Gemeenteblad van Zevenaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2024, 455551 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2024, 455551 | beleidsregel |
Uitgangspunten eigen bijdrage Oekraïners GOO 2024
Door de oorlog in de Oekraïne zijn er veel ontheemde Oekraïense vluchtelingen naar Nederland gevlucht. Deze ontheemden vluchtelingen wonen in de particuliere opvang of in de gemeentelijke opvang. De Oekraïners die geen werk hebben, ontvangen leefgeld van de gemeente. Het leefgeld bestaat uit de volgende onderdelen:
De hoogte van het leefgeld is afhankelijk van de gezinssamenstelling. Degenen die woonachtig zijn in de gemeentelijke opvang ontvangen geen leefgeld voor het wonen, omdat ze geen woonkosten hebben. Voor de Oekraïners die verblijven in de Gemeentelijke Opvanglocatie Oekraïne (GOO) wordt een eigen bijdrage ingevoerd. In dit stuk staan de uitgangspunten voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage en de nodige processtappen hierin. Dit stuk is opgesteld door de Regionale Sociale Dienst en de gemeenten Duiven, Westervoort en Zevenaar.
Met ingang van 1 juli 2024 is er een bijdrageplicht voor de kosten van gas, water en elektra (GWE) voor de ontheemden Oekraïners die in de gemeentelijke opvanglocaties verblijven. De regering vindt het redelijk dat ontheemden die kunnen bijdragen aan de kosten dit ook doen. Hierbij handelt de regering ook op signalen van gemeenten en om draagvlak voor de opvang van ontheemden te behouden. De gemeenten hebben 6 maanden de tijd om de bijdrageplicht in te voeren. De hoogte van de eigen bijdrage bedraagt € 105,00 per maand per volwassen ontheemde. De bedragen zijn gebaseerd op de geraamde kosten voor nutsvoorzieningen uit het “Kostenprijsonderzoek op vang ontheemden” van eind 2023. Een gezin met geen of minderjarige kinderen betaalt maximaal € 210,00 per maand. Wanneer een ontheemde geen inkomsten heeft, bestaat er geen bijdrageplicht, tenzij de partner van de ontheemde wel inkomsten heeft. Over de bijdrageplicht is veel landelijk geregeld. Maar er is ook ruimte voor gemeentelijk beleid. In deze notitie worden een aantal voorstellen gedaan op welke wijze het gemeentelijk beleid kan worden ingevuld.
2.1 Ingangsdatum bijdrageplicht
De RSD is medio augustus 2024 gevraagd om de eigen bijdragen namens de gemeenten Duiven, Westervoort en Zevenaar op te leggen en in te innen. De gemeenten Duiven, Westervoort en Zevenaar werken samen op het gebied van vluchtelingenopvang en -huisvesting. Deze samenwerking heeft als doel om kennis, informatie en ervaringen te delen en gemeenschappelijk op te trekken. Hier past een gelijkluidende invoering van het eigen beleid bij. Om de volgende redenen wordt voorgesteld om de bijdrageplicht met ingang van 1 november 2024 en niet met terugwerkende kracht in te voeren:
Er moeten de nodige acties worden uitgevoerd om de bijdrageplicht zorgvuldig in te voeren. Denk hierbij o.a. aan het vaststellen van gemeentelijk beleid, in beeld brengen van de doelgroep, aanschrijven en het verkrijgen van inkomensgegevens van de doelgroep, het opleggen van de eigen bijdragen, het inrichten van een systeem om de eigen bijdragen te kunnen boeken etc.
De eigen bijdragen voor de huidige bewoners in alle gemeentelijke locaties moet gelijktijdig worden vastgesteld. Het kan niet zo zijn dat door de ene ontheemde over een bepaalde maand wel moet worden betaald, terwijl zijn buurman pas de volgende maand de eigen bijdrage moet te betalen. Dit is een arbeidsintensieve klus, die zorgvuldig moet gebeuren en dat heeft enige tijd nodig.
