Gemeenteblad 2024, 447670 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen

Datum publicatie	Organisatie	Jaargang en nummer	Rubriek
23-10-2024 09:00	Apeldoorn	Gemeenteblad 2024, 447670	algemeen verbindend voorschrift (verordening)

Subsidieregeling Regio Deal Regio Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

Gelet op:

•
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;
•
het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche;
•
het tussen de Rijksoverheid, de Regio Stedendriehoek en de provincies Gelderland en Overijssel afgesloten convenant Regio Deal Regio Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’, de bijbehorende samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten, provincies, onderwijs en bedrijfsleven en de Specifieke uitkering/Bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

Overwegende dat de brede inzetbaarheid van de hiervoor bedoelde middelen in de Regio Stedendriehoek mede de gemeente Apeldoorn ten goede komt.

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Regio Deal Regio Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’.

Artikel 1 Algemene bepalingen en begripsomschrijvingen

1.
Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen zoals in de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn (Asv).
2.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
  Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn.
- b.
  Awb: Algemene wet bestuursrecht.
- c.
  College van B&W: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;
- d.
  Regio Deal ‘Sterker in 3D’: de definitieve afspraken tussen Rijk en Partijen uitgewerkt en vastgelegd in het Convenant Regio Deal Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’. Zie bijlage B.
- e.
  Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal ‘Sterker in 3D’: de regionale afspraken tussen de verschillende partners, vertegenwoordigd in het Partneroverleg.
- f.
  Medeoverheden: andere gemeenten, waterschappen en provincies.
- g.
  Regio Stedendriehoek: de gemeenschappelijke regeling, conform de Wet gemeenschappelijke regelingen met die naam.
- h.
  Subsidietijdvak: de looptijd van de Regio Deal ‘Sterker in 3D’, tot 31 december 2028.
- i.
  Periode van subsidieverlening: de periode waarvoor subsidie wordt verleend en waarbinnen de gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd worden. De startdatum van de periode is de datum van de toekenningsbeschikking. De einddatum staat in het subsidiebesluit: op deze dag moeten alle gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd.
- j.
  SiSa-methodiek: methode om aan de Rijksoverheid te melden hoe de door de Rijksoverheid verstrekte gelden zijn besteed (Single information; Single audit).
- k.
  Subsidievaststelling: een besluit waarin is opgenomen op welk bedrag de penvoerder definitief recht heeft.
- l.
  Penvoerder: een organisatie die de subsidie aanvraagt en verantwoordt. De penvoerder treedt namens het project op als officiële contactpersoon en is juridisch verantwoordelijk voor het project, naar de Regio Deal organisatie en de subsidieverstrekker. Penvoerder maakt afspraken met andere partners in een samenwerkingsverband over uitvoering van het project.
- m.
  Samenwerkingsverband: een groep zonder rechtspersoonlijkheid waarin meerdere partijen samenwerken bij de uitvoering van subsidiabele activiteiten.
- n.
  (Bestuurlijk) partneroverleg: het bestuurlijk overlegorgaan, bedoeld in artikel 7 van de Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal ‘Sterker in 3D’.
- o.
  Onafhankelijke adviescommissie: de commissie, bedoeld in artikel 10 van de Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal ‘Sterker in 3D.
- p.
  Regiokassier: de gemeente Apeldoorn die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult.
- q.
  Programmateam Uitvoering Regio Deal: de programmaorganisatie die voor de regio de coördinatie verzorgt op de uitvoering van de Regio Deal en de afspraken zoals die in het convenant Regio Deal Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’ en in de regionale samenwerkingsovereenkomst zijn gemaakt.

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling regelt de toekenning aan partijen van de middelen die de rijksoverheid in het kader van de Regio Deal Regio Stedendriehoek “Sterker in 3D” aan de gemeente Apeldoorn in haar rol van kassier van deze Regio Deal heeft verstrekt.

Artikel 3 Subsidievereisten en subsidiabele activiteiten

1.
Subsidie kan worden verstrekt voor:
Een project of programma dat bijdraagt aan de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal ‘Sterker in 3D’, vastgelegd is in het convenant Regio Deal Stedendriehoek tussen rijk en regio.
2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan alle vereisten. De vereisten zijn:
- a.
  50% regionale cofinanciering is toegezegd.
- b.
  Minimaal twee verschillende partijen uit de quadruple helix (ondernemers, overheid, onderwijs & onderzoek en maatschappelijke instellingen) zijn actief betrokken en leveren een financiele of in-kind bijdrage.
- c.
  Het project is (financieel) realiseerbaar binnen de termijn van de Regio Deal met een planning en doelstellingen die zijn uitgewerkt volgens het SMART-principe (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden).
- d.
  Het project is regionaal (over gemeentegrenzen heen) en/of heeft regionale betekenis (economisch en / of sociaal maatschappelijk).
- e.
  Activiteiten passen (indien van toepassing) binnen de Europese staatssteunregels.
- f.
  Het project past binnen de kaders van het convenant Regio Deal ‘Sterker in 3D’ met de daarin beschreven opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten.
- g.
  Het project heeft een inhoudelijke beoordeling gekregen door de adviescommissie in het kader van deze subsidieregeling (het Partneroverleg) met een minimumaantal punten van 140.
3.
De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie: de kosten van de uitvoering van het Regio Dealproject die naar het oordeel van het college van B&W noodzakelijk en aantoonbaar zijn en waarbij de verhouding tussen het totaal van de activiteiten en de kosten daarvan redelijk moet zijn.
4.
De volgende kosten zijn niet subsidiabel:
- a.
  De kosten die gemaakt zijn vóór 1 januari 2025.
- b.
  De kosten van de voorbereiding en het indienen van de subsidieaanvraag.
- c.
  Boetes, kosten van juridische bijstand voor rechtszaken, bankdiensten, financieringen, debetrente en leges.
- d.
  Kosten van het aankopen, gebruiken of waardevermindering van onroerende zaken.
- e.
  Kosten voor het inhuren van een subsidieadviesbureau of andere subsidiebemiddelaars.
5.
Begrotingen en de gewenste Regio Deal bijdrage zijn in beginsel exclusief omzetbelasting (btw). Aanmeldende overheden geven bij de aanmelding aan of (en voor hoeveel) zij in aanmerking komen voor teruggave van btw via het btw-compensatiefonds. Het eventuele bedrag aan btw dat niet voor een bijdrage uit het btw-compensatiefonds in aanmerking komt, dient wel in de begroting te worden opgenomen. Private partijen die hun btw bij de belastingdienst niet kunnen terugvragen, kunnen hun begroting en de gewenste Regio Deal bijdrage inclusief btw formuleren.
6.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van subsidiabele kosten van het project.

Artikel 4 Subsidietijdvak

De Regio Deal ‘Sterker in 3D’ heeft een looptijd tot 31 december 2028. Alle activiteiten die vanuti deze regeling worden gesubsidieerd, dienen binnen die termijn te zijn afgerond.

Artikel 5 Aanvraagperiode

Subsidieaanvragen worden bij het college van B&W ingediend binnen de tenderperiode van 21 oktober 2024 tot en met 1 november 2024.

