Gemeenteblad van Purmerend
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2024, 406225 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2024, 406225 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Uitvoeringsbesluit Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017
Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,
gelet op de artikelen 4, derde lid, artikel 6, eerste en derde lid, artikel 7, eerste lid, artikel 9 en artikel 10, eerste lid, van de Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017;
het in het belang van de subsidiëring van verduurzamingsactiviteiten voor particuliere woningen wenselijk is besluiten te nemen omtrent de subsidiabele duurzaamheidsmaatregelen, (hoogte van de) subsidiebedragen en de voor het aanvragen van subsidie te gebruiken formulieren;
vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017
Artikel 1 Duurzaamheidsmaatregelen
Krachtens artikel 4, derde lid, van de Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017 staan in tabel 1 de duurzaamheidsmaatregelen opgenomen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. De normbedragen staan per maatregel benoemd.
Tabel 1: Duurzaamheidsmaatregelen
Artikel 3 Aanvraagformulier subsidies
Het aanvraagformulier voor het indienen van een subsidieaanvraag wordt vastgesteld conform bijlage 1.
Artikel 4 Vaststellingsformulier subsidies
Het vaststellingsformulier voor het vaststellen van duurzaamheidssubsidie wordt vastgesteld conform bijlage 2.
Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 17 september 2024
Purmerend,
burgemeester en wethouders van Purmerend,
de wnd. secretaris,
M.H. van der Weit
de locoburgemeester,
M.T.A. Hegger
Bijlage 2 Vaststellingsformulier
VASTSTELLINGSFORMULIER DUURZAAMHEIDSSUBSIDIE
In de onderstaande tabel kunt u aangeven welke voorzieningen/maatregelen er daadwerkelijk zijn geplaatst of uitgevoerd. De totale maximale subsidie per adres is € 2.500,00 per 3 jaar.
AANNEMERS- OF INSTALLATEURSVERKLARING
Met dit formulier verklaart de aannemer of installateur dat de duurzaamheidsmaatregel(en) of voorziening(en) zijn geplaatst of uitgevoerd op het opgegeven adres.
Bijlage 4 Toelichting lijst duurzaamheidsmaatregelen
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN EN DEFINITIES
1.Toelichting duurzame energiemaatregelen – Installatietechnisch
Een zonneboiler levert warm water op voor gebruik in de keuken en de badkamer. Een zonnecollector op het dak haalt warmte uit zonlicht en warmt daarmee kraanwater op in de zonneboiler. Die is meestal gekoppeld aan een combiketel of andere installatie. Als er te weinig zon is, verwarmt de installatie (of een verwarmingselement) het water na. De systemen zijn in principe overal toepasbaar. Doe altijd navraag bij uw gemeente.
Een warmtepomp gebruikt bronwarmte uit de bodem of lucht om energiezuinige warmte te leveren. De inzet van LTV is een voorwaarde voor het energiezuinig functioneren van de warmtepomp. Bij de RVO kunt u ook subsidie vragen als de warmtepomp op de ISDE Meldcodelijst warmtepompen staat.
Warmtepompen zijn momenteel inpasbaar in de volgende systeemvarianten.
Voorwaarde voor toepassing als warmtepomp:
buitenlucht als warmtebron evt. in combinatie met een warmtepompboiler. Ook in combinatie met een (afzonderlijke) CV-ketel nageschakeld op de warmtepomp voor warmtelevering bij lage buitentemperaturen. Warmtepompen die gekoppeld zijn aan een CV-ketel maar geen onderdeel vormen van de CV-installatie komen ook voor vergoeding in aanmerking omdat bij verwijdering van de CV-ketel enkel nog een elektrische warm watervoorziening nodig is om volledig van het aardgas af te gaan. Het gaat bij deze hybride warmtebron dus om twee geschakelde maar afzonderlijke installaties. Installaties waarbij een warmtepomp is verwerkt in een gasgestookte installatie komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat geen bijdrage wordt gegeven in gasgestookte installaties.
Bij gebruik van bronwarmte uit de bodem wordt een bodemwarmtewisselaar gebruikt om warmte aan de bodem onder de woning te onttrekken. Dit systeem heeft een hoger energetisch rendement dan wanneer buitenlucht wordt gebruikt en een betere beschikbaarheid bij lage buitentemperaturen.