Het vaststellen van de eigen bijdrage dient te gebeuren aan de hand van de inkomensgegevens over een bepaalde maand, te weten de maand oktober 2024. De inkomsten over de maand oktober 2024 kunnen verschillen ten opzichte van de maanden ervoor. Dit zou kunnen betekenen dat er ten onrechte een eigen bijdrage wordt opgelegd over de maanden juli 2024 tot en met september 2024, omdat de inkomsten in die maanden lager waren.
Daarom wordt de bijdrageplicht met ingang van 1 november 2024 ingevoerd.
Voor het vaststellen van het leefgeld is de situatie op de 1e van de maand bepalend. Voldoet de ontheemde op de 1e van de maand aan de voorwaarden, dan bestaat er recht op het volledige leefgeld voor die maand, ook al wijzigt de situatie in de loop van die maand. Enige uitzondering hierop is wanneer de ontheemde in de loop van de maand in de gemeente is komen wonen en een beroep doet op het leefgeld. In dat geval bestaat er recht op het leefgeld gedurende het aantal dagen van desbetreffende maand.
Voor de eigen bijdrage doen we hetzelfde: voor het vaststellen en het berekenen van de eigen bijdrage is de situatie op de 1e van de maand bepalend. Wanneer de ontheemde tijdens een maand in de gemeentelijke opvang is komen wonen is de datum waarop diegene in de gemeentelijke opvang is komen wonen bepalend. De eigen bijdrage wordt steeds voor de gehele maand vastgesteld, tenzij de ontheemde gedurende de maand in de gemeentelijke opvang is komen wonen. In dat geval wordt de eigen bijdrage vastgesteld over het aantal dagen van die maand.
De inkomensgegevens van Oekraïners die werken of die een uitkering van het UWV ontvangen staan vermeld in SUWI-net. SUWI-net is echter niet up-to-date en er staan bruto inkomsten vermeld. Daarom vragen we de inkomensgegevens op bij de Oekraïners zelf. De inkomensgegevens dienen door middel van bewijsstukken zoals loonstroken of uitkeringsspecificaties te worden aangetoond. SUWI-net is wel een instrument dat ter controle kan worden geraadpleegd bij twijfel of de ontheemde wel of niet werkt c.q. heeft gewerkt. Aan de hand van de aangeleverde inkomensgegevens wordt de eigen bijdrage vastgesteld.
De bewoners die in de gemeentelijke opvanglocaties wonen en die geen inkomsten hebben uit werk of uit een uitkering van het UWV, ontvangen leefgeld in het kader van de RooO. Omdat zij onvoldoende draagkracht hebben om de eigen bijdrage te voldoen, is landelijk bepaald dat zij geen eigen bijdrage hoeven te betalen. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van de gezinssamenstelling. Naarmate het gezin groter is, wordt de bijdrage per gezinslid lager. Het is daarom niet mogelijk om vast te stellen vanaf welk bedrag aan inkomsten er een eigen bijdrage moet worden betaald. Van het netto maandinkomen moet het leefgeld, waar recht op bestaat in mindering worden gebracht, om te kunnen vaststellen of ontheemde geheel of gedeeltelijk een eigen bijdrage kan betalen. Wanneer de ontheemde een weekloon of een 4-wekelijksloon ontvangt, dan wordt dit omgerekend naar een maand inkomen.
Om de ontheemden te stimuleren om te gaan/blijven werken en omdat werken vaak extra kosten met zich meebrengt (denk aan reiskosten), tellen we € 100 per volwassene op bij het leefgeld. Dit totaalbedrag wordt weggezet tegen de netto inkomsten van de ontheemde(n). Indien er dan geld overblijft wordt de eigen bijdrage opgelegd. Dit is gelijk aan het verschil met een maximumbedrag van € 105,00 per volwassene per maand.
Een gezin bestaat uit vader, moeder en 2 minderjarige kinderen. Vader werkt en verdient een nettobedrag van € 1.350,00 per maand. Het leefgeld waar recht op zou bestaan wanneer er geen werk of UWV-uitkering zou zijn: € 1.011,32 per maand
2.5 Inning van de eigen bijdrage
Als er in een gezin twee volwassenen werken wordt de eigen bijdrage geïnd bij het gezinslid met het hoogste inkomen. Er kan afzonderlijk worden geïnd per volwassene, maar dit is minder efficiënt. Wanneer ontheemden hier andere afspraken over willen maken kan, wanneer er zwaarwegende redenen voor zijn, per volwassene geïnd worden.
