Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Meerssen,
Overwegende:
Dat in artikel 5.29, lid 1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Meerssen (hierna: VFL Meerssen) is bepaald dat het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming, of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid verboden is om op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Dat, gelet op voorgaande, op grond van artikel 5.29, lid 1 van de VFL Meerssen plaatsen kunnen worden aangewezen waarop bovenstaand verbod van toepassing is.
Dat in artikel 5.29, lid 2 van de VFL Meerssen is bepaald dat het verboden is om op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan.
Dat, gelet op voorgaande, op grond van artikel 5.29, lid 1 en 2 van de VFL Meerssen plaatsen en periodes kunnen worden aangewezen waarop bovenstaand verbod van toepassing is.
Dat, gelet op artikel 1 lid 1 onder e sub a van de Wegenverkeerswet 1994 onder een bromfiets wordt verstaan: motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3 of een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorrijtuig als bedoeld in subonderdeel d. Op grond van deze bepaling is een scooter een bromfiets in de zin van de Wegenverkeerswet 1994. De artikelen van dit Uitvoeringsbesluit gelden daarom ook voor scooters.
BESLUITEN: