Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 407288 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2024, 407288 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam van 18 september 2024 tot wijziging van de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023 in verband met toevoegen van bepalingen over activeren, waarderen en afschrijven, aanpassingen van bepalingen over investeringen en enkele aanpassingen van ondergeschikte aard
De Gewijzigde financiële Verordening Amsterdam 2023 als volgt te wijzigen:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14 komt als volgt te luiden:
Artikel 14 Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa
In artikel 16, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘taakvelden’ vervangen door ‘een programma’
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
De aanhef van het vierde lid komt als volgt te luiden:
Bij afwijking van het eerste, tweede of derde lid vanwege een publiek belang doen burgemeester en wethouders vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteiten wordt gemotiveerd. Deze raadsbesluiten zijn niet nodig als sprake is van:
De titel van hoofdstuk 5 komt te luiden: Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 29 wordt ‘Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023’ vervangen door ‘Financiële verordening Amsterdam’.
Er wordt een bijlage toegevoegd die luidt:
Bijlage bij artikel 14: Afschrijvingsbeleid
De toelichting op de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023 als volgt te wijzigen:
De toelichting op artikel 5 komt als volgt te luiden:
Artikel 5 Autorisatie begroting, investeringsruimte en investeringskredieten
Dit artikel geeft aan wat de raad bij de begroting (of een wijziging daarvan) in budgettaire zin autoriseert. De autorisatie vindt plaats op programmaniveau of per programmaonderdeel als het programma is onderverdeeld. De raad autoriseert ook per portfolio de investeringsruimte van het begrotingsjaar. Het totaal aan uitgaven volgens de portfolio’s is hoger dan de investeringsruimte. Dit is het gevolg van overprogrammering, waarmee wordt geanticipeerd op vertraging in de uitvoering. De raad neemt kennis, per porfolio, van de meerjarige investeringsruimte en van de lopende en nieuwe investeringen. In het geval van een begrotingswijzing kan de autorisatie een deel van de begroting omvatten. In het tweede lid is expliciet gemaakt in welke gevallen aan de raad een investeringsvoorstel moet worden voorgelegd. Het derde lid geeft aan hoe bij de begroting ook wijzigingen op het reeds lopende jaar worden doorgevoerd, voor programmaonderdelen, reserves en investeringsruimte.
De toelichting op artikel 6 komt als volgt te luiden:
Artikel 6 Tussentijdse rapportages (voorjaarsnota en najaarsnota)
In dit artikel is vastgelegd dat het college tussentijds rapporteert en voorstellen aan de raad doet als de uitvoering van de begroting of de investeringskredieten die de raad heeft vastgesteld in het gedrang komen. Ook is geregeld welke tolerantiegrenzen daarbij gehanteerd worden. Die tussentijdse rapportages zijn de voorjaarsnota en de najaarsnota. In de toelichting op artikel 2 wordt nader ingegaan op de inhoud en functie in de begrotingscyclus van die begrotingsproducten.
De toelichting op artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14 Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa
De verordening moet volgens artikel 212 van de Gemeentewet in elk geval regels bevatten voor activering en afschrijving van activa. In het BBV en de uitleg daarvan zijn nadere regels daarvoor opgenomen. Aanvullend hierop zijn in artikel 14 specifieke afspraken over activeren en afschrijven voor de gemeente Amsterdam opgenomen.
Lid 1: Amsterdam hanteert een activeringsgrens van €150.000 voor investeringen met economisch nut. Grondaankopen worden altijd geactiveerd. Voor investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut is er een ondergrens van €7,5 miljoen. Hierbij geldt een programmatische aanpak, waarbij delen van projecten onder €7,5 miljoen toch geactiveerd kunnen worden als ze logisch verbonden zijn. Ook voor investeringen met economisch nut geldt dat deze gebundeld kunnen worden. De som van de projectonderdelen is bepalend, niet de omvang van de afzonderlijke onderdelen. Voorwaarde hiervoor is het indienen van één voorstel aan college/raad waaruit de samenhang blijkt en/of er is sprake van beperkte geografisch gebied. Het kan bijv. gaan om investeringen of herinrichtingen die uit meerdere gedeeltes bestaan (geografische samenhang), verschillende maatregelen in het kader van herstelprogramma’s (beleidsmatige samenhang) en homogene groepen materiële vaste activa, waarvoor het bestuur per jaarschijf een kredietbesluit neemt. De som van de projectonderdelen is bepalend, niet de omvang van de afzonderlijke onderdelen. Er worden ondergrenzen voor het activeren van investeringen gehanteerd in verband met onder meer vermindering van lastendruk.
Lid 2: Kosten van personeel in het primaire proces worden toegerekend aan de vervaardiging van een actief. Deze kosten zijn integraal onderdeel van het investeringsvoorstel en worden berekend door het gebruik van uurtarieven inclusief overhead. Daarnaast wordt in Amsterdam geen bouwrente toegerekend aan investeringen tijdens de uitvoering (met uitzondering van grondexploitaties en werken voor derden), waardoor de rentelasten direct ten laste van de exploitatie komen. Dit voorkomt afschrijving op geactiveerde rente en vermijdt een langdurige structurele lastenverhoging in de begroting.
