Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2024, 449413 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2024, 449413 | beleidsregel |
Nota Parkeernormen Lingewaard 2024
1.1 De Nota Parkeernormen Lingewaard 2024
Iedere ruimtelijke ontwikkeling brengt een autoparkeerbehoefte met zich mee. De Nota Parkeernormen Lingewaard 2024 (hierna Nota Parkeernormen) bevat parkeernormen waarmee de parkeerbehoefte van ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Lingewaard bepaald kan worden. In de Nota Parkeernormen staat ook aangegeven hoe de parkeerbehoefte ingevuld kan worden en welke toepassingsregels daarbij gelden. De Nota Parkeernormen vervangt de Nota Parkeernormen Lingewaard 2020 (hierna oude parkeernormennota).
Hoewel de oude parkeernormennota pas 4 jaar oud is zijn er meerdere redenen om deze nu te actualiseren:
Doelstelling Nota Parkeernormen
Met de Nota Parkeernormen Lingewaard 2024 heeft de gemeente een transparant, eenduidig en uniform toetsingskader voor het bepalen van de parkeerbehoefte en -invulling van ruimtelijke ontwikkelingen, om daarmee de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid in de gemeente Lingewaard te waarborgen.
1.2 Wijzigingen Nota Parkeernormen
De Nota Parkeernomen vervangt de oude parkeernormennota. Op hoofdlijnen zijn in de Nota Parkeernormen de volgende wijzigingen aangebracht:
Op de volgende pagina zijn de wijzigingen in de Nota Parkeernormen kort toegelicht.
Aantal woningtypes is uitgebreid
In de oude parkeernormennota stonden maar 7 verschillende woningtypes. Deze woningtypes sloten onvoldoende aan op de doelgroepen en woningtypes uit de Woondeal 2.0. In de Nota Parkeernormen zijn in totaal 21 verschillende woningtypes opgenomen. Hierbij is in eerste instantie aansluiting gezocht bij het aantal woningtypes uit CROW publicatie 744 Parkeerkencijfers 2024, aangevuld met de woontypes:
Lagere parkeernormen voor functie wonen
Over het algemeen zijn de parkeernormen voor woningen lager geworden:
De parkeerbehoefte van een woning bestaat uit een bewoners- en bezoekersaandeel. Het bezoekersaandeel bedroeg in de oude parkeernormennota standaard 0,3 parkeerplaats per woning. In CROW publicatie 744 is het aantal bezoekersparkeerplaatsen gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en gebieden (centrum, rest bebouwde kom en buitengebied). Op basis hiervan is het bezoekersaandeel bij woningen aangepast (zie verder paragraaf 3.4).
In de Nota Parkeernormen zijn onderstaande functies toegevoegd:
De parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling wordt tussentijds berekend en afgerond op 1 decimaal. Bij het bepalen van de uiteindelijke parkeeropgave wordt uitgegaan van gehele getallen. In de oude parkeernormennota werd hierbij altijd naar boven afgerond. In de Nota Parkeernormen wordt een decimaal lager dan 0,5 afgerond naar beneden en een decimaal hoger of gelijk aan 0,5 afgerond naar boven.
Actualisatie aanwezigheidspercentages
Voor dubbelgebruik van parkeervoorzieningen staan in de Nota Parkeernormen aanwezigheids-percentages. Hierbij zijn de geactualiseerde aanwezigheidspercentages uit CROW publicatie 744 aangehouden. Ten opzichte van de oude parkeernormennota zijn de vrijdagmiddag en -avond als maatgevend moment toegevoegd en zijn de aanwezigheidspercentages geactualiseerd. Dit laatste heeft vooral bij de functie wonen tot wijzigingen geleid.
Vereenvoudiging proces invullen parkeeropgave
De oude parkeernormennota bood de mogelijkheid om (een deel van) de parkeeropgave buiten eigen terrein op te lossen en/of gebruik te maken van een ontheffing op basis van het Parkeerfonds 2020. Voor iedere ontheffing was dan vervolgens een afzonderlijk collegebesluit nodig. In de Nota Parkeernormen zijn deze mogelijkheden voor het invullen van de parkeeropgave uit de ontheffingensfeer gehaald. Deze aanpassing van het proces levert vooral een efficiencyslag in het beoordelen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning door de ODRA omdat niet meer telkens afzonderlijke collegebesluiten nodig zijn. Uitzondering hierop vormt het afkopen van de parkeeropgave hiervoor blijft een collegebesluit nodig.
Deelmobiliteit als middel voor invullen parkeeropgave
De oude parkeernormennota bood geen mogelijkheid voor deelmobiliteit als middel voor het invullen van (een deel van) de parkeerbehoefte van ruimtelijke ontwikkelingen. In de praktijk is deelmobiliteit kansrijk om de mobiliteitsbehoefte van jongvolwassenen in te vullen. Verder kan deelmobiliteit een alternatief zijn voor de tweede (of derde) auto bij gezinnen. Aan de inzet van deelmobiliteit worden voorwaarden gesteld om er voor te zorgen dat koppeling met de juiste doelgroep plaatsvindt en de deelmobiliteitsoplossing over een periode van minimaal 10 jaar geborgd is (zie verder paragraaf 4.3.4).
