Subsidieregeling Peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente ’s-Hertogenbosch

Het college van burgemeester en wethouders,

In zijn vergadering van 15 oktober 2024,

Gezien het voorstel met reg.nr. 16961647

Besluit vast te stellen

De Subsidieregeling Peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente ’s-Hertogenbosch

Subsidieregeling Peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente 's-Hertogenbosch

 

Paragraaf 1. Algemeen

 

Artikel 1.1 Wat is het doel van deze subsidieregeling?

Het doel van deze regeling is het vergroten van de onderwijskansen van kinderen in de gemeente ’s-Hertogenbosch, specifiek door activiteiten op het gebied van taalontwikkeling. De activiteiten zijn gericht op kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. De activiteiten zijn in het bijzonder voor kinderen die (een risico op) (taal)achterstanden en daarmee een risico op een onderwijsachterstand hebben.  

Dit sluit aan bij de opdracht aan gemeenten om: 

  • voor peuters met een risico op een (taal)achterstand voorschoolse educatie aan te bieden (artikel 159 Wet op het Primair Onderwijs);  

  • een aanbod voor alle peuters te realiseren volgens bestuurlijke afspraken tussen rijk en gemeente (bestuursakkoord: Een aanbod voor alle peuters);  

 

Artikel 1.2 Woordenlijst subsidieregeling

In deze subsidieregeling komen de volgende begrippen voor:  

  • a.
  • b.

    Aanvrager: Een kinderopvangorganisatie die een schriftelijk verzoek voor subsidie indient; 

  • c.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch; 

  • d.

    Doelgroepkinderen: Kinderen in de leeftijd 2,5 – 4  jaar die een risico lopen op een onderwijsachterstand en/of een achterstand in de Nederlandse taal; 

  • e.

    Fiscaal uurtarief: Het maximaal uurtarief dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten van ouder(s) voor kinderopvang (peuteropvang); 

  • f.

    Houder: Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert; 

  • g.

    Inkomensverklaring: Een verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens van de ouder(s) over een belastingjaar; 

  • h.

    Kindercentrum: Een voorziening gevestigd in de gemeente ’s-Hertogenbosch waar kinderopvang van een kind ingeschreven bij de gemeente ’s-Hertogenbosch plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang; 

  • i.

    Kinderopvang: Wat daar onder verstaan wordt in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang; 

  • j.

    Kinderopvangtoeslag: Een tegemoetkoming van het Rijk voor werkende of studerende ouders in de kosten voor kinderopvang zoals beschreven in de Wet kinderopvang artikel 1.6

  • k.

    Landelijk Register Kinderopvang: Wat daar onder wordt verstaan in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang; 

  • l.

    Ouder(s): Ouder(s) in de zin van de Wet kinderopvang en de Wet op het primair onderwijs

  • m.

    Ouderbijdrage: Inkomensafhankelijke bijdrage van de ouders van een kind voor de uren (VVE- ) peuteropvang die worden afgenomen; 

  • n.

    Peuter: Een kind in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar; 

  • o.

    Peuterarrangement: Kortdurende opvang voor peuters van 2,5 tot 4 jaar in een kindercentrum in een groep met maximaal 16 kindplaatsen; 

  • p.

    Peutermonitor: Een digitale tool waarin per kindercentrum het aantal (VVE-doelgroep)peuters en de urendeelname worden bijgehouden; 

  • q.

    Subsidie-uurtarief: Het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie; 

  • r.

    Subsidieplafond: Het bedrag dat tijdens een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor deze subsidieregeling. Het college stelt de subsidieplafonds jaarlijks vast. Dit gebeurt na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad in november. 

  • s.

    Toezichthouder: De toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang; 

  • t.

    Voorschoolse educatie: Beredeneerd verrijkt opvangaanbod aan VVE-doelgroeppeuters, op basis van een VVE-programma en voor minimaal 960 uur in anderhalf jaar; 

  • u.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie; 

  • v.

    VVE-doelgroeppeuters: Peuters met een VVE-indicatie; 

  • w.

    VVE-indicatie: Een indicatie voor VVE afgegeven door de Jeugdgezondheidszorg Hart voor Brabant waaruit blijkt dat het kind recht heeft op deelname aan het VVE-peuterarrangement; 

  • x.

    VVE-locatieplan: Een plan van de kinderopvang en basisschool op een VVE-locatie dat de procesverbetering van de kwaliteit van VVE op locatie ondersteunt. 

  • y.

