Gemeenteblad van Noardeast-Fryslân
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noardeast-Fryslân | Gemeenteblad 2024, 439201 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noardeast-Fryslân | Gemeenteblad 2024, 439201 | beleidsregel |
Beleidsregels verplichte participatie bij omgevingsvergunningen en wijzigingen omgevingsplan op initiatief van derden gemeente Noardeast-Fryslân 2024
Deze beleidsregels gaan over de beoordeling of voldaan is aan de participatieverplichting bij door de gemeenteraad aangewezen gevallen van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (16.55, lid 7, Omgevingswet) en bij aanvragen tot wijziging van het omgevingsplan door de initiatiefnemer anders dan gemeente.
Aanwijzing gevallen verplichte participatie
De gemeenteraad heeft gevallen van activiteiten aangewezen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor het college bevoegd gezag is, kan worden ingediend.
Uit de participatieverplichting (artikel 16.55, lid 7, Omgevingswet) volgt dat de uitgevoerde participatie enige inhoud moet hebben gehad. Heeft de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de aangewezen buitenplanse omgevingsplanactiviteit in het geheel niet aan enige participatie gedaan? Dan heeft de aanvrager niet voldaan aan het aanvraagvereiste.
Heeft de aanvrager wel in enige mate aan participatie gedaan? Dan moet het college van burgemeester en wethouders beoordelen of er sprake is van voldoende participatie. Wanneer sprake is van onvoldoende/voldoende participatie heeft de wetgever niet aangegeven. Dit zal afhangen van de aard en gevolgen van de aangevraagde activiteit op de fysieke leefomgeving. De participatie-inspanning van de aanvrager moet proportioneel zijn ten opzichte van de aangevraagde activiteit.
Hoe groter de impact, hoe belangrijker het college het vindt dat er vooraf aan omwonenden en andere belanghebbenden is gevraagd welke zorgen of belangen zij zien bij het initiatief en dat initiatiefnemer iedereen zoveel als mogelijk bij het initiatief betrekt.
De wetgever heeft de keuze voor de vorm van participatie bewust bij de aanvrager gelaten. Het college beoordeelt enkel of er voldaan is aan de participatieverplichting. Het college doet dat door te beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie.
Buiten behandeling laten aanvraag bij niet of onvoldoende participatie
De aanvraag om vergunning kan buiten behandeling kan worden gelaten als de aanvrager niet of onvoldoende inhoud heeft gegeven aan de verplichte participatie, en als hij de gelegenheid om dit gebrek te herstellen niet voldoende heeft benut.
Daarom is het wenselijk om beleidsregels vast te stellen die gebruikt kunnen worden om te beoordelen of de aanvrager voldoende aan participatie heeft gedaan en of daarmee voldaan is aan de aanvraagvereiste op basis van 4.81 Algemene wet bestuursrecht.
Deze beleidsregels geven vroegtijdig duidelijkheid aan de initiatiefnemer en belanghebbenden over het participatieproces.
De beleidsregels gelden ook voor voorbereiding aanvraag wijziging omgevingsplan door initiatiefnemer
De verplichting om een wijziging van het omgevingsplan voor te bereiden met participatie geldt voor de gemeente als het bevoegd gezag. Het komt voor dat een initiatiefnemer anders dan de gemeente een wijziging van het omgevingsplan aanvraagt en een concreet belang heeft bij de wijziging. Het college kan dan met de initiatiefnemer afspreken dat deze zorg draagt voor de uitvoering van de participatie voordat de aanvraag kan worden ingediend. Dat kan de gemeente niet dwingend opleggen, wegens strijd met de regels over participatie. Indien door een initiatiefnemer een aanvraag tot wijziging van het omgevingsplan is gedaan en het college heeft aangegeven dat initiatiefnemer voor participatie zorg draagt bij de voorbereiding van die aanvraag, dan kunnen deze zelfde beleidsregels worden toegepast.
Het college van burgemeester en wethouders van de Noardeast-Fryslân,
gelezen het voorstel van 17 september 2024
gelet op artikel 4.81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 16.55, lid 7 van de Omgevingswet,
overwegende dat de gemeenteraad gevallen aan kan wijzen van activiteiten waarin participatie verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor het college bevoegd gezag is, kan worden ingediend;
dat de participatie vormvrij is, maar wel voldoende inhoud moet hebben;
dat de aanvraag om vergunning buiten behandeling kan worden gelaten als:
dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen die gebruikt kunnen worden om te beoordelen of de aanvrager voldoende aan participatie heeft gedaan;
dat deze beleidsregels vroegtijdig duidelijkheid scheppen aan de initiatiefnemer en belanghebbenden over het participatieproces;
vast te stellen de Beleidsregels verplichte participatie bij omgevingsvergunningen en wijzigingen omgevingsplan op initiatief van derden gemeente Noardeast-Fryslân 2024
Als een initiatiefnemer (niet de gemeente zelf) voornemens is een aanvraag tot wijziging van het omgevingsplan in te dienen en daarbij een direct betrokken belang heeft, dan maakt het college afspraken met initiatiefnemer over de uitvoering van de participatie bij dat initiatief, voordat de aanvraag kan worden ingediend. Deze beleidsregels zijn in dat geval ook van toepassing op dat participatieproces.
Artikel 6 Bekendmaking en inwerkingtreding
De beleidsregels worden bekend gemaakt via https://www.officielebekendmakingen.nl/ en treden in werking een dag na bekendmaking van dit besluit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-439201.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.