Vrijstelling kleinschalige ontwikkelingen niet meer opgenomen
In de oude parkeernormennota stond een vrijstelling van de verplichting om voldoende parkeerplaatsen te realiseren bij kleinschalige ontwikkelingen met een parkeerbehoefte van maximaal 3 parkeerplaatsen. De vrijstelling was niet van toepassing op woningfuncties. In de praktijk werd geen gebruik gemaakt van de vrijstellingsmogelijkheid. Dit is de reden om deze niet meer op te nemen in de Nota Parkeernormen.
1.3 Relatie met Mobiliteitsvisie Lingewaard
In 2022 heeft de gemeenteraad de Mobiliteitsvisie Lingewaard vastgesteld. De mobiliteitsvisie is kaderstellend en geeft de accenten op de inzet op lokale en regionale projecten en programma’s weer. De Nota Parkeernormen kan gezien worden als een uitwerking van de mobiliteitvisie. In de Mobiliteitsvisie Lingewaard staat dat de gemeente streeft naar lagere parkeernormen en wil inzetten op deelmobiliteit in alle kernen om het 2e auto bezit onder huishoudens te verminderen. De doelstellingen uit de Mobiliteitsvisie zijn door vertaald naar de Nota Parkeernormen. Concreet heeft dit geleid tot:
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het juridisch kader dat van toepassing is op de Nota Parkeernormen. De uitgangspunten voor de parkeernormen worden in hoofdstuk 3 toegelicht. In hoofdstuk 4 is het toepassingskader van de parkeernormen beschreven. In bijlage 2 zijn parkeernormen voor de gemeente Lingewaard opgenomen.
2.1 Omgevingswet en Omgevingsvergunning
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Centraal binnen de Omgevingswet staat het bundelen en vereenvoudigen van regels voor de fysieke leefomgeving. Onder de Omgevingswet zijn er twee mogelijkheden om de parkeernormen juridisch te borgen. Via een dynamische verwijzing naar de beleidsregels in de planregels van het omgevingsplan, of door de parkeernormen direct op te nemen in de planregels van het omgevingsplan. Het niet/onvoldoende oplossen van de parkeerbehoefte bij een ruimtelijke ontwikkeling kan een weigeringsgrond vormen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning.
De Nota Parkeernormen is van toepassing op ontwikkelingen waarvoor een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en/of wijziging van het omgevingsplan of op basis van het vigerende bestemmingsplan (waarin een dynamische verwijzing naar de Nota Parkeernormen stond) nodig is.
2.2 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze nota wordt aangehaald als Nota Parkeernormen Lingewaard 2024.
De Nota Parkeernormen Lingewaard 2024 wordt op http://www.overheid.nl bekend gemaakt. Daags na de bekendmaking treedt de Nota Parkeernormen Lingewaard 2024 in werking en komt de Nota Parkeernormen Lingewaard 2020 te vervallen.
De Nota Parkeernormen is niet van toepassing op alle aanvragen voor een omgevingsvergunning of lopende bestemmingsplanprocedures waarover voor de inwerkingtreding van de Nota Parkeernormen 2024 parkeerafspraken zijn gemaakt die schriftelijk zijn vastgelegd.
De oude parkeernormennota was gebaseerd op CROW publicatie 381: Toekomstbestendig Parkeren. Op 19 juni 2024 is CROW publicatie 744: Parkeerkencijfers 2024 verschenen. Deze nieuwe publicatie vervangt de oude publicatie 381. De herziene parkeerkencijfers van het CROW zijn in dit hoofdstuk vertaald naar parkeernormen voor de gemeente Lingewaard. Hierbij is rekening gehouden met de stedelijkheidsgraad en de geografische ligging van gebieden.
De stedelijkheidsgraad van een gebied is van invloed op het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerswijzen en daarmee ook van invloed op de hoogte van de parkeernorm. Als een gebied een lagere stedelijkheidsgraad heeft, neemt het aanbod en de kwaliteit van alternatieven voor de auto (fietsen, lopen, openbaar vervoer) af, en neemt het gebruik van de auto en de behoefte aan parkeerplaatsen toe. De stedelijkheid van gebieden wordt uitgedrukt in de Omgevingadressendichtheid (OAD).
De gemiddelde OAD van de gemeente Lingewaard (2023) bedraagt 974 adressen per vierkante kilometer (bron: CBS) en wordt daarmee gecategoriseerd als weinig stedelijk gebied (500-1000 adressen per km2). Tussen de verschillende kernen in de gemeente zijn echter grote verschillen zichtbaar:
Tussen de kern Huissen en de overige kernen is een groot verschil in stedelijkheidsgraad zichtbaar. Voor de kern Huissen zijn daarom in de Nota Parkeernormen aparte parkeernormen opgenomen. De parkeernormen voor Huissen zijn gebaseerd op de CROW parkeerkencijfers voor matig stedelijk gebied. Voor de rest van de gemeente zijn de CROW parkeerkencijfers voor weinig stedelijk gebied als uitgangspunt gehanteerd.
