Beleidsregels Leerlingenvervoer Helmond 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

 

Gelet op:

 

Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra, artikel 8.28 en 8.29 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 25 van de Verordening leerlingenvervoer Helmond 2024;

 

B E S L U I T:

 

  • I.

    vast te stellen de Beleidsregels leerlingenvervoer Helmond 2024

  • II.

    in te trekken de Beleidsregel leerlingenvervoer Helmond 2015

Hoofdstuk 1 Leerlingenvervoer

1.1 Vooraf

Gemeenten zijn verplicht een regeling vast te stellen op basis waarvan ouders van leerlingen - onder bepaalde voorwaarden - aanspraak kunnen maken op bekostiging van de vervoerkosten van en naar school. De gemeenteraad van Helmond heeft op 23 mei 2024 de Verordening leerlingenvervoer 2024 vastgesteld. De voorliggende beleidsregels zijn een uitwerking van de verordening en bieden uitleg over de manier waarop het college van burgemeester en wethouders hun bevoegdheden in de verordening uitoefenen. Daar waar in de verordening ruimte is voor interpretatie in de uitvoering, bieden de beleidsregels een leidraad voor een consequente toepassing van de regels bij leerlingenvervoer.

 

1.2 Doel

Leerlingenvervoer is vervoer voor leerlingen tussen het woon- of verblijfadres en het (speciaal) basis- of voortgezet onderwijs. Het doel van het vervoer is voorkomen dat de afstand tot de school en/of de eventuele beperking van een kind voor ouders of verzorgers een te grote drempel vormt om het kind naar school te laten gaan.

 

1.3 Uitgangspunten

Het college hanteert bij de uitvoering van de verordening de volgende uitgangspunten:

  • -

    De mogelijkheden van de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) staan centraal. Het Leerlingenvervoer draagt zo mogelijk bij aan de groei naar zelfstandigheid van de leerling.

  • -

    Waar mogelijk stimuleren we het zelfstandig reizen lopend, per fiets of met openbaar vervoer. Beoordeeld wordt of de leerling in staat is zelfstandig naar school te lopen, fietsen of dat dit onder begeleiding mogelijk is. Ook wordt er gekeken in hoeverre de zelfredzaamheid van de leerling kan worden vergroot. Bijvoorbeeld door het leren van de verkeersregels of het oefenen met reizen. Doel is dat de leerling zo zelfstandig mogelijk naar school reist. Hetzij lopend, op de fiets, of met het openbaar vervoer. Aangepast vervoer is niet het uitgangspunt, maar het vergroten van de eigen zelfstandigheid.

  • -

    De verantwoordelijkheid voor het van en naar school brengen van de leerling ligt wettelijk gezien bij de ouder(s)/ verzorger(s). Het is aan hen om eventueel samen met hun sociale netwerk of met behulp van andere ouders hun kind zelf te (laten) vervoeren of te leren zelf naar school te reizen. Het leerlingenvervoer is niet bedoeld om ouders te ontlasten van hun verantwoordelijkheid voor een goede schoolgang van de leerling.

  • -

    Het leerlingenvervoer is een bekostiging dan wel een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer tussen het woon- of verblijfadres en school. Met uitzondering en onder bepaalde voorwaarden kan er afgeweken worden naar stage, opvoedkundige centra en/of ophaaladressen elders.

  • -

    De vorm van vergoeding van leerlingenvervoer is zo goedkoop mogelijk en sluit zoveel mogelijk aan op de individuele mogelijkheden en eventuele beperking van de leerling.

Hoofdstuk 2 Aanvraag

2.1 Nieuwe aanvraag

Een nieuwe aanvraag wordt door de wettelijk vertegenwoordiger ingediend middels het digitale aanvraagformulier op de website van de gemeente Helmond. Bij een nieuwe aanvraag wordt er een (telefonisch) gesprek gevoerd met de ouders/verzorgers van de leerling. Ook bij gewijzigde omstandigheden kan er een gesprek plaatsvinden. Bijvoorbeeld bij de overstap van basis naar voortgezet onderwijs of bij een verhuizing. Ook het gegeven dat de leerling ouder wordt, op steeds meer gebieden groeit in zelfstandigheid en zijn ontwikkeling niet stilstaat, is een gewijzigde omstandigheid.

