Gemeenteblad van Ooststellingwerf
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ooststellingwerf | Gemeenteblad 2024, 457682 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ooststellingwerf | Gemeenteblad 2024, 457682 | beleidsregel |
Beleidsregels Participatiewet re-integratie 2024 gemeente Ooststellingwerf
Burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf;
Overwegende, dat het in het belang van de Participatiewet noodzakelijk wordt geacht om nadere regels te stellen ten aanzien van de uitvoering van de Participatiewet en de re-integratieverordening Participatiewet 2023 gemeente Ooststellingwerf;
Vast te stellen de navolgende Beleidsregels Participatiewet re-integratie 2024 gemeente Ooststellingwerf:
In deze notitie worden de beleidsregels uitgeschreven voor de uitvoering van de re-integratieverordening in het kader van de Participatiewet. Het gaat om de verdere uitwerking van de volgende verordening:
Re-integratieverordening Participatiewet 2023 gemeente Ooststellingwerf
De genoemde verordening is leidend. Waar de verordening voldoende duidelijk is wordt voor dit artikel verwezen naar de verordening. Waar nadere toelichting nodig is worden de belangrijke kaders en criteria beschreven zodat de inzet gelijkluidend en consistent kan plaatsvinden. De opbouw beschrijft standaard het doel, de doelgroep, de voorwaarden, de duur en de kosten.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In de begeleiding en ondersteuning van inwoners wordt gewerkt vanuit de maatwerkgedachte waarbij het te behalen doel leidend is. Hierbij wordt de wet zó uitgevoerd dat niet de bepalingen in die wetten voorop staan, maar de doelen van die wetten en de doelen van de maatwerkoplossing die iemand nodig heeft. Dit ligt ook in lijn met de te verwachten Participatiewet in Balans waarin niet de regels maar de mens centraal staat.
Op grond van de Participatiewet kan niet gesproken worden van een recht op een bepaalde, specifieke voorziening die zonder beoordeling door de gemeente kan worden opgeëist. Er is altijd een individuele beoordeling door de gemeente nodig. De behoeften en mogelijkheden van mensen met een beperking en van werkgevers kunnen sterk verschillen. Daarom moet er altijd een beoordeling van de individuele mogelijkheden plaatsvinden, om vast te stellen wat de ondersteuningsbehoefte is. Wel kan worden gesproken van een wettelijk recht op door de gemeente noodzakelijk geachte ondersteuning.
Het doel is de persoon toe te leiden naar werk. Waar dit niet of niet geheel mogelijk is wordt begeleid naar meedoen naar vermogen in de samenleving.
Alle inwoners met recht op een uitkering vanuit de Participatiewet.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Het college stelt met betrekking tot een belanghebbende een diagnose. Dit met als doel te bepalen welke afstand de persoon heeft tot de arbeidsmarkt en welke re-integratie instrumenten noodzakelijk zijn om reguliere arbeid te vinden en waar dit niet of niet geheel haalbaar is het naar vermogen meedoen in de samenleving.
Het college kan een onderzoek (laten) doen naar de mogelijkheid tot arbeidsinschakeling van betrokkene met als doel het vaststellen van de meest geschikte voorziening. Het onderzoek kan mede gericht zijn op het vaststellen van de capaciteiten en de belastbaarheid van betrokkene.
De inwoner met recht op een uitkering vanuit de Participatiewet heeft recht op ondersteuning gedurende de gehele looptijd van het uitkeringsrecht.
De begeleiding en hiermee gepaard gaande kosten voor het behalen van het doel van de Participatiewet zijn maatwerk. Het beschikbare jaarlijkse budget ‘Werkdeel Participatiewet’ vormt het kader voor de inzet van instrumenten en de kosten die deze met zich meebrengt.
