Artikel I
De Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013 wordt als volgt gewijzigd.
A. Artikel 2:16, lid 3 wordt als volgt gewijzigd:
3. De burgemeester kan de vergunningaanvraag buiten behandeling stellen indien:
B. Artikel 2:16, lid 3, sub a wordt als volgt gewijzigd:
a. een A-evenement niet ten minste zes weken voor aanvang van het evenement is aangevraagd. Een B-evenement niet ten minste twaalf weken voor aanvang van het evenement is aangevraagd en een C-evenement niet ten minste twintig weken voor aanvang van het evenement is aangevraagd.
C. Artikel 2:16 lid 3, sub b wordt als volgt gewijzigd:
b. de vooraankondiging van een C- evenement niet voor 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenementenoverzicht wordt vastgesteld, is ingediend.
C. Er wordt een nieuw artikel 2:16 lid 3, sub d toegevoegd, dat luidt als volgt:
d. de burgemeester kan nadere eisen stellen aan de vooraankondiging en aanvraag.
D. Artikel 2:16 lid 8, sub k vervalt.
E. Artikel 2:16, lid 9 wordt als volgt gewijzigd:
9. De burgemeester kan aan de vergunningvoorschriften en beperkingen verbinden met het oog op het in het achtste lid bedoelde belangen en hij kan ter verzekering van de nakoming van deze voorschriften in de vergunning bepalen dat een borgsom moet worden verstrekt voordat het evenement moet worden gehouden.
F. Artikel 2:16, lid 10 wordt als volgt gewijzigd:
10. Voor het op het evenemententerrein verrichten van activiteiten, die op grond van deze of andere gemeentelijke regelgeving vergunning plichtig zijn, heeft de houder van de vergunning geen afzonderlijke vergunning nodig, mits die activiteiten zijn vermeld in de vergunning als bedoeld in het tweede lid.
G. Artikel 216a wordt als volgt gewijzigd:
In afwijking van artikel 1:2, eerste lid, besluit de burgemeester uiterlijk zeven dagen voorafgaand aan de start van het evenement op de aanvraag evenementenvergunning en maakt dit uiterlijk op deze dag ook kenbaar aan de aanvrager. Onderdeel van het kenbaar maken zijn alle bijlagen en voorschriften behorende bij de vergunning.
a. vervalt
b. vervalt
H. Artikel 2:18 wordt als volgt gewijzigd:
Het is verboden bij evenementen de orde te verstoren
I. Artikel 2:18, lid 2 t/m 7 vervallen.
J. Artikel 2:19, lid 2 vervalt.
K. Artikel 2:21 vervalt.
L. Artikel 4:2, lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 22.239 van het Omgevingsplan gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
M. Artikel 4:3, lid 5 wordt als volgt gewijzigd:
5. Het is een inrichting als bedoeld in het eerste lid toegestaan om tijdens maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 22.239 van het Omgevingsplan niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting dit ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit schriftelijk bij het college heeft gemeld.