Gemeenteblad van Beek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beek | Gemeenteblad 2024, 433226 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beek | Gemeenteblad 2024, 433226 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de gemeentelijke adviescommissie ‘Ruimtelijke Kwaliteit en Welstand’, gemeente Beek, 2024
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2024 (24bbw00296);
gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;
gezien het advies van de commissie Grondgebiedszaken (GGZ);
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de gemeentelijke adviescommissie ‘Ruimtelijke Kwaliteit en Welstand’, gemeente Beek, 2024.
In deze verordening wordt verstaan onder:
goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet, zijnde het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, alsmede het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving te vervulling van maatschappelijke behoeften;
Artikel 2. Taak en werkzaamheden
De commissie heeft in het algemeen als taak de raad en burgemeester en wethouders desgevraagd te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Daaronder wordt in elk geval begrepen het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie. De commissie baseert de voorlichting (evenals als haar concrete adviezen) op de door de gemeente geldende c.q. vastgestelde beleidskaders (zoals de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de beleidsregels over het uiterlijk van bouwwerken, bedoeld in artikel 4.19 van de wet).
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;
adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het hanteren van algemene regels, het nemen van beschikkingen of het verlenen van toestemmingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit en/of fysieke leefomgeving bevatten, zoals neergelegd in de lijst van regelgeving zoals die jaarlijks door het college wordt vastgesteld (bijvoorbeeld regels over reclame in de openbare ruimte, voorwerpen op of aan de weg, standplaatsvergunning, exploitatievergunning horecabedrijven en ligplaatsvergunning).
De raad kan middels een daartoe strekkend besluit werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid aanwijzen die enkel door de dorpsbouwmeester worden uitgevoerd. De dorpsbouwmeester werkt onder de verantwoordelijkheid van de commissie. Dit lid is niet van toepassing op de advisering als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 en 2, en onder b.
Artikel 3. Verplichte advisering
Burgemeester en wethouders zijn daarnaast verplicht tot het inwinnen van advies van de commissie omtrent een door burgemeester en wethouders te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a, onderdeel 3 voor zover het geen uitzondering betreft als opgenomen in de lijst van categorieën gevallen in bijlage 1 bij deze verordening.
De commissie bestaat uit 3 leden, zijnde de dorpsbouwmeester (architect/stedenbouwkundige/monumentendeskundige), een monumentendeskundige en landschapsdeskundige, waarbij de dorpsbouwmeester als voorzitter zal fungeren. De raad kan daarnaast 3 plaatsvervangers benoemen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.
De leden kunnen op een ieder moment op eigen aanvraag hun ontslag aanvragen. Het ontslag wordt door de commissie verleend. De leden kunnen voorts door burgemeester en wethouders tijdelijk worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.
Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van de dorpsbouwmeester. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van de twee leden (dorpsbouwmeester/stedenbouwkundige/monumentendeskundige en monumentendeskundige) met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg. Het advies heeft betrekking op de aanvraag en bevat een schriftelijke onderbouwing ten aanzien van die aanvraag.
Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie
De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet en artikel 2, derde lid, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie middels een daartoe strekkend besluit overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie.
Artikel 11. Verwerking van het advies
Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte. De commissie heeft geen zeggenschap over het al dan niet inwinnen van een second opinion. Het advies van de commissie wordt in het kader van de second opinion toegestuurd aan de raad te plegen andere gemeente.
Artikel 13. Relatie met andere adviseurs
Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.
De op grond van de Bouwverordening 2018 en de Erfgoedverordening 2013 benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn van ten hoogste 3 jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum van de benoeming op grond van de Bouwverordening 2018 en de Erfgoedverordening 2013.
Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de gemeentelijke adviescommissie ‘Ruimtelijke Kwaliteit en Welstand’ wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-433226.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.