Nadere regels voor grafbedekkingen en urnen op de gemeentelijke begraafplaatsen Opsterland 2024

Het college van de gemeente Opsterland,

 

gelet op artikel 19 en artikel 20 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Opsterland 2024;

 

besluiten vast te stellen de volgende

 

Nadere regels voor grafbedekkingen en urnen op de gemeentelijke begraafplaatsen Opsterland 2024

Artikel 1  

Deze begripsbepalingen, zoals vermeld in artikel 1 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Opsterland 2024, zijn onverkort van toepassing op deze nadere regels, voor zover in begripsbepalingen in deze nadere regels hiervan niet wordt afgeweken.

  • 1.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een (urnen)graf of gedenkplaats, daaronder mede verstaan een winterharde grafbeplanting;

  • 2.

    gedenkteken: steen, zerk of andere monument, daaronder begrepen banden, palen, kettingen, hekwerken en dergelijke;

  • 3.

    grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • 4.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • 5.

    afdekplaat: een plaat waarmee een urnenbewaarplaats wordt afgesloten;

  • 6.

    roef: verhoging om een gedenkteken schuin op te plaatsen.

Artikel 2. Aanvraag vergunning

  • 1.

    Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2.

    Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor-, en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte-, en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 3. Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

Artikel 4. Gedenkteken

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 2.

    Een liggend gedenkteken (liggende zerk) op een enkel graf mag maximaal 80 cm breed en 180 cm lang zijn.

  • 3.

    Een liggend gedenkteken (liggende zerk) op een dubbelgraf mag maximaal 180 cm en 180 cm lang zijn.

  • 4.

    Een gedenkteken op een particulier graf van een volwassene mag maximaal 150 centimeter hoog zijn.

  • 5.

    Een gedenkteken op een particulier kindergraf mag maximaal 100 centimeter hoog zijn.

  • 6.

    De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 7.

    Het gedenkteken mag geen scherp uitstekende onderdelen bevatten.

  • 8.

    Een glasplaat dient tenminste 1,9 centimeter dik te zijn of te zijn vervaardigd van gewapend glas.

  • 9.

    De fundering moet bestaan uit deugdelijk, niet buigzaam materiaal.

  • 10.

    Bij het gebruik van grind moet er een duidelijke afscheiding zijn met de omringende grond, in de vorm van afsluitbanden.

Artikel 5. Urnen

  • 1.

    Vóór de bijzetting wordt de vorm, kleur, materiaalsoort en afmetingen van de sierurn of afdekplaat schriftelijk aan de beheerder opgegeven.

  • 2.

    De afmetingen van een sierurn zijn maximaal 30 cm (H) x 30 cm (B) x 30 cm (D).

  • 3.

    Bijzetting van een urn in een urnennis kan plaatsvinden in een sierurn.

  • 4.

    Wanneer een urn zonder sierurn wordt bijgezet moet de nis worden afgesloten door een afdekplaat.

  • 5.

    De afdekplaat is gemaakt van duurzaam materiaal en wordt deugdelijk vastgemaakt.

Artikel 6. Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 7. Winterharde gewassen

  • 1.

    De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 2.

    De winterharde gewassen mogen niet hoger reiken dan 150 centimeter boven het maaiveld waarbij het doorzicht niet mag worden belemmerd.

  • 3.

    Gewassen die overhangen, hoger worden dan 150 centimeter of het doorzicht belemmeren kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

Artikel 8. Bestaande grafmonumenten

Aan reeds bestaande grafmonumenten op de begraafplaatsen kunnen geen rechten worden ontleend.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 24 oktober 2024, onder gelijktijdige intrekken van de ‘Regeling grafbedekkingen en urnen Opsterland 2006’, vastgesteld op 20 december 2005.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels grafbedekkingen en urnen Opsterland 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2024.

De secretaris

Sandra van ‘t Hooge

De voorzitter

Andries Bouwman

Naar boven