Artikel 6 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

1.
De penvoerder maakt gebruik van het beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier. En levert daarbij aan:
- a.
  Een kort en bondig plan met een heldere kern. Elementen van het projectplan zullen in elk geval zijn:
  Samenvatting: doel van het project, korte beschrijving van de activiteiten, verwachte resultaten en impact.
  Projectbeschrijving: waarom dit project, beschrijving van het project en van de activiteiten en de looptijd.
  Doelgroep en Stakeholders: doelgroep(en) van het project, wat zijn de stakeholders en partners en hoe ziet ieders rol en verantwoordelijkheid er precies uit.
  Doelen en betekenis van het project: op welke wijze draagt het project bij aan de Regio Deal doelstellingen (opgave, doelen, programmalijnen, interventies en gewenste resultaten conform het convenant Regio Deal Sterker in 3D). Op welke wijze is er sprake van een regionaal effect en zijn er koppelingen met andere initiatieven en projecten.
  Projectorganisatie en Management: projectstructuur, projectteam en verantwoordelijkheden. Maar ook de planning en mijlpalen met een overzicht van de te behalen resultaten per periode. Welke risico’s zijn er en welke maatregelen zijn daarbij te treffen.
  Financieel Plan: verwachte kosten en opbrengsten (begroting), inclusief de inzet van publieke en private cofinanciering. Begroting kan als bijlage.
  Monitoring: hoe wordt nagegaan of doelen bereikt worden en wat zijn indicatoren voor succes.
  Toekomst: hoe heeft het project zicht op toekomstperspectief na de Regio Deal en welke mogelijkheden zijn er voor opschaling of herhaalbaarheid.
2.
Mee te sturen bijlagen:
- a.
  Cofinancieringsverklaring of -bewijs.
- b.
  Als het project door de penvoerder aangemeld wordt namens meerdere partners: een door alle partners ondertekende akkoordverklaring.
- c.
  Staatssteunchecklist van alle projectpartners, evenals verleningsbrieven van de projectpartners, wanneer zij in drie voorgaande jaren de-minimissteun hebben ontvangen.
3.
In afwijking van artikel 7 van de Asv hoeven volgende gegevens niet te worden toegestuurd: een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten, het meest recente jaarverslag en de meest recente jaarrekening.

Artikel 7 Staatssteun

De aanvraag wordt getoetst op ongeoorloofde staatssteun. In geval van ongeoorloofde staatssteun komt een aanvraag niet voor subsidiering in aanmerking. Als later blijkt dat de subsidie ongeoorloofd was, moet deze worden terugbetaald. Voor de toets op staatssteun wordt van alle projectpartners de informatie gevraagd zoals aangegeven bij artikel 6.3.c. Een staatssteuntoets maakt ook onderdeel uit van de beoordelingsprocedure.

Artikel 8 Compleetheid van een subsidieaanvraag

1.
Een subsidieaanvraag is compleet als:
- a.
  Het digitale aanvraagformulier volledig ingevuld is.
- b.
  De informatie en stukken zoals genoemd in artikel 6 zijn ontvangen.
2.
Als het nodig is voor de beoordeling van de subsidieaanvraag, kan om een schriftelijke toelichting op de ingediende informatie gevraagd worden. Dit mag niet leiden tot een wijziging van de aanvraag en heeft geen gevolgen voor de datum van indiening van de subsidieaanvraag.

Artikel 9 Adviescommissie

1.
Het college van B&W legt subsidieaanvragen voor advies voor aan het Partneroverleg.
2.
Het Partneroverleg legt de beoordeling van de aanvragen neer bij een onafhankelijke adviescommissie. De onafhankelijke adviescommissie:
- a.
  Beoordeelt en rangschikt de ingediende projecten en uitwerkingen van programmalijnen te beoordelen en te rangschikken op basis van de behaalde scores op de inhoudelijke beoordelingscriteria (zoals omschreven in artikel 10 en 11).
- b.
  Adviseert het Partneroverleg over de impact van de voorstellen op de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten in de Regio Deal ‘Sterker in 3D’.
3.
Het Partneroverleg constateert op basis van het advies van de onafhankelijke commissie in welke mate de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal ‘Sterker in 3D’ worden bereikt en wat daarvan de consequenties zijn voor de afspraken in het convenant Regio Deal Regio Stedendriehoek en het advies naar de kassier.
4.
Leden van het partneroverleg of de onafhankelijke adviescommissie nemen niet deel aan de beraadslagingen en de totstandkoming van het advies, indien en voor zover daarbij hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding kan zijn.
5.
Het Partneroverleg formuleert binnen twaalf weken na ontvangst van het adviesverzoek een schriftelijk advies aan het college van B&W. Het advies wordt gemotiveerd en bevat de namen van degenen die bij het advies betrokken zijn. Het advies van de onafhankelijke adviescommissie wordt bij het advies van het partneroverleg gevoegd.

Artikel 10 Subsidieplafond en verdeelregels

1.
Het college van B&W stelt het subsidieplafond voor de tenderperiode, genoemd in artikel 5 vast op €19,4 miljoen, inclusief door mede-overheden te compenseren BTW en inclusief door private partijen niet terug te vragen BTW. Dit is de totale rijksbijdrage van € 20 miljoen minus de VAT kosten van 3%.
2.
De volledige aanvragen voor projecten die binnen de aanvraagtermijn zijn ingediend en aan subsidievereisten voldoen, worden individueel inhoudelijk beoordeeld op grond van de beoordelingscriteria als genoemd in artikel 11 van de subsidieregeling. Daarna worden de aanvragen op basis van toegekende score in een rangorde geplaatst.
3.
De aanvragen die de hoogste plaats in rangorde hebben, worden gehonoreerd tot het subsidieplafond is bereikt.
4.
Indien de rangorde in relatie tot het subsidieplafond uitwijst dat door toekenning van de subsidieaanvragen geen totale invulling gegeven kan worden aan de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal ‘Sterker in 3D’, dan geldt de volgende regel. Het college maakt dan op advies van de adviescommissie een relatieve inhoudelijke beoordeling van de aanvragen en kent opnieuw een score toe aan de aanvragen in relatie tot elkaar en het behalen van de totale invulling van het convenant.
5.
Bij projecten die naar aard (gedeeltelijk) overeenkomen, komt het project dat bij de beoordeling het hoogste in de rangorde is geëindigd in aanmerking voor subsidie. Bij gelijke score is de totaalscore op regionale impact en beoogd resultaat doorslaggevend bij de uiteindelijke toekenning.
6.
Als het bij het eerste lid genoemde subsidieplafond na beoordeling van de voorstellen niet wordt bereikt kan het college van B&W een tweede tranche uitschrijven.

Artikel 11 Beoordelingscriteria

1.
Aanvragen voor de subsidieregeling Regio Deal Regio Stedendriehoek ‘Sterker in 3D’ worden zoals benoemd in artikel 3.2.g op zichzelf gewogen op grond van de volgende beoordelingscriteria:
- a.
  De mate waarin het initiatief impact heeft op één of meer dan één D (Duurzaam, Divers, Dichtbij) en/of Krachtige Regio zoals beschreven in de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten in het convenant Regio Deal ‘Sterker in 3D’.
- b.
  De mate waarin het initiatief regionale impact heeft.
- c.
  De mate waarin het initiatief een extra impuls oplevert in termen van versnellen, versterken of verbreden.
- d.
  De mate waarin de activiteiten vernieuwend zijn en zich onderscheiden.
- e.
  De mate waarin het project zicht heeft op toekomstperspectief na de Regio Deal.
- f.
  De mate waarin het project tot de beoogde resultaten zal leiden.
2.
De beoordelingscriteria als bedoeld in het eerste lid en de wijze van beoordeling zijn nader uitgewerkt in bijlage A. Deze bijlage maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze subsidieregeling.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

De subsidieverlening kan, naast de in artikelen 4:25, 4:35 Awb en artikel 9 van de Asv genoemde gevallen, geweigerd worden indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

1.
het project blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis heeft;
2.
het project niet voldoet aan de vereisten als bedoeld in artikel 3 of in strijd is met andere bepaling(en) van deze subsidieregeling.

