Beleidsregels Schuldhulpverlening Hilversum 2024

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

gelet op de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) en gelet op de “Beleidsagenda Armoede en Schulden 2024-2030; Samen sterk tegen armoede en schulden in Hilversum”.

 

besluit de Beleidsregels Schuldhulpverlening van 2020 in te trekken en de navolgende vast te stellen:

 

Beleidsregels Schuldhulpverlening Hilversum 2024

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

b. inwoner: ingezetene die op grond van de Wet Basisregistratie Personen bij gemeente Hilversum is ingeschreven;

c. schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schuldenindien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg, alsmede het voorkomen en beheersbaar maken van schulden;

d. verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

e. ondernemers: natuurlijke – en rechtspersonen die voor eigen rekening en verantwoording handelen en persoonlijk aansprakelijk zijn voor hun schulden, zoals onder andere zzp’ers, vennoten van een vof, maar ook de ondernemer met een BV die bijvoorbeeld privé heeft meegetekend voor een lening.

f. client: inwoner die is toegelaten tot de schuldhulpverlening..

g. plan van aanpak: document waarin wordt beschreven hoe de schuldhulpverlening eruit zal zien. Dit document wordt regelmatig geëvalueerd en aangepast. Ook staan hier (aanvullende) voorwaarden in.

 

 

 

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

1. Alle inwoners van de gemeente Hilversum van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening. Hieronder vallen onder andere studenten, ondernemers en inwoners die gebruik maken van de maatschappelijke opvang.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

 

1. Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de visionaire uitgangspunten zoals neergelegd in het “Beleidsagenda Armoede en Schulden 2024-2030; Samen sterk tegen armoede en schulden in Hilversum”. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

a. aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

b. psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

c. houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

d. de financiële vaardigheden van de verzoeker en de mate van leerbaarheid;

e. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

3. Van het productaanbod van de gemeentelijke schulddienstverlening zijn er de volgende aanvullende voorwaarde voor het verstrekken van saneringskredieten:

a. de inwoner heeft geen verwachte aanzienlijke inkomensstijging de komende drie jaar;

 

Artikel 4. Verplichtingen

1. Client doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van

invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, gedurende de looptijd van het

schuldhulpverleningstraject.

2. Client is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

a. het nakomen van afspraken;

b. geen nieuwe schulden aangaan;

c. het zich houden aan de bepalingen in het plan van aanpak en alle andere overeenkomsten die

in het kader de schuldhulpverlening worden gesloten.

3. Bij ondernemers kan een onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf in het kader van

het Bijstandsbesluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) plaatsvinden. De ondernemer dient hieraan deel te nemen.

 

Artikel 5. Beëindigingsgronden

 

1. Indien client niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in

artikel 4, leden 1 t/m 3, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te beëindigen.

2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten de schuldhulpverlening te beëindigen, wordt client eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

3. Indien client gedurende het schuldhulptraject verhuist naar een andere gemeente en daardoor niet langer tot de doelgroep behoort zoals beschreven in artikel 2, handelt het college volgens de ”Richtlijn bij verhuizingen” van de NVVK:

a. Dossier blijft in principe in gemeente Hilversum;

b. Overdracht van dossier kan plaatsvinden wanneer een client zich in fase 1 of 2 bevindt;

c. Een dossier kan in sommige gevallen meeverhuizen als individuele omstandigheden hierom vragen.

4. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

a. de client niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

b. dit schuldhulpverleningstraject is afgerond;

c. de client zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de

aflossing van schulden;

d. op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan

betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was

geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

e. belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die

voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt en/of zich agressief gedraagt;

f. de client in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

g. de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de client, niet

(langer) passend is;

h. de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht;

 

 

 

 

 

Artikel 6. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

 

1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze

regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot

disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

 

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

 

Deze regeling treedt in werking met ingang van 18 september 2024 als de “Beleidsregels Schuldhulpverlening 2024 Hilversum”.

Toelichting:

 

 

Inleiding algemeen

Op 20 december 2023 heeft de gemeenteraad de “Beleidsagenda armoede en schulden 2024-2030 vastgesteld; “Samen sterk tegen armoede en schulden in Hilversum”. In deze beleidsagenda is de visie van gemeente Hilversum neergelegd op onder andere het terrein van schuldhulpverlening (zie bijlage). De gemeente heeft de verplichting om volgens de beleidsagenda invulling te geven aan de volgende onderwerpen:

a. Preventie

b. Bereik

 

In de beleidsregels worden de kaders van de toelatingen en beëindigingen van de schuldhulpverlening beschreven. Het is belangrijk dat we daar een juridisch kader voor hanteren.

Deze beleidsregels zijn opgesteld om helderheid te verschaffen over de toelating van de inwoners van gemeente Hilversum en de beëindigingskaders aan de schuldhulpverlening. Gemeente Hilversum biedt voor elke voorziening maatwerk. Dit betekent dat er voor iedere inwoner een plan van aanpak op maat wordt opgesteld. In het plan van aanpak kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

 

 

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van gemeente Hilversum van 18 jaar en ouder. Hieronder vallen ook zelfstandig ondernemers zonder personeel. Een specifiek

doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd door de gemeente.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college

schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het

beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet

worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan

schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt door middel van dit lid, evenals lid 2, recht

gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te

worden.

 

De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

a. zwaarte c.q. omvang van de schulden;

b. psychosociale situatie;

c. houding en gedrag van de aanvrager (motivatie);

d. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

 

Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot

de verantwoordelijkheid van hulpvrager zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en

medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een

traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

 

Artikel 5. Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Van de 8 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht, gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan en onderdeel van de schuldhulpverlening. Daar waar Hilversum wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de client. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk. Dit dient het college goed te motiveren in de beschikking.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot

beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een

beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 6. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te

wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding citeertitel

Naar verwachting treedt de wet en daarmee ook deze beleidsregels per 18 september 2024 in werking.

 

Naar boven