Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard is op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd middels de vastgestelde Mandaatregeling Dijk en Waard.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Doelstelling
Uit het oogpunt van het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer; is het gewenst om de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats in te trekken aan de linkerzijde van de parkeerplaats, op verzoek van het kindcentrum.
- •
Dokter Manjoeroplantsoen 28, Broek op Langedijk
Motivering
Uit het oogpunt van het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer; is het gewenst om de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats in te trekken, zodat hier weer door een ieder kan worden geparkeerd.
Overleg
Overeenkomstig artikel 23 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is het openbaar lichaam dat het beheer heeft over de weg gehoord.
In artikel 24 van het BABW is bepaald dat verkeersbesluiten pas worden genomen na overleg met de korpschef van de Nationale Politie. Namens de korpschef is deze bevoegdheid gemandateerd aan de verkeersadviseur(s) van de betreffende eenheid. Met de verkeersadviseur(s) van de eenheid Noord-Holland is afgesproken dat verkeersbesluiten over het toewijzen, verwijderen van een gehandicaptenparkeerplaats en een oplaadpunt voor elektrische voertuigen niet ingebracht hoeven
te worden voor overleg. Er van uitgaande dat de wegbeheerder de aanvragen volgens de daarvoor geldende regels controleert en afhandelt en daarvoor de meest geschikte locatie bepaalt en de juiste
bebording plaatst conform de wettelijke vereisten, gaat de verkeersadviseur op voorhand akkoord met het besluit.