Bij gebruik van bronwarmte uit de lucht is ventilatieretourlucht een logische energiebron. Door het beperkte volume van ventilatielucht wordt vaak ook buitenlucht gebruikt. De lage temperatuur van de buitenlucht in het stookseizoen heeft een negatieve invloed op het energetisch rendement. Daarom wordt bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht een combinatie met een niet-fossiele warmteketel voor additionele warmtelevering vereist. Als het rendement of beschikbaar vermogen van de warmtepomp te laag wordt, zal de cv-ketel de warmte leveren. Het omslagpunt waarbij de warmtepomp uitgeschakeld wordt, ligt indicatief tussen de -2°C en 2°C en is ook afhankelijk van de energieprijzen. Tegenwoordig zijn vrijwel alle gangbare woningketels voorzien van het label naverwarming zonneboiler (NZ) en dus geschikt voor naschakeling op de luchtwarmtepomp. Hierdoor kan het energetisch rendement van het totaalsysteem aanzienlijk toenemen. Voor deze rendementsverbetering is een correcte afstemming tussen de besturingssoftware en apparaatinstellingen van ketel en warmtepomp vereist. De warmtepomp gebruikt de warmte uit afgezogen ventilatielucht en buitenlucht voor LTV van de woning. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatiesysteem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning.
Een andere toepassing van een warmtepomp met lucht als warmtebron is de warmte-pompboiler. Warmtepompboilers gebruiken (net als de UHR-ketel) de afgevoerde ventilatielucht uit een woning als warmtebron om tapwater te verwarmen. Bij inzet van ventilatie-retourlucht ligt het rendement van een warmtepompboiler ongeveer 15 tot 20% boven de beste HR-ketels. In vergelijking met een warmtepomp voor ruimteverwarming scoort de warmtepompboiler energetisch minder goed. Dit houdt direct verband met de benodigde temperatuur voor de bereiding van warm tapwater (60°C) versus ruimteverwarming (40°C voor LTV).
1.4 Douchewaterwarmteterugwinning
Douchewaterwarmteterugwinning (douchwater-wtw) gebruikt warmte van wegstromend douchewater om koud water voor te verwarmen. Hierdoor hoeft het warmwatertoestelminder warmte toe te voeren en is dus zuiniger. Het vergt een kleine verbouwing en is dus vooral een optie als u de badkamer gaat renoveren. De meeste moderne tapwatervoorzieningen hebben een vermogen die automatisch aangepast wordt aan de gevraagde hoeveelheid warm water en zijn daarmee geschikt om te combineren met douche-wtw. Om te zorgen dat het water op constante temperatuur blijft, is een thermostatische douchemengkraan noodzakelijk. Omdat de douche-wtw koud water opwarmt, is steeds minder bijmenging van warm water nodig. Met het oog op kwesties als de tapdrempel en het voorkomen van legionella doet u er goed aan een installateur te raadplegen.
Thuisaccu’s zijn als toepassing voor het opslaan van stroom steeds meer toegankelijk voor woningeigenaren. De meest ideale situatie om een thuisaccu aan te schaffen en te gebruiken is als dit in combinatie kan met duurzame energieopwek. Thuisaccu’s gemaakt van LFP (Lithiumijzerfosfaat) en natrium-ion zijn de minst brandgevaarlijk. Ook zijn PCM-accu’s (thermische batterijen) geschikt om energie in de vorm van warmte op te slaan en zijn deze weinig brandgevaarlijk (PCM-accu’s met paraffines of sulfides komen niet in aanmerking i.v.m. brandveiligheid en giftige dampen). Dit neemt niet weg dat woningeigenaren deze professioneel moeten laten installeren. Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) heeft voor dit soort installaties beheersmaatregels geformuleerd (Duurzaam bouwen- brandveiligheid van installaties) welke verstandig zijn om aanvullend op te volgen bij installatie en gebruik. Woningeigenaren worden gewezen op de voorwaarden van hun woonverzekering of de installatie van een thuisaccu nog gevolgen heeft voor kosten en dekking van de woonverzekering.
