Wijziging van de Financiële verordening gemeente Kampen

De raad van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september met als kenmerk 64265-2024,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Financiële verordening gemeente Kampen,

besluit vast te stellen de volgende

Wijziging van de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kampen (Financiële verordening gemeente Kampen)

 

 

Artikel I

De raad besluit de Financiële verordening gemeente Kampen als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 6 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad één keer per jaar door middel van een tussentijdse bestuursrapportage.

  • 2.

    De bestuursrapportage behandelt de realisatie van de begroting van de gemeente tot en met juni van het lopende boekjaar en wordt jaarlijks in de eerste raadscyclus na het zomerreces door de raad vastgesteld.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportage gaat in op de stand van zaken met betrekking tot onderwerpen in de programmabegroting, stand van zaken voor wat betreft de voortgang van de prestaties, ontwikkeling grondbedrijf en op de financiële afwijkingen voor wat betreft de lasten en baten.

  • 5.

    Het college informeert door middel van de bestuursrapportage de raad als ze verwacht dat de lasten of baten van een programma de geautoriseerde lasten of baten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.

  • 6.

    Bij de behandeling van de tussenrapportage in de raad doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.

  • 7.

    Met betrekking tot de financiële afwijkingen genoemd in het vijfde lid worden in dit artikel opgenomen zoals benoemd in artikel 7.

  • 8.

    In de laatste raadscyclus van het kalenderjaar doet het college een voorstel aan de raad voor de laatste begrotingswijziging.

 

B

Artikel 7 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 7 Informatieplicht

  • 1.

    Het college kan zonder voorafgaande autorisatie van de raad zelfstandig verplichtingen aangaan voor niet bestuurlijk gevoelige zaken en niet in de begroting opgenomen:

    • a.

      incidentele exploitatielasten van maximaal € 100.000;

    • b.

      investeringskredieten van maximaal € 100.000;

    • c.

      verplichtingen die zijn aangegaan conform het bepaalde onder a en onder b, worden in de eerstvolgende bestuursrapportage opgenomen en toegelicht.

  • 2.

    In de bestuursrapportage worden financiële afwijkingen van niet bestuurlijk gevoelige aangelegenheden wel benoemd maar niet inhoudelijk toegelicht bij afzonderlijk:

    • a.

      investeringen kleiner dan € 100.000;

    • b.

      aankoop van goederen, werken en diensten kleiner dan € 100.000;

    • c.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties kleiner dan € 100.000;

    • d.

      nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten lager zijn dan € 25.000;

    • e.

      verkoop (netto opbrengst) van goederen kleiner dan € 100.000.

  • 3.

    In de bestuursrapportage worden financiële afwijkingen benoemd en inhoudelijk toegelicht bij afzonderlijk:

    • a.

      investeringen groter dan € 100.000;

    • b.

      aankoop van goederen, werken en diensten groter dan € 100.000;

    • c.

      nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten hoger zijn dan € 25.000;

    • d.

      verkoop (netto opbrengst) van goederen groter dan € 100.000.

  • 4.

    Bestuurlijk gevoelige onderwerpen of spoedeisende onderwerpen met financiële gevolgen worden met een afzonderlijk raadsvoorstel, buiten de bestuursrapportage om, ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

  • 5.

    Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen – voor zover het betreft niet bij de programmabegroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen – inzake het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000.

  • 6.

    Onder het verstrekken van leningen wordt ook het verlenen van uitstel tot het doen van betalingen in verband met door de gemeente geleverde prestaties verstaan, ongeacht de duur van dit uitstel.

 

C

Artikel 8 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 8 Budgetoverheveling

  • 1.

    De resterende eenmalige budgetten van niet uitgevoerde activiteiten en van verstrekte kredieten vallen, tenzij bij verstrekking reeds anders is besloten, in beginsel bij het opstellen van de Jaarstukken vrij nadat deze drie keer zijn overgeheveld naar het nieuwe begrotingsjaar.

  • 2.

    Het college doet vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat een voorstel om restantmiddelen zoals genoemd in het eerste lid over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar. Het college brengt in de laatste raadscyclus van het begrotingsjaar de raad daarvan in kennis.

  • 3.

    Het college kan, indien toch nodig, aanvullende budgetoverhevelingen na deze laatste raadscyclus van het kalenderjaar middels een raadsvoorstel aan de raad voorleggen en de raad voorstellen deze overhevelingen bij de jaarrekening te verwerken in de bestemming van het resultaat.

 

D

Artikel 11 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 11 Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma's, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Afwijkingen van baten en onderschrijdingen van lasten en investeringskredieten worden als acceptabel aangemerkt als ze zijn gemeld en toegelicht in het eerstvolgende cyclusdocument en laatstelijk in de jaarrekening. In overeenstemming met artikel 7 worden afwijkingen tot € 100.000 wel benoemd, maar niet afzonderlijk toegelicht.

  • 5.

    Overschrijdingen van lasten zijn altijd onrechtmatig maar worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;

    • b.

      er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling;

    • c.

      de overschrijding is tussentijds schriftelijk gemeld en toegelicht aan de gemeenteraad;

    • d.

      de overschrijding is ontstaan op een moment dat tussentijdse melding en toelichting aan de raad niet meer mogelijk was. Daaronder zijn begrepen financieel-technische posten die voortvloeien uit het opmaken van de jaarrekening.

  • 6.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden, maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

 

E

Artikel 25 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 25 Grondbeleid

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een nota grondbeleid aan. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie van het (toekomstig) grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      de instrumenten van het grondbeleid;

    • c.

      het financieel beheer rondom de grondexploitaties.

  • 2.

    De raad stelt de nota vast.

  • 3.

    Het college biedt de raad jaarlijks een grondprijzennota aan met onder andere een vastgestelde uitgifteprijs voor zowel maatschappelijke grond als intern door te leveren grond.

  • 4.

    De voorziening voor verliesgevende grondexploitaties wordt gewaardeerd tegen contante waarde.

 

Artikel II

Deze wijziging treedt de dag na bekendmaking in werking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 oktober 2024

De raad van de gemeente Kampen,

M.E. Veldhoen,

griffier

S. de Rouwe,

voorzitter

Naar boven