Tabel 1: Omgevingadressendichtheid en stedelijkheidgraad 2023 per kern / gemeente Lingewaard
De hoogte van een parkeernorm is ook afhankelijk van de geografische ligging van een gebied. Als een gebied verder van een centrum af ligt neemt het aanbod en de kwaliteit van alternatieven voor de auto (fietsen, lopen, openbaar vervoer) en de mogelijkheden van dubbelgebruik van de parkeervoorzieningen af en neemt de behoefte aan parkeerplaatsen toe.
In de Nota Parkeernormen is onderscheid gemaakt naar 5 verschillende geografische gebieden:
In de Nota Parkeernormen zijn geen centrum schilgebieden opgenomen. Een centrum schilgebied is een gebied waar sprake is van een hogere kwaliteit en aanbod van alternatieve vervoersmiddelen, en dan met name openbaar vervoer, in vergelijking tot de rest van de bebouwde kom. In de gemeente Lingewaard is hiervan geen sprake.
Centrumgebieden Huissen (1) en Bemmel (3)
In vergelijking met andere gebieden binnen de bebouwde kom is in centrumgebieden over het algemeen sprake van een lagere parkeerbehoefte. De oorzaken hiervan zijn: parkeerregulering en de nabijheid van voorzieningen zoals bijvoorbeeld winkels.
In de Nota Parkeernormen zijn alleen voor de kernen Bemmel en Huissen centrumgebieden opgenomen. De grenzen van de centrumgebieden in Bemmel en Huissen volgen in hoofdlijnen de begrenzing van de blauwe zones. In de overige kernen is geen sprake van voldoende omvang van concentratie van verschillende centrumfuncties en is ook geen parkeerregulering aanwezig.
In bijlage 1 zijn overzichtskaarten van de centrumgebieden van Bemmel en Huissen opgenomen.
Rest bebouwde kom Huissen (2) en overig Lingewaard (4)
De rest bebouwde kom gebieden bevinden zich binnen de bebouwde kom maar behoren niet tot het centrumgebied.
In het buitengebied zijn de parkeernormen over het algemeen hoger omdat het aanbod en kwaliteit van alternatieve vervoersmiddelen lager is en de afstand tot de centrumgebieden (waar de voorzieningen zich concentreren) groter is.
De CROW parkeerkencijfers hebben bandbreedtes om parkeernormen afgestemd op de lokale situatie vast te kunnen stellen. Bij het bepalen van de hoogte van de parkeernormen is net als bij de oude parkeernormennota uitgegaan van het gemiddelde van de CROW kencijfers.
Aandeel parkeerplaatsen voor bezoekers van bewoners
Bij de functie wonen is de parkeernorm opgebouwd uit een bewoners- en bezoekersgedeelte. Voorheen ging het CROW standaard uit van 0,3 bezoekersparkeerplaats per woning. In CROW publicatie 744 is het aandeel bezoekersparkeerplaatsen aangepast. Er wordt niet meer uitgegaan van één vast aantal bezoekersparkeerplaatsen per woning, maar het aantal bezoekersparkeerplaatsen is voortaan afhankelijk van de stedelijkheidsgraad en geografische ligging (centrum, rest bebouwde kom en buitengebied) van een gebied.
In onderstaande tabel is het aantal bezoekersparkeerplaatsen per woning per geografisch gebied weergegeven.
3.5 Kwaliteitseisen parkeerplaatsen
De parkeernorm bepaalt het aantal parkeerplaatsen in kwantitatieve zin. Omdat parkeerplaatsen in de praktijk bruikbaar moeten zijn worden hieraan kwaliteitseisen gesteld:
3.6 Wat als een parkeernorm niet voorkomt in de Nota Parkeernormen?
Hoewel deze Nota Parkeernormen met de nodige zorgvuldigheid tot stand is gekomen kan het voorkomen dat voor een specifieke functie geen parkeernormen zijn opgenomen. Er kunnen zich twee situaties voordoen:
De parkeernormen uit de Nota Parkeernormen zijn gebaseerd op de CROW kengetallen uit publicatie 744. Het CROW geeft bij sommige functies geen parkeerkencijfers voor een bepaalde locatie, omdat die functie in de praktijk niet of nauwelijks op een dergelijke locatie gerealiseerd wordt. Er staat dan ‘nvt’ bij de parkeernorm (bijvoorbeeld een café/bar/cafetaria buiten de bebouwde kom). Dit betekent niet dat dan geen parkeernorm toegepast hoeft te worden als een dergelijke functie toch op die locatie gerealiseerd gaat worden. Er moet dan in overleg met de gemeente Lingewaard bepaald worden welke parkeernorm gehanteerd moet worden.
