Regeling tot wijziging Subsidieregeling Haags Ontmoeten 2025-2027 Den Haag 2024

Toelichting

In april 2024 heeft het college de Subsidieregeling Haags Ontmoeten 2025-2027 Den Haag 2024 vastgesteld. Deze regeling voorziet erin dat er voor drie jaar subsidie voor het exploiteren van een Haags Ontmoeten-locatie, het opzetten van een nieuwe Haags Ontmoeten-locatie en het coördineren van Haags Ontmoeten kan worden verstrekt.

Inmiddels zijn de aanvragen voor deze activiteiten ingediend en gebleken is dat niet bij alle activiteiten het subsidieplafond is bereikt. Om ervoor te zorgen dat het beschikbare budget alsnog aan Haags Ontmoeten wordt besteed, is deze wijzigingsregeling opgesteld.

In de eerste plaats past de wijzigingsregeling de subsidieplafonds voor het exploiteren van bestaande Haags Ontmoeten-locaties aan. In verschillende stadsdelen zijn de subsidieplafonds voor deze activiteit overschreden. Er zijn echter ook stadsdelen waar nog subsidie over is. Met deze regeling worden de subsidies uit de stadsdelen waar geld over is verdeeld over de stadsdelen waar het subsidieplafond overschreden is. Deze herverdeling zorgt ervoor dat het bestaande aanbod behouden blijft.

Verder voorziet de wijzigingsregeling in subsidie voor het uitbreiden van de openstelling van bestaande Haags Ontmoeten-locaties. Om subsidie voor deze nieuwe activiteit mogelijk te maken wordt een nieuw hoofdstuk aan de subsidieregeling toegevoegd. Op grond daarvan is voor deze activiteit een subsidiebedrag van € 30.745,- beschikbaar. Tot slot voorziet de wijzigingsregeling in een nieuwe aanvraagperiode voor subsidie voor het exploiteren van een nieuwe Haags Ontmoeten-locatie. Daarvoor is op grond van de wijzigingsregeling € 64.598,- beschikbaar.

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

besluit vast te stellen de navolgende Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling Haags Ontmoeten 2025-2027 Den Haag 2024:

I

De Subsidieregeling Haags Ontmoeten 2025-2027 Den Haag 2024 wordt gewijzigd als volgt:

• A In artikel 1:2 wordt ‘2:2, 3:2 en 4:2’ vervangen door: 2:2, 3:2, 4:2 en 5:2.

• B Artikel 2:5, eerste lid, komt te luiden:

  1. Voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk geldt een subsidieplafond van € 2.838.000,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 8.514.000,- voor het subsidietijdvak en met deelplafonds per stadsdeel van:

  a. Centrum: € 492.977,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 1.478.931,- voor het subsidietijdvak;

  b. Escamp: € 816.188,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 2.448.564,- voor het subsidietijdvak;

  c. Haagse Hout: € 267.141,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 801.423,- voor het subsidietijdvak;

  d. Laak: € 205.601,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 616.803,- voor het subsidietijdvak;

  e. Leidschenveen-Ypenburg: € 83.291,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 249.873,- voor het subsidietijdvak;

  f. Loosduinen: € 302.148,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 906.444,- voor het subsidietijdvak;

  g. Scheveningen: € 248.993,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 746.979,- voor het subsidietijdvak;

  h. Segbroek: € 390.916,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 1.172.748,- voor het subsidietijdvak.

• C Artikel 3:4, eerste lid, komt te luiden:

  1. Subsidies worden geïndexeerd op:

  a. 1 januari 2026 en 1 januari 2027 bij de subsidies voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027; of

  b. 1 januari 2027 bij de subsidies voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027.

• D Artikel 3:5, eerste lid, komt te luiden:

  1. Voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk geldt een subsidieplafond van:

  a. € 78.592,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 235.776,- voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027;

  b. € 64.598,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 129.196,- voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027.

• E Artikel 3:7 komt te luiden:

  Artikel 3:7 Subsidietijdvakken

  Een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt ingediend voor:

  a. het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027;

  b. het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027.