2.Toelichting duurzame energiemaatregelen –Bouwkundig
Bij de berekening van de warmteweerstand(en) worden de volgende symbolen gebruikt:
Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit gold tot eind 2011 voor de warmteweerstand de eis van Rc ≥ 2,5 m²K/W. Inmiddels is deze eis aangescherpt naar Rc ≥ 3,5 m²K/W, deze eis is voor de bestaande bouw echter niet redelijk. De eis blijft dan ook Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Het isoleren van een vloer van steen of beton verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal (laten) aanbrengen. Is de kruipruimte te laag of ontbreekt deze geheel, dan kan de vloer alleen aan de bovenkantgeïsoleerd worden. Dit is een meer bewerkelijke en duurdere optie. Zo moeten bijvoorbeeld de deuren ingekort worden. U kunt dan kiezen voor een zwevende dekvloer die zich uitstekend laat combineren met laagtemperatuurverwarming (een andere DE-lijst-maatregel).Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat deze minimumeis betrekking heeft op de thermische isolatiegraad van de scheidingsconstructie van de woning, dus op de thermische gebouwschil. Deze scheidingsconstructie betreft de begane grondvloer. De kruipruimte tussen deze vloer en de bodem wordt geventileerd en maakt geen deel uit van de scheidingsconstructie. Het toepassen van bodemisolatie is derhalve niet subsidiabel.
Bij bodemisolatie wordt een laag isolatiemateriaal geplaatst op de bodem van de kruipruimte. Hierdoor wordt de kruipruimte droger en komt minder vochtige lucht de woning in. Dit heeft tot gevolg dat de woning makkelijker te verwarmen is. Voor bodemisolatie geldt de eis voor warmteweerstand van Rd ≥ 3,5 m²K/W.
Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnen gevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van rotswol of papiervlokken of door de spouw van bovenuit te vullen met korrels. Een snelle en relatief goedkope methode. Vanwege het risico op condensatieproblemen is het raadzaam de klus te laten uitvoeren door een gecertificeerd bedrijf. Vooraf dient goed onderzocht te worden of de spouw geschikt is voor spouwmuurisolatie.
Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Hierbij geldt voor de warmteweerstand:
Rc ≥ 1,3 m²K/W. Deze ondergrens voor de isolatiewaarde is voor vrijwel alle voorkomende spouwdiktes van de bestaande woningbouw haalbaar. Afhankelijk van de beschikbare spouwruimte kan een hogere warmteweerstand gerealiseerd worden.
Materiaal voor het isoleren van niet-steenachtige en niet-glasachtige geveldelen. Denk hierbij aan dakkapellen, borstweringen en de panelen tussen de raampartij van de begane grond en bovenverdieping. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Aan de buitenkant door middel van isolatie tegen de gevel met een afwerking van gevelsteen, plaatmateriaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook het duurst. Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning van de gemeente vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koudebruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de warmt accumulerende en vocht regelende functie van de muren behouden wordt. Deze werkzaamheden worden altijd uitbesteed.
Aan de binnenkant met behulp van een voorzetwand. Met het oog op koudebruggen bij dwarsmuren, vloeren en plafonds is deskundig advies gewenst. Daarnaast gaat het warmte accumulerend en vocht regelend effect van de muur verloren en wordt de binnenruimte kleiner. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad van Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door. HR++-glasverdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer. De terugverdientijd bedraagt dan circa negen jaar. Overigens heeft dubbelglas behalve een energiebesparend ook een inbraakwerend effect. (U-glas ≤ 1,2 W/m² K of spouw 15 mm)
Bij het vervangen van de ramen (en kozijnen) wordt niet langer alleen gekozen voor HR++ glas maar ook voor Triple glas (drie glaslagen). Triple glas heeft een hogere isolatiewaarde en gaat ook geluidsoverlast tegen.
Onder “Groene Daken” worden platte of hellende daken verstaan die begroeid zijn met planten, kruiden of grassen.
Let op: Ga altijd tevoren na of de constructie van uw dak hiervoor geschikt is. U dient hierbij niet alleen rekening te houden met het gewicht van de beplanting met aarde, maar ook met het gewicht van het water dat hierdoor kan worden vastgehouden.
2.10 Aanschaf elektrische kookplaat.
De kookplaat komt enkel voor subsidie in aanmerking indien het tevens gaat om gelijktijdige verwijdering van de gasaansluiting en er tot nu op gas werd gekookt. Als de keuken reeds is voorzien van een elektrische kookplaat komt de kookplaat niet meer voor vergoeding in aanmerking.
