Verordening Rekenkamer gemeente Twenterand 2024

De raad van de gemeente Twenterand;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 17 september 2024;

gelet op de artikelen 81a en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Verordening Rekenkamer gemeente Twenterand 2024

Artikel 1. Instelling en samenstelling van de rekenkamer

Er is een rekenkamer, die bestaat uit één lid en een plaatsvervangend lid. Het lid en plaatsvervangend lid worden directeur respectievelijk plaatsvervangend directeur genoemd.

Artikel 2. Benoeming, ontslag en op non-activiteit stelling

De directeur en de plaatsvervangend directeur worden benoemd, ontslagen en op non-activiteit gesteld zoals bedoeld in de artikelen 81c en 81d van de Gemeentewet door een afzonderlijk besluit.

Artikel 3. Budget

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks bij de bij de begroting een bedrag beschikbaar voor de rekenkamer. Dit bedrag is exclusief BTW.

  • 2.

    De directeur van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 4. Vergoeding

De directeur en de plaatsvervangend directeur ontvangen vanuit het totaal beschikbaar gestelde budget een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten volgens de overeenkomst die met hen na de aanbestedingsprocedure wordt gesloten.

Artikel 5. Onderwerpkeuze en onderzoeksprogramma en -opzet

  • 1.

    Voorafgaande aan het opstellen van het onderzoeksprogramma overlegt de rekenkamer met de raad over de door de rekenkamer te verrichten werkzaamheden. Dit overleg kan ook plaatsvinden met de presidium.

  • 2.

    Bij de selectie van de onderwerpen hanteert de rekenkamer de volgende criteria:

    • a.

      het onderzoek heeft betrekking op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van beleid;

    • b.

      er is een substantieel belang.

    • c.

      het betreft door de gemeente te beïnvloeden beleid;

    • d.

      er is een evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • e.

      de resultaten zijn communiceerbaar naar de inwoners van Twenterand.

  • 3.

    De rekenkamer stelt zelf de onderwerpen voor onderzoek vast, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 4.

    Het definitieve onderzoeksprogramma biedt de rekenkamer rechtstreeks ter kennisname aan de gemeenteraad aan.

  • 5.

    Als de raad aan de rekenkamer vraagt een onderzoek in te stellen, dan beantwoordt zij dit verzoek binnen een maand. De rekenkamer motiveert of zij wel of geen gevolg geeft aan het verzoek. Als de rekenkamer gevolg geeft aan het verzoek dan geeft zij onder vermelding van een plan van aanpak en een tijdsplanning aan welke invloed dat heeft op het onderzoeksprogramma.

Artikel 6. Behandeling door de raad

  • 1.

    De rekenkamer biedt schriftelijk een onderzoeksrapport aan de raad aan.

  • 2.

    De raad stelt de rekenkamer zo spoedig mogelijk na ontvangst van het rekenkamerrapport in de gelegenheid het rapport nader toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden in een vergadering van de commissie die het onderzoeksonderwerp het meeste aangaat.

  • 3.

    De raad behandelt het onderzoeksrapport uiterlijk drie maanden na publicatie van het rapport.

Artikel 7. Evaluatie

Het presidium evalueert periodiek de uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 8 Intrekking oude verordening

De ‘Verordening Rekenkamer West Twente, vastgesteld op 10 november 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van de publicatie.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Rekenkamer gemeente Twenterand 2024’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Twenterand, van 1 oktober 2024

De griffier,

A.G.M. Krone MSc, griffier

De voorzitter,

Mr. J.C.F. Broekhuizen, voorzitter

Toelichting  

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Kortheidshalve wordt verwezen naar de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen waarin de werkzaamheden van de rekenkamer zijn vermeld. De verordening is ontleend aan de modelverordening van de VNG. De verordening bevat regels over de rekenkamer, de vergoeding, de werkwijze bij de voorbereiding en verslaglegging over de onderzoeken. In de verordening zijn geen bepalingen opgenomen die ook al in de gemeentewet zijn opgenomen. Dat betekent dus dat de verordening steeds in samenhang met de hoofdstukken IVa (artikelen 81a tot en met 81k) en hoofdstuk XIa (artikelen 182 tot en met 185a) gelezen.

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet). De rekenkamer bestaat uit één lid en een plaatsvervanger. Dat vloeit voort uit de gemaakte keuze om de rekenkamer in te richten via het directeursmodel. Een model waarmee we de afgelopen jaren naar tevredenheid hebben gewerkt. Er is geen aanleiding om een andere vorm te kiezen. Ook de nieuwe wettelijke bepalingen bieden deze mogelijkheid (artikel 81c). Dat artikel impliceert overigens wel dat er een plaatsvervanger dient te worden benoemd. Daarin voorziet dit artikel

 

Artikel 3 Benoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist.

Als de benoeming een bevoegdheid is van de raad dan is ook het ontslag en het op on-activiteit stellen een besluit van de raad.

 

Artikel 4. Vergoeding

De vergoeding van de directeurskosten maakt deel uit van het budget die aan het bureau dat na een Europese aanbestedingsprocedure voor de werkzaamheden van de rekenkamer beschikbaar is gesteld. Er is geen arbeidsrechtelijke verhouding tussen de gemeente en de (plv). directeur.

 

Artikel 5 Onderwerpkeuze en onderzoeksprogramma en -opzet

Deze verordening is vooral gericht op het werkwijze in de afstemming tussen rekenkamer en de gemeenteraad. De raad is op twee momenten belangrijk. In dit artikel wordt de voorbereiding geregeld. Voorop staat dat de rekenkamer haar eigen onderzoeksonderwerpen, maar dat daarbij een logische afstemming of consultatie met de raad plaatsvindt is wenselijk. Binnen de autonome bevoegdheid van de rekenkamer vindt het overleg plaats met het presidium. Deze procedure komt overeen met de aanpak die gebruikelijk was in de afgelopen jaren. Nieuw is dat de rekenkamer op verzoek van de raad c.q. het presidium aan de rekenkamer kan vragen een specifiek onderzoek te doen. Dit lid regelt dan op welke wijze hiermee omgegaan moeten worden. Indien een aanvullende vraag niet past binnen het programma of budget, dan is het aan de raad om in de onderzoeksvraag op een andere wijze te voorzien door een ander bureau te vragen of aanvullend budget beschikbaar te stellen. Deze bepaling vloeit voort uit artikel 182, lid 2 van de gemeentewet.

 

Artikel 6. Behandeling door de raad

De rekenkamer is een orgaan van de raad en de onderzoeksrapporten worden dan ook voorgelegd en behandeld in de raad. Dit artikel voorziet in de procedure voor de behandeling van de onderzoeksrapporten.

 

Artikel 7. Evaluatie

In dit artikel is de evaluatie van de werkwijze van de rekenkamer belegd bij het presidium. Het presidium staat het dichtst bij de rekenkamer (voor wat betreft de onder meer de onderwerpkeuze) en heeft dus het beste zicht op de werkzaamheden.

 

Artikel 8. Intrekking oude verordening

Omdat er maar een verordening kan gelden, dient de oude verordening ingetrokken te worden. Door de opneming van dit artikel wordt met de vaststelling van de nieuwe verordening de oude gelijktijdig ingetrokken.

 

Artikel 9 (Inwerkingtreding) en 10 (Citeertitel)

Deze artikelen spreken voor zich.

 

Naar boven