Artikel 13 Termijn voor het beslissen op de aanvraag

1.
Het college van B&W van de gemeente Apeldoorn neemt binnen 16 weken na sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen een beslissing.
2.
Indien de beslissing afwijkt van het advies van het partneroverleg, wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

Artikel 14 Bevoorschotting en betaling

1.
Het college van B&W verstrekt een voorschot (in een of meerdere termijnen) tot in totaal het maximum van 90% van het verleende subsidiebedrag.
2.
Het college van B&W bepaalt de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van de hoogte van de verleende subsidie.
3.
Het college van B&W betaalt het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald op basis van mijlpalen, prestaties, besteding of liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

Artikel 15 Melding van wijzigingen in de uitvoering

1.
De subsidieontvanger is verplicht de volgende wijzigingen te melden:
- a.
  Als de activiteiten voor meer dan 20% wijzigen.
- b.
  Als de begroting meer dan 20% wijzigt;
- c.
  Als de uitvoering niet lukt voor het einde van de projecttermijn;
- d.
  Als er niet meer aan de aan subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen kan worden voldaan.
2.
Voor het melden van wijzigingen wordt het formulier ‘Indienen wijzigingsverzoek’ gebruikt. De subsidieontvanger meldt de wijziging binnen vier weken nadat deze bekend is of had kunnen zijn.
3.
Als gevolg van een melding kan de verleende of direct vastgestelde subsidie verlaagd worden, kunnen aanvullende afspraken over de gesubsidieerde activiteiten gemaakt worden of kunnen de verplichtingen die bij de subsidie horen gewijzigd worden.
4.
Als de gesubsidieerde activiteit niet binnen de looptijd van het project wordt uitgevoerd en de penvoerder heeft daar op tijd een melding van gemaakt, dan kan het college van B&W van de gemeente Apeldoorn besluiten om uitstel te verlenen tot uiterlijk 31 december 2028.

Artikel 16 Indienen voortgangsrapportage

1.
De subsidieontvanger levert met ingang van 2026 jaarlijks – voor de duur van het project - voor 1 april een concept voortgangsrapportage in bij het college van B&W.
2.
Het is verplicht om het beschikbaar gestelde format voortgangsrapportage te gebruiken. In de tussenrapportage staat minimaal:
- a.
  Hoever de uitvoering van de activiteiten is.
- b.
  Hoeveel kosten er al zijn gemaakt; afgezet tegen de begrote kosten.
- c.
  De eventuele ontvangen eigen bijdragen of de bijdragen van derden; afgezet tegen de begrote ontvangsten.

Artikel 17 Verantwoording en subsidievaststelling.

1.
Een subsidie wordt eerst verleend en achteraf, nadat de subsidiabele activiteiten uitgevoerd zijn, vastgesteld.
2.
De subsidieontvanger levert uiterlijk 13 weken na het einde van de periode waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in.
3.
Voor de aanvraag tot subsidievaststelling wordt het digitaal beschikbaar gestelde formulier ‘Aanvraag tot subsidievaststelling’ ingediend. Hierin staan:
- a.
  De werkelijk gemaakte kosten voor de gesubsidieerde activiteiten.
- b.
  Wat de werkelijk ontvangen bijdragen van (mede)overheden en private partners zijn.
- c.
  Een afrondende inhoudelijke rapportage waaruit blijkt hoe de doelen en resultaten van het project zijn bereikt, de subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd en aan de voorwaarden die bij de subsidie horen is voldaan.
4.
Bij subsidies tot en met €125.000,-:
- a.
  Een verklaring van de penvoerder waarin staat aangegeven dat de financiële verantwoording volledig, juist en betrouwbaar is.
- b.
  Het van college van B&W kan – wanneer zij daar aanleiding toe ziet - aanvullend om een accountantsverklaring verzoeken.
5.
Bij subsidies vanaf €125.000,-:
- a.
  Een accountangsverklaring waarmee de werkelijk gemaakte kosten en ontvangen bijdragen worden bewezen.
6.
Als de subsidieontvanger een medeoverheid is, geschiedt de financiële verantwoording door middel van de SiSa-methodiek.
7.
De subsidie wordt vastgesteld op het verleende bedrag als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan alle voorwaarden is voldaan.
8.
Het college van B&W stelt binnen 13 weken na ontvangst van het verzoek tot subsidievaststelling de subsidie vast.

Artikel 18 Controleerbare administratie

1.
De subsidieontvanger zorgt voor een controleerbare administratie. Deze bestaat tenminste uit facturen, betaalbewijzen, subsidiebesluiten, toezeggingen van financiële bijdragen van derden en, voor zover van toepassing, een overzicht van de gewerkte uren.
2.
Alle partners in een samenwerkingsverband moeten hun aandeel in deze controleerbare administratie leveren op verzoek van de penvoerder.
3.
De subsidieontvanger bewaart de subsidieadministratie tenminste 24 maanden na de definitieve subsidievaststelling.

Artikel 19 Intrekking van de subsidieverlening

Het college van B&W kan de verleningsbeschiking intrekken als de activiteiten niet binnen twaalf maanden na subsidieverlening zijn gestart.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college van B&W kan bepalingen in deze regeling buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het doel van de regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 21 Mandatering

Het college van B&W mandateert de bevoegdheden voor uitvoering van deze regeling, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in artikel 20 (hardheidsclausule), aan het afdelingshoofd Financiën & Control.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regio Deal ‘Sterker in 3D’.

Aldus vastgesteld op 21 oktober

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

S. de Bruin

de burgemeester,

A.J.M. Heerts

BIJLAGE A bij de Subsidieregeling Regio Deal ‘Sterker in 3D’

BEOORDELINGSCRITERIA
De mate waarin het initiatief impact heeft op één of meer dan één D (Duurzaam, Divers, Dichtbij) en/of Krachtige Regio zoals beschreven in de opgaven, doelen, aanpak en beoogde resultaten in het convenant Regio Deal ‘Sterker in 3D’.
Het project heeft impact op ‘Duurzaam’, ‘Divers’, ‘Dichtbij’ of ‘Krachtige Regio’ of een combinatie van meerdere daarvan.	0 – 5 – 10 – 15 – 20
De mate waarin het project zich in het perspectief plaatst van de hoofdopgave en de subopgaven zoals geschetst in de Regio Deal ‘Sterker in 3D’.	0 – 5 – 10
De mate waarin het project bijdraagt aan (een of meerdere) doelen, aanpak en beoogde resultaten van de Regio Deal zoals verwoord in de Regio Deal ‘Sterker in 3D’.	0 – 5 – 10 – 15 – 20
SUBTOTAAL (0-50)

De mate waarin het initiatief regionale impact heeft

De mate waarin het plan regionale impact heeft. Bijvoorbeeld:

•
door regionale betrokkenheid van partijen (gemeentegrens overstijgend)
•
op de regionale profilering
•
als katalysator of hefboom voor ontwikkelingen in de regio
•
in regionale opschaling

0 – 10 – 20 – 30 - 40

SUBTOTAAL (0-40)

De mate waarin het initiatief een extra impuls oplevert in termen van versnellen, versterken of verbreden
De mate waarin met het project doelstellingen van bestaande regionale inzet (publiek/privaat) versneld worden gerealiseerd. (Versnellen)	0 – 5 – 10
De mate waarin met het project een langduriger en groter effect van de bestaande regionale inzet (publiek/privaat) worden gerealiseerd. (Versterken)	0 – 5 – 10
De mate waarin met het project (nieuwe) verbindingen worden gemaakt tussen verschillende partners in de quadruple helix samenwerking, door meerdere doelen en programmalijnen en/of sporen en door resultaten en leereffecten binnen en buiten de Regio te delen. (Verbreden)	0 – 5 – 10
SUBTOTAAL (0-30)

De mate waarin de activiteiten vernieuwend zijn en zich onderscheiden
De mate waarin de activiteiten vernieuwend zijn en zich onderscheiden ten opzichte van en/of iets toevoegen aan bestaande regionale projecten. Bijvoorbeeld de Regionale Uitvoeringsagenda, de provinciale of gemeentelijke programma’s, de Cleantech Regio Deal.	0 – 5 – 10 - 15 - 20
De mate waarin de activiteiten vernieuwend en onderscheidend zijn. Bijvoorbeeld: • in werkwijze • samenwerking • in effecten • in doelgroepen	0 – 5 – 10
SUBTOTAAL (0-30)

De mate waarin het project zicht heeft op toekomstperspectief na de Regio Deal

De mate waarin…

•
reeds nu zicht is op bekostiging en/of toekomstig eigenaarschap van het project na de Regio Deal.
•
in het project, met experimenteel of vernieuwend karakter, een actief besluit over toekomstperspectief is opgenomen in het plan van aanpak, gebaseerd op leerervaringen en beoordelingscriteria.
•
het project herhaalbaar en/of schaalbaar is.