De ouders/verzorgers en de leerling kunnen op elk moment in gesprek gaan met de gemeente over de mogelijkheid om meer zelfstandig te gaan leren reizen en de termijn waarop de leerling hiernaartoe kan groeien. De school en/of het samenwerkingsverband kan ook adviseren om in gesprek te gaan.

 

In het gesprek worden de mogelijkheden onderzocht die de ouders hebben om al dan niet met behulp van hun sociale netwerk of andere ouders het vervoer van hun kind zelf uit te (laten) voeren, dan wel met de eigen auto, dan wel door hun kind te begeleiden in het openbaar vervoer. Hierbij kunnen o.a. worden betrokken de werktijden van de ouder(s), de aanwezigheid van andere (schoolgaande) kinderen, de samenstelling van het gezin en eventuele medische belemmeringen.

 

Het college kan, naast een vervoersvoorziening, ook een vervoerstraining inzetten ter versterking van de zelfredzaamheid van de leerling, waardoor deze na de training niet langer zal zijn aangewezen op een vervoersvoorziening of door de training gebruik leert te maken van een goedkopere vervoersvoorziening.

 

2.2 Lopen

Voor de beoordeling van de vraag of een leerling lopend een afstand kan afleggen, hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • -

    Voor leerlingen van 4 en 5 jaar oud wordt een enkele reis van maximaal één kilometer lopen als haalbaar beschouwd.

  • -

    Voor leerlingen van 6, 7 en 8 jaar oud wordt een enkele reis van anderhalve kilometer lopen als passend beschouwd.

  • -

    Leerlingen van 9 jaar en ouder worden geacht een enkele reis van maximaal twee kilometer lopend te kunnen afleggen.

Bij het beoordelen van de afstand wordt rekening gehouden met factoren zoals de gezondheid, mobiliteit en veiligheid van de leerling. In gevallen waarbij er specifieke omstandigheden zijn die de mobiliteit van de leerling beperken, kan de afstand waarop lopen als optie wordt beschouwd, worden aangepast.

 

2.3 Fietsen

Voor de beoordeling van de vraag of een leerling of een ouder zich per fiets naar school kan verplaatsen hanteren wij de volgende uitgangspunten:

 

Leeftijd

Afstand

4 t/m 8 jaar

Maximaal 6 kilometer; de ouder met kind achterop 6 kilometer.

9 jaar

Maximaal 7 kilometer

10 jaar

Maximaal 8 kilometer

11 jaar

Maximaal 10 kilometer

12 jaar

Maximaal 12 kilometer

13 jaar

Maximaal 13 kilometer

14 jaar en ouder

Maximaal 15 kilometer

 

Deze afstanden gelden voor kinderen zonder beperking die naar het reguliere onderwijs gaan. Voor kinderen die naar het speciaal basisonderwijs (SBO), speciaal onderwijs (SO) of voortgezet speciaal onderwijs (VSO) gaan, worden de afstanden bijgesteld op basis van informatie, die door ouders en of medisch adviseur aangeleverd worden.

 

Fietsvergoeding

 

Als de leerling in aanmerking komt voor een fietsvergoeding, dan wordt de vergoeding als volgt berekend:

Aantal schoolweken X aantal schooldagen = afstand in kilometers naar school X 2 =

afstand totaal in kilometers X €0,10 = totale fietsvergoeding.

 

Bij een fietsvergoeding voor de leerling en de begeleider wordt de vergoeding als volgt berekend:

Aantal schoolweken X aantal schooldagen = afstand in kilometers naar school X 6 =

afstand totaal in kilometers X €0,10 = totale fietsvergoeding.

 

2.4 Openbaar vervoer

Voor de beoordeling van de vraag of een leerling of een ouder zich met openbaar vervoer naar school kan verplaatsen wordt er gekeken naar de volgende factoren:

  • -

    Reisafstand en -tijd: De afstand en de geschatte reistijd tussen de woon- of verblijfadres van de leerling en de school. Dit omvat het bepalen van de route en eventuele overstappen die nodig zijn.

  • -

    Toegankelijkheid: Het openbaar vervoerssysteem moet voldoen aan de toegankelijkheidsnormen voor de specifieke behoeften van de leerling. Dit omvat het onderzoeken van de toegankelijkheid van haltes, voertuigen en stations voor leerlingen met mobiliteitsbeperkingen.

