Gemeenteblad van Zwolle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwolle | Gemeenteblad 2024, 440576 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwolle | Gemeenteblad 2024, 440576 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Zwolle 2024
Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift
Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.
Artikel 5. Horen en adviseren door de commissie
Er is een commissie die bestuursorganen van de gemeente Zwolle adviseert ten aanzien van de beslissing op bezwaarschriften, die haar ter advisering in handen zijn gesteld.
Burgemeester en wethouders zorgen voor een secretaris die de commissie in haar werkzaamheden ondersteunt.
Burgemeester en wethouders kunnen voor het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in het eerste lid, als het betreffende commissielid niet naar behoren functioneert, dan wel als door veranderde omstandigheden het lidmaatschap van het commissielid niet meer verenigbaar is met de (onafhankelijke) aard van de commissie, het betreffende commissielid ontslaan.
Artikel 10. Onpartijdigheid leden
De voorzitter, vice-voorzitter en de (plaatsvervangende) leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 16. Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen
Wegens bijzondere beroepsmatige deskundigheid en de zwaarte en omvang van hun taak als bedoeld in artikel 3.4.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers ontvangen de (plaatsvervangende) leden van de commissie een vergoeding ten bedrage van 140% en de (vice-)voorzitter een vergoeding van 180% van de vergoeding, zoals is vastgelegd in de tabel in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
De gemeente brengt jaarlijks verslag uit over de behandeling van bezwaarschriften in het voorafgaande kalenderjaar.
Deze verordening geeft een kader voor de behandeling van bezwaarschriften. Het contact met burger staat hierbij centraal. De verordening bevat bepalingen over de informele aanpak, het ambtelijk horen en het horen door een commissie. Het uitgangspunt is informele behandeling van bezwaren waar het kan en formele behandeling waar het noodzakelijk is.
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.
Bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Onder bestuursorgaan wordt hier verstaan een orgaan van de gemeente dat een besluit heeft genomen waartegen bezwaar openstaat (zie artikel 7:1 in samenhang met artikel 8:1 van de Awb). Deze verordening geldt alleen voor dergelijke besluiten van de raad, burgemeester en wethouders, de burgemeester en de leerplichtambtenaar.
Artikel 3. Vooronderzoek en informele behandeling
Het zo spoedig mogelijk na de ontvangst van het bezwaarschift contact leggen met de bezwaarmaker is zeer zinvol. Er kan dan aan bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden inzicht in en uitleg over de vervolgprocedure worden gegeven. Op welke wijze contact wordt opgenomen wordt niet in de Awb geregeld. Dit is aan het bestuursorgaan zelf. De keuze die gemaakt wordt kan afhangen van de inschatting wat het beste in het concrete geval zal zijn. Hierbij wordt met zowel de bezwaarmaker als de voorbereider van het bestreden besluit contact opgenomen en wordt de mogelijkheid van een minnelijke oplossing van het bezwaar verkend. Als een oplossing kan worden gevonden voor het probleem dat aanleiding was voor het bezwaarschrift dan hoeft het bezwaarschrift niet verder in behandeling te worden genomen en kan het informeel worden afgedaan. Indien er eventuele andere belanghebbenden zijn, dan wordt ook met hen in contact getreden als dit gewenst is voor de informele afhandeling. Omdat de heroverweging van het bestreden besluit in bezwaar onbevooroordeeld moet gebeuren, is het wenselijk dat dit (ambtelijke) contact niet wordt gelegd door iemand die direct bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest.
Als tijdens het informele contact blijkt dat een nieuw besluit wenselijk is, dan worden hierbij de belangen van derde belanghebbenden in acht genomen.
Het bestuursorgaan moet op het bezwaarschrift beslissen binnen zes weken na het einde van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift (artikel 7:10, eerste lid, van de Awb). Als een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb is ingesteld, is de beslistermijn twaalf weken. De beslistermijn kan worden verdaagd (=uitgesteld) als de termijn voor de behandeling van het bezwaar niet kan worden gehaald. Ook als wordt gestart met een informele behandeling van een bezwaar kan de beslistermijn worden verdaagd. De beslistermijn kan maximaal zes weken worden verdaagd, maar verdere verdaging van de beslistermijn is mogelijk als alle belanghebbenden daarmee hebben ingestemd of als (enkel) de bezwaarmaker hiermee heeft ingestemd en de belangen van (overige) belanghebbenden niet worden geschaad. De beslistermijn kan ook worden verdaagd als de naleving van een wettelijk procedurevoorschrift dit vergt (artikel 7:10, derde en vierde lid, van de Awb).
Het verdagingsbesluit moet aan de belanghebbenden worden bekendgemaakt, maar het is niet mogelijk om hiertegen een bezwaar- of beroepschrift in te dienen. Zie ook de artikelen 3:40 en 6:3 van de Awb.
Belanghebbenden (de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden) moeten worden gehoord voordat op het bezwaar wordt beslist (artikel 7:2, eerste lid, van de Awb). Slechts in een beperkt aantal gevallen kan van het horen worden afgezien.