0 – 5 – 10 – 15 – 20

SUBTOTAAL (0-20)

De mate waarin het project tot de beoogde resultaten zal leiden
De mate waarin het project SMART ((Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden) is uitgewerkt.	0 – 5 – 10 – 15
De mate waarin het project een redelijke verhouding biedt tussen begroting en kwaliteit (het gevraagde bedrag en de te leveren resultaten).	0 – 5 – 10 – 15
SUBTOTAAL (0-30)
TOTAALSCORE 0 – 200 MINIMAAL AANTAL PUNTEN VEREIST 140

BIJLAGE B bij de Subsidieregeling Regio Deal ‘Sterker in 3D’

Regio Deal Stedendriehoek

Sterker in 3D

Partijen:

1.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: VRO;
2.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark, hierna te noemen: BZK;
3.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts, hierna te noemen: EZ;
4.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma, hierna te noemen: LVVN.

Partijen genoemd onder 1 tot en met 4 ieder handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna samen te noemen: het Rijk.

5.
Algemeen Bestuur van de Regio Stedendriehoek, namens deze: R. König, voorzitter, hierna te noemen: Regio Stedendriehoek;
6.
Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel, namens deze: E. Hoogland, gedeputeerde, hierna te noemen: Provincie Overijssel;
7.
Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland, namens deze: A. Mol, gedeputeerde, hierna te noemen: Provincie Gelderland.

Partijen genoemd onder 5 tot en met 7 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan hierna samen te noemen: Regio.

Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Partners:

•
Partneroverleg Regio Deal, onder andere:
- ○
  Hogeschool Saxion;
- ○
  ROC Aventus;
- ○
  VNO-NCW Midden Regio Stedendriehoek;
- ○
  Deventer Economisch Perspectief;
- ○
  Bedrijvenkring Apeldoorn.
•
Strategische Board Regio Stedendriehoek.

Begripsbepaling:

In dit convenant wordt verstaan onder:

•
Regio Deal: convenant dat door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, eventueel een andere minister/ staatssecretaris en één of meer Regiopartners is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een Regio te verbeteren;
•
Regio Envelop: het bedrag van € 900 miljoen dat het kabinet Rutte IV beschikbaar heeft gesteld om in de periode van 2022 - 2025 nieuwe Regio Deals af te sluiten;
•
Regiokassier: publieke Regiopartner, zijnde een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;
•
Regionale private financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een private Regiopartner;
•
Regionale publieke financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke Regiopartner, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk;
•
Specifieke uitkering/Bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals: betreft de specifieke uitkering of bijzondere uitkering waarin de juridische- en financiële kaders en verplichtingen voor het toekennen van de rijksmiddelen uit de Regio Envelop aan een Regiokassier door het Rijk staan;
•
Partner: organisatie die bij de Regio Deal betrokken wordt door Partijen, maar de Deal niet aangaat en waarvoor geen specifieke actie in de Regio Deal kan staan;
•
Regio Stedendriehoek: De Regio bestaat uit de acht gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen. Grotendeels in Gelderland en voor een klein deel in Overijssel gelegen;
•
Multiple of quadruple helix samenwerking: Samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke instellingen;
•
Partneroverleg: bestuurlijk overleg dat bedrijfsleven, onderwijs en overheid in de regio representeert, dat nauw betrokken is bij de ontwikkeling, sturing en uitvoering van de Regio Deal en de separate regionale samenwerkingsafspraken ondertekent;
•
Schaalsprong: Een versnelde en grootschalige ontwikkeling van woningbouw die gepaard gaat met een behoefte aan opschaling van (maatschappelijke) voorzieningen en (economische) bedrijvigheid.

Algemene overwegingen

1.
Rijk en Regio werken samen in Regio Deals aan complexe, Regionale opgaven gericht op het vergroten van de kwaliteit van leven, wonen en werken in de Regio (‘brede welvaart’).
2.
Regio Deals beogen de samenwerking tussen overheden, onderwijs, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners in de Regio en tussen Rijk en Regio te versterken.
3.
Voor de Regio Deals zijn middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waarbij vanuit het partnerschap vertrekpunt is dat de Rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan Regionale (publieke en/of private) financiering.
4.
De Regio Deals onderscheiden zich door haar integrale en gezamenlijke programmatische aanpak met lerend en adaptief karakter en met financiering van zowel Rijk als Regio van reguliere beleidsinstrumenten.
5.
De Regio Deals zijn bedoeld als een tijdelijke impuls voor Regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij geleerde lessen en structurele exploitatiekosten van lange termijn investeringen worden geborgd.
6.
De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals vijfde tranche worden door VRO beschikbaar gesteld als specifieke uitkering of bijzondere uitkering op grond van het Besluit specifieke uitkering Regio Deals vijfde en zesde tranche.

Specifieke overwegingen

Kenmerk Regio

1.
Het gaat goed met de Regio Stedendriehoek. Dankzij de centrale ligging is de Regio goed bereikbaar zowel over de weg, het spoor als het water, vanuit binnen- en buitenland. Er wonen bijna een half miljoen inwoners, tegen de 50.000 bedrijven zijn er gevestigd en er zijn bijna een kwart miljoen werkenden. De Regio heeft goed (beroeps)onderwijs. Regio Stedendriehoek kenmerkt zich door de kortste afstand tot en hoge kwaliteit van ruimte en openbaar groen.
2.
Inwoners van de Regio zijn gelukkig¹ De economische ontwikkeling scoort – ten opzichte van de landelijke lijn – positief. En samenwerkende partijen (ondernemers, overheid, onderwijs & onderzoek en maatschappelijke instellingen) weten elkaar steeds beter te vinden. Kortom: de brede welvaart in de Regio Stedendriehoek is over het algemeen goed te noemen. De Regio is in balans.
3.
De Regio Stedendriehoek kan met haar kwaliteiten en mogelijkheden een (extra) bijdrage leveren aan nationale vraagstukken, juist omdat de Regio nu in balans is. Het is daarmee de opgave om ook op de lange termijn deze balans te behouden, zodat het een fantastische Regio blijft om in te wonen, werken en recreëren. Ook wanneer een plek gegeven wordt aan grote opgaven.
4.
De Regio biedt letterlijk ruimte aan de woonopgave. De Regio heeft afspraken gemaakt voor 24.000 nieuwe woningen tot 2030 en een flinke verduurzamingsopgave in de bestaande woningvoorraad. En in de Contourennotitie Nota Ruimte van het Rijk² wordt de Regio Stedendriehoek aangeduid als Regio voor een schaalsprong. Een ambitie die in de komende twee jaar wordt uitgewerkt in een verstedelijkingsstrategie, een integrale aanpak waarbij belangen vanuit leefbaarheid, economie, bereikbaarheid, landschap, natuur en wonen zorgvuldig worden afgewogen. Daarnaast draagt de Regio bij aan de klimaatopgave, aan de voor onze Regio relevante kwaliteit van het groene landschap en veranderend landgebruik.

Opgaven

5.
Deze ambitie vraagt van de Regio focus (de goede dingen doen) op wat wordt uitgevoerd (ruimte & klimaat, economie en leefbaarheid) en in termen van duurzaamheid (dingen goed doen) en digitalisering (dingen slim doen) op hoe het wordt uitgevoerd. Voor het naar de toekomst toe behouden en versterken van de brede welvaart. De Regio werkt met deze Regio Deal aan 4 opgaven:
6.
Opgave A: Druk op ruimte en klimaat
De druk op de ruimte is groot. Deze Regio Deal gaat niet over de verdeling van de ruimte, maar over hoe er zo groen en slim mogelijk gebruik van kan worden gemaakt. Met het bieden van ruimte aan de woonopgave, is er ook ruimte voor werken, mobiliteit, en recreëren nodig en is een blik op duurzaam multifunctioneel landgebruik gevraagd. Hierbij komen nog de zorgen rondom het gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet, de leveringszekerheid van materialen en vraagstukken rondom klimaatadaptatie en biodiversiteit.