    Ve-locatie: Een in het LRK geregistreerde VE-locatie minimaal 35% gesubsidieerde VVE-doelgroeppeuters op locatieniveau. Dit percentage betreft de verhouding reguliere peuters versus VVE-doelgroeppeuters van het voorgaande kalenderjaar. Deze locatie vangt door het jaar heen gemiddeld 13 of meer kinderen op die gebruik maken van een gesubsidieerd (ve)peuteraanbod. Dit wordt geverifieerd via de Peutermonitor. 

  • z.

    VVE-peuterarrangement: Kortdurende opvang voor VVE-doelgroeppeuters, waarbij VVE wordt geboden. 

 

Artikel 1.3 Wie kan deze subsidie aanvragen?

Deze subsidie kan worden aangevraagd door kinderopvangorganisaties in de gemeente ’s-Hertogenbosch die peuteropvang en/of voorschoolse educatie leveren aan kinderen ingeschreven in de gemeente ’s-Hertogenbosch in de leeftijd 2,5 – 4 jaar.  

 

Paragraaf 2. Voorschoolse voorzieningen voor (doelgroep) peuters

  

Artikel 2.1. Waarvoor kunt u deze subsidie aanvragen?

U kunt voor één of meer van de volgende activiteiten subsidie aanvragen: 

  • 1.

    Het bieden van een VVE-peuterarrangement aan doelgroeppeuters voor minimaal en maximaal 960 uur in de leeftijdsperiode 2,5- 4 jaar, met een maximum van 6 uur per dagdeel VVE-peuterarrangement.  

  • 2.

    Het bieden van een peuterarrangement aan peuters zonder VVE-indicatie door een erkende kinderopvanginstelling voor maximaal 480 uur in de leeftijdsperiode 2,5 tot 4 jaar. 

  • 3.

    Een tegemoetkoming voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker in de voorschoolse educatie. 

  • 4.

    Een aanvullende locatiesubsidie voor een VE-locatie. 

 

Artikel 2.2. Hoeveel subsidie kunt u aanvragen?

  • 1.

    Voor (VVE-)peuterarrangementen kunt u subsidie aanvragen voor het per (VVE-doelgroep)peuter werkelijk afgenomen aantal uren (VVE-)peuterarrangement. Hierbij geldt de maximale subsidie per bezet (VVE-)peuterarrangement per jaar: uren per week * aantal weken * subsidieuurtarief minus de geldende, berekende inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform artikel 2.3.  

  • 2.

    Het subsidieuurtarief is bedoeld voor onder andere: het voldoen aan alle wettelijke eisen, de  voorbereiding en uitvoering van (ve-)activiteiten, materialen, huisvesting, coördinatie en managementuren, taakuren voor overdracht, signalering, ouderbijeenkomsten en oudergesprekken en de scholing en professionalisering van de pedagogisch medewerkers conform het wettelijke kader en het gestelde in de Bossche kwaliteitsstandaard. 

  • 3.

    U kunt daarnaast een aparte subsidie aanvragen voor een tegemoetkoming voor de inzet van de ve-beleidsmedewerker in de voorschoolse educatie. U kunt deze subsidie alleen aanvragen als u ook subsidie aanvraagt voor VVE-peuterarrangementen. De subsidie is gebaseerd op het aantal VVE-doelgroeppeuters per 1 januari van het betreffende subsidiejaar x 10 uur x het uurtarief ve-beleidsmedewerker. Dit uurtarief wordt bepaald op basis van de in september voorafgaand aan het subsidiekalenderjaar gepubliceerde salarisschaal CAO kinderopvang schaal 9- hoogste trede. De subsidie is bedoeld voor de inzet van de ve-beleidsmedewerker voor het uitvoeren beleidsmatige taken op het gebied van voorschoolse educatie, het coachen van pedagogisch medewerkers op locatie en deelname aan gemeentebrede intervisie (zie ook uitvoeringskader ve-beleidsmedewerker). 

  • 4.

    Voor een ve-locatie met minimaal 35% doelgroeppeuters kunt u een aanvullende locatiesubsidie aanvragen voor ve-coördinatie ten behoeve van de afstemming en de samenwerking met het kindcentrum in het kader van een doorgaande lijn.  

  • 5.

    De subsidietarieven worden jaarlijks door het college vastgesteld en in het aanvraagformulier opgenomen. Eventuele verhoging van de subsidie uurtarieven is gebaseerd op de indexatie van het fiscale maximum.  

 

Artikel 2.3. Welke ouderbijdragen gelden er voor (VVE-)peuterarrangementen?

  • 1.

    Voor (VVE-)peuterarrangementen betalen ouders een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor maximaal 320 uur per jaar een door de gemeente vastgestelde inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan het kindercentrum tot aan het jaarlijks door het Rijk vastgestelde fiscaal maximum. 

  • 2.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor maximaal 320 uur per jaar het fiscale maximum aan het kindercentrum en vragen hierover kinderopvangtoeslag aan. 

  • 3.

    VVE-doelgroeppeuters die naar een VVE-peuterarrangement gaan, kunnen in het totaal 640 uur per jaar deelnemen. Ouders betalen voor de resterende maximaal 320 uur in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage.  

  • 4.

    De inkomensafhankelijke ouderbijdrage zoals hierboven genoemd (artikel 2.3 lid 1) is gebaseerd op de peuteropvangtabel van de Verenging van Nederlandse Gemeenten en is op te vragen bij de gemeente.  

  • 5.

    Voor het vaststellen van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage zoals hierboven genoemd (artikel 2.3 lid 1) gebruikt u het verzamelinkomen van ouders over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen inkomensverklaring van de Belastingdienst. Als het verwachte verzamelinkomen van de ouders anders is dan dat van de inkomensverklaring(en), kunt u ouders documenten vragen waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit deze documenten moet blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor minimaal drie maanden voorafgaand aan plaatsing op een (VVE-)peuterarrangement. Een kopie van deze documenten neemt u op in het kinddossier als onderbouwing voor het vaststellen van de ouderbijdrage. 

 

Artikel 2.4. Aan welke voorwaarden moet u voldoen?

  • 1.

    De aanvrager voor subsidie voor een (VVE-)peuterarrangement is een kindercentrum gevestigd in  de gemeente ’s-Hertogenbosch waar een peuter ingeschreven bij de gemeente ‘s-Hertogenbosch gebruik van maakt en: 

    • a.

      Die voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de Wet kinderopvang, aan voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit kwaliteit kinderopvang en aan voorschriften gesteld bij of krachtens de Regeling wet kinderopvang; 

    • b.

      Waarbij er niet handhavend is opgetreden naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder. Indien er een voornemen tot handhavend optreden bestaat, zal eerst een besluit op dit voornemen worden afgewacht, alvorens de aanvrager voor een subsidie in aanmerking komt;  

    • c.

      Die voldoet, of bij geval van een nieuwe aanbieder aannemelijk kan maken te voldoen, aan de vereisten van de Bossche Kwaliteitsstandaard; 

    • d.

      Die deelneemt aan de Peutermonitor, aan gemeentelijke kennisdeling en afstemming rondom VVE-beleid, aan kwaliteitsgesprekken en intervisie, aan monitoring en andere gemeentelijke activiteiten gericht op kwaliteitsverbetering van (VVE-)peuterarrangementen.  

  • 2.

    De aanvrager voor subsidie voor een Ve-locatie is een in het Landelijk Register Kinderopvang als VVE geregistreerd kindercentrum waar een VVE-doelgroeppeuter gebruik van maakt en   

    • a.

      Die voldoet aan het eerste lid van dit artikel; 

    • b.

      Die voldoet aan de voorschriften gesteld of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. 

  • 3.

    U kunt alleen subsidie aanvragen voor kinderen ingeschreven in de gemeente ’s-Hertogenbosch. Voor (VVE-)peuterarrangementen geldt daarnaast dat de deelnemende peuters tussen de 2,5 en 4 jaar moeten zijn. In overleg met en na aparte toestemming van de gemeente is plaatsing en een tegemoetkoming in de vergoeding voor peuters jonger dan 2,5 jaar en verlenging na de leeftijd van 4 jaar of plaatsing van kinderen die niet zijn ingeschreven in de gemeente, mogelijk.  

  • 4.

    Voor de aanvraag  van deze subsidie gebruikt u een door de gemeente opgesteld aanvraagformulier.  

  • 5.

    Onderdeel van de aanvraag is een inhoudelijke onderbouwing, waarin is beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen, het Bossche kwaliteitskader, en door de gemeente in overleg met de houders hiervan afgeleide onderwerpen. Ook geeft u voor het betreffende kalenderjaar het verwachte aantal peuters en ve-locaties op. In uw aanvraag tbv de VE-locaties mbt extra inzet VE-coördinatie maakt u – indien van toepassing- in het VVE-locatieplan duidelijk op welke wijze deze subsidie is ingezet.  

  • 6.

    Wanneer u voor het eerst subsidie aanvraagt voor (VVE-)peuterarrangementen moet u bij uw aanvraag ook een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten van de rechtspersoon, alsmede het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar meesturen.  

 

Artikel 2.5. Wanneer komt uw aanvraag voor (VVE-)peuterarrangementen niet in aanmerking?

Uw aanvraag komt niet in aanmerking voor deze subsidie wanneer: 

  • 1.

    U niet voldoet aan de voorwaarden van deze regeling zoals beschreven in artikel 2.4 of aan de ASV. 