2.6 Wijzigingen in het inkomen
Wijzigingen in het inkomen kunnen van invloed zijn op de hoogte van de eigen bijdrage. Het is aan de ontheemde om dit te melden, wanneer dit invloed heeft op de hoogte van de te betalen eigen bijdrage. Wanneer de wijziging in het inkomen geen invloed heeft op de hoogte van de betalen eigen bijdrage, hoeft dit niet te worden gemeld.
Uitgangspunt is dat de vastgestelde doelgroep de eigen bijdrage betaalt. In uitzonderlijke gevallen kan het echter voorkomen dat de ontheemde onevenredig wordt geschaad door de inning van de eigen bijdrage. In dat geval kan er een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. Er hoeft niet vooraf worden getoetst of dit aan de orde is. Wanneer de ontheemde een zienswijze heeft ingediend of bezwaar heeft gemaakt tegen de vastgestelde eigen bijdrage, wordt beoordeeld of er sprake is van onevenredig nadeel. De ontheemde dient dit te onderbouwen met bewijsstukken. De ontheemde wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen bij het aanleveren van de inkomensgegevens. Dit biedt de kans om maatwerk te bieden en voorkomt bezwaarschriften. Het vaststellen van de eigen bijdrage kan hierdoor mogelijk arbeidsintensiever door worden.
2.7.1 Beoordeling onevenredige benadeling
Wanneer de ontheemde aangeeft dat hij/zij de eigen bijdrage niet kan betalen wordt er beoordeeld of de eigen bijdrage moet worden verlaagd of dat er geen eigen bijdrage wordt opgelegd. Bij het beoordelen of er sprake is van onevenredig nadeel wordt maatwerk geleverd waarbij de algemene beginselen van bestuur in de beoordeling worden betrokken. Artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat het bestuursorgaan bij het nemen van een besluit de belangen van de betrokkene afweegt. En dat de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Er is sowieso sprake van onevenredig nadeel wanneer de ontheemde na aftrek van zijn/haar inkomsten een inkomen overhoudt dat ligt onder het bedrag dat anders aan leefgeld inclusief het vrij te laten bedrag van € 100,00 per volwassene zou zijn ontvangen. Mocht dit het geval zijn dan wordt er geen eigen bijdrage opgelegd.
Het kan ook voorkomen dat de ontheemde voldoende inkomsten heeft om een eigen bijdrage te kunnen betalen, maar dat na aftrek van bijzondere kosten het besteedbaar inkomen lager is dan het leefgeld inclusief het vastgestelde bedrag. In dat geval zal beoordeeld moeten worden in hoeverre de noodzakelijke bijzondere kosten in mindering kunnen worden gebracht op het inkomen van de ontheemde. De volgende aantoonbare bijzondere kosten kunnen hierop van invloed zijn:
Per situatie wordt een belangenafweging gemaakt of de gemaakte kosten noodzakelijk en niet te voorkomen zijn, en of deze kosten in mindering gebracht moeten worden op het netto inkomen inclusief het vastgestelde bedrag.
Als de ontheemde de eigen bijdrage niet betaalt ontvangt de ontheemde een betalingsherinnering. Er wordt geprobeerd contact te maken, waar nodig met behulp van een van de locatiemanagers van de opvang. Als er geen reactie op komt ontvangt de ontheemde een schriftelijke aanmaning. Betaalt de ontheemde daarna nog niet, dan wordt een gerechtelijke procedure bij de rechtbank opgestart. Wanneer de gemeente aannemelijk kan maken dat de eigen bijdrage terecht is opgelegd en de ontheemde in staat is om de eigen bijdrage te betalen, zal de rechtbank een vonnis uitspreken.
Er wordt geen incassobureau ingeschakeld. Een incassobureau kan een klant alleen manen om te betalen, dit heeft de RSD dan zelf al gedaan. Daar komt bij dat er moet worden betaald aan het incassobureau voor hun werkzaamheden. Deze kosten worden in rekening gebracht bij de ontheemde.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-455551.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.