• F Artikel 3:9 komt te luiden:

  Artikel 3:9 Aanvraagtermijn

  In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk ingediend vanaf:

  a. 3 juni tot en met 30 juni 2024 voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027;

  b. 2 juni tot en met 29 juni 2025 voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027.

• G Artikel 3:10 komt te luiden:

  Artikel 3:10 Beslistermijn

  In afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV beslist het college uiterlijk op:

  a. 30 september 2024 voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027;

  b. 30 september 2025 voor het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027.

• H Artikel 4:5, eerste lid komt te luiden:

  1. Voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk geldt een subsidieplafond van € 381.810,- per kalenderjaar met een subsidieplafond van € 1.145.430,- voor het subsidietijdvak.

• I Hoofdstuk 5 komt te luiden:

  Hoofdstuk 5 Subsidie voor aanvullende openstelling van een bestaande Haags Ontmoeten-locatie

  Artikel 5:1 Doel van de subsidie

  Het doel van de subsidie op grond van dit hoofdstuk is het mogelijk maken van aanvullende openstelling van bestaande Haags Ontmoeten-locaties om flexibel in te kunnen spelen op toenemende vraag uit de stad.

  Artikel 5:2 Activiteiten

  Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt uitsluitend verstrekt voor de aanvullende openstelling van een bestaande Haags Ontmoeten-locatie.

  Artikel 5:3 Hoogte van de subsidie

  1. Een subsidie voor het aanvullend openstellen van een bestaande Haags Ontmoeten-locatie kan per aanvrager voor maximaal één locatie worden aangevraagd en bedraagt maximaal € 3.050,- per kalenderjaar voor elk uur dat de Haags Ontmoeten-locatie gedurende het hele jaar aanvullend open is gesteld.

  2. Het college kan de maximale hoogte van de subsidie bij afzonderlijk besluit verhogen.

  Artikel 5:4 Subsidieplafond

  1. Voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk geldt een subsidieplafond van € 30.745,00 voor het subsidietijdvak.

  2. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  3. Het college kan het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit verhogen.

  Artikel 5:5 Wijze van verdeling van subsidie

  1. Honorering van aanvragen voor subsidie op grond van dit hoofdstuk die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor dit hoofdstuk vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  3. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door het aantal senioren in de wijken in het stadsdeel te delen door het aantal bestaande Haags Ontmoeten-locaties in de wijken waarbij het hoogste aantal senioren voor gaat.

  4. Als aanvragen na toepassing van het derde lid gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast aan de hand van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag waarbij het laagste bedrag voor gaat.

  Artikel 5:6 Subsidietijdvak

  Een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt per kalenderjaar ingediend.

  Artikel 5:7 Aanvraag

  1. De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier en het bijbehorende begrotingsformat.

  2. Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager een onderzoek over waaruit blijkt dat senioren behoefte hebben aan de aanvullende openstelling waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  Artikel 5:8 Aanvraagtermijn

  In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk ingediend vanaf 1 januari tot en met 31 maart 2025.

  Artikel 5:9 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf 

  Het college stelt de subsidie op grond van dit hoofdstuk direct vast.

  Artikel 5:10 Beslistermijn

  In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV beslist het college uiterlijk binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

• J In artikel 6:2 worden ‘de artikelen 3:11 en 5:11’ vervangen door: de artikelen 3:11 en 4:11.

• K Artikel 8:1, eerste lid komt te luiden:

  1. De ontvanger van een subsidie op grond van:

  a. de hoofdstukken 2,3 en 4 voor zover het gaat om het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2025 en eindigt op 31 december 2027, dient voor de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 een tussentijdse verantwoording in;

  b. hoofdstuk 4 voor zover het gaat om het subsidietijdvak dat aanvangt op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2027 dient voor de kalenderjaren 2026 en 2027 een tussentijdse verantwoording in.

• L In artikel 10:1 wordt ‘3:1 en 4:1’ vervangen door: 3:1, 4:1 en 5:1.

II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 22 oktober 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen