Gelet op:
artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 12, lid b van het BABW, ingevolge het plaatsen van bord E6 geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie.
Aanleiding
De bewoner van de Hyacintenstraat 37 te Heteren heeft een verzoek ingediend voor het reserveren van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij de woning.
Overwegende dat:
de Rauwendaal een weg binnen de bebouwde kom betreft in de kern Heteren en in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Overbetuwe;
de bewoner van de Hyacintenstraat 37 te Heteren middels een aanvraagformulier een aanvraag heeft ingediend om de beschikking te krijgen over een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;
de aanvrager als inwoner van de gemeente Overbetuwe staat geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie;
de aanvrager als bestuurder beschikt over een motorvoertuig;
de gemeente Overbetuwe aan de aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart heeft verstrekt;
de aanvrager niet de beschikking heeft over parkeergelegenheid op eigen terrein;
het wenselijk is om mindervalide weggebruikers, die de beschikking hebben over een gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid te bieden om in de directe nabijheid van hun woning te kunnen parkeren;
gezien de beperkte mobiliteit van de aanvrager en de parkeersituatie ter plaatsen van het woonadres van de aanvrager, het wenselijk is aan de aanvrager een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij het woonadres in de Rauwendaal ter beschikking te stellen;
dit kan worden bewerkstelligd door het plaatsen van de daarvoor benodigde bebording;
het doel van het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is om de gehandicapte gebruiker daarvan in staat te stellen een actief en mobiel leven te leiden en daardoor aan het algemeen maatschappelijke verkeer kan deelnemen en dat dit prevaleert boven andere individuele belangen;
de belangen van de mindervalide aanvrager zwaarder wegen dan die van valide weggebruikers om op deze parkeerplaats met hun voertuig te kunnen parkeren;
het treffen dan wel intrekken van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen en, specifiek in deze, te vergroten voor de hierboven genoemde weggebruiker die de beschikking heeft over een gehandicaptenparkeerkaart;
overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met een gemachtigde van de korpschef van de politie en dat positief is geadviseerd.
Burgemeester en wethouders nemen, gelet op het voorgaande, de volgende