Gemeenteblad van Brunssum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2024, 435465 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2024, 435465 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling van ISD BOL
Gemeenteraden en colleges van de gemeenten Brunssum en Landgraaf maken bekend:
Dat overeenkomstig artikel 29, eerste lid van de gemeenschappelijke regeling ISD BOL de gemeenteraad van de gemeente Brunssum op 17 september 2024 en de gemeenteraad van de gemeente Landgraaf op 18 april 2024 besloten hebben de gemeenschappelijke regeling te wijzigen, en
Dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Brunssum en Landgraaf, na verkregen toestemming van hun raden, op 24 september 2024 respectievelijk 7 mei 2024 besloten hebben de gemeenschappelijke regeling te wijzigen, en
Hierdoor de gemeenschappelijke regeling ISD BOL is gewijzigd en luidt als volgt:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De regeling behartigt door het op bedrijfsmatige wijze uitvoeren van taken op terreinen van het sociaal domein, de belangen van de deelnemers op genoemde terreinen. De dienst neemt daarbij de door de deelnemers geformuleerde visie en missie in acht. De overheveling van taken en bevoegdheden van het college wordt nader bepaald in artikel 6 en artikel 10 van deze regeling.
Hoofdstuk 2 Het algemeen bestuur
Artikel 5 Samenstelling van het algemeen bestuur
De leden van het algemeen bestuur die tussentijds ontslag nemen, stellen de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die hen heeft aangewezen hiervan op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk. Leden van het algemeen bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.
Artikel 6 Taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de raden om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee gemeenteraden het dagelijks bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
Indien het zesde lid wordt toegepast, dan hebben de gemeenteraden twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven zijn, stelt het dagelijks bestuur de gemeenteraden en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 7 De werkwijze van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken geldt de procedure zoals beschreven in artikel 32 lid 4 van de Gemeentewet.
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur zulks verzoeken (onder schriftelijke opgave van de redenen). In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.
Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen- met uitzondering van de stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, - worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing de bepalingen in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (totstandkoming besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het bestuur).
Hoofdstuk 3 Het dagelijks bestuur
Artikel 10 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
De taken van het dagelijks bestuur zijn:
De uitvoering van de Participatiewet inclusief de invoeringswet, de uitvoering van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ), de uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en bij deze wetten behorende algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen.
Het verlenen van diensten binnen het sociaal domein aan gemeenten buiten het onder artikel 3 lid 2 genoemde rechtsgebied dan wel aan andere organisaties dan gemeenten ongeacht hun plaats van vestiging, met dien verstande dat het algemeen bestuur hiermee dient in te stemmen. De diensten worden verleend tegen een vooraf overeengekomen prijs. Verschuldigde BTW wordt apart in rekening gebracht.
Voorts heeft het dagelijks bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 33 b van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de volgende taken en bevoegdheden:
Hoofdstuk 6 Informatie, verantwoording, ontslag en inspraak
Artikel 16 Extern door het algemeen, het dagelijks bestuur en de voorzitter
Het algemeen, het dagelijks bestuur en de voorzitter geven aan de raden van de gemeenten gevraagd en ongevraagd schriftelijk alle informatie, die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren bestuur nodig is.
Hoofdstuk 8 Het beleidsplan en het jaarverslag
Het dagelijks bestuur bereidt tenminste eenmaal per 4 jaren (gelijklopend met de zittingsperiode van de gemeenteraad) vóór 1 november een meerjarenbeleidsplan voor en legt dit ter vaststelling voor aan de raden van de deelnemers. In het beleidsplan staat welk beleid voor de deelnemers wordt uitgevoerd.
Als de raad van een deelnemer ten aanzien van een bepaald onderwerp een eigen beleid wenst uit te voeren, dat afwijkt van het gemeenschappelijk beleid, wordt ook het afwijkende beleidsstandpunt van deze deelnemer in het bedrijfsplan opgenomen en door de dienst uitgevoerd. Voor de financiële gevolgen hiervan is artikel 22, lid 3, onder b, van toepassing.
Op basis van het meerjarenbeleidsplan wordt jaarlijks een programmabegroting opgesteld, waarin de activiteiten voor elk jaar worden aangegeven met de vermelding van de daarvoor benodigde financiële en personele middelen.
Van de baten en lasten van het openbaar lichaam wordt door het dagelijks bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur, onder overlegging van de conceptjaarrekening, het jaarverslag met daarbij behorende bescheiden, zoals vermeld in artikel 213 van de Gemeentewet. Na de eigen oordeelsvorming zendt het dagelijks bestuur de voorlopige jaarrekening jaarlijks vóór de in artikel 34b van de Wet gemeenschappelijke regelingen genoemde datum toe aan de raden.
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór de in artikel 34, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen genoemde datum het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft aan gedeputeerde staten en voorts aan de raden.