Groen betekent zorg dragen voor de kwaliteit van bodem en water in het groene landschap van de Regio met balans in landschap en natuur. Daar waar gebouwd of gerenoveerd wordt (woningen en werklocaties), beter en slimmer gebruik maken van de nodige grondstoffen. Met aandacht voor de energietransitie om (nieuwe) woningen en bedrijven te voorzien van de nodige energie. Slim betekent beter gebruik maken van data en digitale technieken waardoor sneller doorbraken gerealiseerd worden in de complexe (ruimtelijke) puzzels.
7.
Opgave B: Kwetsbaarheid economie
De Regio Stedendriehoek ontwikkelt naar 50.000 bedrijven met een grote diversiteit. Met name kleine en middelgrote ondernemingen, kenmerkend voor de Regio Stedendriehoek, zijn moeilijk in staat de duurzame en digitale transitie te maken³ Daarnaast is het in deze brede economie moeilijk om specialisatie te ontwikkelen die nodig is voor innovatiekracht. Op het gebied van duurzaamheid en digitalisering heeft de Regio kansen in huis om specialisatie op topniveau te ontwikkelen (‘topsport’) en zo ook de brede en diverse economie (‘breedtesport’) in de Regio naar een hoger niveau te tillen.

De arbeidsparticipatie is in de Regio relatief laag en het aantal theoretisch opgeleiden, nodig voor o.a. de ontwikkelingen in innovatiekracht, is al langere tijd iets onder het landelijk gemiddelde⁴ Sterk onderwijs op alle niveaus is van essentieel belang voor de scholing van (kandidaat)werknemers en onderzoek en (daarmee) voor de innovatiekracht van de bedrijven en organisaties in de Regio. Maar het verschil in tijdshorizon tussen midden- en kleinbedrijf (mkb) en onderwijs zorgt voor een mismatch. Het mkb vindt het lastig om een goede vraag te formuleren voor de behoefte aan arbeidskrachten op de langere termijn en het onderwijs heeft juist tijd nodig voor ontwikkeling van de benodigde scholing. Krachtenbundeling voor talentontwikkeling, vakmanschap en innovatie, van bedrijfsleven, overheden en onderwijs - primair onderwijs (PO), wetenschappelijk onderwijs (WO) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo), praktijkscholen en hoger beroepsonderwijs (HBO) - gaat het verschil maken om de economische positie die de Regio nu heeft te behouden in het licht van de opgaven waar de Regio voor staat.
8.
Opgave C: Zorg om leefbaarheid
De samenhang en binding in de Regio vraagt aandacht, zeker als gehoor wordt gegeven aan de ambitie in de woonopgave. De verstedelijkingsopgave biedt kansen om de steden te versterken als aantrekkelijke leef-, leer- en werkgebieden en de schaalsprong biedt kansen voor de dorpen en kernen om niet alleen de lasten van meer woningen te dragen, maar ook te delen in de lusten in termen van voorzieningen, het accommoderen van vergrijzing en het tegengaan van wegtrekken van jongeren.

Samenhang en binding uit zich in afstand tot en bereikbaarheid van voorzieningen als scholen, sport, winkels, zorg, cultuur en OV en in het versterken van de sociale cohesie in de steden, binnen wijken en buurten, en de dorpen en kernen. Het zorgt ervoor dat (nieuwe) mensen zich (snel) thuis voelen in de Regio en met plezier wonen, werken en recreëren. De leefbaarheid (en daarmee samenhang en binding) is ook voorwaardelijk voor het houden van talent, nodig om de economie te vernieuwen transities te helpen realiseren.

Het slim samenbrengen van functies op geschikte locaties, in het voorzien in randvoorwaarden (zoals infrastructuur voor mobiliteit hub of leerkrachten voor scholing) en in het verbinden van de stad en het platteland van de Regio. Zo kan de Regio werken aan vitale gemeenschappen waar mensen bereid zijn zich voor elkaar in te zetten.
9.
Opgave D: Samen stevig staan ten tijde van flinke opgaven
De Regio Stedendriehoek heeft de afgelopen jaren ingezet op samenwerken en waarmaken. Allerlei recent in gang gezette ontwikkelingen in de Regio – zoals de actuele reorganisatie van de Regionale werkorganisatie, het opnieuw samenstellen en positioneren van de Strategische Board, het beter betrekken van de gemeenteraden – zijn hierbij ondersteunend. De eerdere Cleantech Regio Deal heeft hier zeker bij geholpen. De Regionale inzet loont, binnen de Regio en ook in contacten met het Rijk.

De Regionale samenwerking vraagt continue aandacht en is het essentieel de leerpunten uit de afgelopen periode om te zetten in structurele versterking van samenwerking en resultaten. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de energie van al onze partners goed vast te houden en tot zijn recht te laten komen. De leerervaringen uit de eerdere Regio Deal worden hier benut, net zoals leerervaringen op het vlak van samenwerken op bestuurlijk niveau en het monitoren van impact. Ook het duurzaam en gefocust werken aan gedeelde opgaven tussen Rijk en Regio vraagt investeren in de goede samenwerkingsmodus.

Met de Regio Deal werken we aan het verder versterken en verdiepen van de samenwerking in de regio. Zo zijn er bij de totstandkoming van aanvraag en convenant vele partners in de regio betrokken geweest. Er is intensief samengewerkt vanuit een (bestuurlijk) Partneroverleg van overheden, bedrijfsleven en onderwijs. Naast vertegenwoordigers van het AB van de Regio Stedendriehoek en de provincies Gelderland en Overijssel nemen hieraan deel - mede namens de Strategische Board, de multiple helix samenwerking van de regio - vertegenwoordigers van Hogeschool Saxion en ROC Aventus voor het onderwijs, vertegenwoordigers van VNO-NCW Midden Regio Stedendriehoek, Deventer Economisch Perspectief, Bedrijvenkring Apeldoorn voor het bedrijfsleven. Voor de periode van uitvoering van de Regio Deal worden samenwerkingsafspraken tussen partners binnen de regio vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. We streven ernaar om deze betrokkenheid te behouden en verder te ontwikkelen om onze gezamenlijke doelen te bereiken en de regio te versterken.
10.
Aansluiting bij nationale beleidsdoelen of programma’s.
De Regio Deal Stedendriehoek sluit vooral aan bij de Contourennotitie Nota Ruimte 2023 en het ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Daarnaast raakt de Regio Deal Stedendriehoek diverse nationale beleidsdoelen en vraagt samenwerking met meerdere nationale programma’s. Dit vormt onderdeel van het gesprek tussen Rijk en Regio gedurende de uitvoering van de Regio Deal Stedendriehoek

Komen het volgende overeen:

1.
Doelen, aanpak en resultaten Regio Deal Stedendriehoek

Artikel 1 - Doelen

Iedere opgave is uitgewerkt in een programmalijn met doel, aanpak (opdeling in sporen met interventies) en bijbehorende resultaten.

De Regio Deal Stedendriehoek streeft de volgende doelen na:

1.
Doel programmalijn Duurzaam: Duurzaam werken aan een groene Regio in balans om te kunnen blijven wonen, werken en recreëren met een gezond water- en bodemsysteem en een robuuste natuur.
2.
Doel programmalijn Divers: De economische (innovatie)kracht aanjagen door het ontwikkelen van innovatieve clusters op digitalisering en duurzaamheid en het ondersteunen van (MKB-) ondernemers in de duurzame en digitale transitie.
3.
Doel programmalijn Dichtbij: Het vergroten van toegang tot voorzieningen en het vergroten van de sociale cohesie om zo voor inwoners een prettige leefomgeving te bieden.
4.
Doel programmalijn Krachtige Regio: Samenwerken en waarmaken! Als Regio duurzaam de doelen van deze Regio Deal realiseren en tegelijkertijd verstevigd vanuit deze Regio Deal de samenwerking met partners buiten de Regio aangaan.

