Gemeenteblad van Oirschot
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oirschot | Gemeenteblad 2024, 461602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oirschot | Gemeenteblad 2024, 461602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Oirschot 2024
De raad van de gemeente Oirschot;
gelezen het voorstel met kenmerk 24.|001224 van burgemeester en wethouders van 9 juli 2024;
gelet op het advies van de Adviesraad Zorg en Samenleving Oirschot van 14 juni 2024 met kenmerk 2024.06.10.1
het wetsvoorstel Breed Offensief op 29 november 2022 door de Eerste Kamer is aanvaard;
het de taak van de gemeente is om haar inwoners daarbij te helpen;
de gemeente daarbij de volgende kernwaarden betrekt:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet.
Het gaat onder andere om personen met algemene bijstand; personen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn; personen met een nabestaandenuitkering; personen met een IOAW- of IOAZ-uitkering; niet-uitkeringsgerechtigden (NUG).
jobcoaching: een vorm van persoonlijke ondersteuning die wordt toegekend door Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UVW) of college om ervoor te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking werkzaamheden kunnen uitvoeren in een werkomgeving. De ondersteuning richt zich zowel op de werknemer, de werkgever als collega’s. De begeleiding wordt geboden door een erkend deskundige.
werknemer: persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst, werkleerovereenkomst of stageovereenkomst arbeid verricht bij de werkgever, daaronder begrepen een persoon als bedoeld in artikel 10d eerste of tweede lid van de Participatiewet met wie de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan, dan wel dit van plan is;
Artikel 3.1 Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college houdt bij het aanbieden van voorzieningen rekening met andere voorzieningen die in het kader van het sociaal domein beschikbaar zijn en stemt het aanbod als dat nodig is intern af zodat het optimaal bijdraagt aan een integrale ondersteuning van de persoon. Het college houdt bij de afstemming rekening met voorzieningen op grond van andere wettelijke regelingen en stemt dit af in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 44a van de wet.
Het college kan een voorziening beëindigen indien:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
HOOFDSTUK 3A MAATWERKVOORZIENINGEN GERICHT OP ARBEIDSINSCHAKELING
Artikel 3.4 Ondersteuning bij leerwerktraject
Het college kan, overeenkomstig artikel 10f van de wet, ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leerwerktraject en het personen betreft:
Artikel 3.7 Participatieplaats
Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder van wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die vooralsnog niet bemiddelbaar is naar regulier werk een Participatieplaats aanbieden overeenkomstig artikel 10a van de wet. De persoon verricht op arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden die bijdragen aan het versterken van de toekomstige kansen van de persoon op de arbeidsmarkt.
Het college legt de afspraken over de invulling van de participatieplaats vast in een overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de werkgever die de participatieplaats aanbiedt en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.
In de overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd:
De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt 25% per jaar van het bedrag genoemd in artikel 31, tweede lid, onder j, van de wet. De premie wordt per 6 maanden uitbetaald, mits in de voorgaande periode voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
HOOFDSTUK 3B VOORZIENINGEN BIJ BETAALD WERK
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep een detacheringsbaan bieden. De persoon heeft een arbeidsovereenkomst met een door het college te contracteren partij en wordt door deze werkgever gedetacheerd bij een andere werkgever, de inlener. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en de inlenende organisatie als tussen de werkgever en de werknemer.
Artikel 3.10 Participatievoorziening beschut werk
Het college kan aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen aanbieden:
Artikel 3.11 Tijdelijke Loonkostensubsidie
Het college kan aan de werkgever een tijdelijke loonkostensubsidie toekennen bij het in dienst nemen van een persoon met een tijdelijk lagere loonwaarde die niet in aanmerking komt voor de loonkostensubsidie bedoeld in artikel 3.12. De subsidie is een vergoeding voor de extra kosten voor begeleiding door de werkgever en een tegemoetkoming voor de eventuele lagere productiviteit.
De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer of als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de persoon ook zonder loonkostensubsidie kan worden aangenomen voor dat werk.
