Instellen zone geslotenverklaringen voor vracht- en landbouwverkeer in het plassengebied te Reeuwijk en het intrekken van het verkeersbesluit m.b.t. de gewichtsbeperking van 10 ton

Onderwerp: Verkeersbesluit voor het instellen van een zone geslotenverklaringen voor vracht- en landbouwverkeer en het intrekken van het verkeersbesluit met betrekking tot de gewichtsbeperking van 10 ton in het plassengebied, te Reeuwijk en Sluipwijk.

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GEMEENTE BODEGRAVEN-REEUWIJK,

Bevoegdheid

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders (verder: het college) bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Gelet op het juridisch kader

• De Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

• Het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

• Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

• Algemeen Mandaatbesluit gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

• Ontheffingenbeleid berijden wegen plassengebied met vrachtverkeer, landbouwverkeer en overig breed verkeer;

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

De gemeente is diverse jaren bezig om het zware en brede verkeer binnen het plassengebied van Reeuwijk te weren. Het college heeft november 2021 de opdracht gegeven om extra in te zetten op het weren van dit verkeer. Daarop is een verkeersbesluit genomen met een breedtebeperking tot 2,2 meter- en gewichtsbeperking tot 10 ton. De huidige gewichtsbeperking van 10 ton is onvoldoende handhaafbaar gebleken. Er rijden, ondanks het verkeersbesluit nog steeds zware voertuigen (zonder ontheffing) door het plassengebied. In combinatie met de aanhoudende overlast van zwaar en breed verkeer zal in dit besluit de geslotenverklaringen worden vervangen door een algeheel vracht- en landbouwverkeer verbod. Om het gebied bereikbaar te houden voor bedrijven en onderhoud is een ontheffingenbeleid van kracht om kleiner en lichter verkeer en in uitzonderingssituaties onder voorwaarden het zwaar en breed verkeer toe te staan.

Reeds op 28 december 2022 is er een soortgelijk besluit genomen. Dit besluit is naar aanleiding van ingekomen bezwaren op 21 juli 2023 ingetrokken. De bezwaren zijn meegewogen in onze overwegingen. Tevens is gesproken met een aantal belangenorganisaties en zijn omwonenden geïnformeerd per brief en op een informatieavond.

Vereiste van het besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Uit het oogpunt van de doelstellingen als bedoeld in artikel 2 WVW

• (lid 1a) het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• (lid 1b) het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

• (lid 1c) het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• (lid 2a) het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

is het gewenst om zonaal een vrachtwagen- en landbouwvoertuigen verbod in te stellen binnen het plassengebied te Reeuwijk-Brug en Sluipwijk en de daartoe aangewezen wegen worden voorzien van de verkeersborden C7 en C8 van bijlage I van het Regelement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, ondersteund door de verwijzing ‘zone’ zoals beschreven in artikel 9 van het Besluit Administratieve Bepaling inzake het Wegverkeer.

Bij het instellen van bovengenoemde verkeersmaatregel zal het verkeersbesluit d.d. (inhoudende de gewichtsbeperking van 10 ton en breedtebeperking van 2,2 meter) worden ingetrokken en zullen de borden C21 ‘10T’ conform Bijlage I van het RVV 1990 worden verwijderd.

De geslotenverklaringen zijn van toepassing op de volgende wegen van het plassengebied: de ’s-Gravenbroekseweg vanaf het kruispunt met de Roland Holstlaan, Treebord vanaf het kruispunt met de Kalmoes, Platteweg vanaf de rotonde met de Goudse Houtsingel, Willenskade vanaf het kruispunt met de Achterwillenseweg en Oukoopsedijk vanaf het bocht met de Negenviertel (zie kaart onderaan dit besluit).

Motivering

Algemeen

Door terugkerende onveilige verkeerssituaties, schades en overlast door zwaar en breed verkeer in het plassengebied van Reeuwijk, heeft de gemeente ingezet op het terugdringen en reguleren van vracht- en landbouwverkeer in het plassengebied. Hierin zal een balans moeten zijn tussen bereikbaarheid van de huidige bedrijven en het verminderen van de negatieve effecten van het verkeer.

Om het zwaar verkeer te verminderen c.q. te weren zijn in de afgelopen jaren verkeersbesluiten genomen. In de huidige situatie geldt een geslotenverklaring voor al het verkeer zwaarder dan 10 ton en/of breder dan 2,2 meter. Onder voorwaarden kan een ontheffing worden verkregen van dit verbod. Handhaven op gewicht alleen blijkt in de praktijk lastig. De gemeentelijke handhaving en de politie hebben onvoldoende middelen om dit ter plekken of digitaal te controleren en eventueel op te handelen. Om praktisch te kunnen handhaven om het verkeerskundig doel te bereiken, is het gewenst om een verbod op voertuigcategorie in te stellen. Hierbij is gekozen om een vracht- en landbouwverkeerverbod in te voeren. Handhaving is mogelijk door middel van camera’s, deze zullen zo spoedig mogelijk worden geplaatst.

