Kennisgeving voornemen tot vestiging van een recht van opstal ten behoeve van realisatie van een clubaccommodatie gemeente Breda

Publicatiedatum: 23 oktober 2024 (reageren binnen 20 kalenderdagen)

Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 ECLI:NL:HR:2021:1778, Hoge Raad, 20/00123, moeten overheidslichamen, gelet op het gelijkheidsbeginsel, kennisgeven van het voornemen om te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst waarbij sprake is van de uitgifte van onroerende zaken en zakelijke rechten.

De gemeente Breda geeft in dat kader aan dat zij voornemens is op een perceel grond aan de Terheijdenseweg 508 te Breda een nieuw recht van opstalte vestigen. Doel van het opstalrecht is dat de betreffende gronden in gebruik gegeven worden ten behoeve van het realiseren van een clubaccommodatie. Meer specifiek gaat het om het volgende object:

Objectinformatie:

Adres: Terheijdenseweg 508, 4826 AB in Breda

Kadastraal perceel: gemeente Breda, sectie G, nummer 5461 en een gedeelte van het perceel kadastraal sectie G, nummer 8394

Motivering

De gemeente Breda is van oordeel dat de beoogd opstalgerechtigde op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria als enige serieuze gegadigde voor het recht van opstal in aanmerking komt. Hiervoor acht zij het volgende redengevend:

• a. De beoogd opstalgerechtigde is een vereniging en reeds meer dan 20 jaar gebruiker van de tennisvelden behorende bij genoemd adres en heeft hier een eigen clubaccommodatie met een (verlopen) recht van opstal.

• b. De clubaccommodatie is aan vervanging toe en de vereniging is voornemens een nieuwe clubaccommodatie te realiseren.

• c. De gemeente Breda vindt het maatschappelijk van groot belang dat de activiteiten van de beoogd opstalgerechtigde ongewijzigd kunnen worden voortgezet. Voor de uitvoering van haar activiteit is de opstalgerechtigde afhankelijk van deze plek;

Gelet op het voorgaande is de gemeente Breda van mening dat de beoogd opstalgerechtigde als enige serieuze gegadigde voor dit recht van opstal in aanmerking komt.

Vervaltermijn

Indien u zich niet kunt verenigen met deze voorgenomen onderhandse uitgifte door de gemeente, omdat u meent daarvoor zelf als gegadigde in aanmerking te komen en u bovendien daadwerkelijk in staat en bereid bent om het betreffende object onder dezelfde condities voor het beoogde doel af te nemen van de gemeente, dan kunt u dat binnen 20 dagen na de datum van de onderhavige publicatie kenbaar maken. Dat kunt u alsdan doen door een kort geding procedure aanhangig te maken bij de daartoe bevoegde voorzieningenrechter van de rechtbank Breda. In dat geval dient u de gemeente hiervan onverwijld in kennis te stellen middels betekening van de dagvaarding op het adres van de gemeente, bij gebreke waarvan het recht vervalt om tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige aanspraak in welke vorm of hoedanigheid dan ook te baseren, althans zijn uw rechten daarop uitgewerkt. Een digitaal afschrift van de dagvaarding dient u tevens per e-mail aan contact@breda.nl te verzenden.