Artikel 3.12 Loonkostensubsidie (LKS)
Loonkostensubsidie (LKS) is een tegemoetkoming voor de werkgever voor de eventuele lagere productiviteit en de extra kosten voor begeleiding bij het in dienst nemen van een persoon die hoort tot het doelgroepregister banenafspraak. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep LKS. Personen kunnen op grond van vastgestelde beperkingen, op aanvraag of via de praktijkroute in het doelgroepregister komen. Indien noodzakelijk wordt hierbij extern advies ingewonnen.
Artikel 3.13 Specifiek aanvraagproces loonkostensubsidie
Het college verstrekt overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, loonkostensubsidie aan de werkgever die voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het vijfde lid van dit artikel van toepassing.
Een aanvraag voor loonkostensubsidie wordt, als het een persoon betreft die nog niet behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, ook beschouwd als een aanvraag om vast te stellen of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10c, eerste lid, onder a, van de wet. Als deze aanvraag is gedaan na het begin van de dienstbetrekking voor een persoon als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de wet, wordt de vaststelling of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie bepaald door middel van de Praktijkroute.
Artikel 3.15 Voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning naar en bij werk en overige voorzieningen
Artikel 3.16 Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning naar en bij werk en overige voorzieningen
Het college onderzoekt, voor zover nodig en gelet op de omstandigheden van de persoon, in daartoe voorkomende gevallen de mogelijkheden om door samenwerking met andere partijen, onder meer op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde integrale dienstverlening met het oog op de arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 1, of de wijze van voortgezette persoonlijke ondersteuning, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 2, van de wet.
Artikel 3.18 Jobcoaching: criteria kwaliteit en duur
De in te zetten omvang van de jobcoaching wordt bepaald op basis van een regime waarbij de jobcoaching in de eerste drie jaar wordt verleend voor maximaal respectievelijk 10% in het eerste, 7,5% in het tweede en 5% in het derde jaar van het aantal uren dat de aan de persoon opgedragen taken in beslag nemen.
Artikel 3.21 Subsidie voor interne werkbegeleiding
Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op werkbegeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en collega’s aanzienlijk te boven gaat, kan het college een subsidie verlenen aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de interne werkbegeleiding. Het maximum is 10% van het dienstverband in uren, maal het uurtarief van de begeleider, voor de duur van 6 maanden, met eventueel verlenging van 2 keer 6 maanden indien noodzakelijk.
Artikel 3.22 Externe werkbegeleiding of nazorg
Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op extra begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kan het college extra begeleiding of nazorg na plaatsing bieden aan de werknemer en de werkgever voor de noodzakelijke ondersteuning bij het inwerken of het gaan functioneren op de werkplek.
Het college stelt bij nadere regeling vast voor welke vergoedingen naar hoogte en duur een werkgever in aanmerking komt bij ziekte van de werknemer die een structurele functionele of andere beperking heeft of ten behoeve van wie die werkgever een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d ontvangt, voor zover artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is.
HOOFDSTUK 3C OVERIGE VOORZIENINGEN
Artikel 3.25 Vergoeding van kosten om werk te krijgen of te behouden
Het college kan de kosten vergoeden die de inwoner moet maken om werk te krijgen of te behouden.
Artikel 3.26 Specifieke voorwaarden toekenning vervoersvoorziening
Het college kan een vervoersvoorziening toekennen aan een persoon uit de doelgroep die door zijn beperking niet zelfstandig naar zijn werkplek of activiteiten in het kader van re-integratie kan reizen. Deze vervoersvoorziening kan zowel in natura als in de vorm van een vergoeding in geld worden verstrekt.
Artikel 3.28 Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen
Het college kan een aanpassing van de werkplek toekennen aan een persoon, als dit noodzakelijk is om zijn werk uit te voeren. In beginsel kan daarbij elk product als een werkplekaanpassing worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar zijn.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 5.3 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 van de gemeente Oirschot behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015, gemeente Oirschot voor de duur:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-461602.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.