Wanneer voor een specifieke functie geen parkeernorm in de Nota Parkeernormen staat, moeten onderstaande stappen gevolgd worden:
Bij het toepassen van de parkeernormen worden verschillende berekeningen uitgevoerd. De resultaten van deze berekeningen worden tussentijds afgerond op 1 decimaal. Bij het vaststellen van de uiteindelijke parkeeropgave moet worden afgerond op hele getallen. Dit betekent dat een parkeeropgave kleiner dan 0,5 naar beneden wordt afgerond en een parkeeropgave groter of gelijk aan 0,5 naar boven wordt afgerond.
In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen toegepast moeten worden. Om de Nota Parkeernormen eenduidig, transparant en uniform toe te passen is een stappenplan opgesteld. Met dit stappenplan kan eenvoudig de parkeeropgave van ruimtelijke ontwikkelingen bepaald worden en aangegeven worden hoe de parkeeropgave wordt ingevuld.
De Nota Parkeernormen wordt drie eenvoudige stappen toegepast:
Afbeelding 1: Stappenplan toepassing Nota Parkeernormen Lingewaard 2024
4.2. Stap 1: Bepalen parkeeropgave
Bij het bepalen van de parkeeropgave van een ruimtelijke ontwikkeling hoeft in de meeste situaties alleen naar de toekomstige situatie gekeken te worden. Wanneer echter in de bestaande situatie op de planlocatie al een of meerdere functies aanwezig zijn, mag bij het bepalen van de parkeeropgave de bestaande parkeerbehoefte in mindering gebracht worden op de toekomstige parkeerbehoefte (salderen).
Wel of niet oude/bestaande parkeerbehoefte bepalen?
Afhankelijk van de situatie hoeft alleen de toekomstige parkeerbehoefte óf moet zowel de oude/bestaande én toekomstige parkeerbehoefte bepaald worden. In onderstaande situaties hoeft alleen de parkeerbehoefte van de toekomstige situatie bepaald te worden:
In alle andere situaties moet de parkeerbehoefte van zowel de oude/bestaande- én toekomstige situatie bepaald worden.
Afbeelding 2: Stap 1: Bepalen parkeeropgave
Hoe wordt de parkeeropgave berekend?
De parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling wordt bepaald door de toekomstige parkeerbehoefte te berekenen en indien van toepassing de oude/bestaande parkeerbehoefte daarop in mindering te brengen, rekening houdend met de maatgevende momenten van de oude/bestaande- en toekomstige functie(s) en de mogelijkheden voor dubbelgebruik van parkeervoorzieningen.
De oude/bestaande- en toekomstige parkeerbehoefte kan berekend worden door de formule: Omvang functie(s) x parkeernorm(en) x aanwezigheidspercentages. De te hanteren parkeernormen en aanwezigheidspercentages zijn opgenomen in bijlagen 2 en 3.
Door aanwezigheidspercentages toe te passen kan eenvoudig beoordeeld worden of:
Dubbelgebruik van parkeervoorzieningen is alleen mogelijk wanneer sprake is van (minimaal) twee verschillende functies. Uitzondering hierop is de functie wonen. Bij de functie wonen kan dubbelgebruik van de parkeervoorzieningen plaatsvinden voor zover de parkeerplaatsen openbaar toegankelijk zijn.
Algemeen uitgangspunt invulling parkeeropgave op eigen terrein
Bij de invulling van de parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling is het algemeen uitgangspunt is dat deze volledig op eigen terrein (binnen of buiten de ontwikkellocatie) en/of binnen het plangebied wordt ingevuld. Wanneer een (ruimtelijke) ontwikkeling niet op eigen terrein en/of binnen het plangebied voldoende kan voorzien in de eigen parkeeropgave zal daarom eerst bekeken moeten worden of aanpassing van het bouwvolume en/of een andere planinvulling mogelijk is. Wanneer het redelijkerwijs niet mogelijk is om het bouwvolume aan te passen en/of een andere planinvulling te geven moet in overleg met de gemeente beoordeeld worden of de parkeeropgave op een andere alternatieve manier kan worden ingevuld.
Afbeelding 3: Stap 2: Invulling parkeeropgave
Alternatieve mogelijkheden invullen parkeeropgave
Alternatieve mogelijkheden om de parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling in te vullen zijn:
Afhankelijk van de situatie zal altijd in overleg met de gemeente Lingewaard beoordeeld worden of en zo ja welke alternatieve mogelijkheden voor het invullen van de parkeeropgave kansrijk zijn. Hiervoor is maatwerk noodzakelijk. In de situatie van bijvoorbeeld seniorenwoningen is het niet realistisch om naar de inzet van deelmobiliteit te kijken en in een gebied met een reeds bestaande hoge parkeerdruk is het niet zinvol om te kijken naar de mogelijkheden voor gebruik van openbare parkeerplaatsen. Het is geen vanzelfsprekendheid dat in alle voorkomende situaties de inzet van alternatieve mogelijkheden voor het invullen van de parkeeropgave een uitkomst biedt. In die situaties zal daarom opnieuw naar aanpassing van het bouwvolume en/of een andere planinvulling gekeken moeten worden.
