Beleid gebiedsontzeggingen en uitvoeringsmandaat Tynaarlo 2024

 

 

De burgemeester van Tynaarlo;

 

gelet op artikel 2:78 van de vigerende Algemene Plaatselijke Verordening Tynaarlo;

 

besluit vast te stellen:

 

Beleid gebiedsontzeggingen en uitvoeringsmandaat Tynaarlo 2024

 

Inleiding

 

In de Algemene Plaatselijke Verordening Tynaarlo (hierna APV) is artikel 2:78 opgenomen. Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om aan degene die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een verbod op te leggen zich te bevinden op de in het verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de gedragingen / handelingen plaatsvonden.

 

Dit verbod wordt opgelegd, in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid.

 

Dit verbod staan bekend onder de naam “gebiedsontzeggingen”. In deze regeling is aangegeven hoe de burgemeester van zijn bevoegdheid gebruik maakt.

 

Onderscheid wordt gemaakt tussen 48-uurs gebiedsontzeggingen en langere gebiedsontzeggingen tot maximaal 12 weken. In afwijking hiervan legt de burgemeester bij agressie en geweld ten aanzien van functionarissen met een publieke taak direct een gebiedsontzegging voor de duur van 12 weken op.

 

Bij het opleggen van een langere gebiedsontzeggingen wordt onderscheid gemaakt tussen drie, in zwaarte oplopende, categorieën van feiten waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd. Het betreft een niet- limitatieve opsomming van feiten. Als in de bestuurlijke rapportage strafbare feiten worden vermeld, die niet voorkomen in de feitentabel, zoekt de burgemeester aansluiting bij het onderscheid dat het Wetboek van Strafrecht maakt tussen overtreding en misdrijf. Om vervolgens de categorie te bepalen weegt de burgemeester de impact van het strafbare feit(en) op de in artikel 2:78 APV genoemde belangen af.

 

Wordt het strafbare feit in het Wetboek van Strafrecht aangemerkt als een overtreding, dan valt deze onder categorie 1 of 2 van de feitentabel. Als het strafbare feit in het Wetboek van Strafrecht wordt aangemerkt als misdrijf, dan valt deze onder categorie 2 of 3 van de feitentabel.

 

Bij het opleggen van een 48-uurs gebiedsontzegging wordt het onderscheid in categorieën niet gemaakt. Deze kan voor alle categorieën worden opgelegd en wordt gebruikt om overlastplegers direct aan te pakken en de overlastsituatie die zij veroorzaken direct te kunnen beëindigen.

Afwijkingsbevoegdheid

Indien de openbare orde in groepsverband ernstig wordt verstoord, zonder dat duidelijk is wie precies welke gedraging heeft gepleegd en rol heeft gehad, kan van deze regeling worden afgeweken.

 

In gevallen dat de aard en de omstandigheden dat vereisen, kan hij dan ook gemotiveerd de regeling ter zijde stellen, stappen overslaan of samenvoegen om zo als het ware maatwerk te leveren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Overtreding: een gedraging, waarvoor een proces verbaal is opgemaakt voor

(een van) de feiten waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd,

zoals opgenomen in Bijlage I.

Eerste overtreding: onder dit begrip wordt ook verstaan een herhaalde

overtreding, die langer dan 55 weken geleden vooraf ging aan de nieuwe

overtreding.

 

Artikel 2 Procedure voor een ontzegging van maximaal 48 uur

Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd voor de duur van maximaal 48 uur in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid..

Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd nadat een betrokkene door de politie is aangehouden en/of geverbaliseerd voor overtreding van een of meer van de in de feitentabel genoemde wettelijke bepalingen.

De politie geeft de burgemeester een afschrift van de in mandaat uitgereikte gebiedsontzegging.

Bij het besluit wordt een kaart van het gebied gevoegd waarvoor de gebiedsontzegging geldt. Indien voor de burgemeester voldoende aannemelijk is dat de betrokkene een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, worden het gebied of de tijden waarop het verbod van toepassing is daaraan aangepast.

Het gaat dan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstanties.