Doelgroep niet uitkeringsgerechtigden, Algemene Nabestaandenwet en loonkostensubsidie
In lijn met de algemene doelstelling van de Participatiewet het bieden van begeleiden naar algemeen geaccepteerde arbeid met als uitgangspunt de kortste weg naar werk. Waar dit niet haalbaar is begeleiden we naar meedoen naar vermogen.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Niet-uitkeringsgerechtigden en inwoners met een Anw-uitkering die om wat voor reden dan ook een beroep op ondersteuning doen hebben allereerst een eigen verantwoordelijkheid om terug te keren naar de arbeidsmarkt of om de arbeidsmarkt voor het eerst te betreden. Dit geldt met name voor mensen die een zodanig verdienvermogen hebben dat ze zelfstandig mee kunnen doen op de arbeidsmarkt. Bij de inzet van de voorzieningen wordt niet alleen gekeken naar de afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook naar de mate waarin de burger zelfstandig in werk kan voorzien of de afstand tot de arbeidsmarkt kan verkleinen. Daarbij zal van hen gevraagd worden om zijn/haar eigen netwerk in te zetten.
Voor niet-uitkeringsgerechtigden en inwoners met een Anw-uitkering wordt de basisdienstverlening van de gemeente ingezet. Deze bestaat uit deelname aan (groeps)bijeenkomsten op het gebied van sollicitatie en netwerkbijeenkomsten. Uitgangspunt is dat er geen individuele begeleiding en trajecten aangeboden worden. Hiervan kan worden afgeweken als naar het oordeel van het college inzet van een voorziening buiten de basisdienstverlening in het individuele geval noodzakelijk is.
De termijnen die van toepassing zijn op inwoners met een uitkering in het kader van de Participatiewet gelden ook voor de doelgroep nuggers, Anw, Beschut Werk en LKS. Dit tot zover de voorziening ingezet kan worden voor de specifieke doelgroep.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Beschut Werk: dit is voor mensen die alleen in een 'beschutte' omgeving onder aangepaste omstandigheden kunnen werken. De gemeente kan laten beoordelen of een inwoner voor een beschutte werkplek in aanmerking komt. Sinds 1 januari 2017 kan de inwoner ook zelf aan het UWV (laten) vragen of hij beschut mag werken Een indicatie Beschut Werk wordt afgegeven door het UWV en is een advies aan de gemeente.
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de verschillende voorzieningen die op grond van de re-integratieverordening kunnen worden ingezet. De re-integratieverordening Participatiewet Ooststellingwerf 2023 is leidend. Waar nadere uitwerking in beleid nodig is wordt per voorziening nader beschreven wat het doel is, wie tot de doelgroep behoort, aan welke voorwaarden dient te worden voldaan en welke termijn en kosten gelden voor de inzet. In het geval geen nadere uitwerking nodig is wordt aangegeven dat de re-integratieverordening leidend is.
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college stelt in deze beleidsregels vast onder welke voorwaarden welke voorzieningen in ieder geval aangeboden kunnen worden. Dit in aanvulling op de voorwaarden die in de verordening zijn opgenomen.
De re-integratieverordening Participatiewet Ooststellingwerf 2023 leidend voor:
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Artikel 6. Persoonlijke ondersteuning bij werk
De re-integratieverordening is leidend.
Persoonlijke ondersteuning bij werk omvat zowel jobcoaching als interne werkbegeleiding. Nadere uitwerking is te vinden in artikel 20 t/m 29.
Het doel van persoonlijke ondersteuning bij werk is de kandidaat begeleiden naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Dit omvat de stappen van het verkrijgen, verrichten en behouden van arbeid.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Het inzetten van een jobcoach of interne begeleiding is niet gebonden aan een termijn. De vergoeding die de gemeente verstrekt is voor maximaal 3 jaar. Wel zijn er voorwaarden qua minimale duur van de arbeidsovereenkomst. Deze moeten minimaal 6 maanden zijn. Daarnaast moet de arbeidsovereenkomst voor minimaal 12 uur per week aangegaan worden.
Artikel 7. Vaststelling loonwaarde doelgroep loonkostensubsidie
De re-integratieverordening is leidend.