Onder de huidige verbodscombinatie van een breedte- en gewichtsbeperking zijn reeds veel vrachtwagens en landbouwvoertuigen uitgesloten van toegang tot het gebied. Hierdoor verandert er voor de meeste voertuigen niets ten opzichte van het voorgaande verbod. Ook bij de nieuwe maatregel zal een ontheffingenbeleid van kracht blijven. Hierdoor zal de bereikbaarheid voor de huishoudens en bedrijven beperkt of in de meeste gevallen niet verminderen in vergelijking met de voorgaande maatregel. Nieuw is dat de kleinere vrachtwagens (minder dan 10 ton en max 2,2 m breed) nu ook onder het verbod zullen vallen. Voor deze voertuigen dient nu een ontheffing te worden aangevraagd. In combinatie van een camerasysteem zal de administratieve en financiële lasten voor de gebruikers toenemen.

In het voorjaar van 2024 is gesproken met de belangenorganisaties LTO en Cumula die bedrijven vertegenwoordigen met zwaar en breed verkeer. Daarnaast heeft de gemeente met Staatsbosbeheer overleg gevoerd in verband met het onderhoud die zij en hun pachters uitvoeren in het gebied. In genoemde gesprekken zijn de wensen en praktische uitvoering van het verkeersbesluit, het ontheffingenbeleid en de handhaving gedeeld. In april 2024 zijn de huidige ontheffingshouders, bedrijven en bewoners in het gebied uitgenodigd voor een inloopavond om hun zorgen en wensen te delen/ hen te informeren.

De bereikbaarheid van de lokale bedrijven dient mogelijk te blijven, echter zal dit met lichtere en smallere voertuigen kunnen. Hierdoor heeft de maatregel administratieve en financiële nadelige gevolgen. Echter zijn de gevolgen van beperkt gebruik van grote voertuigen gelijk aan de huidige maatregelen die gelden waardoor met de omslag van verkeersregels de gevolgen niet zouden moeten toenemen. Daarnaast zal er een (in financieel opzicht) overgangstermijn gelden, die beschreven staat in het ontheffingenbeleid.

In het algemeen is het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven. In onderhevige situatie is sprake van een verbod voor bepaalde voertuigcategorieën, hetgeen deze categorieën zal raken. Door middel van het mogelijk verlenen van een ontheffing, kunnen de nadelige gevolgen (deels) worden beperkt.

G ronden o.b.v. artikel 2 WVW

• 1. H et verzekeren van de veiligheid op de weg.

• 2. H et beschermen van de weggebruikers en passagiers;

De wegen in het plassengebied hebben een smal wegprofiel met op beperkte plaatsen uitwijkmogelijkheden. Naast het wegprofiel is een korte zachte berm aanwezig met daarnaast de waterkant. Breed verkeer neemt meestal de gehele rijbaan in beslag. Hierdoor komen de voetgangers, fietsers en automobilisten in het gedrang. Het passeren met breed verkeer kan hierdoor verkeersonveilige situaties opleveren. Door het reguleren (verminderen/ uitsluiten) van het brede verkeer, zullen deze situaties afnemen en neemt de verkeersveiligheid daardoor toe.

• 3. H et in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan .

De wegconstructie ligt op een zeer zwakke ondergrond die kwetsbaar is. Zware en brede voertuigen zorgen voor schade aan de bermen en wegconstructie. Hierdoor moet regelmatig de weg worden gerepareerd. Deze beschadigingen kunnen onveilig zijn voor fietsers en voetgangers. Daarnaast wordt de levensduur van de weg korter waardoor meer (groot) onderhoud gepleegd dient te worden, waarbij de bereikbaarheid van het gebied verslechterd. Door zwaar verkeer te weren zullen wegen veiliger en beter toegankelijk blijven.

• 4. H et voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

Het weren van zware en brede voertuigen heeft mede als doel de leefbaarheid in het plassengebied te beschermen, door het beschermen van bermen, (openbaar) groen en natuur, de levensduur van de wegen te behouden en het voorkomen van overlast door trillingen en geluid.

Af weging belangen

Het plassengebied heeft een grote diversiteit in gebruikers. In het verleden waren relatief weinig woningen en bedrijven actief. In de loop der jaren zijn deze aantallen gegroeid en is daar een toenemende recreatie van het gebied bij gekomen. Door het toenemen van de aantallen langzame verkeersdeelnemers is het voor de gemeente van algemeen belang om de veiligheid van deze verkeerdeelnemers te beschermen. Zoals hierboven beschreven weegt hierbij tevens het belang van het (goed) in stand houden van de weg en het voorkomen van overlast of hinder zwaar mee.