Lid 3: De gemeente heeft vrijheid in de keuze van de afschrijvingsmethode, waarbij lineair en annuïtair het meest gebruikelijk zijn. Uitgangspunt van Amsterdam is om op gebouwen annuïtair af te schrijven (met uitzondering van de gebouwen van Waternet). Annuïtair afschrijven kent jaarlijks toenemende afschrijvingskosten en afnemende rentebetalingen en de som van beide is telkens gelijk. Voor gemeentelijk vastgoed geldt dat de annuïtaire methode wordt toegepast om een betere huursystematiek te bereiken. Afschrijving wordt niet toegepast als het actief nog niet beschikbaar is en geen bijdrage levert, aangezien via afschrijving de kosten van het nut van het actief tot uitdrukking worden gebracht.
Het vierde lid van dit artikel bepaalt dat het college de raad een nota grondbeleid aanbiedt. In het BBV en de uitleg daar van zijn nadere regels opgenomen voor het beleid ten aanzien van grondexploitaties. In de nota grondbeleid gaat het In financiële zin specifiek over de wijze van omgaan met en verantwoording van de grondexploitaties en de erfpachtuitgiftes.
De toelichting op artikel 23 komt te luiden:
In dit artikel zijn algemene bepalingen opgenomen voor ‘het financieel beheer en’ de inrichting van de gemeentelijke administratie, overeenkomstig de aanpassing van de titel van het artikel.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 september 2024.
De plaatsvervangend voorzitter
Kune Burgers
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Deze verordening wijzigt een aantal bepalingen in de Gewijzigde financiële verordening Amsterdam 2023. Het gaat daarbij in hoofdzaak om het toevoegen van bepalingen over activeren, waarderen en afschrijven en het wijzigen van enkele bepalingen over investeringen. Daarnaast betreft dit juridisch-technische reparaties, zoals het herstel van verschrijvingen, kennelijke omissies en fouten in de toelichting en enkele kleine aanpassingen voor de correcte werking van het financiële stelsel.
In artikel 1 zijn de definities van de begrippen ‘investeringsruimte’ en ‘overpogrammering’ toegevoegd, omdat deze begrippen in andere artikelen van de verordening naar voren komen. De definitie van het begrip taakveld is om de tegengestelde reden verwijderd.
In artikel 5 zijn bepalingen in het eerste en derde lid geschrapt. Hiermee is komen te vervallen dat de investeringsruimte in het begrotingsjaar bij dreigende afwijkingen tussentijds moet worden gewijzigd. Investeringen hebben een meerjarig karakter waardoor het heel normaal is dat verschuivingen tussen jaarschijven optreden. Afwijkingen in het begrotingsjaar verrekenen we met de toekomstige jaarschijven van de investeringsruimte. Hierdoor is het niet nodig in het begrotingsjaar zelf de investeringsruimte te wijzigen,
In artikel 5 is de ondergrens voor raadskredieten verhoogd, van € 20 miljoen naar € 25 miljoen. Boven deze grens worden investeringen afzonderlijk ter instemming aan de raad voorgelegd. Het grensbedrag van € 20 miljoen hanteerden we al vele jaren en is nooit geïndexeerd. Het herziene grensbedrag kan weer ettelijke jaren mee.
Artikel 6 is aangepast in verband met de aanpassingen in artikel 5, over het wijzigen van de investeringsruimte.
In Artikel 14 zijn de regels rondom ‘Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa’ opgenomen. Hierdoor vervalt een aparte nota over dit onderwerp; deze zal worden ingetrokken. De beleidsbepalingen die ter besluitvorming aan de raad zijn voorbehouden, zijn nu in de Financiële Verordening opgenomen.
In artikel 17 wordt in lid 4 verduidelijkt dat als er wordt afgeweken van lid 1,2 en 3 er een voorstel aan de raad wordt gedaan. Deze toevoeging is daarom bij lid 1, 2 en 3 verwijderd. Hiermee wordt onnodige herhaling voorkomen. Het sluit aan bij de tekst uit de modelverordening van de VNG.
De naam van het artikel wijzigt van ‘Administratie’ naar ‘Financieel Beheer’ om aan te sluiten bij de inhoud van het artikel en het hoofdstuk. Artikel 23 lid 2d wordt toegevoegd om aan te sluiten bij de modelverordening van de VNG. Artikel 23 lid 2e wordt toegevoegd in verband met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording door het college van burgemeester en wethouders aan de raad.
Een overbodige toevoeging in de tekst is verwijderd en sluit daarmee aan bij de tekst uit de modelverordening van de VNG. Uit diezelfde modelverordening is het laatste lid over verzamelen en vastleggen van gegevens overgenomen.
De wijziging van artikel 29 zorgt voor een juiste naamgeving van deze verordening.
De toelichting bij artikel 5 is verduidelijkt zodat de toelichting aansluit op de tekst van het artikel.
Uit de toelichting bij artikel 6 is een bepaling geschrapt zodat de toelichting aansluit op de tekst van het artikel.
De toelichting bij het nieuwe artikel 14 over activeren, waarderen en afschrijven is toegevoegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-407288.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.