  • 2.

    Uw aanvraag onvoldoende bijdraagt aan de doelstelling van deze regeling zoals beschreven in artikel 1. 

  • 3.

    De aanvraag onvolledig is. 

  • 4.

    Er handhavend is opgetreden naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder. Indien er een voornemen tot handhavend optreden bestaat, zal eerst een besluit op dit voornemen worden afgewacht, alvorens de aanvrager voor een subsidie in aanmerking komt. 

 

Artikel 2.6. Hoe verloopt de subsidieprocedure?

Subsidieaanvragen voor een tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie moeten uiterlijk voor 15 november voor het nieuwe subsidiejaar binnen zijn. Deze subsidie loopt per kalenderjaar. 

U ontvangt binnen 6 weken na de sluitingsdatum een besluit op uw aanvraag. 

 

Artikel 2.7. Hoe kunt u deze subsidie aanvragen?

  • 1.

    Een aanvraag voor deze subsidie kan gedaan worden via het aanvraagformulier dat via de website van de gemeente ’s-Hertogenbosch verkrijgbaar is.  

  • 2.

    Bij vragen kunt u contact opnemen met de contactpersoon onderaan deze regeling en/of het gemeentelijk contact centrum van de gemeente ’s-Hertogenbosch. 

 

Artikel 2.8. Hoe en wanneer wordt de subsidie uitbetaald?

De subsidie wordt als voorschot uitbetaald op basis van de in het aanvraagformulier aangegeven aantallen verwachte deelnemende (VVE-doelgroep)peuters en het aantal ve-locaties. De uiteindelijke vaststelling van het definitieve subsidiebedrag gebeurt op basis van het aantal ve-locaties, de uren en aantallen peuters zoals opgenomen in de Peutermonitor. 

 

Artikel 2.9. Verantwoording en definitieve vaststelling subsidie

  • 1.

    Na afloop van de subsidieperiode stuurt u een inhoudelijk en financieel verslag aan de gemeente. In het inhoudelijk verslag beschrijft u op welke wijze u de beoogde doelstellingen van deze subsidieregeling heeft behaald, in hoeverre er sprake is van afwijkingen ten opzichte van het inhoudelijke plan dat is ingediend bij de subsidieaanvraag en geeft u inzicht in het aantal afgenomen uren, aantallen peuters, de ontvangen ouderbijdragen, subsidie(s) en eventuele andere inkomsten. 

  • 2.

    Voor de verantwoording van deze subsidie gebruikt u een door de gemeente opgesteld vaststellingsformulier.  

  • 3.

    De Peutermonitor maakt een berekening van te ontvangen subsidie (met aftrek van ouderbijdragen) inzichtelijk voor peuters en VVE-doelgroeppeuters, waarbij er onderscheid is tussen ouders die wel of geen kinderopvangtoeslag betalen. Ook het aantal uren dat peuters hebben deelgenomen, wordt uit de Peutermonitor overgenomen.  

  • 4.

    Wanneer uit de aangeleverde informatie in het vaststellingsformulier blijkt dat het aantal gerealiseerde uren van (VVE-)peuterarrangementen, het aantal (doelgroep)peuters of aantal ve-locaties lager is dan volgens de aanvraag kan dit een terugvordering tot gevolg hebben. 

  • 5.

    Als de subsidieverlening danwel de som van meerdere door de gemeente verstrekte subsidies € 50.000,- tot € 100.000,- bedraagt, overlegt de aanvrager een beoordelingsverklaring in dienen zoals beschreven in artikel 18 van de ASV.  

  • 6.

    Als de subsidieverlening danwel de som van meerdere door de gemeente verstrekte subsidies hoger is dan € 100.000,- overlegt de aanvrager een controleverklaring zoals beschreven in artikel 18 van de ASV.  

  • 7.

    Het verantwoordingsformulier moet uiterlijk voor 1 juni van het opvolgende jaar zijn ingediend.  

 

Artikel 3. Tot slot

Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 oktober 2024.  

  • 1.

    Het college kan besluiten in uiterste gevallen en beredeneerd afwijken van deze regeling.   

  • 2.

    Het college stelt de subsidieregelingen jaarlijks (veranderd of onveranderd) vast. Daarna  publiceert het college de subsidieregelingen voor het komende jaar.   

  • 3.

    Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente ‘s-Hertogenbosch.   

  • 4.

    De Algemene subsidieverordening ’s-Hertogenbosch (ASV) is op deze subsidieregeling van toepassing.   

 

Voor vragen over deze regeling kunt u contact opnemen de verantwoordelijk beleidsambtenaar via subsidies@s-hertogenbosch.nl. 

 

Het college voornoemd,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Naar boven