Artikel 2 - Aanpak

Voor de invulling van deze Regio Deal zijn in het voorjaar van 2023 initiatieven en ideeën, geïnventariseerd die de basis waren voor de aanvraag van deze Regio Deal. Deze initiatieven en ideëen weerspiegelen de kracht en energie van de Regio en zijn dan ook een belangrijk toetspunt geweest voor de focus en programmatische uitwerking. Daarnaast wordt in de uitwerking en uitvoering nadrukkelijk ingezet op impact. Bij vormgeving van het selectieproces en bij de monitoring krijgt dit specifiek een plek, onder meer door het werken met een onafhankelijke adviescommissie. De Regio Deal levert een extra impuls op de bestaande Regionale inzet door vernieuwing of innovatie in inzet, aanpak en/ of resultaat. De Regio Deal zal zich gedurende de uitvoering van de deal verhouden tot actuele (landelijke) ontwikkelingen. De Regio Deal Stedendriehoek is bedoeld als een aanpak voor aangedragen vernieuwende initiatieven:

•
Die schaalbaar zijn;
•
Waarbij 50% cofinanciering is toegezegd;
•
Waarbij meerdere partijen uit de quadruple helix actief zijn betrokken in de uitvoering;
•
Die per definitie impact hebben op één of meer dan één ‘D’ (Duurzaam, Divers, Dichtbij);
•
Die realiseerbaar zijn binnen de termijn van de Regio Deal;
•
Die zicht hebben op toekomstperspectief na de Regio Deal, en
•
Die Regionaal zijn of Regionaal betekenis hebben.

Bij het bepalen van de extra impuls wordt bij de Regio Deal Stedendriehoek het verwachte effect afgemeten in termen van:

•
Versnellen: Met de Regio Deal projecten worden doelstellingen (van bestaande Regionale inzet) versneld gerealiseerd.
•
Versterken: Met de Regio Deal projecten wordt een langduriger en groter effect van de huidige Regionale inzet gerealiseerd.
•
Verbreden: Met de Regio Deal-projecten wordt verbinding gemaakt tussen partners in de quadruple helix samenwerking, door meerdere doelen en programmalijnen (D's) en/ of sporen te dienen en door resultaten en leereffecten binnen en buiten de Regio te delen.

Per programmalijn zijn sporen met interventies gedefinieerd, die regelmatig nauw met elkaar samenhangen en bijdragen aan een combinatie van doelen. Regio

1.
Doel en Programmalijn Duurzaam (opgave: Druk op ruimte en klimaat)

Spoor 1: Biobased en circulair bouwen en maken

Terugdringen van grondstoffen gebruik en in lijn brengen met de Parijs doelstellingen voor CO2 uitstoot in zowel bestaande als nieuwbouw van woon- en werklocaties en productieprocessen. Met de interventies:

•
Ontwikkelen en toegankelijk maken van (toepasbare) kennis op gebied van circulair en biobased bouwen en maken.
•
Ontwikkelen en optimaliseren van enkele ketens voor biobased en circulair bouwen en productieprocessen in de Regio.
•
Versterken van de samenwerkingsverbanden voor innovatie in de (land)bouw.

Spoor 2: (Smart) Energie hubs met bedrijven, agrariërs en inwoners

Komen tot doorbraken die een duurzame energievoorziening in de praktijk mogelijk maken. Met de interventie:

•
Ontwikkelen en testen van 'nieuwe' elementen in (smart) energiehubs die opslag en conversie faciliteren, collectieve energiesystemen, flexibele beprijzing en slimme warmteoplossingen mogelijk maken en daarmee oplossingen bieden voor netcongestie.

Spoor 3: Duurzaam multifunctioneel landgebruik

Inzetten op duurzaam multifunctioneel landgebruik dat bijdraagt aan ecologische veerkracht, klimaatadaptatie, het behoud en herstel van biodiversiteit en toekomstgerichte landbouw en nieuwe teelten. Met de interventies:

•
Bieden van experimenteerruimte voor groenblauwe dooradering om knelpunten aan het licht te brengen en doorbraken te kunnen realiseren.
•
Inzetten op initiatieven gericht op innovatieve aanpak van de landbouw transitie.
•
LVVN wil aan deze sporen bijdragen en zet zich in om de beoogde resultaten van deze programmalijn te bereiken voor zover dit aansluit bij haar beleid. Dit kan onder andere inhoudelijke ondersteuning betreffen zoals kennisuitwisseling over relevante beleidsinitiatieven, programma’s en –instrumenten of zorg te dragen voor een goede aansluit daarop.

2.
Doel en Programmalijn Divers (opgave: Kwetsbaarheid economie)

Spoor 4: Innovatieve clustervorming

Inzetten op ontwikkelen van innovatieve clusters rond digitalisering en duurzaamheid. Met in elk geval de interventie:

•
Stimuleren van enkele vernieuwende leer- en innovatieomgevingen en netwerken op het gebied van digitalisering en duurzaamheid.
•
EZ wil bijdragen aan dit spoor door kennis uit te wisselen en te zorgen voor een goede aansluiting op beleidsinitiatieven, programma's en –instrumenten van EZ gericht op het bevorderen van innovatie en digitalisering.

Spoor 5: MKB klaar voor de toekomst

Ondersteunen van bestaande en startende MKB-ondernemers en stimuleren van ondernemerschap (in verbinding met onderwijs) om deze klaar te maken voor duurzame en digitale transitie en ondersteunen van werknemers om zich (bij) te scholen voor deze transities. Met de interventies:

•
Versterken van bewustzijn bij werkgevers en het scherp krijgen van hun belemmeringen om te investeren in om- en bijscholing.
•
Organiseren van Regio brede vraag gestuurde ondersteuning en dienstverlening in anders organiseren en werken gericht op bestaande en startende MKB-ondernemers (inclusief de agrarische sector) ten behoeve van de duurzame en digitale transitie.
•
(Door)ontwikkelen van enkele contextrijke praktijkleeromgevingen gericht op technologische toepassingen en daarnaast opschalen en professionaliseren van begeleiding en scholing naar toekomstgerichte (land)bouw.
•
EZ wil bijdragen aan dit spoor door kennisuitwisseling over en aansluiting op het beleid en de beleidsinstrumenten voor het mkb in het kader van de Strategie Digitale Economie.

3.
Doel en Programmalijn Dichtbij (opgave: Zorg om leefbaarheid)

Spoor 6: Vergroten leefbaarheid

Vergroten van de bereikbaarheid van voorzieningen in de hele Regio en het stimuleren van vitale gemeenschappen. Met de interventies:

•
Versterken van cultureel programma-aanbod en het makers klimaat op plekken met verschillend karakter (wijk in stad, kern in verstedelijkinggebied, kern buiten verstedelijkingsgebied) om hiervan te leren en tot een bredere uitrol te komen binnen de cultuurRegio.
•
Ontwikkelen en leren van gezondheidsbevordering door sport en bewegen op verschillende plekken in de Regio.
•
Inzetten op de ontwikkeling van enkele 'multifunctionele hubs', met een combinatie van voor die locatie relevante voorzieningen, waaronder mobiliteit, waarbij de maatschappelijke/ particuliere initiatieven een plek krijgen die bijdragen aan de verbinding tussen inwoners in de Regio.
•
Leren door uitvoeren van enkele innovatieve pilots voor wijk en dorpaanpak waarin meerdere (leefbaarheid)vraagstukken gecombineerd worden.

4.
Doel en Programmalijn Krachtige Regio (opgave: Samen stevig staan ten tijde van flinke opgaven)

Spoor 7: Stevig samen doorwerken

Nog krachtiger samenwerken en leren binnen en buiten de Regio om zo doelen te realiseren. Met de interventies:

•
Ondersteunen bij het tot ontwikkeling komen van goede initiatieven waarin partijen samenwerken en voor de Regio kansrijke initiatieven, die passen bij de langjarige Regionale investeringsagenda, verder ondersteunen.
•
Neerzetten van structurele monitoring en evaluatie van ontwikkelingen voor de Regio, versterkt met Regionale kennisontwikkeling en -deling.