De gemeente Zwolle kiest voor de behandeling van bezwaarschriften in de regel voor ambtelijk horen. Daarop zijn de bepalingen uit artikel 7:5 van de Awb van toepassing.
Hoe het horen wordt vormgegeven is grotendeels aan degene(n) die horen zelf. Er kan voor worden gekozen om fysiek te horen, maar telefonisch of digitaal horen is ook mogelijk. Hierbij is het wel vereist dat alle betrokkenen hiermee instemmen.
Van het horen wordt een kort en zakelijk verslag gemaakt (artikel 7:7 van de Awb).
Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn:
Artikel 5. Horen en adviseren door de commissie
Het horen en adviseren door een commissie wordt in artikel 7:13 van de Awb geregeld.
De commissie is bevoegd om te adviseren over bezwaarschriften die haar ter advisering in handen zijn gesteld. De commissie kan ook verzocht worden door een bestuursorgaan om te adviseren ten aanzien van een bezwaarschrift als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 6. Samenstelling van de commissie
Het aantal leden dat naast de voorzitter deel uitmaakt van de commissie moet tenminste twee zijn, maar dit kunnen er ook meer zijn (artikel 7:13, eerste lid, onder a van de Awb). Het horen dient door tenminste twee leden plaats te vinden, de beraadslagingen door drie leden.
Een (vice-)voorzitter is een lid van de commissie met een extra taak voor wat betreft het leiden van de vergaderingen.
Als de (vice-)voorzitter verhinderd is, dan kan de commissie zelf beslissen wie hem als voorzitter vervangt.
De commissie is onafhankelijk. Haar leden kunnen dus geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan. Zie ook artikel 7:13, eerste lid onder B van de Awb en artikel 84, tweede lid, in samenhang met artikel 83, tweede lid, van de Gemeentewet.
Leden kunnen ten hoogste tweemaal, telkens voor een periode van maximaal vier jaar, worden herbenoemd. Het tijdstip van herbenoeming vormt daarbij voor de leden en gemeente een toetsmoment.
Het is voor de continuïteit van het horen en adviseren wenselijk om aan te blijven als lid of voorzitter totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 10. Onpartijdigheid leden
Hoewel artikel 2:4 van de Awb een gebod van onpartijdigheid bevat voor bestuursorganen is in dit artikel nog uitdrukkelijk bepaald dat dit (ook) voor de commissie geldt. Dit biedt bijvoorbeeld duidelijkheid als de onafhankelijke voorzitter of een extern lid inhoudelijk niet onbevangen kan adviseren.
Hierin is het uitgangspunt vastgelegd dat de hoorzitting openbaar is.
Op grond van het derde lid kan worden besloten om de hoorzittingen van een kamer met gesloten deuren te laten plaatsvinden. Gelet op het karakter van de te behandelen bezwaarschriften zal dit het geval zijn bij sociale zaken. Daarnaast is er de mogelijkheid om in een incidenteel geval op verzoek te besluiten tot het houden van een hoorzitting met gesloten deuren.
De Awb bepaalt dat de gehele commissie over de openbaarheid van de hoorzitting beslist, en hiermee samenhangend ook de geheimhouding van stukken (zie de artikelen 7:13, vierde lid, in samenhang met 7:4, zesde lid, en 7:5, tweede lid, van de Awb). Dit uitdrukkelijke voorschrift maakt het niet mogelijk dat deze bevoegdheid door (enkel) de voorzitter (of een ander lid) van de commissie wordt uitgeoefend (Kamerstukken 21 221, nr. 3, p. 155).
Artikel 7:7 van de Awb vereist dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De vorm en de inhoudelijke vereisten van het verslag worden niet door de Awb geregeld.
Het bepaalde in het eerste lid strekt niet zo ver dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Dit is ook niet wenselijk gelet op de bepalingen van de Algemene verordening gegevensbescherming. Enkel de noodzakelijke persoonsgegevens worden in het verslag opgenomen. Noodzakelijk is in ieder geval dat uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht.
In artikel 7:9 van de Awb is bepaald dat als het feiten of omstandigheden betreft die voor de beslissing op bezwaar van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel van hoor en wederhoor).
De invulling van het verslag is open gelaten. Voor de hand ligt dat in het verslag wordt aangegeven hoeveel bezwaren zijn ingediend, wat de werkvoorraad was bij aanvang van het kalenderjaar, hoeveel bezwaren zijn behandeld, advisering door de adviescommissie, wat de uitkomst van de bezwaren zijn (niet-ontvankelijk, (deels) gegrond, enz.), in welke gevallen beroep is ingediend en wat de uitkomst van dit beroep is. In geval een klacht is ingediend tegen de commissie wordt dit in het jaarverslag vermeld. Het jaarverslag is ook een instrument voor de gemeente om verbeterpunten op het gebied van juridische kwaliteit te signaleren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-440576.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.