Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam van 18 september 2024 tot wijziging van de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023 in verband met toevoegen van bepalingen over activeren, waarderen en afschrijven, aanpassingen van bepalingen over investeringen en enkele aanpassingen van ondergeschikte aard

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 juli 2024,

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I  

De Gewijzigde financiële Verordening Amsterdam 2023 als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder verlettering van onderdeel g en h tot h en i wordt een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:

    • g.

      Investeringsruimte: de ruimte die de raad beschikbaar stelt voor het doen van investeringsuitgaven in het begrotingsjaar;

  • 2.

    Onder verlettering van de onderdelen i en j tot k en l wordt een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:

    • i.

      Overprogrammering: Bij overprogrammering wordt een hoger bedrag geprogrammeerd dan het beschikbare budget, vanuit de opgedane ervaring dat in de praktijk een deel van de beoogde projecten vertraagt of zelfs niet doorgaat;

  • 3.

    Onderdeel k (Taakveld) vervalt, onder verlettering van de onderdelen l en m tot m en n.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.

  • 2.

    In het tweede lid (nieuw) wordt ‘20 miljoen’ vervangen door ‘25 miljoen’

  • 3.

    Het derde lid (nieuw) komt als volgt te luiden:

    • 3.

      De begroting bevat voorstellen voor wijziging van de begroting van het lopende jaar, voor zover die de toleranties voor programmaonderdelen en reserves als opgenomen in artikel 6 lid 2 van deze financiële verordening te boven gaan of de investeringsruimte van het lopende jaar betreffen.

C

Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    ‘bijstelling van het beleid of wijziging van de investeringsruimte van een portfolio of van een investeringskredieten‘ wordt vervangen door ‘bijstelling van het beleid of wijziging van investeringskredieten’.

  • 2.

    Onderdeel c vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot c.

D

Artikel 14 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 14 Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa

  • 1.

    De volgende regels gelden voor het activeren en het waarderen van vaste activa:

    • a.

      Investeringen met economisch nut worden bij meer dan €150.000 geactiveerd.

    • b.

      Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden bij meer dan €7,5 miljoen geactiveerd, na aftrek van bijdragen van derden.

    • c.

      De aankoop van grond wordt ongeacht de aankoopwaarde geactiveerd.

  • 2.

    Overhead en bouwrente worden toegerekend aan de vervaardigingsprijs. Voor overhead geldt dat personele kosten en relevante overheadkosten worden geactiveerd. Bouwrente wordt niet geactiveerd, maar tijdens de uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    De volgende regels gelden voor afschrijvingsmethode, afschrijvingstermijnen en startmoment:

    • a.

      Activa worden lineair afgeschreven, met uitzondering van gebouwen waar annuïtaire afschrijving wordt toegepast.

    • b.

      De afschrijvingstermijnen zijn vermeld in de Bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

    • c.

      Afschrijving begint het kalenderjaar na ingebruikname, afronding van een component, of verwerving van het actief.

  • 4.

    Het college biedt de raad een beleidsnota aan over grondbeleid. De raad stelt deze nota vast.

E

In artikel 16, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘taakvelden’ vervangen door ‘een programma’

 

F

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid vervalt: “Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.”

  • 2.

    In het tweede lid vervalt: “Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.”

  • 3.

    In het derde lid vervalt: “Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel aan de raad, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.”

  • 4.

    De aanhef van het vierde lid komt als volgt te luiden:

    • 4.

      Bij afwijking van het eerste, tweede of derde lid vanwege een publiek belang doen burgemeester en wethouders vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteiten wordt gemotiveerd. Deze raadsbesluiten zijn niet nodig als sprake is van:

G

De titel van hoofdstuk 5 komt te luiden: Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer

 

H

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De titel van het artikel komt te luiden:

    Artikel 23 Financieel beheer

  • 2.

    Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt toegevoegd: ‘en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid’.

  • 3.

    Aan het tweede lid, onderdeel e wordt na ‘het afleggen van verantwoording’ ingevoegd ‘door het college’.

I

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel b komt als volgt te luiden:

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • h.

      het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

J

In artikel 29 wordt ‘Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023’ vervangen door ‘Financiële verordening Amsterdam’.