Het door een onderzoek op het werk bepalen wat de arbeidsproductiviteit is en indien deze lager is dan het gangbare bepalen hoeveel loon de werkgever moet betalen en aanvullend hierop het recht bepalen op de tegemoetkoming in de loonkosten die de werkgever kan krijgen.
De persoon waarvan ingeschat wordt dan de loonwaarde lager ligt dan het wettelijk minimumloon.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De loonwaardemeting wordt uitgevoerd door een loonwaarde expert van het UWV. Aanvragen kan op Aanvragen indicatie of advies (Participatiewet) | UWV | Zakelijk
De aanvraag loonkostensubsidie, waarvoor het college een aanvraag loonwaarde doet, wordt binnen 8 week na de datum van ontvangst afgehandeld. Indien het niet lukt om binnen deze termijn de vraag af te handelen dan wordt de afhandelingstermijn opgeschort overeenkomstig artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht óf 4:15 in combinatie met artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De kosten zijn te vinden in factsheet-loonwaardebepaling.pdf (uwv.nl).
De re-integratieverordening is leidend.
Een leerwerkplek heeft ten doel om beroepsgerichte werkervaring op te doen, basisvaardigheden te leren en te wennen aan aspecten die samenhangen met het verrichten van betaalde arbeid.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Concreet gaat het om personen die op trede 3 en 4 van de Participatieladder staan.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De werkgever heeft ten behoeve van de uitkeringsgerechtigde een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afgesloten voor de uren dat de uitkeringsgerechtigde aanwezig is. Als de werkgever geen een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering kan afsluiten, draagt het college zorg voor een verzekering.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Naarmate een bijstandsgerechtigde langer een werkervaringsplaats bezet is de kans groter dat er geen sprake meer is van additionele werkzaamheden en hierdoor het risico op verdringing groter wordt. De werkervaringsplaats kent daarom een beperkte periode. De maximaal duur is 6 maanden. Dit voor maximaal 40 uur per week.
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De maximale duur van de werkstage is 6 maanden. Er is als de specifieke situatie er om vraagt een mogelijkheid tot verlenging voor de duur van 3 maand.
Er zijn voor de gemeente geen kosten verbonden aan het plaatsen van een persoon op een werkstage.
Artikel 10. Sociale activering
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Onder activiteiten in het kader van sociale activering wordt het volgende verstaan:
Er zijn voor de gemeente geen kosten verbonden aan het plaatsen van een persoon op een leerwerkplek.
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De uitkeringsgerechtigde mag uitsluitend met toestemming van de gemeente naast de detachering een scholingstraject volgen voor zover dit geen belemmering vormt voor de maximale termijn die aan een dienstverband is gesteld en voor zover het een bijdrage levert aan het resultaat (uitstroom naar regulier, ongesubsidieerd werk). De eventuele scholing wordt door de gemeente betaald.
Voor de maximale duur van de detachering hanteren we de actuele regelgeving die is vastgelegd in de Wet Werk en Zekerheid en op termijn de wet Meer zekerheid flexwerkers.
Er zijn voor de gemeente geen kosten verbonden aan het plaatsen van een persoon op een leerwerkplek.
Artikel 12. Participatievoorziening Beschut werk
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend.
De persoon heeft door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding of aanpassing van de werkplek nodig dat niet van een werkgever mag worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt. Dit ook niet met extra voorzieningen van gemeente of UWV.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Iemand die beschut werk doet, is in dienst van de gemeente, een sociaal ontwikkelbedrijf of een andere werkgever. Deze persoon ontvangt hiervoor salaris ten minste ten hoogte van het wettelijk minimumloon. De werkgever komt vaak in aanmerking voor loonkostensubsidie van de gemeente. Gemeenten ontvangen van het rijk per gerealiseerde beschutte werkplek een begeleidingsbudget.
