Nadere regels Subsidie Onderwijsachterstanden gemeente Moerdijk

Het college van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van ..(datum collegevergadering):

 

Overwegende dat;

het college op grond van de artikelen 158 t/m 163 van de Wet op primair onderwijs een verantwoordelijkheid heeft en een specifieke uitkering van het rijk ontvangt voor het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden;

het wenselijk is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het gemeentelijk beleid in het sociaal domein.

 

gelet op artikel 3, artikel 6, artikel 7 , artikel 9, artikel 14 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening gemeente Moerdijk,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de Nadere regels Subsidie Onderwijsachterstanden gemeente Moerdijk

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Moerdijk;

  • b.

    onderwijsachterstanden: achterstanden worden geïndiceerd aan de hand van opleidingsniveau moeder en vader; land van herkomst van de ouders; verblijfsduur van de moeder in Nederland; ouders wel/niet in schuldsanering. Onderwijsscores worden berekend per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling en vervolgens opgeteld worden tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte achterstandsproblematiek per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen

  • c.

    Onderwijsachterstanden beleidsplan: document waarin de gemeente heeft beschreven hoe de onderwijsachterstandsmiddelen worden ingezet.

  • d.

    LEA: het lokale educatieve overleg tussen gemeente, schoolbesturen en directies van het primair-, het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs; werkgroep van de LEA tussen gemeente, primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en andere organisaties die zich bezighouden met VVE waarin thema’s met betrekking tot het beleid rond VVE worden besproken.

  • e.

    OAB-subsidie: subsidie ter uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid;

  • f.

    Subsidieaanvraag: een aanvraag om voor OAB-subsidie in aanmerking te komen. (NB. voor de aanvraag Voor – schoolse educatie (VE) is een inkoopcontract van toepassing)

  • g.

    doelgroepkinderen; Een doelgroeppeuter is een kind van 2,5 tot 4 jaar dat:

    • 1.

      Aantoonbaar over een risicoprofiel beschikt, namelijk: Beide ouders hebben een hoogst genoten opleiding op vmbo-niveau gevolgd of maximaal 2 leerjaren onderwijs van een ander niveau op het voortgezet onderwijs, en/ of; In de thuissituatie wordt geen Nederlands als voertaal gesproken, en/ of; Tenminste één van de ouders is korter dan 8 jaar in Nederland.

    • 2.

      Waarbij door de jeugdgezondheidszorg, de peuteropvang of het kinderdagverblijf een taal- en/ of ontwikkelingsachterstand, zowel sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand is gesignaleerd.

    • 3.

      Waarbij de taal- en of/ ontwikkelingsachterstand zowel sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand volgens een wetenschappelijke methode door de jeugdgezondheidszorg is vastgesteld.

    • 4.

      Indien door de jeugdgezondheidszorg, de peuteropvang of het kinderdagverblijf de eerder gesignaleerde taal- en/ of ontwikkelingsachterstand zowel sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand niet meer wordt gezien, wordt tussen deze partij(en) en de ouders nieuwe afspraken gemaakt rondom het VVE traject.

Artikel 2. Beleidsdoel

Het signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Alle activiteiten zoals die zijn opgenomen in de meest recente handreiking ‘Inzet GOAB Middelen’ uitgegeven door het GOAB-Ondersteuningstraject voor gemeenten in opdracht van het ministerie van OCW. (https://goab.eu/media/4iflkslm/handreiking-inzet-goab-middelen-2023-2026.pdf)

Artikel 4. Doelgroep

Alle organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan het bestrijden van onderwijsachterstanden voor kinderen in de gemeente Moerdijk.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar

  • 2.

    De subsidie kan alleen verstrekt worden aan een rechtspersoon;

  • 3.

    Er moet instemming zijn van de scholen, kinderopvang en maatschappelijke partners in de LEA over de aangevraagde subsidie.