Hoofdstuk 9 Financiële bepalingen
Artikel 20 Financieel en administratief beheer
Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast voor het financiële en administratieve beheer van de dienst. Het bepaalde in artikel 212 en 213 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
De door de deelnemer aan de dienst verstrekte budgetten in het kader van de uitvoering van de Participatiewet (inkomensdeel en werkdeel) en andere fondsen en doeluitkeringen, die door het rijk aan de deelnemers zijn verstrekt, bedoeld voor de uitvoering van de in artikel 6 en 10 bedoelde taken, worden door de dienst beheerd.
Artikel 21 Begrotingsprocedure
Binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór de in artikel 34, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen genoemde datum zendt het dagelijks bestuur de begroting aan gedeputeerde staten.
Artikel 22 Bijdragen van de deelnemers
In de begroting staat welke bijdrage elke deelnemer verschuldigd is voor de uitvoering van de aan de dienst opgedragen taken. De vergoeding voor geleverde diensten van de deelnemers aan de dienst, die in mindering kan worden gebracht op de verschuldigde bijdrage, wordt separaat zichtbaar gemaakt in de begroting.
Artikel 23 Wijziging van de begroting middels bestuursrapportages
Het dagelijks bestuur legt tweemaal per jaar middels een begrotingswijziging, in de vorm van een bestuursrapportage, verantwoording af aan het algemeen bestuur over de voortgang en de eindprognose van de in de programmabegroting opgenomen beleidsdoelstellingen, de uitputting van de middels de programmabegroting ter beschikking gestelde budgetten en de overige afspraken, zoals die zijn vastgelegd in het in de artikelen 14 en 19, lid 2 genoemde bedrijfsplan.
Het dagelijks bestuur biedt de jaarrekening over het afgelopen kalenderjaar met alle bijbehorende bescheiden jaarlijks voor 15 april ter voorlopige vaststelling aan het algemeen bestuur aan, onder gelijktijdige toezending aan de raden van de deelnemers. De rekening moet zijn vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de gemeentewet aangewezen deskundigen en van hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoordingstaak verder dienstig acht.
In de rekening wordt voor elk van de deelnemers overeenkomstig de toerekeningsmethodiek zoals verwoord in artikel 22, leden 5 en 6, het bedrag opgenomen dat voor rekening van de desbetreffende deelnemer komt. De vergoeding voor diensten die de deelnemer aan de dienst heeft geleverd wordt hierbij separaat zichtbaar gemaakt.
De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat de dienst te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
Hoofdstuk 10 Het archief en privacy
Artikel 27a Privacy en informatiebeveiliging
De dienst verstrekt in het kader van de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) een jaarlijkse verantwoording, over het gebruik, beheer en de beveiliging van Suwinet, aan de besturen van de deelnemers. De jaarlijkse verantwoording geschiedt aan de hand van een TPM-verklaring die door een onafhankelijke auditor is goedgekeurd. Het bestuur van de deelnemers wordt uiterlijk op 31 januari van het volgende kalenderjaar op de hoogte gebracht van de verantwoording over het voorgaande kalenderjaar. De deelnemer heeft de jaarlijkse verantwoording nodig om zich zowel horizontaal (aan de gemeenteraad) als verticaal (aan het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties) te kunnen verantwoorden over het gebruik van Suwinet.
Hoofdstuk 11 Toetreding, wijziging en opheffing
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de Wgr vindt toetreding plaats indien de raden en de Colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers daarmee instemmen.
De regeling wordt gewijzigd door een eensluidend besluit van de raden en de Colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers.
Artikel 30 Opheffing, uittreding en liquidatie
In geval van opheffing van de regeling en daardoor uiteindelijk de ontbinding van het openbaar lichaam ISD BOL wordt door het algemeen bestuur, de raden en de colleges van burgemeester en wethouders gehoord hebbende, een liquidatieplan vastgesteld. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.
Artikel 31 Bekendmaking en inwerkingtreden toetreding, wijziging en opheffing
De deelnemers maken de besluiten tot het wijzigen of opheffen van de regeling in hun eigen gemeenten bekend op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht. De gemeente die toetreedt tot de regeling maakt het besluit tot toetreding in de eigen gemeente bekend op de wijze zoals in bedoeld in artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.
Het dagelijks bestuur is belast met de registratie van de regeling overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Aldus besloten door:
De raad van de gemeente Brunssum, in zijn openbare vergadering van 17 september 2024
Griffier
Voorzitter
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum, in zijn vergadering van 24 september 2024
Voorzitter
Secretaris
De raad van de gemeente Landgraaf, in zijn openbare vergadering van 18 april 2024
Griffier
Voorzitter
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf, in zijn vergadering van 7 mei 2024
Voorzitter
Secretaris
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-435465.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.