Meer informatie in: | Kennisdocument beschut werk veel gestelde vragen en antwoorden | maart 2018 (vng.nl)
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Voor een proefplaats wordt uitsluitend toestemming verleend als:
In een schriftelijke overeenkomst tussen werkgever, kandidaat en gemeente wordt tenminste het doel van de proefplaatsing vastgelegd, namelijk dat na deze periode een arbeidscontract met een minimumperiode van minimaal 6 maand wordt aangeboden. Ook wordt vastgelegd wie de begeleider van de kandidaat is.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De duur van de proefplaatsing wordt vastgesteld op basis van afstand tot de arbeidsmarkt, opleidingsniveau, uitkeringsduur, complexiteit van de functie en persoonlijke omstandigheden van de kandidaat en zolang als nodig is voor de werkgever en het college om zich een beeld te vormen van de geschiktheid van de kandidaat.
Er zijn voor de gemeente geen kosten verbonden aan het plaatsen van een persoon op een proefplaats.
De re-integratieverordening is leidend.
De persoon belonen voor het aanvaarden van werk en een eventuele armoedeval voorkomen of verzachten.
Personen tot 27 jaar, specifiek kwetsbare jongeren. Voor deze groep is de vrijlating van premies wettelijk geregeld. Dit is voor jongeren die niet als kwetsbaar zijn aangemerkt niet het geval. Om die reden en de eventuele gevolgen voor bijv. Toeslagen hebben de niet kwetsbare jongeren tot 27 jaar geen recht op uitstroompremie.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De re-integratieverordening is leidend.
Maximaal twee keer een premie van € 600. Hiermee zijn de maximale kosten € 1200.
De re-integratieverordening is leidend.
De persoon belonen voor het succesvol afronden van een re-integratie of zorgtraject.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De persoon heeft tenminste twaalf maanden een uitkering in het kader van de Participatiewet.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Er is geen minimale termijn waaraan het succesvol afgeronde traject moet voldoen om in aanmerking te komen voor de Trajectpremie.
Artikel 17. Participatiepremie
De re-integratieverordening is leidend.
De persoon belonen voor het werken in een Participatiebaan (art. 14 Participatieplaats) en het hiermee vergroten van zijn kans op arbeidsinschakeling.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend.
De re-integratieverordening is leidend.
Hoofdstuk 3B. Specifieke bepalingen doelgroep Breed offensief
Paragraaf 3B.1 Administratief proces loonkostensubsidie
Artikel 20. Specifiek aanvraagproces loonkostensubsidie
De re-integratieverordening is leidend.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De Praktijkroute is een mogelijkheid om zonder beoordeling door het UWV vast te stellen of personen een verlaagde loonwaarde hebben. De loonwaarde wordt vastgesteld op de werkplek door het inzetten van een Proefplaats (art. 13). Indien wordt vastgesteld dat de persoon daadwerkelijk een verlaagde loonwaarde heeft
Paragraaf 3B.2 Procedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Onder persoonlijke ondersteuning vallen jobcoaching en interne werkbegeleiding. Beide hebben tot doel dat een kandidaat wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Interne werkbegeleiding is gericht op begeleiding op de werkvloer door een collega die getraind is in het begeleiden van de werknemers met een arbeidsbeperking. Deze vorm wordt ingezet als er vooral behoefte is aan constante begeleiding op de werkplek en minder aan ondersteuning op de andere leefgebieden.
Jobcoaching en interne werkbegeleiding kan worden ingezet op de volgende twee doelgroepen:
C. Voorwaarden toekenning algemeen
Persoonlijke ondersteuning kan op één van onderstaande manieren plaatsvinden:
Het college hanteert onderstaande volgorde qua voorkeur bij het vergoeden van jobcoaching:
Artikel 22. Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Het college wint een deskundig oordeel in op het moment de beoordeling zodanig complex is dat de casemanager niet in staat mag worden geacht om zelfstandig het oordeel te vormen.
