Verkoop van rookwaren of spijzen voor directe consumptie (mogelijk vallend onder coffeeshops)

  • Vuurwerkbranche

  • Wasserettes/wasshops

  • Wellness centra/zonnestudio’s

  • Wisselkantoren

  • Woon-/zorgkantoren waar bedrijfsmatig zorg wordt verleend

  • Zonneparken

  • Zorgbureaus/zorgaanbieders

* De opsomming van risicocategorieën in bijlage 1 is niet limitatief. De lijst van risicocategorieën is een dynamische lijst en kan tussentijds door het college worden aangepast zonder nieuwe vaststelling van de beleidsregel. Deze aanpassing wordt kenbaar gemaakt door publicatie.

Bijlage 2: risicogebieden

 

Het bevoegd gezag van de gemeente Bladel kan bepaalde gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een eigen onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking (of een verleende vergunning) of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

 

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.

 

Aangewezen risico-gebieden:

Naar boven