 

K

Er wordt een bijlage toegevoegd die luidt:

 

Bijlage bij artikel 14: Afschrijvingsbeleid

Categorie

Afschrijvingsduur in jaren

Algemeen

Grond

Geen afschrijving toegestaan

Aankoop bestaande/gebruikte gebouwen

Resterende levensduur of conform deze tabel

Aankoop 2e hands materieel

Resterende levensduur of conform deze tabel

 

1. Immateriële vaste activa

Agio/disagio

De looptijd van de lening

Bijdragen aan activa in eigendom van derden boven € 100.000

liefst minder dan 5 jaar, maar maximaal de termijn die de derde hanteert

2. Materiële vaste activa

 

2.1 Terreinen (economisch nut)

Renovatie (levensduur verlengend) sportvelden

25

Renovatie (levensduur verlengend) parkeerterreinen

25

Renovatie (levensduur verlengend) woonwagenstandplaatsen

25

Renovatie (levensduur verlengend) overige verhuurbare gronden en terreinen

25

 

2.2 Woonruimten (economisch nut)

Verhuurbare woningen

40

Woningen voor speciale doelgroepen

40

Verhuurbare aanlegplaatsen woonboten

10

Overige woonruimten (niet in exploitatie)

40

Renovatie (levensduur verlengend) woningen

25

Renovatie (levensduur verlengend) monumenten

25

Verhuurbare woonwagenstandplaatsen (niet grond)

25

 

2.3 Gebouwen (economisch nut)

Gemeentelijke huisvesting

80

(commerciële) Verhuurbare kantoorpanden

80

Gemeentewerven en bedrijfsloodsen

40

Parkeergebouwen

80

Onderwijsgebouwen

40

Welzijn, zorg en maatschappelijke instellingen

80

Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

80

Kunst en cultuurpanden, incl broedplaatsen

80

Sportaccommodaties

40

Torens, poorten en monumenten

80

Overige bedrijfsgebouwen

80

Renovaties (levensduur verlengend)

25

Verbouwingen, inbouw

20

Aankoop bestaande/gebruikte gebouwen

Resterende levensduur of conform deze tabel

Tijdelijke gebouwen

5

Tijdelijke gebouwen van semi permanente kwaliteit

15

 

2.4 Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken (economisch nut)

Aanleg riolering

40

Aanleg drinkwaterleidingen

40

Aanleg stadsverwarming

40

Aanleg gemalen en drukriolering

15

Begraafplaatsen: aanleg (inclusief uitbreiding)

50

Begraafplaatsen: aanleg urnenmuur

15

Begraafplaatsen: herinrichting

15

Renovaties (levensduur verlengend)

25

 

2.5 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (maatschappelijk nut)

Aanleg wegen, fietspaden, reconstructie, renovatie (levensduur verlengend)

25

Aanleg groenvoorziening

25

Aanleg vaarwegen

50

Aanleg oevervoorzieningen en walkades

50

Aanleg vaste bruggen

75

Aanleg beweegbare bruggen

25

Aanleg tunnels

50

Aanleg sluizen en waterkeringen

50

Renovaties (levensduur verlengend)

25

 

2.6 Vervoersmiddelen (economisch nut)

Bestelwagens, tractoren, aanhangers en kippers

10

Huisvuilwagens, veegwagens (incl opbouw), vrachtwagens,

8

maaimachines en bladblazers

Boten

20

Veerponten

20

 

2.7 Machines, apparaten en installaties (economisch nut)

Gereedschap en hulpmiddelen

5

ICT hardware

5

Overige communicatiemiddelen

5

Brandbeveiligingsinstallatie

15

CV- en warmwaterinstallatie

15

Elektronische beveiligingsinstallatie

15

Liftinstallaties

15

Luchtbehandelingsinstallatie (airco)

15

Huishoudelijke apparatuur

5

Ondergrondse afvalcontainers betonnen bakken

20

Ondergrondse afvalcontainer de metalen containers

10

Ondergrondse afvalcontainer elektronische chips

5

Ondergronds Afval Transportsysteem

50

Overige elektrische installaties

15

Parkeerapparatuur

7

 

2.8 Machines, apparaten en installaties (maatschappelijk nut)

Openbare verlichting

15

Stadsklokken

15

Bewegwijzering

15

Verkeerslichtinstallaties

15

Verkeerssystemen

15

Computer- kantel- en citydrips

10

Tunnels: werkbouwkundige installaties

25

Tunnels: elektrische installaties

15

Bruggen: elektrische installaties

15

 

2.9 Overige materiële vaste activa (economisch nut)

ICT software

5

ICT gebruiksrechten (licenties) voor onbepaalde duur

5

Inventaris / meubilair kantoorpanden

10

Inventaris / meubilair onderwijs bij eerste inrichting

10

Speeltoestellen en –voorzieningen

5

 

2.10 Overige materiële vaste activa (maatschappelijk nut)

Monumenten, niet zijnde gebouwen

afhankelijk van het object

Artikel II  

De toelichting op de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023 als volgt te wijzigen:

 

A

De toelichting op artikel 5 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5 Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten

Dit artikel geeft aan wat de raad bij de begroting (of een wijziging daarvan) in budgettaire zin autoriseert. De autorisatie vindt plaats op programmaniveau of per programmaonderdeel als het programma is onderverdeeld. De raad autoriseert ook per portfolio de investeringsruimte van het begrotingsjaar. Het totaal aan uitgaven volgens de portfolio’s is hoger dan de investeringsruimte. Dit is het gevolg van overprogrammering, waarmee wordt geanticipeerd op vertraging in de uitvoering. De raad neemt kennis, per porfolio, van de meerjarige investeringsruimte en van de lopende en nieuwe investeringen. In het geval van een begrotingswijzing kan de autorisatie een deel van de begroting omvatten. In het tweede lid is expliciet gemaakt in welke gevallen aan de raad een investeringsvoorstel moet worden voorgelegd. Het derde lid geeft aan hoe bij de begroting ook wijzigingen op het reeds lopende jaar worden doorgevoerd, voor programmaonderdelen, reserves en investeringsruimte.

 

B

De toelichting op artikel 6 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6 Tussentijdse rapportages (voorjaarsnota en najaarsnota)

In dit artikel is vastgelegd dat het college tussentijds rapporteert en voorstellen aan de raad doet als de uitvoering van de begroting of de investeringskredieten die de raad heeft vastgesteld in het gedrang komen. Ook is geregeld welke tolerantiegrenzen daarbij gehanteerd worden. Die tussentijdse rapportages zijn de voorjaarsnota en de najaarsnota. In de toelichting op artikel 2 wordt nader ingegaan op de inhoud en functie in de begrotingscyclus van die begrotingsproducten.

 

C

De toelichting op artikel 14 komt te luiden:

 

Artikel 14 Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa

De verordening moet volgens artikel 212 van de Gemeentewet in elk geval regels bevatten voor activering en afschrijving van activa. In het BBV en de uitleg daarvan zijn nadere regels daarvoor opgenomen. Aanvullend hierop zijn in artikel 14 specifieke afspraken over activeren en afschrijven voor de gemeente Amsterdam opgenomen.

 

Lid 1: Amsterdam hanteert een activeringsgrens van €150.000 voor investeringen met economisch nut. Grondaankopen worden altijd geactiveerd. Voor investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut is er een ondergrens van €7,5 miljoen. Hierbij geldt een programmatische aanpak, waarbij delen van projecten onder €7,5 miljoen toch geactiveerd kunnen worden als ze logisch verbonden zijn. Ook voor investeringen met economisch nut geldt dat deze gebundeld kunnen worden. De som van de projectonderdelen is bepalend, niet de omvang van de afzonderlijke onderdelen. Voorwaarde hiervoor is het indienen van één voorstel aan college/raad waaruit de samenhang blijkt en/of er is sprake van beperkte geografisch gebied. Het kan bijv. gaan om investeringen of herinrichtingen die uit meerdere gedeeltes bestaan (geografische samenhang), verschillende maatregelen in het kader van herstelprogramma’s (beleidsmatige samenhang) en homogene groepen materiële vaste activa, waarvoor het bestuur per jaarschijf een kredietbesluit neemt. De som van de projectonderdelen is bepalend, niet de omvang van de afzonderlijke onderdelen. Er worden ondergrenzen voor het activeren van investeringen gehanteerd in verband met onder meer vermindering van lastendruk.

 

Lid 2: Kosten van personeel in het primaire proces worden toegerekend aan de vervaardiging van een actief. Deze kosten zijn integraal onderdeel van het investeringsvoorstel en worden berekend door het gebruik van uurtarieven inclusief overhead. Daarnaast wordt in Amsterdam geen bouwrente toegerekend aan investeringen tijdens de uitvoering (met uitzondering van grondexploitaties en werken voor derden), waardoor de rentelasten direct ten laste van de exploitatie komen. Dit voorkomt afschrijving op geactiveerde rente en vermijdt een langdurige structurele lastenverhoging in de begroting.

 

Lid 3: De gemeente heeft vrijheid in de keuze van de afschrijvingsmethode, waarbij lineair en annuïtair het meest gebruikelijk zijn. Uitgangspunt van Amsterdam is om op gebouwen annuïtair af te schrijven (met uitzondering van de gebouwen van Waternet). Annuïtair afschrijven kent jaarlijks toenemende afschrijvingskosten en afnemende rentebetalingen en de som van beide is telkens gelijk. Voor gemeentelijk vastgoed geldt dat de annuïtaire methode wordt toegepast om een betere huursystematiek te bereiken. Afschrijving wordt niet toegepast als het actief nog niet beschikbaar is en geen bijdrage levert, aangezien via afschrijving de kosten van het nut van het actief tot uitdrukking worden gebracht.