Artikel 6. Aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de subsidieverordening ASV moet een aanvraag het volgende bevatten:

  • 1.

    Een schriftelijk bewijsstuk bevatten waaruit de instemming blijkt van de scholen, kinderopvang en maatschappelijke partners in de LEA met de aangevraagde activiteit. Dit kan blijken uit de notulen van de LEA.

  • 2.

    Een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, doelgroep, plaats, frequentie en duur, organisaties waarmee samengewerkt gaat worden en verwacht aantal deelnemers;

  • 3.

    Een gespecificeerde begroting waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie zij verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder a. bedoelde activiteiten en wat de verwachte deelnemersbijdrage en de bijdrage van andere organisaties is.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Op grond van artikel 7, derde lid van de Algemene subsidieverordening dient een aanvraag om op grond van deze nadere regel uiterlijk 13 weken voor het begin van de activiteit(en) te worden ingediend.

  • 2.

    Subsidie wordt per kalenderjaar aangevraagd.

Artikel 8. Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 9. Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie is gelijk aan de in de aanvraag aangegeven kosten van de activiteiten die volgens deze regeling voor subsidie in aanmerking komen en voor zover dit redelijke kosten zijn. De subsidie is nooit hoger dan het aangegeven subsidieplafond.

Artikel 10. Subsidieplafond

  • 1.

    De Raad zal het subsidieplafond vaststellen en bekendmaken op onze website en overheid.nl . Van het in de gemeentebegroting voor onderwijsachterstanden opgenomen bedrag geldt 30% als subsidieplafond voor deze regeling. In dit plafond worden de van het Rijk ontvangen en geoormerkte gelden voor onderwijsachterstanden verwerkt.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verleend, wordt ingetrokken of wordt gewijzigd als de verwachte specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid niet of niet volledig wordt verkregen.

  • 3.

    Indien het beschikbare budget niet toereikend is om alle aanvragen te honoreren hanteert de gemeente Moerdijk de onderstaande verdelingsregels.

Voor subsidies worden de volgende prioriteiten gesteld:

  • a.

    Activiteiten die zijn ontplooid in de vorige OAB-periode krijgen voorrang boven nieuwe activiteiten;

  • b.

    Daarna krijgen school- of instelling overstijgende activiteiten voorrang boven school- of instellingsgebonden activiteiten.

  • c.

    Bij gelijke prioriteit wordt gerangschikt op volgorde van binnenkomst

Artikel 11. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie ook geweigerd indien:

  • 1.

    er voor dit doel al een ander (toereikend) budget beschikbaar is;

  • 2.

    indien er voor dit doel een andere instelling is, die al een dekkend aanbod verzorgt;.

  • 3.

    er geen consensus is binnen de LEA over de te verstrekken subsidie;.

  • 4.

    het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 12. Voorschot

Subsidie wordt bij voorschot uitbetaald met de subsidieverlening.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling

  • 1.

    5 weken na uitvoering en afronding van de gesubsidieerde activiteiten maar in ieder geval voor het einde van het kalenderjaar moet een aanvraag voor vaststelling van de subsidie worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag voor vaststelling moeten, in afwijking van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening, de volgende stukken aangeleverd worden:

    • a.

      een verslag over het afgelopen kalenderjaar of project. Dit verslag bevat in ieder geval een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde resultaten, prestaties of activiteiten en een toelichting op de verschillen. Het verslag is gerelateerd aan het ingediende activiteitenplan;

    • b.

      een overzicht van de aan de activiteiten en/of producten verbonden uitgaven en inkomsten; het overzicht is gerelateerd aan de productbegroting;

Artikel 14 Beslistermijn aanvraag vaststelling

Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag voor vaststelling.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en eindigd op 31 december 2026 conform de handreiking inzet goab middelen.

Artikel 16. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: “Nadere regels Subsidie Onderwijsachterstanden gemeente Moerdijk”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 30 september 2024.

De secretaris,

De burgemeester,

Naar boven