De burgemeester kan na het verstrijken van de in de gebiedsontzegging bepaalde duur (maximaal 48 uur) besluiten om een nieuwe gebiedsontzegging op te leggen voor de duur van 48 uur, indien nog steeds, dan wel op zeer korte termijn opnieuw, vrees bestaat voor een verstoring van de openbare orde.

 

Artikel 3 Procedure voor een ontzegging van meer dan 48 uur.

Voor het opleggen van een gebiedsontzegging van meer dan 48 uur is de ontvangst van de bestuurlijke rapportage/mutatie of een (mini)proces-verbaal voor de burgemeester de basis. De verblijfsontzegging kan voor maximaal 8 weken worden opgelegd. In de rapportage/mutatie worden de strafbare feiten vermeld waarvan betrokkene wordt verdacht deze gepleegd te hebben. Aan de hand van de feitentabel, die onderdeel is van deze regeling, wordt vastgesteld voor hoe lang de gebiedsontzegging wordt opgelegd. Onder “strafbaar feit “wordt ook “poging tot strafbaar feit” verstaan indien hierdoor de openbare orde wordt verstoord.

Het uitgangspunt is vervolgens dat binnen 10 werkdagen na ontvangst van genoemde rapportage/ (mini) proces verbaal een voornemen voor het opleggen van gebiedsontzegging en/of een bestuurlijke waarschuwing naar de betrokkene wordt gestuurd..

Conform artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze te geven. De termijn voor het geven van de zienswijze is 10 werkdagen gerekend vanaf de dag na verzending van het voornemen en/of de in het voornemen vermelde datum. Van de zienswijze wordt afgezien bij spoedeisende gevallen.

De burgemeester neemt een besluit binnen 10 werkdagen na ontvangst van de zienswijze/of na verloop van de zienswijzetermijn. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd met maximaal 10 werkdagen als door de zienswijze en/of informatie van de politie nader onderzoek door de burgemeester noodzakelijk wordt geacht.

Bij het besluit wordt een kaart gevoegd waarop het gebied, waarvoor de gebiedsontzegging geldt, is aangegeven. Indien voor de burgemeester voldoende aannemelijk is dat betrokkene een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, worden het gebied of de tijden waarop het verbod van toepassing is daaraan aangepast.

Het gaat dan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstanties.

De ontzegging kan voor maximaal 12 weken worden opgelegd en geldt voor de gehele dag (24 uur). Tegen een gebiedsontzegging kan binnen zes weken gerekend vanaf de dag na verzending van het besluit bezwaar worden aangetekend.

 

 

Artikel 4 Overige procedureregels

Meerdere feiten

De burgemeester kan een langere gebiedsontzegging opleggen indien de betrokkene meerdere strafbare feiten heeft gepleegd, met een maximum van 12 weken.

Betrokkene in voorlopige hechtenis / opschorting gebiedsontzegging

In het geval de gebiedsontzegging wordt opgelegd op het moment dat de betrokkene zich (nog) in voorlopige hechtenis bevindt, gaat de gebiedsontzegging in op de dag na vrijlating en/of opheffing van de voorlopige hechtenis.

De burgemeester kan afzien van het opleggen van een gebiedsontzegging als de betrokkene meer dan 12 weken in voorarrest / hechtenis heeft gezeten.

Geldige gebiedsontzegging

Als aan een persoon een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er voor hem al een gebiedsontzegging voor (een gedeelte van) datzelfde gebied geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

Waarschuwing

In plaats van een gebiedsontzegging kan de burgemeester een bestuurlijke waarschuwing geven. Dit kan hij bijvoorbeeld doen indien sprake is van 1 overtreding van bovenstaande genoemde feiten en uit de feiten en omstandigheden blijkt dat de kans op herhaling klein is en geen gevaar bestaat voor de in artikel 2:78 van de APV genoemde belangen. Een bestuurlijke waarschuwing is geen besluit.

Als de betrokkene in de 6 maanden voorafgaand aan de aanhouding/staande houden een op naam gestelde waarschuwing heeft ontvangen, wordt een gebiedsontzegging opgelegd aan betrokkene conform de termijn uit de feitentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.

