Verordening bedrijven investeringszone Bedrijvenpark Aalsvoort 2025-2029

De raad van de gemeente Lochem,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2024

 

gelet op de Wet op de Bedrijven investeringszones;

 

gezien de uitvoeringsovereenkomst gesloten met Stichting Bedrijvenparken Lochem;

 

B E S LU I T :

 

vast te stellen de: Verordening bedrijven investeringszone Bedrijvenpark Aalsvoort 2025-2029

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • Bedrijven investeringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven, zoals vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart, het rood gearceerde gebied op de kaart (Bijlage 1).

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem;

  • Overeenkomst: de overeenkomst gesloten tussen de gemeente en Stichting Bedrijvenparken Lochem.

  • Wet: wet op de bedrijven investeringszones;

  • BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de stichting Bedrijvenparken Lochem is opgesteld en waarin is aangegeven hoe de stichting voornemens is de BIZ-subsidie te besteden;

  • Draagvlakmeting: de wettelijke verplichte draagvlakmeting die plaats vindt nadat de raad de verordening heeft goedgekeurd. De meting wordt georganiseerd door de gemeente Lochem.

  • Statuten: de statuten van de Stichting Bedrijvenparken Lochem.

Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam 'BIZ-bijdrage' wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijven investeringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijven investeringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijven investeringszone.

Artikel 3. Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4. Belastingplicht

De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven van de gebruiker van het object. Over leegstaande panden betaalt volgens de wet waardering onroerende zaken de eigenaar.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van de gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden;

  • 3.

    De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4 genoemde periode;

  • 4.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6. Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

    • b.

      glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

    • c.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • d.

      één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

    • e.

      natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

    • f.

      openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • g.

      waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning ;

    • h.

      werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

    • i.

      werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken,

    • j.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen,

    • k.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • l.

      begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • m.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

    • n.

      belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard,

    • o.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

    • p.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn als trafo;

    • q.

      belastingobject voor zover die bestemd en in gebruik zijn ten behoeve van telecommunicatie.

Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage

De jaarlijkse BIZ-bijdrage wordt gesteld op 0,15% van de geldende WOZ-waarde van het vastgoedobject zoals deze is vastgesteld op 1 januari van dat jaar. Er geldt een maximumbijdrage van €1.500,- per jaar per object.

Artikel 8. Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Termijnen van betaling

De belasting moet worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de in artikel 8 bedoelde aanslag.

Artikel 10. Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ bijdrage.

Artikel 12. Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Lochem niet van toepassing.

Artikel 13. Aanwijzing stichting

Stichting Bedrijvenparken Lochem wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de Wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 14. Subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Bedrijvenparken Lochem voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het BIZ-plan, zie bijlage. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks daadwerkelijk ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 15. Subsidievaststelling

  • 1.

    De Stichting Bedrijvenparken Lochem verplicht om voor 1 april na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk dertien weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16. Melding van relevante wijzigingen

De Stichting Bedrijvenparken Lochem stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;

  • een wijziging van de statuten;

  • verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijven investeringszone Bedrijvenpark Aalsvoort 2025-2029.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 oktober 2024.

De griffier, de voorzitter,

Naar boven