  • -

    Veiligheid: De veiligheid van het openbaar vervoerstraject moet worden beoordeeld, inclusief de aanwezigheid van druk verkeer, oversteekplaatsen en andere potentiële gevaren langs de route.

  • -

    Kosten: De totale kosten van het openbaar vervoer, inclusief abonnementskosten worden in kaart gebracht en vergeleken met de financiële mogelijkheden van de leerling of zijn/haar ouders/verzorgers.

Openbaar vervoer vergoeding

Als de leerling in aanmerking komt voor een vergoeding voor het openbaar vervoer, dan worden de kosten berekend met de website: www.9292.nl. De vergoeding wordt gebaseerd op het goedkoopste tarief voor de gemeente Helmond voor het openbaar vervoersabonnement.

 

Bepaalde doelgroepen kunnen bij de NS kosteloos een begeleiderskaart aanvragen. Het college kan ouders verplichten om deze kaart aan te vragen in plaats van het toekennen van een vergoeding voor de begeleiding.

 

2.5 Eigen vervoer

Onder eigen vervoer wordt verstaan: ouders of personen uit het netwerk die leerlingen zelf naar school vervoeren met de auto. Als ouders twee of meer leerlingen naar school vervoeren, dan wordt uitgegaan van de rijafstand van de te vervoeren leerling die het verst van school woont.

 

De vergoeding wordt als volgt berekend:

Aantal schoolweken X aantal schooldagen = afstand in kilometers naar school X 4 =

afstand totaal in kilometers X €0,23 (bedrag per 1-1-2024) = totale vergoeding eigen vervoer.

 

Op het moment van het besluit wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het bedrag wat gelijk is aan de belastingvrije vergoeding voor eigen vervoer, die jaarlijks door de VNG wordt gepubliceerd.

 

2.6 Aangepast vervoer

Pas als een leerling ook niet onder begeleiding kan reizen, kan het college beslissen om aangepast vervoer in te zetten. In de praktijk betekent dit het vervoer met taxibusjes.

Leeftijd is geen reden om in aanmerking te komen voor het vervoer in taxibusjes. Ook is het niet zo dat een leerling met een stoornis of beperking automatisch aangepast vervoer krijgt. Alleen als vanuit verklaringen van deskundigen en school blijkt dat een kind niet in staat is – ook niet onder begeleiding – te reizen, dan moet de gemeente voorzien in aangepast vervoer.

 

Het onderzoek naar de mogelijkheden van aangepast vervoer heeft als doel een weloverwogen beslissing te nemen die het beste past bij de individuele behoeften en omstandigheden van de leerling. Het is belangrijk om te benadrukken dat leeftijd, beperkingen of religieuze overtuigingen op zichzelf geen recht geven op aangepast vervoer. Alleen als uit het onderzoek blijkt dat de leerling niet in staat is om op reguliere wijze te reizen, zelfs niet onder begeleiding, moet de gemeente voorzien in aangepast vervoer.

 

2.7 Kleinschalig vervoer

Met kleinschalig vervoer wordt bedoeld dat een leerling om medische en/of psychosociale redenen uitsluitend met een beperkt aantal medeleerlingen kan worden vervoerd. In uitzonderlijke gevallen kan het noodzakelijk zijn om een leerling om deze redenen op deze manier te vervoeren. Het college kent kleinschalig vervoer uitsluitend toe op basis van een medisch advies, dat wordt vastgelegd in een beschikking. Bij iedere nieuwe aanvraag beoordeelt het college jaarlijks de indicatie voor kleinschalig vervoer.

 

2.8 Individueel vervoer

Bij de inzet van aangepast vervoer is het uitgangspunt, dat leerlingen gecombineerd met andere leerlingen worden vervoerd in een touringcar, taxibusje of personenauto. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een leerling tijdelijk individueel vervoerd moet worden, omdat het niet samen met andere leerlingen kan worden vervoerd.

Dit is individueel vervoer. Als dit type vervoer noodzakelijk is, dienen ouders dit aan te tonen en wordt dit toegestaan op basis van een deskundig onafhankelijk onderzoek. Individueel vervoer wordt in beginsel toegekend voor de duur van maximaal drie maanden. Bij een eventuele verlenging wordt opnieuw een belangenafweging gemaakt.

