Verkeersbesluit voor het instellen van parkeergelegenheid voor het laden en lossen aan Zwembaan te Vlaardingen

1992869

vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij het College van Burgemeester en Wethouders ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;

gezien het Mandaatbesluit Ambtenaren 2021 en het Ondermandaatbesluit Ambtenaren 2021;

gelezen het advies van de politie d.d. 28 september 2024, die met dit besluit instemt en waarmee tevens is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen ter zake van de Algemene wet bestuursrecht;

Het college van Burgemeester en Wethouders besluit:

  • 1.

    tot het instellen van een parkeergelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen in de Zwembaan ter hoogte van nummer 83, door het plaatsen van bord E7 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 2.

    het bord te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening, d.d. 27 augustus 2024;

  • 3.

    te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag van bekendmaking in het Gemeenteblad.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Aanleiding en bestaande situatie:

  • dat de Zwembaan een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom van Vlaardingen is;

  • dat op de Zwembaan een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt;

  • dat de Zwembaan binnen de nieuwe woonwijk Vijfsluizen gelegen is;

  • dat er in de Zwembaan een parkeerverbodszone geldt, waardoor enkel geparkeerd mag worden in de daarvoor bestemde parkeervakken;

Verkeerskundige aspecten zijn:

  • dat het vanwege de verblijfsfunctie van de Zwembaan niet wenselijk is dat het laden en lossen van goederen op de rijbaan plaatsvindt;

  • dat de rijbaan voor een deel gebruikt wordt door fietsers en bromfietsers, waarbij het laden en lossen op de rijbaan een blokkade kan vormen en de verkeersveiligheid negatief beïnvloedt;

  • dat er in de Zwembaan ter hoogte van nummer 83 de behoefte bestaan om een parkeerplaats aan te wijzen ten behoeve van het laden en lossen van goederen;

  • dat bovenstaande behoefte voorzien kan worden door het instellen van een gelegenheid voor het laden en lossen van goederen in de Zwembaan ter hoogte van nummer 83;

  • dat deze verkeersmaatregel bedoeld is om het laden en lossen van goederen efficiënter te laten verlopen en de verkeershinder te voorkomen;

  • dat door een specifieke plek aan te wijzen wordt voorkomen dat motorvoertuigen onnodig de rijbaan blokkeren en wordt de doorstroming van het overige verkeer bevorderd;

  • dat deze verkeersmaatregel tevens zal bijdragen aan de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en het creëren van een gereguleerde en veiligere verkeerssituatie in de omgeving.

Uit het oogpunt van:

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Is het gewenst om:

  • ter verhoging van de verkeersveiligheid, ter bescherming van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan de verkeersborden te plaatsen, een en ander zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening.

Belangenafweging

  • bij de afweging van belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;

  • er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;

  • daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Zorgvuldigheid

  • dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;

  • dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Vlaardingen,

Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

B. Huzen

Teammanager Beheer Openbare Ruimte

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, onder vermelding van “bezwaarschrift verkeersbesluit”, Postbus 1002, 3130 EB Vlaardingen.

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

naam en adres van belanghebbende;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

de gronden van het bezwaar;

een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door de belanghebbende maar door een ander, namens hem, wordt ingediend.

Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit (zie artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht).

De indiener van een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening (waaronder schorsing) vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

Afschriften

Afschriften van dit verkeersbesluit zijn verzonden aan:

de politie.

 

Naar boven