Wijziging Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 10 september 2024,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag:

 

 

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag wordt als volgt gewijzigd:

 

A Artikel 2:98, vierde lid, onder h, komt te vervallen.

 

B Artikel 2:98, zevende lid, komt te luiden

 

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in derde lid tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      door het bedrijf de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast;

    • b.

      door het bedrijf de leefbaarheid in het gebied door de wijze van de exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;

    • c.

      de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

    • d.

      de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het bedrijf dan wel toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      er strafbare feiten in het bedrijf hebben plaatsgevonden of plaatsvinden;

    • f.

      er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

    • g.

      de bedrijfsmatige activiteiten door de exploitant zijn beëindigd danwel sprake is van een gewijzigde exploitatie;

    • h.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is;

    • i.

      het bedrijf in strijd met het verbod uit het twaalfde lid wordt geëxploiteerd; of

    • j.

      de vestiging of de exploitatie in strijd is met het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet of de Wet milieubeheer.

 

C Artikel 2:98, achtste lid, komt te luiden:

 

  • 8.

    De burgemeester kan de sluiting van een bedrijf bevelen indien:

    • a.

      het bedrijf wordt geëxploiteerd in strijd met het verbod uit het derde lid;

    • b.

      de aan de vergunning, ontheffing of instemming verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; of

    • c.

      er sprake is van een situatie als bedoeld in onder lid, sub a tot en met i.

 

D Artikel 2:98, veertiende lid, komt te luiden:

 

  • 14.

    Het derde lid is niet van toepassing in de volgend situaties:

    • a.

      er zijn nog geen acht weken verstreken sinds de inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit;

    • b.

      een exploitant vestigt zich in een gebouw, gebied of binnen een bedrijfsmatige activiteit nadat het aanwijzingsbesluit in werking is getreden en er zijn nog geen acht weken verstreken sinds de exploitant voor het eerst is aangevangen met de bedrijfsactiviteiten; of

    • c.

      een exploitant heeft een volledige aanvraag ingediend en heeft hiervan een schriftelijke bevestiging van ontvangen.

 

E Na artikel 2:98, veertiende lid, wordt een lid ingevoegd, met vernummering van het vijftiende lid en het zestiende lid tot het zestiende en het zeventiende lid, luidende:

 

  • 15.

    In afwijking van het vorige lid is het derde lid wel van toepassing in de volgende situaties:

    • a.

      aan de exploitant is eerder een vergunning als bedoeld in het derde lid geweigerd, ingetrokken of buiten behandeling gelaten; of

    • b.

      de aanvraag heeft betrekking op een feitelijke voortzetting van dezelfde bedrijfsmatige activiteiten waarvoor eerder een vergunning als bedoeld in het derde lid is geweigerd, ingetrokken of buiten behandeling gelaten.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de dag na datum publicatie in het Gemeenteblad.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 oktober 2024.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen

Naar boven