4.3.1 Eigen terrein (ontwikkellocatie)
Onder parkeerplaatsen op eigen terrein op de ontwikkellocatie worden verstaan:
Parkeervoorzieningen op eigen terrein bij woningen worden in de praktijk niet altijd dusdanig gebruikt. Er worden bijvoorbeeld fietsen geplaatst of de oprit wordt gebruikt als speelruimte. Bij het bepalen van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein worden daarom berekeningsaantallen toegepast. In de onderstaande tabel zijn de berekeningsaantallen voor parkeerplaatsen op eigen terrein bij woningen uit CROW publicatie 744 opgenomen. De berekeningsaantallen zijn niet van toepassing op parkeerplaatsen bij woningen buiten de bebouwde kom. In het buitengebied is maatwerk nodig. Daar is vaak sprake van zeer lange opritten en voldoende ruimte op eigen terrein. In het buitengebied moet de parkeerbehoefte altijd volledig op eigen terrein worden ingevuld. Het is ongewenst dat in het buitengebied langs wegen openbare parkeerplaatsen worden aangelegd.
Tabel 3: Berekeningsaantallen parkeerplaatsen op eigen terrein bij woningen
Bezoekersparkeerplaatsen woningen
Bij woningen moeten de bezoekersparkeerplaatsen openbaar toegankelijk zijn. De bezoekersparkeerplaatsen mogen zich dus niet in een afgesloten parkeergarage, achter een hekwerk of slagboom bevinden.
Parkeerplaatsen bij woningen mogen niet meegerekend worden bij de toets van dubbelgebruik (paragraaf 4.2) omdat deze parkeerplaatsen in de praktijk niet dubbel gebruikt kunnen worden.
Openbare parkeerplaatsen binnen het plangebied
Openbare parkeerplaatsen die binnen een plangebied worden aangelegd mogen meegerekend worden voor zover deze voldoen aan de kwaliteitseisen voor parkeervoorzieningen die in paragraaf 3.5 staan.
Niet openbare parkeerplaatsen (bijvoorbeeld een parkeergarage of afgesloten parkeerterrein) die binnen het plangebied worden aangelegd mogen meegerekend worden voor zover deze voldoen aan de kwaliteitseisen voor parkeervoorzieningen die in paragraaf 3.5 staan.
Niet openbare parkeerplaatsen mogen niet meegerekend worden bij de toets van dubbelgebruik (paragraaf 4.2) omdat deze parkeerplaatsen in de praktijk niet dubbel gebruikt kunnen worden.
4.3.2 Eigen terrein (buiten ontwikkellocatie)
Wanneer alternatieve parkeercapaciteit buiten de ontwikkellocatie benut wordt moet de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling aantonen dat:
De alternatieve parkeerlocatie moet zich op acceptabele loopafstanden van de planlocatie bevinden. In onderstaande tabel zijn de maximaal acceptabele loopafstanden per functie vermeld.
4.3.3 Benutten openbare parkeercapaciteit
Voor de invulling van (een deel van) de parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling mogen maximaal 10 bestaande parkeerplaatsen in de openbare ruimte benut worden. Wanneer openbare parkeerplaatsen benut worden om de parkeeropgave in te vullen, moet de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling aantonen dat in de openbare ruimte voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Na toevoeging van (een gedeelte van) de parkeeropgave mag de parkeerdruk in de openbare ruimte niet hoger worden dan 85%. Om aan te tonen dat in de openbare ruimte voldoende restcapaciteit beschikbaar is moet een parkeeronderzoek aangeleverd worden. Dit parkeeronderzoek moet door een onafhankelijk verkeerskundig adviesbureau uitgevoerd worden. De kosten voor het uitvoeren van een parkeeronderzoek zijn voor rekening van de initiatiefnemer(s) van de ontwikkeling. In bijlage 4 staan de uitgangspunten voor een parkeeronderzoek.
Openbare ruimte is schaars en de gemeente moet kosten maken voor het beheer en onderhoud van openbare parkeervoorzieningen. Voor het gebruik van openbare parkeercapaciteit moet daarom op grond van het Parkeerfonds 2020 of diens opvolger een eenmalige financiële vergoeding per parkeerplaats betaald worden. In de omgevingsvergunning wordt vermeld hoeveel openbare parkeerplaatsen benut worden en welke financiële vergoeding hiervoor betaald moet worden.
Nieuw in de Nota Parkeernormen is de mogelijkheid om (een deel van) de parkeeropgave van bewoners met deelauto’s in te vullen. Deelauto’s zijn een duurzame mobiliteitsoplossing:
Verder hebben deelauto’s ook nog andere voordelen zoals: vergroting van de sociale cohesie onder bewoners/gebruikers, minder vervoersarmoede en meer keuzevrijheid.