Slechts bij één van de onderstaande situaties is het mogelijk om de kosten van het individuele vervoer te vergoeden.

 

  • A

    Om medische redenen is het niet mogelijk om gecombineerd met andere leerlingen vervoerd te worden, ook niet in kleinschalig gecombineerd vervoer.

  • B

    Het individueel vervoer is niet te voorkomen door begeleiding mee te laten gaan in het gecombineerde vervoer. In een aantal situaties is het bieden van begeleiding aan de leerling in het gecombineerde vervoer voldoende om het individueel vervoer te voorkomen. Dit moet altijd onderzocht worden, voordat individueel vervoer wordt ingezet.

  • C

    De leerling wordt de rest van de dag individueel begeleid. Het vervoer van de leerling naar school is één van de schakels in de hele dag zo goed mogelijk te laten verlopen. Voor veel leerlingen is rust een belangrijk onderdeel voor een goed verloop van de dag. Het vervoer kan daar een rol in spelen. Wanneer dit de aanleiding is om individueel vervoer te overwegen, kan dat alleen als in andere schakels in een dag ook rust wordt aangebracht. Voor het vervoer houdt dit in, dat het individueel vervoer alleen wordt vergoed, als de leerling de rest van de dag ook deze individuele rust en begeleiding wordt aangeboden.

2.9 Begeleiding

Ouders zijn verantwoordelijk voor het organiseren van de begeleiding van hun kind naar school.

Begeleiding is primair een taak van de ouders. Zij dienen ook voor alternatieve begeleiding te zorgen als zij bijvoorbeeld door ziekte of een andere reden, tijdelijk niet in staat zijn om hun kind niet zelf naar school te begeleiden. Als ouders er zelf niet in slagen begeleiding te leveren, kunnen zij daarvoor hun netwerk inschakelen, zoals bijvoorbeeld een oppas, buren, familie of vrijwilligers. In de verordening is het mogelijk om naast de vervoerskosten van de leerling ook die van de begeleider te vergoeden voor zover hij met de leerling meereist.

 

In sommige situaties lukt het ouders en het netwerk niet om de begeleiding vorm te geven of leidt dit tot ernstige benadeling van het gezin. Ouders moeten in dat geval voldoende aantonen dat het voor hen of anderen in het netwerk onmogelijk is de leerling te begeleiden of, dat de begeleiding tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is. Van een ernstige benadeling van het gezin is naar het oordeel van het college sprake van als één van de volgende situatie sprake is:

  • -

    De leerling en begeleider reizen per openbaar vervoer of eigen vervoer en de begeleider heeft meer reistijd dan 60 minuten enkele reis.

  • -

    Er is sprake van een alleenstaande ouder en door de aanwezigheid van andere kind(eren) onder de 11 jaar die op dezelfde start- en eindtijd naar verschillende scholen gaan is de ouder niet in staat om alle kinderen zelf naar school te brengen, dan wel te begeleiden.

  • -

    Er is sprake van een alleenstaande ouder en de ouder heeft een structurele lichamelijke, zintuiglijke en/of psychische beperking waardoor het niet in staat is om de begeleiding te bieden. De beperking dient onderbouwd te worden met een medische verklaring van een specialist.

  • -

    Er is sprake van een alleenstaande ouder en er is sprake van een inburgeringsverplichting, scholings- of arbeidsverplichting op basis van de Participatiewet van de ouder op de vervoersmomenten van de leerling.

Het enkele feit dat beide ouders werken is zonder bijkomende omstandigheden die een belemmering zijn om zelf te begeleiden of anderen namens hen te laten begeleiden geen reden om aangepast vervoer toe te kennen.

 

2.10 Uitbetaling van vergoedingen

Uitbetaling van de vergoedingen vindt plaats in 10-maandelijkse termijnen (september tot en met juni). De betalingen vinden plaats tussen de 15e en 21e van de betreffende maand.

Hoofdstuk 3 Meerjarenbeschikking

Het college bepaalt voor hoe lang een indicatie Leerlingenvervoer wordt verstrekt. Als duidelijk is dat een leerling de komende schooljaren geen of nauwelijks progressie zal doormaken in zijn/haar ontwikkeling, kan de indicatie voor meerdere schooljaren worden afgegeven. Hierbij is het van belang dat de situatie van ouders ook gelijk blijft. Wanneer er een verandering plaatsvindt in de thuissituatie, dienen ouders deze wijziging te melden bij de gemeente.