Artikel 3 – Beoogde resultaten

De partijen beogen met de Regio Deal Stedendriehoek de doelen te verwezenlijken. Voor de invulling van deze Regio Deal zijn de initiatieven en ideeën, geïnventariseerd voor de aanvraag van deze Regio Deal, het vertrekpunt. In de komende periode van ontwikkeling richting uitvoering ligt de uitdaging er om tot de beste voorstellen te komen die zo impactvol mogelijk zijn voor de Regio. De Regio maakt voor de beoordeling en monitoring gebruik van een onafhankelijke adviescommissie. De Regio Deal levert een extra impuls op de bestaande Regionale inzet door vernieuwing of innovatie in inzet, aanpak en/ of resultaat. Per programmalijn streeft de Regio de volgende resultaten na en wordt waar passend een richtinggevend aantal genoemd:

1.
Doel en programmalijn Duurzaam

Spoor 1: Biobased en circulair bouwen en maken

•
Een kennisinstituut voor het Regionaal verspreiden van ontwikkelde kennis op het gebied van circulair, biobased bouwen en maken;
•
Ketenprojecten (streefaantal 1 tot 4) op het gebied van circulair en biobased bouwen, maken en voedsel;
•
Stevige Regionale samenwerkingsverbanden voor innovatie in de (land)bouw.

Spoor 2: (Smart) Energie hubs met bedrijven, agrariërs en inwoners

•
Doorbraken op Regionaal niveau waarbij verschillende (vormen van) Energie Hubs bijdragen aan een toekomstbestendig energiesysteem in de Regio;
•
Projecten (streefaantal 1 tot 4) in transport en opslag van energie die een duurzame energievoorziening in de praktijk mogelijk maken.

Spoor 3: Duurzaam multifunctioneel landgebruik

•
Concrete initiatieven (streefaantal 1 tot 4) die knelpunten blootleggen en oplossingsrichtingen bieden voor realisatie van groenblauwe dooradering in de Regio;
•
Innovatieve aanpakken (streefaantal 1 tot 4) voor de ontwikkeling van nieuwe vormen van toekomstgerichte landbouw.

2.
Doel en programmalijn Divers

Spoor 4: Innovatieve clustervorming

•
Realisatie en doorontwikkeling van toonaangevende en vernieuwende leer- en innovatieomgevingen en/of netwerken (streefaantal 1 tot 3) op het gebied van duurzaamheid en digitalisering, aansluitend bij krachtige partners in de Regio.

Spoor 5: MKB klaar voor de toekomst

•
Bedrijven die concreet aan de slag willen met om- en bijscholing ten behoeve van verduurzaming en digitalisering, kunnen rekenen op goede ondersteuning. De structuur daarvoor staat;
•
Bestaande en startende MKB-ondernemers die concreet aan de slag willen met verduurzaming en/ of digitalisering van hun bedrijfsvoering middels bestaand aanbod kunnen rekenen op goede ondersteuning. De structuur daarvoor in de Regio staat;
•
Op verschillende plekken in de Regio staan praktijkleeromgevingen (streefaantal 1 tot 4) met een gezond (financieel) toekomstperspectief. Voor verschillende doelgroepen en gericht op brede technologische toepassingen.

3.
Doel en programmalijn Dichtbij

Spoor 6: Vergroten leefbaarheid

•
Initiatieven (streefaantal 3 tot 6) t.b.v. passender cultureel aanbod voor verschillende doelgroepen in verschillende gebieden in de Regio;
•
Projecten (streefaantal 1 tot 3) waarin de gezondheid van inwoners is bevorderd door sport en bewegen;
•
Nieuwe concepten en vormen van multifunctionele hubs die het voorzieningenniveau op verschillende plekken in de Regio kunnen versterken en beter toegankelijk maken voor inwoners, inclusief leerpunten voor volgende toepassing op andere plekken in de Regio;
•
Innovatieve en integrale aanpakken (streefaantal 1 tot 3) die de leefbaarheid in wijken en dorpen verbeteren en waarvan de leerervaringen doorvertaalbaar zijn in de Regio;
•
Concrete leerpunten voor de Regio hoe de bereikbaarheid van voorzieningen in wijken en dorpen vergroot kan worden en of dit de cohesie versterkt.

4.
Doel en programmalijn Krachtige Regio

Spoor 7: Stevig samen doorwerken

•
Capaciteit om initiatieven die buiten de Regiodeal vallen te helpen richting ondersteuning voor uitvoering;
•
Monitor Regio Stedendriehoek die blijvend ontwikkelt en door kennisdeling bijdraagt aan een sterkere Regio;
•
Efficiënte sturing op doelen van de Regio Stedendriehoek door verdere ontwikkeling van de netwerkorganisatie, explicietere rolinvulling en meer betrokkenheid en draagvlak in de Regio.

2.
Inzet middelen Regio Enveloppe voor uitvoering Regio Deal Stedendriehoek

Artikel 4 - Uitgangspunten

1.
Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Stedendriehoek zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de doelen en interventies van de Regio Deal zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 3. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de Regionale opgave van de Regio Stedendriehoek te realiseren.
2.
VRO reserveert maximaal € 20 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. Hierin zijn ook de uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) opgenomen, waarbij uitgegaan wordt van maximaal 3% van de Rijksbijdrage.
De Regio reserveert minimaal een bedrag van in totaal € 20 mln. aan Regionale financiering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. De verdeling is gebaseerd op de ingediende aanvraag en de daarna aangebrachte aanscherping op doelen en aanpak:

Uitvoeringsactiviteiten	Maximale rijksbijdrage1)	Regionale financiering	Totaalbedrag
1. Programmalijn Duurzaam Druk op ruimte en klimaat	€ 6,8 mln.	€ 6,8 mln.	€13,6 mln.
2. Programmalijn Divers Kwetsbaarheid economie	€ 6,8 mln.	€ 6,8 mln.	€13,6 mln.
3. Programmalijn Dichtbij Zorg om leefbaarheid	€ 4,8 mln.	€ 4,8 mln.	€9,6 mln.
4. Programmalijn Krachtige Regio Stevig samen doorwerken	€ 1,0 mln.	€ 1,0 mln.	€ 2,0 mln.
Uitvoeringskosten (VAT)	€ 0,6 mln.	€ 0,6 mln.	€ 1,2 mln.
Bijdragen totaal maximaal	€ 20,0 mln.	€ 20,0 mln.	€ 40,0 mln.

1) Dit bedrag is inclusief eventueel verschuldigde BTW.

3.
De verdeling opgenomen in de tabel in het tweede lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, een gewijzigde verdeling over de programmalijnen afspreken. Op deze wijziging van Regio Deal Stedendriehoek is artikel 11 van toepassing.

Artikel 5 – Regiokassier

Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal Stedendriehoek de gemeente Apeldoorn de rol zal vervullen van Regiokassier. De Regiokassier draagt zorg voor het nakomen van de voorwaarden en verplichtingen, zoals verwoord in de Specifieke uitkering/Bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

3.
Governance Regio Deal Stedendriehoek

Artikel 6 – Rijk-Regio-overleg

1.
Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Stedendriehoek en met andere publieke en/of private samenwerkingspartners. Dit Rijk-Regio-overleg ziet toe op de uitvoering van de Regio Deal zoals beschreven in dit convenant.
2.
Het Rijk-Regio-overleg vergadert tenminste eenmaal per jaar, over de voortgang van, en eventuele knelpunten of risico’s in, de uitvoering van de Regio Deal en andere actualiteiten in de Regio.
3.
Het in het eerste lid bedoelde Rijk-Regio-overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
- a.
  Vanuit de ministeries van het Rijk:
  - i.
    Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;
  - ii.
    Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;
  - iii.
    Economische Zaken en Klimaat;
  - iv.
    Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- b.
  Vanuit de Regio zal altijd een vertegenwoordiging van het Partneroverleg Regio Deal Stedendriehoek aan het overleg deelnemen. De vertegenwoordiging bestaat uit drie tot maximaal vijf leden, waaronder in elk geval de voorzitter van het Partneroverleg, een van de provincies en een lid vanuit de andere geledingen.
4.
Het Rijk-Regio-overleg voorziet in zijn eigen werkwijze, waarbij het uitgangspunt is dat de Regio bij het organiseren, uitnodigen en verslagleggen de lead heeft.
5.
Het Rijk-Regio-overleg spreekt een escalatieregeling af.
6.
Betrokken partijen zien zelf toe op een adequate verantwoording aan achterbannen en/of volksvertegenwoordigers.