Kansrijke doelgroepen deelmobiliteit Lingewaard
Deelmobiliteit is een nieuw mobiliteitsconcept. Vooralsnog wordt deelmobiliteit in de kleine kernen als niet kansrijk gezien. Voor de kernen Bemmel en Huissen wordt deelmobiliteit kansrijk gezien voor de doelgroepen:
De potentie voor deelmobiliteit lijkt het grootst onder de eerste doelgroep. Onder jongvolwassenen/starters is een lager autobezit zichtbaar. Dit komt enerzijds omdat deze doelgroep niet altijd een privé auto kan betalen, maar anderzijds ook omdat deze doelgroep zijn mobiliteitsbehoefte vaker invult met een keten van mobiliteitsmiddelen. Deelmobiliteit is/kan hiervan onderdeel zijn. Daarnaast is deze doelgroep zich over het algemeen bewuster van de milieugevolgen van automobiliteit.
Inzet deelmobiliteit als parkeeroplossing
Om een deelauto succesvol van de grond te krijgen is een vaste groep van deelnemers (minimaal 15 tot 20 deelnemers) nodig. De deelnemerspotentie onder de doelgroep jongvolwassenen/starters is groter dan de deelnemerspotentie van de doelgroep die door de deelauto een tweede (of derde) auto niet aanschaft of verkoopt.
In de volgende situaties kan deelmobiliteit bij (ruimtelijke) ontwikkelingen ingezet worden:
1 deelauto vervangt 5 privé auto’s. 1 deelauto vervangt dus 4 reguliere parkeerplaatsen, omdat deze zelf ook een parkeerplaats nodig heeft.
Het is belangrijk dat een deelmobiliteitsoplossing over een periode van minimaal 10 jaar geborgd is. Hiermee wordt voorkomen dat de deelauto na verloop van tijd verdwijnt en mogelijk extra parkeerbehoefte in de openbare ruimte optreedt. In de omgevingsvergunning wordt een voorschrift opgenomen dat de deelauto gedurende (minimaal) 10 jaar in stand gehouden moet worden. De ontwikkelaar/aanvrager moet bij het aanvragen van een omgevingsvergunning een contract met een aanbieder van deelauto’s aanleveren.
Hoewel deelmobiliteit kansrijk is voor bepaalde doelgroepen, moet het wel op succesvolle manier worden geïmplementeerd. Het moet gemakkelijk en snel te gebruiken zijn, voorzien zijn van een goede informatievoorziening, communicatie en marketing en een passende en aantrekkelijke (probeer)prijs hebben. Bovendien moeten toekomstige bewoners bij het tonen van interesse in een woningbouwplan vooraf geïnformeerd worden over de mogelijkheden voor deelmobiliteit.
Omdat deelmobiliteit nog vrij nieuw is en de gemeente Lingewaard hier relatief weinig ervaring mee heeft, moet bij de inzet van deelmobiliteit ook rekening gehouden worden dat het concept mogelijk niet aanslaat en de deelauto’s na verloop van tijd verdwijnen. Als gevolg hiervan zal de parkeerbehoefte in de openbare ruime mogelijk toenemen, een deelauto vervangt immers 5 privé auto’s. Om te voorkomen dat na het verdwijnen van deelauto’s parkeerproblemen gaan ontstaan moet bij (ruimtelijke) ontwikkelingen waar deelmobiliteit wordt ingezet, altijd een ruimtereservering opgenomen worden waar alsnog 4 extra parkeerplaatsen per deelauto kunnen worden aangelegd. De ruimtereservering kan bijvoorbeeld als groenstrook, waterpartij etc. ingericht worden.
Het afkopen van (een deel van) de parkeeropgave is de laatste mogelijkheid om de parkeeropgave van een (ruimtelijke) ontwikkeling in te vullen. Door het afkopen van de parkeerbehoefte wordt de verplichting voor de aanleg van (een deel van) de parkeeropgave verlegd naar de gemeente. Belangrijke voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen is dat de gemeente binnen acceptabele loopafstand van de planlocatie een locatie heeft waar binnen 5 jaar een parkeervoorziening kan worden aangelegd. Voor het afkopen van (een deel van) de parkeeropgave is een collegebesluit nodig. Pas nadat het college een besluit heeft genomen kan de omgevingsvergunning verleend kan worden.
Voor het afkopen van (een deel van) de parkeeropgave moet op grond van het Parkeerfonds 2020 of diens opvolger een eenmalige financiële vergoeding per parkeerplaats betaald worden. In de omgevingsvergunning wordt vermeld hoeveel parkeerplaatsen afgekocht worden en welke financiële vergoeding hiervoor betaald moet worden.
Tijdens de laatste stap wordt een parkeerbalans van de ontwikkeling opgemaakt. Met een parkeerbalans kan beoordeeld worden of een (ruimtelijke) ontwikkeling voorziet in voldoende parkeergelegenheid. Bij het opstellen van de parkeerbalans wordt de parkeerinvulling (paragraaf 4.3: Stap 2 Parkeerinvulling) in mindering gebracht op de parkeeropgave (paragraaf 4.2: Stap 1 Parkeeropgave).
De gemeenteraad van Lingewaard heeft op 10 oktober 2024 de Nota Parkeernormen Lingewaard 2024 vastgesteld
Bijlage 2: Parkeernormen Lingewaard
In deze bijlage zijn voor onderstaande functiegroepen parkeernormen opgenomen:
(1) Een tiny house is een kleine, zelfstandige koop/huur eenpersoonswoning, veelal voor jongeren, zowel studenten als niet-studenten en heeft een oppervlakte van maximaal 50 m2 bvo.
