VERKEERSBESLUIT
(MvB26092024)
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,
Gelet op:
• Op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
• Op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 is het college bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten voor het plaatsen en verwijderen van verkeersborden en verkeerstekens op het wegdek.
Overwegende:
• het verzoek van 14 september 2024 van een bewoner van Karrestraat om in de nabijheid van de woning een parkeerplaats aan te wijzen als individuele gehandicaptenparkeerplaats, rechts van de ingang, het 3e parkeervak in de lange rij parkeervakken;
• aanvrager niet beschikt over de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein;
• de parkeerdruk 85% of hoger is binnen 100 meter van de woning van de aanvrager;
• aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart als bestuurder;
• het dringend gewenst is dat aanvrager een individuele gehandicaptenparkeerplaats ter beschikking staat en dat niet op een andere wijze in een parkeerplaats kan worden voorzien;
• de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot:
1. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
2. het beschermen van weggebruikers en passagiers.
• dat overleg met de politie heeft plaatsgevonden, waarin de politie akkoord gaat met onderstaand besluit;
• dat genoemde weggedeelte in beheer is bij de gemeente Oosterhout.
Besluiten:
• in de Karrestraat één parkeerplaats aan te wijzen als individuele gehandicaptenparkeerplaats.
Door:
• het plaatsen van het bord E6, gehandicaptenparkeerplaats, met een onderbord met daarop het kenteken;
een en ander overeenkomstig tekening “Gehandicaptenparkeerplaats Karrestraat”.
De individuele gehandicaptenparkeerplaats vervalt van rechtswege:
• binnen één maand na verhuizing;
• binnen één maand na overlijden;
• drie maanden na het vervallen van de gehandicaptenparkeerkaart;
• bij het niet meer in bezit zijn van een motorvoertuig;
• bij het niet meer in bezit zijn van een geldig rijbewijs.
Het is verplicht de gemeente in kennis te stellen indien één van bovenstaande gevallen zich voordoet.