Paragraaf 3B.3 Specifieke bepalingen persoonlijke ondersteuning bij werk
Artikel 25. Specifieke voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning bij werk
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Artikel 28. Subsidie voor het organiseren van jobcoaching
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Het coaching plan vormt de leidraad voor evaluatiegesprekken. Deze gesprekken vinden minimaal één keer per half jaar plaats tussen de jobcoach en de casemanager van de gemeente. Het heeft de voorkeur dat de werknemer hierbij ook aanwezig is. Indien hier naar aanleiding van het evaluatiegesprek aanleiding toe is wordt het coaching plan geactualiseerd.
Duur, intensiteit en hoogte subsidie interne jobcoaching
De hoogte van de subsidie tijdens een proefplaatsing is een vast bedrag van € 300,- per maand. Er kan alleen jobcoaching ingezet worden tijdens een proefplaatsing wanneer de werkgever de intentie heeft uitgesproken om de werknemer direct aansluitend in dienst te nemen voor minimaal 26 weken. De in te zetten jobcoach moet gecertificeerd zijn conform vereisten in artikel 26 lid 1.
Paragraaf 3B.4. Specifieke bepalingen overige voorzieningen
Artikel 30. Specifieke voorwaarden toekenning vervoersvoorziening
De drempel van vervoer(skosten) wegnemen bij deelname aan een traject die leidt tot het zetten van stappen op de Participatieladder en bij aanvaarding van (gesubsidieerd) werk. Hierbij valt te denken aan:
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Basis principe is dat gebruik wordt gemaakt van het voorzieningenaanbod op grond van de Wmo. Is dit niet mogelijk dan worden reiskosten vergoedt vanuit de bijzondere bijstand of via het verstrekken van een vervoerspas van de regionale vervoerder.
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
Artikel 31. Specifieke voorwaarden noodzakelijke intermediaire activiteit bij visuele of motorische handicap
Vanaf 1 januari 2024 kunnen mensen met een visuele beperking die onder de Participatiewet vallen terecht bij UWV voor speciale hulpmiddelen en werkvoorzieningen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de bredere arbeidsondersteuning en bijvoorbeeld de inzet van een jobcoach. De Participatiewet is hiervoor aangepast. Actuele informatie is te vinden in artikel 10 lid H.
Aanvragen kan op de website van het UWV: Voorzieningen voor werk | UWV | Particulieren
Artikel 32. Specifieke voorwaarden meeneembare voorzieningen
Het doel van het verstrekken van deze hulpmiddelen is om voor mensen met een arbeidsbeperking drempels weg te nemen bij het aan het werk komen of blijven.
Personen met een arbeidsbeperking.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
De re-integratieverordening is leidend. Aanvullend hierop:
De werkgever heeft de plicht om zijn werknemers van deugdelijk materiaal te voorzien. Alleen als het niet redelijk mag worden geacht dat de werkgever dit vergoed kan het nodig en redelijk zijn om de kosten als gemeente te dragen. Een voorbeeld hiervan is het verstrekken van veiligheidsschoenen. Dit is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Mochten er echter aangepaste orthopedische werkschoenen nodig zijn dan kan de gemeente deze verstrekken.
Bovenstaande lijst met meeneembare voorzieningen is niet limitatief.
De meeneembare voorziening wordt ‘om niet’ verstrekt en blijft dus in bezit van de persoon waaraan de voorziening is verstrekt.
De gemeente biedt de meest adequate en kwalitatief verantwoorde oplossing. Hierbij gaat de geschiktheid boven de prijs. Is er keuze uit verschillende geschikte voorzieningen dan wordt de goedkoopste voorziening aangeschaft.
Artikel 33. Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen
Het doel van het verstrekken van werkplekaanpassingen is om voor mensen met een arbeidsbeperking drempels weg te nemen bij het aan het werk komen of blijven. Voorbeelden hiervan zijn:
Personen met een arbeidsbeperking.
C. Voorwaarden (algemeen en aanvullend)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-457682.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.