(2) Een seniorencomplex bestaat uit meerdere aangepaste appartementen voor de doelgroep senioren zonder afzonderlijke zorgvoorzieningen.
(3) Voor een mantelzorgwoning geldt geen parkeernorm. Voor een pre mantelzorgwoning geldt de parkeernorm van het betreffende woningtype
(4) Voor een asielzoekerscentrum (AZC) zijn indicatieve parkeernormen vermeld. Afhankelijk van de situatie moet maatwerk verleend worden. De parkeerbehoefte van een AZC bestaat in theorie uit de parkeerbehoefte van bewoners en werknemers/vrijwilligers. Bewoners van een AZC hebben over het algemeen geen auto. De parkeerbehoefte van werknemers/vrijwilligers wordt daarom alleen berekend op basis van de oppervlakte van de gebouwen niet zijnde woongebouwen. Voor deze oppervlakte geldt de parkeernorm voor een kantoor zonder baliefunctie.
(5) Voor langdurige opvang van vluchtelingen zijn indicatieve parkeernormen vermeld. Afhankelijk van de situatie moet maatwerk verleend worden. Zo zullen vluchtelingen uit Oost Europa eerder over een auto beschikken dan vluchtelingen van buiten Europa.
(1 Voor een showroom staan in CROW publicaties 381 en 744 geen parkeernormen. De vermelde parkeernormen zijn afkomstig uit CROW publicatie 181 Parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering uit 2004. Omdat deze publicatie inmiddels ruim 20 jaar en het autobezit sindsdien is toegenomen zijn de parkeernormen uit 2004 met 20% opgehoogd.
(2) Een distributiecentrum bevindt zich op (de grotere) bedrijventerreinen aan de rand van de bebouwde kom of het buitengebied. De werkprocessen in distributiecentra zijn grotendeels geautomatiseerd/gerobotiseerd. De parkeernormen voor een distributiecentrum hebben alleen betrekking op de parkeerbehoefte van de magazijn medewerkers. De parkeerbehoefte van de kantoormedewerkers van een distributiecentrum moet afzonderlijk bepaald worden. Bij het bepalen van de parkeerbehoefte van de magazijnmedewerkers moet rekening gehouden worden tussen overlap van ploegen.
(3) De parkeernormen voor de functie glastuinbouw/kwekerij zijn bepaald o.b.v. omvang van de kassen, het aantal parkeerplaatsen en het gebruik daarvan van de aanwezige tuinders op bedrijventerrein Bergerden.
Parkeernormen boodschappen en winkelen
(1) Een buurtsupermarkt is een kleinere supermarkt (< 600 m2 winkelvloeroppervlak(wvo)) die meestal een duidelijk afgebakend verzorgingsgebied heeft.
(2) Een fullservice supermarkt heeft speciale afdelingen voor groente, vlees, kaas en brood. De verkoopvloeroppervlakte is meestal tussen de 1.000 en 2.000 m2 wvo
(3) Een XL supermarkt kenmerkt zich door een (zeer) uitgebreid assortiment op een verkoopvloeroppervlak > 2.500 m2 wvo. Het serviceniveau is hoog. In dit soort supermarkten worden vaak producten (brood, vlees) ter plekke bereid.
(4) Een groothandel in levensmiddelen, bouwmaterialen of kantoorartikelen is een grootschalige detailhandelsvestiging voor een specifieke productgroep op een industrieterrein aan de rand van een stad, waar men uitsluitend als pashouder inkopen kan doen.
(5) Een groothandel algemeen is een grootschalige detailhandelsvestiging op een industrieterrein aan de rand van een stad, waar men uitsluitend als pashouder inkopen kan doen.
(6) Voor een solitaire winkel staan in CROW publicaties 381 en 744 geen parkeernormen. De vermelde parkeernormen zijn samengesteld op basis van de gemiddelde CROW parkeerkencijfers voor een hoofdwinkelgebied van 20.000 – 30.000 inwoners en een buurt- en dorps(winkel)centrum.
(7) Dit zijn grootschalige detailhandelszaken die een breed assortiment hebben voor het inrichten van woningen in de breedste zin van het woord. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om meubels, verf, behang, accessoires en verlichting. De parkeernorm geldt ook voor meer gespecialiseerde grootschalige woonwinkels die zich toeleggen op keukens, zonwering, verlichting, bedden, etc.
Parkeernormen sport, cultuur en ontspanning 1/2
(1) Bij bioscopen moet voor parkeren rekening gehouden worden met een eventuele overlap tussen twee voorstellingen (hiervoor moet de parkeerbehoefte op het moment van overlap met 40% opgehoogd worden)
(2) Bij een filmhuis moet voor parkeren rekening gehouden worden met een eventuele overlap tussen twee voorstellingen (hiervoor moet de parkeerbehoefte op het moment van overlap met 20% opgehoogd worden)
(3) 100 zitplaatsen is 300 m2 bvo
(4) Een fitnessstudio/sportschool is een kleinschaligere voorziening (indicatie: circa 750 m2 bvo) waar bezoekers voor het overgrote deel alleen gebruik maakt van fitnessapparaten.
