Beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Maashorst

Het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7 lid 4 en artikel 8 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO), de invoering van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne en de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (BooO) vanuit de Rijksoverheid die ervoor zorgen dat volwassen Oekraïense ontheemden met eigen inkomsten een eigen bijdrage betalen als zij gebruikmaken van gemeentelijke opvang;

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over de uitleg van de voornoemde wettelijke voorschriften;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Maashorst

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. De regeling: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO).

  • b. Wet: Wet tijdelijke opvang ontheemden Oekraïne (TWO).

  • c. Gemeentelijke opvanglocatie (GOO): een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub h van de regeling.

  • d. Leefgeld: geld om persoonlijke uitgaven te doen, zoals eten, drinken en kleding.

  • e. Eigen bijdrage: een vergoeding in de kosten van de gemeentelijke opvang van de meerderjarige ontheemde alsmede van diens meerderjarige gezinslid, als bedoeld in artikel 8 van de Regeling.

• 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO), de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Doelgroep

Deze beleidsregels gelden voor meerderjarige ontheemden uit Oekraïne die vallen onder het toepassingsbereik van Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWO) en die in een gemeentelijke opvanglocatie (GOO) binnen de gemeente Maashorst verblijven.

Artikel 3 Opleggen eigen bijdrage

• 1. Het college brengt een eigen bijdrage in rekening bij de meerderjarige belanghebbende alsmede bij diens meerderjarige gezinslid, indien de meerderjarige belanghebbende of een meerderjarig gezinslid verblijft in een gemeentelijke opvang en:

  • a. inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of in een ander land heeft;

  • b. een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;

  • c. gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of

  • d. inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.

• 2. In afwijking van het eerste lid onderdeel a en b, wordt geen eigen bijdrage opgelegd indien het netto inkomen van de meerderjarige belanghebbende en diens meerderjarige gezinslid tezamen onder aftrek van de eigen bijdrage minder bedraagt 120% dan het van toepassing zijnde leefgeld.

• 3. De eigen bijdrage wordt door middel van een beschikking opgelegd aan de meerderjarige belanghebbende en, indien van toepassing, diens meerderjarige gezinslid.

Artikel 4 Hoogte eigen bijdrage

De hoogte van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 13 wordt vastgesteld op het bedrag als bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Regeling.

Artikel 5 Inlichtingenplicht

• 1. De belanghebbende is verplicht om onverwijld uit eigen beweging, dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat door of namens het college hierom is verzocht, mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling. De belanghebbende is tevens verplicht om in geval van verandering in inkomsten, woonstede- of gezinssamenstelling het college daarvan onverwijld mededeling te doen.

• 2. Onder inkomsten als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval verstaan:

  • a. Inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in binnen- of buitenland;

  • b. Inkomsten uit een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Toeslagenwet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

• 3. De mededeling als bedoeld in het eerste lid kan door de belanghebbende schriftelijk worden gedaan via een door de gemeente Maashorst ter beschikking gesteld inkomstenformulier en bij wijziging via een wijzigingsformulier.

Artikel 6 Ingangsdatum eigen bijdrage

De eigen bijdrage wordt opgelegd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de situatie zich voordoet die maakt dat belanghebbende bijdrage plichtig wordt.

Artikel 7 Betaling eigen bijdrage

• 1. De eigen bijdrage is maandelijks achteraf verschuldigd.

• 2. De eigen bijdrage dient uiterlijk op de laatste dag van de maand te zijn betaald op de daartoe aangewezen bankrekening van de gemeente Maashorst.

• 3. Onder betaling als bedoeld in het tweede lid wordt bedoeld de feitelijke bijschrijving van de eigen bijdrage op de bankrekening van de gemeente Maashorst.

Artikel 8 Beëindiging eigen bijdrage

• 1. De eigen bijdrage is niet langer verschuldigd indien men:

  • a. geen inkomen meer heeft als bedoeld in artikel 5 lid 2 van deze beleidsregels, of een inkomen heeft onder de 120% van de van toepassing zijnde norm;

  • b. verhuist, vertrekt uit de GOO;

  • c. overlijdt.

• 2. De bijdrage is niet meer verschuldigd op de eerste van de maand waarin een situatie zich voordoet als bedoeld in het eerste lid (dus bij beëindiging werk op 14 april, ben je geen bijdrage meer verschuldigd vanaf 1 april).

Artikel 9 Onevenredig nadeel

• 1. Indien na aftrek van de eigen bijdrage blijkt dat de ontheemde een besteedbaar inkomen heeft, dat lager is dan 120% van het leefgeld dat zou zijn verstrekt als er geen sprake was van inkomsten, kan er sprake zijn van onevenredig nadeel.

• 2. De gemeente onderzoekt of er sprake is van onevenredig nadeel na ontvangst van een door een ontheemde ingediend signaal op het inkomstenformulier. Indien er iets is gevuld met betrekking tot bijzondere omstandigheden zal altijd worden onderzocht of er sprake is van onevenredig nadeel.

Artikel 10 Raadplegen Suwinet

Het college maakt bij het vaststellen van een op te leggen eigen bijdrage gebruik van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan het college verstrekte gegevens die op grond van artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen verwerkt in de polisadministratie.

Artikel 11 Niet of niet meer voldoen van de eigen bijdrage

Indien de belanghebbende een opgelegde eigen bijdrage niet (meer) betaalt worden de volgende stappen genomen:

• 1. Vordering: de gemeente verzoekt de ontheemde eerst om de eigen bijdrage te voldoen. Dit kan schriftelijk door middel van een betalingsherinnering, of mondeling. Eventueel kan een betalingsregeling getroffen worden indien de eigen bijdrage op meerdere maanden betrekking heeft.

• 2. Aanmaning: als de ontheemde niet op het verzoek reageert of niet betaalt, stuurt de gemeente een schriftelijke aanmaning. Hierin staat de hoogte van de eigen bijdrage, de vervaldatum en de wijze van betaling vermeld.

• 3. Incassoprocedure: als de ontheemde na de aanmaning nog steeds niet betaalt, start de gemeente een gerechtelijke incassoprocedure. De rechtbank spreekt dan een vonnis uit ten aanzien van de betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 december 2024.

• 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Maashorst’.

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 15 oktober 2024.

Burgemeester en wethouders van Maashorst

de secretaris,

J.A.G.M. van Aaken

de burgemeester,

J.A. van der Pas