Artikel I Wijziging artikel 25 Uitstel van betaling en artikel 26 Kwijtschelding van belastingen
Aan artikel 25 wordt toegevoegd:
Artikel 25.5.6a. Correctie vaststellen netto woonlasten
Bij het vaststellen van de netto woonlasten, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de regeling, vermindert de ontvanger het bedrag, genoemd in artikel 17, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, met € 37,72.
Artikel 26.2.10 wordt als volgt gewijzigd:
26.2.10 Betalingscapaciteit en kwijtschelding voor particulieren
Als is vastgesteld dat geen of onvoldoende vermogensbestanddelen aanwezig zijn om de openstaande belastingaanslag te voldoen, wordt beoordeeld in hoeverre de aanwezige betalingscapaciteit voldoende is om de belastingaanslag te voldoen.
De betalingscapaciteit wordt gevormd door het positieve verschil tussen het gemiddeld per maand te verwachten netto besteedbaar inkomen van de belastingschuldige en de gemiddeld per maand te verwachten kosten van bestaan in de periode van twaalf maanden vanaf de datum waarop het verzoek om kwijtschelding is ingediend.
Het netto besteedbaar inkomen van de belastingschuldige wordt vermeerderd met het gemiddeld per maand te verwachten netto besteedbaar inkomen van zijn echtgenoot in de periode van twaalf maanden vanaf de datum waarop het verzoek om kwijtschelding is ingediend. De vaststelling van het totale netto besteedbaar inkomen staat los van de aansprakelijkheid tot betaling van de aanslagen waarvan kwijtschelding wordt verzocht.
Bij het vaststellen van de nettowoonlasten, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de regeling, vermindert de ontvanger het bedrag, genoemd in artikel 17, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, met € 37,72.
De verantwoordelijkheid van de echtgenoot, voor schulden van de belastingschuldige, wordt beperkt tot de (materiële) belastingschulden die betrekking hebben op de huwelijkse periode dan wel uit de periode waarin de gezamenlijke huishouding is gevoerd. Dat kan tot gevolg hebben dat in voorkomende gevallen de belastingaanslag moet worden gesplitst. Het vermogen en de betalingscapaciteit van de echtgenoot van belastingschuldige, worden dus buiten beschouwing gelaten voor zover een door de belastingschuldige ingediend verzoek om kwijtschelding betrekking heeft op belastingschulden die zijn ontstaan buiten de huwelijkse periode dan wel de gezamenlijke huishouding. Het toe te passen normbedrag is in dit geval het normbedrag voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder (zie artikel 16 van de regeling).