 

Het vierde lid van dit artikel bepaalt dat het college de raad een nota grondbeleid aanbiedt. In het BBV en de uitleg daar van zijn nadere regels opgenomen voor het beleid ten aanzien van grondexploitaties. In de nota grondbeleid gaat het In financiële zin specifiek over de wijze van omgaan met en verantwoording van de grondexploitaties en de erfpachtuitgiftes.

 

D

De toelichting op artikel 23 komt te luiden:

 

Artikel 23 Financieel beheer

In dit artikel zijn algemene bepalingen opgenomen voor ‘het financieel beheer en’ de inrichting van de gemeentelijke administratie, overeenkomstig de aanpassing van de titel van het artikel.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 september 2024.

De plaatsvervangend voorzitter

Kune Burgers

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

Algemeen deel

 

Deze verordening wijzigt een aantal bepalingen in de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023. Het gaat daarbij in hoofdzaak om het toevoegen van bepalingen over activeren, waarderen en afschrijven en het wijzigen van enkele bepalingen over investeringen. Daarnaast betreft dit juridisch-technische reparaties, zoals het herstel van verschrijvingen, kennelijke omissies en fouten in de toelichting en enkele kleine aanpassingen voor de correcte werking van het financiële stelsel.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

A (artikel 1)

In artikel 1 zijn de definities van de begrippen ‘investeringsruimte’ en ‘overpogrammering’ toegevoegd, omdat deze begrippen in andere artikelen van de verordening naar voren komen. De definitie van het begrip taakveld is om de tegengestelde reden verwijderd.

 

B (artikel 5)

In artikel 5 zijn bepalingen in het eerste en derde lid geschrapt. Hiermee is komen te vervallen dat de investeringsruimte in het begrotingsjaar bij dreigende afwijkingen tussentijds moet worden gewijzigd. Investeringen hebben een meerjarig karakter waardoor het heel normaal is dat verschuivingen tussen jaarschijven optreden. Afwijkingen in het begrotingsjaar verrekenen we met de toekomstige jaarschijven van de investeringsruimte. Hierdoor is het niet nodig in het begrotingsjaar zelf de investeringsruimte te wijzigen,

 

In artikel 5 is de ondergrens voor raadskredieten verhoogd, van € 20 miljoen naar € 25 miljoen. Boven deze grens worden investeringen afzonderlijk ter instemming aan de raad voorgelegd. Het grensbedrag van € 20 miljoen hanteerden we al vele jaren en is nooit geïndexeerd. Het herziene grensbedrag kan weer ettelijke jaren mee.

 

C (artikel 6)

Artikel 6 is aangepast in verband met de aanpassingen in artikel 5, over het wijzigen van de investeringsruimte.

 

D (artikel 14)

In Artikel 14 zijn de regels rondom ‘Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa’ opgenomen. Hierdoor vervalt een aparte nota over dit onderwerp; deze zal worden ingetrokken. De beleidsbepalingen die ter besluitvorming aan de raad zijn voorbehouden, zijn nu in de Financiële Verordening opgenomen.

 

F (artikel 17)

In artikel 17 wordt in lid 4 verduidelijkt dat als er wordt afgeweken van lid 1,2 en 3 er een voorstel aan de raad wordt gedaan. Deze toevoeging is daarom bij lid 1, 2 en 3 verwijderd. Hiermee wordt onnodige herhaling voorkomen. Het sluit aan bij de tekst uit de modelverordening van de VNG.

 

H (artikel 23)

De naam van het artikel wijzigt van ‘Administratie’ naar ‘Financieel Beheer’ om aan te sluiten bij de inhoud van het artikel en het hoofdstuk. Artikel 23 lid 2d wordt toegevoegd om aan te sluiten bij de modelverordening van de VNG. Artikel 23 lid 2e wordt toegevoegd in verband met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het college van burgemeester en wethouders aan de raad.

 

I (artikel 24)

Een overbodige toevoeging in de tekst is verwijderd en sluit daarmee aan bij de tekst uit de modelverordening van de VNG. Uit diezelfde modelverordening is het laatste lid over verzamelen en vastleggen van gegevens overgenomen.

 

L (artikel 29)

De wijziging van artikel 29 zorgt voor een juiste naamgeving van deze verordening.

 

Artikel II

 

A (toelichting artikel 5)

De toelichting bij artikel 5 is verduidelijkt zodat de toelichting aansluit op de tekst van het artikel.

 

B (toelichting artikel 6)

Uit de toelichting bij artikel 6 is een bepaling geschrapt zodat de toelichting aansluit op de tekst van het artikel.

 

C (toelichting artikel 14)

De toelichting bij het nieuwe artikel 14 over activeren, waarderen en afschrijven is toegevoegd.

Naar boven