Hoofdstuk 4 Wijzigingen

4.1 Doorgeven van wijzigingen

Artikel 6, eerste lid, van de verordening regelt dat ouders verplicht zijn wijzigingen door te geven aan het college die van directe invloed zijn op de verstrekte voorziening Leerlingenvervoer.

 

Ouders moeten in ieder geval de volgende wijzigingen doorgeven:

  • -

    Wijzigingen in het woonadres van de leerling;

  • -

    Verandering van school;

  • -

    Wijzigingen in de gezinssituatie die invloed heeft op het al dan niet kunnen begeleiden van leerlingen;

  • -

    Wijzigingen van het adres van de school;

  • -

    Wijziging van de schooltijden van de school;

  • -

    Wijziging rondom de mogelijkheden van de leerling.

4.2 Afmeldingen

Wanneer een ouder vaststelt dat een leerling als gevolg van ziekte of vanwege andere oorzaken niet vervoerd hoeft te worden, moeten ouders dit tijdig melden bij de vervoerder. Dit kan telefonisch of met de app van de vervoerder. Betermelding moet op dezelfde manier aan de vervoerder worden doorgegeven. Zonder tijdige betermelding wordt er geen vervoer ingezet.

Maakt een leerling drie keer geen gebruik van het vervoer en ouders hebben de leerling niet (op tijd) afgemeld, dan heeft het college een reden om een opschorting of een herziend besluit te nemen volgens artikel 6 in de verordening Leerlingenvervoer Helmond 2024.

 

4.3 Afwijkende tijden

Vervoer op afwijkende schooltijden, bijvoorbeeld door lesuitval, schoolreisjes, sportdag of proefwerkweek valt niet binnen het leerlingenvervoer.

 

In sommige gevallen kan een leerling vanwege de beperking niet de gehele dag onderwijs volgen. Als dit langdurig het geval is, dan wordt er samen met ouders beoordeeld wat de best passende vervoersoplossing is. Het college streeft ernaar om in overleg met de school het vervoer in die situaties een bepaalde structuur te geven, zodat het vervoer niet iedere dag op een ander tijdstip plaats zal vinden.

 

Wanneer een leerling onderwijs volgt op het voorgezet onderwijs en een toekenning heeft voor aangepast vervoer. Dan kan het voorkomen dat een leerling een individueel schoolrooster heeft met tijden die eindigen later dan de meeste reguliere schooltijden. In dat geval wordt er voor het aangepaste vervoer uitgegaan van het eerste tot en met het laatste lesuur op de desbetreffende school.

Hoofdstuk 5 Loosmeldingen

Onder loosmeldingen wordt verstaan: een leerling is niet aanwezig en/of gaat niet mee met het aangeboden aangepast vervoer op het afgesproken tijdstip. De volgende acties worden hierover afgesproken:

 

  • A.

    Op de heenrit: de chauffeur stelt de centrale in kennis indien een leerling niet aanwezig is op het ophaaladres. De centrale probeert contact op te nemen met de ouders om te informeren naar de situatie. De chauffeur wacht maximaal drie minuten op de betreffende leerling. Wanneer de heenrit bij een leerling loos is gemeld, wordt de leerling automatisch voor de terugrit op die dag afgemeld.

  • B.

    Op de terugrit: de chauffeur stelt de centrale in kennis dat het kind niet is ingestapt en overlegt of hij moet wachten of niet. De chauffeur wacht maximaal drie minuten op de betreffende leerling;

  • C.

    Op de terugrit, indien er niemand aanwezig is op het afzetadres van het kind: de centrale probeert contact op te nemen met de ouder(s)/verzorgers en het noodcontactadres om te informeren naar de situatie. De leerling blijft in het voertuig en de chauffeur rijdt aan het einde van de route naar een alternatief adres in de directe omgeving dat is doorgegeven door de ouder(s)/verzorgers. Of de chauffeur rijdt nogmaals naar het afzetadres, waar de chauffeur met de leerling wacht tot iemand arriveert om de leerling aan over te dragen. De chauffeur mag de leerling alleen aan personen overdragen die door de ouders zijn doorgegeven, dus niet aan de buren of bij een vriendje/vriendinnetje.