Met het verkeersbesluit worden verkeersonveilige situaties met vrachtverkeer en voetgangers en fietsers voorkomen. Hiermee wordt het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers zoveel als mogelijk gediend.

Met het verkeersbesluit blijft de weg (meer c.q. langer) in goede en veilige staat, waardoor het in stand houden van de weg en de bruikbaarheid ervan zoveel als mogelijk wordt gewaarborgd.

De noodzaak om de veiligheid en de leefbaarheid te waarborgen komt in conflict met het waarborgen van een totale bereikbaarheid, voornamelijk voor zwaar/breed verkeer. Dit raakt bedrijven/ ondernemers. Door het verkeersbesluit te combineren met een ontheffingenbeleid zet de gemeente in op het behouden van mogelijkheden om bedrijven te bereiken. Daarnaast wordt het aanpassen van de bedrijfsvoering naar het gebruik van kleinere en lichtere voertuigen gestimuleerd.

Alternat ieven

Het beperken van het verkeer in het plassengebied is zoals eerder benoemd van invloed op de bedrijfsvoering van ondernemers, onderhoud van natuur en weg en het bouwen van woningen. Veel van deze vervoersbewegingen is met deelbare lading wat in bulk wordt vervoerd. De gemeente heeft een overslaglocatie gerealiseerd op bedrijventerrein Zoutman om deze lading over te laden naar kleiner materieel. De gemeente heeft het voornemen om in Waarder en bij de Negenviertel ook een overslaglocatie aan te gaan bieden.

Naast de overslaglocaties is de gemeente bezig met het realiseren van een loswal aan de Zoutmansweg. Hier kan lading overgeheveld om te vervoeren over het water. Door het aanbieden van deze faciliteiten blijft het gebied voldoende bereikbaar.

Het belang van verkeersveiligheid, bescherming van passagiers, het voorkomen van hinder en overlast en het behoud van de wegen weegt zwaarder dan het belang met zwaar verkeer door het gebied te moeten rijden.

Door de mogelijkheid een ontheffing aan te vragen, de alternatieven en de (financiële) overgangsbepaling van twee jaar, worden de gevolgen voor zwaar verkeer beperkt.

Voor bepaald zwaar verkeer zal geen ontheffing worden verleend. Dit betreft echter een gering deel van het totaal. Hierbij wegen wij mee dat het deze categorie reeds onder het voorgaande verkeersbesluit ook niet was toegestaan door het plassengebied te rijden.

Over het algemeen genomen is niet gebleken dat belanghebbenden onevenredig zwaar worden benadeeld met het nemen van dit verkeersbesluit. Voor zover belanghebbenden nadelige gevolgen ondervinden van het verkeersbesluit zijn deze niet onevenredig in verhouding tot de met dit besluit te dienen doelen (artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht).

Advies politie

Overeenkomstig met artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het wegverkeer is het verkeersbesluit ter advisering overhandigd aan (de gemachtigde van) de korpschef van het regionaal politiekorps Eenheid Den Haag. De politie heeft een positief advies uitgebracht.

BESLUIT

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit het college van burgemeester en wethouders van gemeente Bodegraven-Reeuwijk om:

• Het geldende verkeerbesluit gewichtsbeperking van 10 ton, in het plassengebied te Reeuwijk in te trekken en de bijbehorende bebording conform model C21 van bijlage I van het RVV 1990 te verwijderen;

• Het instellen van een geslotenverklaring van vrachtwagen- en landbouwverkeer, in het gehele plassengebied te Reeuwijk,

• te realiseren door middel van het plaatsen van de borden model C7 en C8 uit bijlage I van het RVV 1990. (Te weten: toegangswegen van het plassengebied, de ’s-Gravenbroekseweg vanaf het kruispunt met de Roland Holstlaan, Treebord vanaf het kruispunt met de Kalmoes, Platteweg vanaf de rotonde met de Goudse Houtsingel, Willenskade vanaf het kruispunt met de Achterwillenseweg en Oukoopsedijk vanaf het bocht met de Negenviertel) (zie bijgevoegde kaart);

Bodegraven, 06-11-2024

De Burgemeester, Dhr. drs. M.K.A. Grauss

De Gemeentesecretaris, Mv. P. Timmermans – van Vianen

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, hiertegen een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen. Dit moet dan gebeuren binnen zes weken na de dag waarop burgemeester en wethouders het besluit heeft verzonden. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan burgemeester en wethouders, adres: Postbus 401, 2410 AK Bodegraven.

Bij de president van de Arrondissementsrechtbank, binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft, kan een verzoek om voorlopige voorziening (waaronder schorsing) worden ingediend. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

Afschriften

• Politiekorps Eenheid Den Haag

Locatieafbeelding(en)