Recidive

Als de betrokkene in de 6 maanden voorafgaand aan de aanhouding/staande houden een gebiedsontzegging is uitgereikt dan wordt opnieuw een gebiedsontzegging opgelegd conform de termijn uit de feitentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.

 

Artikel 5 Register

Van de toepassing van de gebiedsontzeggingen wordt een register bijgehouden.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, voor zover nodig met terugwerkende kracht, in werking op 7 oktober 2024

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleid gebiedsontzeggingen Tynaarlo 2024.

 

Vastgesteld door de burgemeester bij besluit van 7 oktober 2024

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage I

 

 

Feiten Categorie

Termijn ontzegging

Feiten Categorie 1

Strafbare feiten (niet limitatief) waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd

Twee weken

Algemene Plaatselijke Verordening

Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

Artikel 2:31 Verboden gedragingen (in openbare inrichting)

Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal

Artikel 2:42 Plakken en kladden

Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen

Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen

Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten

Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen

Artikel 5:14 Venten

 

Wetboek van Strafrecht

Artikel 424, eerste lid, Straatschenderij/baldadigheid

Artikel 431 Verstoren nachtrust

 

Feiten Categorie 2

Strafbare feiten (niet limitatief) waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd

Zes weken

Algemene Plaatselijke Verordening

Artikel 2:74 Drugshandel op straat

Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

Artikel 3:18 Raamprostitutie

Artikel 3:19 Straatprostitutie

Overtreding van de gebiedsontzegging van twee weken

 

Wetboek van Strafrecht

Artikel 138 Huisvredebreuk

Artikel 139 Lokaalvredebreuk

Artikel 141 Openlijke geweldpleging m.u.v. tegen medewerkers publieke taak

Artikel 170 Vernieling gebouwen, publiek toegankelijke plaats

Artikel 180 Wederspannigheid m.u.v. van tegen medewerkers publieke taak

Artikel 184 Negeren bevoegd ambtelijk bevel

Artikel 209 Aanbieden vals geld

Artikel 225 en artikel 231 Valsheid in geschriften (vals ID)

Artikel 252 Dronken voeren

Artikel 267 Belediging van een ambtenaar in functie

Artikel 285 Bedreiging

Artikel 300 Eenvoudige mishandeling

Artikel 301 Mishandeling met voorbedachten rade

Artikel 306 Deelneming aan aanval of vechtpartij

Artikel 310 Eenvoudige diefstal

Artikel 311 Diefstal

Artikel 350 Vernieling

Artikel 416 en artikel 417 (Opzet) heling

Artikel 426 Ordeverstoring in dronkenschap

Artikel 453 Openbare dronkenschap

Artikel 461 Verboden toegang voor onbevoegden

 

Opiumwet

Artikel 2 en artikel 3 Bezit van meer dan gebruikshoeveelheid drugs

 

Wet wapens en munitie

Artikel 13 Vervaardigen etc.

Artikel 26 Verbodsbepaling

Artikel 27 Dragen en voorhanden hebben categorie II tot en met IV

Overige overtredingen Wet wapens en munitie

 

Recidive van feiten categorie 1 (binnen 6 maanden)

 

Feiten Categorie 3

Strafbare feiten (niet limitatief) waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd

Twaalf weken

Wetboek van Strafrecht

Artikel 141 Openlijke geweldpleging tegen medewerkers publieke taak

Artikel 179 Bedreiging/geweld ambtsverrichting

Artikel 180 Wederspannigheid tegen medewerkers publieke taak

Artikel 184 Negeren bevoegd ambtelijk bevel

Artikel 239 Schennis van de eerbaarheid

Artikel 287 (Poging tot) doodslag

Artikel 302 en artikel 303 Zware geweldsmisdrijven/zware mishandeling

Artikel 304, tweede lid Mishandeling tegen ambtenaar in functie

Artikel 312 Diefstal met geweld

Artikel 317 Afpersing

Artikel 318 Afdreiging

 

Opiumwet

Artikel 2 Verbodsbepaling harddrugs

Artikel 3 Verbodsbepaling softdrugs

Artikel 10a Voorbereidingshandelingen of handelingen ter bevordering verkoop harddrugs

 

Recidive van feiten categorie 2 (binnen 6 maanden)

 

 

 

Naar boven