De gemeente wordt geïnformeerd over het aantal loosmeldingen en daarom heeft het college een reden om een herziend besluit te nemen of het besluit in te trekken volgens artikel 6 in de verordening Leerlingenvervoer Helmond 2024.

Hoofdstuk 6 Wangedrag

Het college kan een herziend besluit nemen of het besluit intrekken volgens artikel 6 in de verordening Leerlingenvervoer Helmond 2024, indien bij herhaling gebleken is dat de leerling of de ouder/verzorger van de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de taxi verstoort of de veiligheid van de taxi en inzittenden in gevaar brengt.

 

Hierbij worden de volgende stappen gehanteerd;

  • Fase 1. Incidenten worden in beginsel door de vervoerder opgelost. Het doel is om gezamenlijk met ouders en eventueel school een oplossing te zoeken voor het incident. De vervoerder onderzoekt samen met ouders of de leerling een andere plek in de taxi kan krijgen of dat er andere afspraken gemaakt moeten worden.

  • Fase 2. Bij een volgend incident, voortdurend wangedrag of een onaanvaardbaar incident legt de vervoerder contact met de gemeente. Bij onaanvaardbaar gedrag wordt er een eerste schriftelijke waarschuwing aan de jeugdige en ouders gestuurd.

  • Fase 3. Indien voorgaande stappen niet het gewenste resultaat hebben kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Tijdens de schorsing is de Leerplichtwet onverkort van kracht. Ouders dienen zelf voor het vervoer van hun kind zorg te dragen. De kosten die hieraan verbonden zijn, zijn voor de verantwoordelijkheid van de ouders.

  • Fase 4. Bij een volgend incident of voortdurend wangedrag kan de leerling volledig worden uitgesloten van het vervoer voor een nader te bepalen periode.

Wanneer er sprake is van buitensporig wangedrag waarbij anderen in gevaar worden gebracht of anderen buitensporig respectloos worden behandeld, kan een onmiddellijke schorsing, zonder vooraf het sturen van een schriftelijke waarschuwing voor een nader te bepalen periode worden opgelegd.

Hoofdstuk 7 Wanneer Leerlingenvervoer niet van toepassing is

In bepaalde situaties is het leerlingenvervoer niet van toepassing. Deze uitzonderingen zijn vastgesteld om duidelijkheid te bieden over de kaders van leerlingenvervoer. Ouders dienen zich bewust te zijn van de volgende situaties waarin leerlingenvervoer niet geldt:

  • Vervoer tijdens schoolvakanties;

  • Vervoer op afwijkende schooltijden, bijvoorbeeld door lesuitval, schoolreisje, sportdag of proefwerkweek;

  • Vervoer voor incidentele verzoeken/wijzigingen;

  • Vervoer tussen schoolgebouwen onderling;

  • Vervoer tussen school, zwembad of gymnastieklokaal;

  • Vervoer voor medisch of paramedische behandelingen/therapie zoals huisarts, tandarts, revalidatiecentrum, dagbehandeling, ziekenhuis e.d.;

  • Vervoer vanwege een tijdelijke beperking (< 3 maanden);

  • Vervoer voor andere doeleinden dan schoolonderwijs, zoals vervoer naar huiswerkbegeleiding, remedial teaching, sportvereniging e.d.

Ouders zijn in dergelijke situaties zelf verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind van en naar school.

 

Overleg gemeente – Samenwerkingsverbanden

In de verordening is opgenomen dat het college het leerlingenvervoer opneemt als vast agendapunt in het OOGO met het samenwerkingsverband. Dit overleg vindt minimaal 1 keer per jaar plaats voor de start van het nieuwe schooljaar. Naast het samenwerkingsverband wordt ook een vertegenwoordiging vanuit het onderwijs uitgenodigd.

Periodiek vindt er een uitvoerend overleg plaats met het samenwerkingsverband over ontwikkelingen in het leerlingenvervoer. Dit overleg vindt minimaal vier keer per jaar plaats.

 

Slotbepalingen

Deze regeling treedt werking na publicatie.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregels leerlingenvervoer Helmond 2024’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Helmond d.d. 1 oktober 2024

De burgemeester

Mevrouw P.J.M.G. Blanksma – van den Heuvel

De gemeentesecretaris

Waarnemend gemeentesecretaris T.M.H.J. de Laat

Naar boven