4.
Evaluatie, voortgang en communicatie Regio Deal Stedendriehoek

Artikel 7 – Evaluatie en voortgang

1.
De Regio brengt de beginsituatie van de Regionale opgave in kaart. Daarnaast bepaalt de Regio een evaluatie-aanpak waarmee bijgehouden kan worden of de afgesproken aanpak (artikel 2) bijdraagt aan de doelen (artikel 1) van de Regio Deals. De beginsituatie en evaluatie-aanpak zijn beschreven voor de start van uitvoering van de Regio Deal Stedendriehoek in 2025.
2.
De Regio stelt éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op, met daarin:
- a.
  De voortgang van de initiatieven en projecten;
- b.
  In hoeverre partijen op schema liggen om de beoogde (voorbeeld)resultaten (artikel 3) te behalen.
3.
De jaarlijkse voortgangsrapportage wordt in concept voor 15 juni van ieder jaar voorgelegd aan Partijen, gelet op indiening voor 15 juli bij de minister van VRO in het kader van de specifieke of bijzondere uitkering.
4.
De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de betrokken staten, gemeenteraden, besturen en bredere achterbannen informeren. VRO gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
5.
VRO draagt zorg voor onderzoek, betreffende het geheel van de Regio Deals (o.m. de resultaten en effecten van de Deals voor brede welvaart). De Regio verleent haar medewerking hieraan.
6.
BZK verzamelt binnen het geheel van de Regio Deals lessen en kennis over de (door)ontwikkeling van Regionale samenwerking binnen het stelsel van openbaar bestuur, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de Actieagenda Sterk Bestuur.⁵

Artikel 8 - Communicatie

1.
Partijen zien toe op een gezamenlijke communicatiestrategie en -plan, waarbij de Regio in de lead is.
2.
De Regio zal bij projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal Stedendriehoek vragen om in de communicatie over die projecten kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in samenwerking tussen Rijk en Regio.

5.
Slotbepalingen

Artikel 9 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal en/of de daaruit voortvloeiende maatregelen worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd en uitgewerkt in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 10 - Gegevensuitwisseling

1.
De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheimhouden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.
2.
Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacygevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

Artikel 11 - Wijzigingen

1.
Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.
2.
Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek kenbaar heeft gemaakt bij VRO. VRO informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.
3.
Nadat alle Partijen aan VRO kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan dit convenant gehecht.

Artikel 12 - Opzegging

1.
Elke Partij kan de Regio Deal Stedendriehoek met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.
2.
Wanneer een Partij deze Regio Deal opzegt, blijft de Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
3.
Ingeval van beëindiging van de Regio Deal Stedendriehoek krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

Artikel 13 – Toetreding nieuwe partijen

1.
In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Stedendriehoek als nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de Regio Deal voortvloeien te aanvaarden.
2.
Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal Stedendriehoek wordt gericht aan VRO. VRO informeert Partijen en vraagt hen om instemming.
3.
Zodra alle Partijen aan VRO schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Stedendriehoek en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
4.
Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Stedendriehoek gehecht.

Artikel 14 - Ongeldigheid

Indien een bepaling van de Regio Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, bijvoorbeeld wegens strijdigheid met de Regeling Specifieke uitkering/Bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals (zoals deze luidt op het moment dat de strijdigheid zich voordoet of alsdan in bestuursrechtelijke zin is vastgesteld), wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Regio Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. De overige bepalingen van de Regio Deal blijven in een dergelijke situatie ongewijzigd en onverminderd geldig.

Artikel 15 – Publiekrechtelijke medewerking en toepasselijk recht

1.
De in het kader van Regio Deal door Partijen te verlenen (publiekrechtelijke) medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.
2.
Op deze Regio Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 16 - Nakoming

De Regio Deal is niet in rechte afdwingbaar. Partijen kunnen elkaar aanspreken op tekortkomingen in de nakoming van de Regio Deal in het Rijk-Regio overleg.

Artikel 17 – Ondertekening in verschillende exemplaren

De Regio Deal Stedendriehoek kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

Artikel 18 - Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Stedendriehoek.

Artikel 19 – Inwerkingtreding en looptijd

1.
Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2028.
2.
Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, de looptijd van de Regio Deal wijzigen. Hierna moet door Regiokassier een verzoek tot wijziging van de beschikking Specifieke uitkering of bijzondere uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals worden gedaan bij VRO.

Artikel 20 - Publicatie

1.
Deze Regio Deal zal net als andere Regio Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de Regio Deals.
2.
VRO rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

TOELICHTING bij de Subsidieregeling Regio Deal ‘Sterker in 3D’

Toelichting bij artikel 3: subsidiabele kosten

Loonkosten

Voor berekening van de interne loonkosten kan gebruik gemaakt worden van een van de volgende drie methodes of een combinatie daarvan.

Vast uurtarief systematiek: voor de ingezette uren wordt gerekend met een tarief van €60,-. Een vast uurtarief kan gebruikt worden voor:

1.
Ureninzet van personen die in loondienst zijn.
2.
Ureninzet van personen die niet op de loonlijst staan zoals bij een zelfstandig ondernemer, een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap of een directeur-grootaandeelhouder.
3.
Ureninzet van andere samenwerkingspartners dan de de partijen in het samenwerkingsverband zijn.
4.
Ureninzet van overheden.

Loonkosten plus vaste opslagsystematiek: Het uurtarief voor de directe loonkosten wordt bepaald door de directe loonkosten per jaar te delen door de productieve uren. Het aantal productieve uren wordt bepaald door het aantal van 1.600 te vermenigvuldigen met de deeltijdfactor. Het uurtarief bedraagt ten hoogste €93,-. Daar bovenop kan een opslag van 20% over de directe loonkosten worden berekend als vergoeding voor de indirecte kosten. Deze werkelijke loonkosten moeten kunnen worden aangetoond en verantwoord.

Integrale kostensystematiek (IKS): De integrale kostensystematiek is een manier om directe en indirecte kosten toe te rekenen aan kostendragers. Hiermee berekent u onder meer arbeidsuren en machine-uren. Deze kosten moeten noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van activiteiten waarvoor u subsidie aanvraagt. Om de IKS te kunnen toepassen is een positief besluit nodig van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Kosten van derden

Kosten van derden zijn de kosten van:

1.
De geleverde diensten.
2.
De geleverde materialen.

Ingehuurde arbeid van derden. Hiervoor gelden de volgende maximale tarieven:

Specialistische kennis	€135,00
Adviseur	€110,00
Projectleider/programmamanager	€95,00

4.
De aankoopkosten van machines en apparatuur die cruciaal zijn voor het realiseren van de in het kader van de subsidieaanvraag te realiseren doelstellingen. Daaronder vallen ook bijkomende kosten zoals licenties voor software en de onderhoudskosten van een machine of apparatuur.
5.
De verzekeringspremies, lunches en andere vergelijkbare kosten die door de penvoerder gemaakt worden om inzet van vrijwilligers te faciliteren.

De penvoerder dient de gemaakte kosten van derden te kunnen bewijzen met facturen, betaalbewijzen.

Berichten over uw Buurt

Dienstverlening

Beleid & regelgeving

Contactgegevens overheden

Gemeenteblad van Apeldoorn

Inhoudsopgave

Extra informatie

Geconsolideerde regelgeving

Publicaties referendum