Beleidsregels toewijzing koopstandplaatsen voor woonwagens gemeente Súdwest-Fryslân

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân:

 

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat:

  • de gemeente de woonwagenlocatie aan de Johan Willem Frisostraat in Sneek wil uitbreiden en vier standplaatsen voor woonwagenbewoners te koop aan wil bieden;

  • de gemeenteraad bij besluit van 20 juli 2023 de benodigde grondexploitatie heeft vastgesteld;

  • standplaatsen voor woonwagens een schaars recht zijn en het in verband daarmee noodzakelijk is regels op te stellen over de verdeling van de woonwagenstandplaatsen;

  • het wenselijk is de woonwagenstandplaatsen toe te wijzen op grond van het afstammingsbeginsel.

 

Besluit:

 

de Beleidsregels toewijzing koopstandplaatsen voor woonwagens gemeente Súdwest-Fryslân vast te stellen.

 

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    afstammingsbeginsel: het beginsel dat een standplaats of woonwagen die vrijkomt in eerste instantie beschikbaar komt voor mensen die afstammen van woonwagenbewoners;

  • b.

    BRP: basisregistratie personen;

  • c.

    gemeente: de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • d.

    inschrijver: aspirant-koper van een woonwagenstandplaats;

  • e.

    woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

  • f.

    woonwagenbewoners: mensen die zich van generatie op generatie als woonwagenbewoner hebben gemanifesteerd, of zij op dit moment daadwerkelijk in een woonwagen wonen is niet van belang. Het gaat erom dat de woonwagen een integraal onderdeel is van de identiteit. Hieronder vallen Roma, Sinti, ’Reizigers’ en rondreizende kermisexploitanten en circusartiesten;

  • g.

    woonwagenstandplaats: een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

 

Artikel 2 Wijze van verdeling van de woonwagenstandplaats

  • 1.

    De gemeente verkoopt standplaatsen op basis van een openbare inschrijving en volgens de in artikel 3 opgenomen toewijzingsregels.

  • 2.

    De inschrijver dient minimaal 18 jaar te zijn en toont de afstamming aan door overlegging van inschrijving(en) uit de BRP waaruit de woon- en familiegeschiedenis blijkt.

 

Artikel 3 Toewijzingsregels

  • 1.

    In eerste instantie komen kinderen van woonwagenbewoners in aanmerking die in een periode van vijf jaar tot en met het moment van inschrijving geen eigenaar of huurder van een woonwagenstandplaats zijn of zijn geweest op één van de woonwagenlocaties in Sneek en waarvan de ouder(s) (oud)bewoner zijn van een woonwagen op één van de woonwagenlocaties in Sneek.

    Bij meerdere inschrijvers in deze groep wordt de onderlinge volgorde bepaald door notariële loting.

  • 2.

    Is in de in artikel 3.1 genoemde groep geen inschrijver voor een uit te geven standplaats, dan geeft de gemeente voorrang aan woonwagenbewoners die familie zijn van (oud)bewoners op één van de woonwagenlocaties in Sneek onder de voorwaarde dat de inschrijver familielid is in de eerste-, tweede- of derde graad. Ook hier geldt dat de betreffende inschrijvers in een periode van vijf jaar tot en met het moment van inschrijving geen eigenaar of huurder van een woonwagenstandplaats zijn of zijn geweest op één van de woonwagenlocaties in Sneek.

    Bij meerdere inschrijvers in deze groep gaat 1e graad voor 2e graad en 2e graad voor 3e graad. Indien dan nog meerdere inschrijvers overblijven, wijst de gemeente standplaatsen toe met een notariële loting.

  • 3.

    Is in de in artikel 3.2 genoemde groepen geen inschrijver voor een uit te geven standplaats, dan geeft de gemeente voorrang aan woonwagenbewoners die familie zijn van (oud)bewoners op één van de woonwagenlocaties in Sneek onder de voorwaarde dat de inschrijver familielid is in de eerste-, tweede- of derde graad.

    Bij meerdere inschrijvers in deze groep gaat 1e graad voor 2e graad en 2e graad voor 3e graad. Indien dan nog meerdere inschrijvers overblijven, wijst de gemeente standplaatsen toe met een notariële loting.

  • 4.

    Is in de in artikel 3.3 genoemde groep geen inschrijver, dan geeft de gemeente voorrang aan de overige woonwagenbewoners.

    Bij meerdere inschrijvers in deze groep wordt de onderlinge volgorde bepaald door notariële loting.

 

Artikel 4 Verkoopbepalingen

Omdat koopstandplaatsen voor woonwagens schaars zijn wil de gemeente voorkomen dat er speculatie met standplaatsen plaatsvindt. Tevens wil de gemeente de culturele identiteit op de woonwagenlocatie zo veel als mogelijk behouden. In de koopovereenkomst zullen daarom de volgende juridische instrumenten worden opgenomen:

  • a.

    zelfbewoningsplicht: dit zorgt er voor dat de koper de standplaats en de hierop te plaatsen woonwagen gedurende een bepaalde periode zelf moet bewonen;

  • b.

    anti-speculatiebeding: dit zorgt ervoor dat de standplaats pas na een bepaalde periode doorverkocht mag worden door de koper, tenzij er sprake is van een hardheidsclausule zoals overlijden, echtscheiding en/of onteigening;

  • c.

    beding dat standplaatsen alleen mogen worden doorverkocht aan woonwagenbewoners die voldoen aan het afstammingsbeginsel.

De voornoemde juridische instrumenten dienen, samen met een te bepalen duur en een eventuele boeteclausule, nader te worden uitgewerkt, zodat deze in de koopovereenkomst kunnen worden opgenomen.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de datum van publicatie.

 

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toewijzing koopstandplaatsen voor woonwagens gemeente Súdwest-Fryslân.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

drs. E.K. Strijker, gemeentesecretaris

Naar boven