De gemeente Purmerend stelt een bijdrage beschikbaar voor het overstappen van aardgas op stadsverwarming. Voorwaarde voor een bijdrage voor een stadsverwarmingsaansluiting is dat gelijktijdig de aardgasaansluiting wordt verwijderd.
Hiervoor kan per adres eenmalig een bijdrage worden verkregen van 50% tot een max van € 70,-.
3.3 Aanschaf regenwatertank/ waterbergingszak in kruipruimte
Het doel van deze maatregelen zijn de opvang en hergebruik van hemelwater.
4.1 Vervangen niet-ledverlichtingsarmaturen van lichtmasten door Ledverlichtingsarmaturen
Betreft het vervangen van niet led armaturen door ledverlichtingsarmaturen. Deze maatregel geldt enkel voor sportverenigingen.
Hiervoor dient een gecertificeerd bedrijf in de arm genomen te worden. Betreft bijgebouwen en schuren met asbestgolfplaten.
HOOFDSTUK 2 VEELGESTELDE VRAGEN
Hoe kan ik subsidie aanvragen?
U kunt een aanvraagformulier invullen op de website van de gemeente Purmerend en tevens een overzicht van de duurzame energiemaatregelen, en de beleidsregels downloade.(www.purmerend.nl.)Indien u niet over internet beschikt, kunt u deze formulieren ophalen aan de balie van het gemeentehuis en/of de subsidieverordening inzien. Het ingevulde aanvraagformulier voorzien van de benodigde bijlagen, verstuurt u aan de gemeente Purmerend.
Voor welke maatregelen kan ik subsidie krijgen?
De subsidiabele maatregelen zijn weergegeven op het aanvraagformulier en op het overzicht duurzame energiemaatregelen welke is opgenomen in de beleidsregels. Hierbij gaat het om zowel installatietechnische maatregelen voor bijvoorbeeld het opwekken van duurzame energie als bouwkundige energiemaatregelen bijvoorbeeld isolatie. Het plaatsen van een dakkapel, uitbouw of realisatie van bijvoorbeeld een garage zijn uitgesloten van subsidie. Let u alstublieft goed op de vermelde criteria en normbedragen om teleurstelling te voorkomen.
Kan ik al subsidie aanvragen voordat ik maatregelen heb getroffen?
Subsidie dient vooraf aangevraagd te worden, dus voor het treffen van maatregelen. U mag pas starten met uitvoeren of aanbrengen van de maatregelen waarvoor u subsidie aanvraagt nadat u subsidie is verleend.
Hoeveel subsidie kan ik krijgen?
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de getroffen maatregel. Op het aanvraag formulier staat het maximale subsidiebedrag per maatregel weergegeven
Wanneer krijg ik het subsidiebedrag uitbetaald?
Nadat u het vaststellingsformulier heeft ingediend, samen met de benodigde bijlagen (factuur(en), geldig betaalbewijs en indien nodig de installateursverklaring) krijgt u bericht over de vaststelling van uw subsidie. Na deze vaststelling volgt binnen 30 dagen uitbetaling van het subsidiebedrag.
Hoe voorkom ik dat ik subsidie misloop door het leegraken van de subsidiepot?
Door de gemeente Purmerend is een subsidieplafond vastgesteld, het maximaal uit te keren bedrag aan subsidies. De gemeente Purmerend zal via haar website en de lokale media regelmatig berichten over de beschikbaarheid van subsidiemiddelen en tijdig aankondigen wanneer het subsidieplafond bereikt dreigt te worden. Dit zal evenwel voor VvE’s niet altijd mogelijk zijn omdat de grootte van de VvE zodanig groot kan zijn dat het beschikbare budget niet toereikend is. In dat geval kan de aanvraag geheel of gedeeltelijk worden aangehouden tot het moment dat het budget weer voldoende is aangevuld. .
Natuurlijke personen kunnen subsidie aanvragen indien zij eigenaar-bewoner zijn van een bestaande woning. Voor VvE’s geldt dat ook het bestuur de aanvraag kan doen. Bedrijven of andere instellingen kunnen geen subsidie aanvragen.
U komt alleen in aanmerking voor subsidie indien de maatregelen getroffen worden op het grondgebied van de gemeente Purmerend en in of op een bestaande woning.
Waar kan ik met specifieke vragen terecht?
Specifieke vragen kunt u stellen door een e-mail te sturen aan sebm@purmerend.nl of door te bellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-406225.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.