Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 3.2.2, zesde lid:
De gemeente eist van de formele hulpverlener dat deze in het bezit is van een VOG, namelijk screeningsprofiel 45 (gezondheidszorg en welzijn van mens en dier) als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die voor hun beroep met zijn cliënten in contact kunnen komen. De VOG mag niet eerder zijn afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop de zorgverlener voor de aanbieder ging werken. De gemeente kan bepalen dat elke drie jaar de VOG opnieuw moet worden aangevraagd. Een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert hoeft niet te voldoen aan bovenstaande eis.
|
Artikel 3.2.2, zesde lid:
De gemeente eist van de formele hulpverlener dat deze in het bezit is van een VOG, namelijk screeningsprofiel 45 (gezondheidszorg en welzijn van mens en dier) als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die voor hun beroep met zijn cliënten in contact kunnen komen. De VOG mag niet eerder zijn afgegeven dan drie maanden voor de ingangsdatum van de hulp. De gemeente kan bepalen dat elke drie jaar de VOG opnieuw moet worden aangevraagd. De hulpverlener levert de VOG na ontvangst in bij de gemeente. De kosten van de VOG worden niet door de gemeente vergoed. Een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert hoeft niet te voldoen aan bovenstaande eis.
|
Artikel 3.3.2, zesde lid:
De informele hulpverlener moet, indien gevraagd, beschikken over een VOG zijnde screeningsprofiel 45, die niet ouder is dan 3 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van de zorgverlening. De gemeente kan bepalen dat elke drie jaar de VOG opnieuw moet worden aangevraagd. De kosten worden niet betaald vanuit de gemeente.
|
Artikel 3.3.2, zesde lid:
De informele hulpverlener moet, indien gevraagd, beschikken over een VOG zijnde screeningsprofiel 45. De VOG is niet ouder dan 12 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van de hulp. De gemeente kan bepalen dat elke drie jaar de VOG opnieuw moet worden aangevraagd. De hulpverlener levert de VOG na ontvangst in bij de gemeente. De kosten van de VOG worden niet door de gemeente vergoed.
|