(5) Bij een fitnesscentrum gaat het om zogenoemde grotere multifunctionele centra (> 1.500 m2 bvo), die een breed pakket aan activiteiten aanbieden. Dit betreft zowel individueel trainen als groepslessen, diverse vormen van fitness zoals cardiofitness, krachttraining, spinning en aerobics, eventueel in beperkte mate aangevuld met wellnessvoorzieningen zoals een sauna of een zonnebank. De nadruk ligt in een fitnesscentrum wel op de sportfunctie.
(6) Van deze functie kunnen alleen globale parkeernormen gegeven worden. Door een beperkte aanwezigheid van data en veel variatie kan de daadwerkelijke vraag sterk variëren en is maatwerk nodig
Parkeernormen sport, cultuur en ontspanning 2/2
(1) Voor een padel-, squash en tennisbaan staan in CROW publicaties 381 en 744 geen parkeernormen. De vermelde parkeernormen zijn afkomstig uit CROW publicatie 181 Parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering uit 2004. Omdat in 2004 nog geen padelbanen voorkwamen is hiervoor de parkeernorm van een squashbaan aangehouden
(2) Bij een combinatie van overdekt en openlucht zwembad wordt het aantal parkeerplaatsen bepaald op basis van de verhouding tussen het aantal m2 overdekt en openlucht bassin.
(3) Van deze functie kunnen alleen globale parkeernormen gegeven worden. Door een beperkte aanwezigheid van data en veel variatie kan de daadwerkelijke vraag sterk variëren en is maatwerk nodig.
Parkeernormen horeca en verblijfsrecreatie
(1) Exclusief 10% voor bezoekers
(2) Bij horeca met een terras moet onderscheid gemaakt worden naar winter- en zomerterrassen. Bij een winterterras moet de oppervlakte van het terras meegerekend worden bij het bepalen van de totale oppervlakte van de horecafunctie. Bij zomerterrassen hoeft de oppervlakte bij het bepalen van de totale oppervlakte van de horecafunctie niet meegerekend te worden.
(3) De parkeerbehoefte bij horecafunctie is in sterke mate afhankelijk van het aantal zitplaatsen en van het bezoekersprofiel met bijbehorende vervoerswijze keuze van de bezoekers. Voor deze functies is daarom maatwerk nodig.
Parkeernormen gezondheid en (sociale) voorzieningen
(1) Een gezondheidscentrum is een locatie waar verschillende gezondheidsinstellingen onder een dak gevestigd zijn. Vaak zijn dit huisartsen, fysiotherapeuten, verloskundigen, een apotheek en/of een consultatiebureau. De diverse gezondheidsinstellingen hebben vaak verschillende openingstijden, ook avondopeningstijden komen voor. Bij het parkeerkencijfer is geenrekening gehouden met de aanwezigheid van een apotheek.
(1) Exclusief halen en brengen
Rekenmethode voor halen en brengen bij basisscholen, crèches en kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, voor- en buitenschoolse kinderopvang
Bijlage 3: Aanwezigheidspercentages
Onderstaande aanwezigheidspercentages zijn afkomstig uit CROW publicatie 744. Omdat in de gemeente Lingewaard geen sprake (meer) is van een traditionele koopavond is deze niet (meer) als maatgevend moment in de aanwezigheidspercentages opgenomen. Voor bepaalde functies (bijv. café/bar/cafetaria) zijn geen aanwezigheidspercentages beschikbaar. Bij het bepalen van de aanwezigheidspercentages voor deze functies moet door de initiatiefnemer een onderbouwde aanname bijvoorbeeld op basis van bijvoorbeeld de bedrijfsvoering gedaan worden.
(1) Indien open op zaterdag: 100%
(2) Indien ’s avonds open: 70%
(4) Voor een restaurant is sprake van richtgetallen en is maatwerk voor de verschillende typen restaurants nodig
Bijlage 4: Uitgangspunten voor parkeeronderzoek
Voor het gebruik van maximaal 10 parkeerplaatsen openbare parkeercapaciteit moet een parkeeronderzoek uitgevoerd worden. Uit het parkeeronderzoek moet blijken dat in de openbare ruimte nog voldoende restparkeercapaciteit beschikbaar is voor het invullen van (een deel van) de parkeeropgave van een ruimtelijke ontwikkeling.
Aan een parkeeronderzoek worden de volgende voorwaarden gesteld:
Het parkeeronderzoek bestaat uit minimaal 6 parkeermetingen en wordt op ten minste 3 maatgevende momenten uitgevoerd. Als voorbeeld bij woningen zijn de maatgevende momenten werkdagavond en -nacht en zaterdagavond. De maatgevende momenten waarop het parkeeronderzoek moet worden uitgevoerd worden in overleg met de gemeente Lingewaard bepaald;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-449413.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.