Regeling Commissie bezwaarschriften

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Heerenveen;

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van 16 juli 2024;

 

gelet op artikel https://wetten.overheid.nl/1.0:v:BWBR0005537&artikel=77:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de volgende:

 

Regeling Commissie bezwaarschriften.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en/of de leerplichtambtenaar als bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet 1969 (Staatsblad 1994, 255) en die ingevolge artikel 14, lid 3 van voornoemde wet, als zijnde een bestuursorgaan de bevoegdheid uitoefent om te besluiten over aanvragen voor verlof van meer dan tien dagen per schooljaar;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissingen op gemaakte bezwaren tegen besluiten van het verwerend orgaan

  • 2.

    De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a. op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen (leges, retributies, kwijtscheldingen, e.d.);

    • b. op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ);

  • 4.

    Wanneer een bezwaar vergezeld gaat van een verzoek om vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb, adviseert de commissie eveneens omtrent al dan niet toekenning van die vergoeding.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit twee kamers.

  • 2.

    Iedere kamer bestaat uit ten minste een voorzitter en twee leden. Indien meerdere benoemde voorzitters tijdens een zitting aanwezig zijn, wordt door de commissie bepaald wie als voorzitter optreedt.

  • 3.

    De eerste kamer (Sociale kamer), behandelt bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten genomen door de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en/of die zien op de uitvoering van wetten en regelingen binnen het Sociaal Domein;

  • 4.

    De tweede kamer (Algemene kamer) behandelt alle bezwaarschriften die niet worden genoemd in lid 3;

  • 5.

    De leden en voorzitters worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 6.

    Het college benoemt voldoende leden en voorzitters.

  • 7.

    De voorzitters en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Heerenveen en geen inwoner zijn van de gemeente Heerenveen.

Artikel 4. Secretaris

  • 1.

    De secretaris voor ambtelijke bijstand aan de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst een genoegzaam aantal secretarissen aan.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk om één keer herbenoemd te worden.

  • 2.

    De leden kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslagnemende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6. Vergoedingen leden en voorzitters

  • 1.

    De voorzitter van de commissie ontvangt voor een hoorzitting en hiermee samenhangende (voorbereidende) werkzaamheden een vergoeding van 2 keer het bedrag genoemd in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De voorzitters ontvangen per bezwaarschrift welke zonder hoorzitting is afgedaan, een vergoeding van 50% van het bedrag genoemd in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    De leden van de commissie ontvangen voor een hoorzitting en hiermee samenhangende (voorbereidende) werkzaamheden een vergoeding van 1,75 keer het bedrag genoemd in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 4.

    Voor overige bijeenkomsten, zoals de jaarlijkse plenaire vergadering, geldt een vergoeding van één keer het bedrag genoemd in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 5.

    Voor advisering zonder aanwezigheid tijdens de hoorzitting (meelezend lid) ontvangen de leden een vergoeding van 1 keer het bedrag genoemd in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 6.

    Voor de reiskosten met eigen vervoer geldt een vergoeding op ter hoogte van de onbelaste reiskostenvergoeding zoals door de Belastingdienst gehanteerd. Voor reiskosten met het openbaar vervoer, 2e klasse, geldt een vergoeding zoals berekend op 9292OV.nl.

Artikel 7. Bemiddeling

De commissie onderzoekt ter zitting of daaraan voorafgaand of de zaak in der minne dan wel op informele wijze kan worden geschikt. De secretaris verricht daartoe namens de commissie en in samenspraak met het verwerend orgaan, de nodige handelingen.

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de betreffende kamer:

  • 1.

    artikel 2:1, derde lid (machtiging vragen aan een gemachtigde);

  • 2.

    artikel 6:6 (herstellen van gebreken aan het bezwaarschrift);

  • 3.

    artikel 6:17 (toesturen stukken van de procedure);

  • 4.

    artikel 7:4, tweede lid (stukken ter inzage leggen);

  • 5.

    artikel 7:6, vierde lid (geen mededeling doen over de inhoud van afzonderlijk gehoorde belanghebbenden);

  • 6.

    Artikel 7:10, tweede, derde, vierde en vijfde lid (opschorten en verdagen beslistermijn).

De voorzitters kunnen deze bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 9. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van een kamer is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van ten minste twee leden van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf toestemming van het college nodig.

Artikel 10. Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de betreffende kamer bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb (geen hoorzitting houden).

  • 3.

    Indien de commissie op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit af te zien van het horen doet zij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

Artikel 10a. Het horen van minderjarigen

  • 1.

    Als de commissie dit in het kader van een volledige heroverweging noodzakelijk vindt, kunnen in zaken waarin de belangen van minderjarigen rechtstreeks zijn betrokken, deze minderjarigen in de gelegenheid gesteld worden hun mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken.

  • 2.

    De commissie kan in afwijking van artikel 12 besluiten de minderjarigen alleen door de voorzitter en buiten de hoorzitting om te horen.

  • 3.

    Er wordt geen verslag van het horen opgemaakt indien toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel.

  • 4..

    Als er een gesprek in de zin van lid 2 heeft plaatsgevonden, geeft de voorzitter tijdens de hoorzitting kort en zakelijk weer wat de minderjarigen hebben verklaard, tenzij geheimhouding om gewichtige redenen geboden is.

  • 5.

    In het advies wordt volstaan met een zakelijke weergave van het gesprek voor zover dit noodzakelijk is voor de heroverweging.

  • 6.

    Voor de brieven van de minderjarigen zijn lid 4 en 5 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Uitnodiging zitting

De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

Artikel 12. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14. Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie naar aanleiding van het tweede lid beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4.

    De zitting van de commissie vindt in beginsel achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op het werkterrein van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en de leerplichtambtenaar. De voorzitter kan in afwijking van de eerste volzin van deze bepaling anders bepalen.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3.

    Het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 17. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan het verwerend orgaan verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 18. Intrekking oude regeling

Tegelijk met de inwerkingtreding van de Regeling wordt de Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Heerenveen ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Heerenveen 2024.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 26 september 2024.

De griffier,

L Roest-Jonkers

De voorzitter,

M.A. Fokkens-Kelder

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 16 juli 2024

De secretaris,

J. van Leeuwestijn

De voorzitter

M.A. Fokkens-Kelder

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 16 juli 2024

M.A. Fokkens-Kelder

Aldus vastgesteld door de leerplichtambtenaar op 18 juli 2024

J. Bosma

Naar boven