Gemeenteblad van Heerlen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 40131 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2024, 40131 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeente Heerlen - Gemeenschappelijke regeling Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt, tenzij anders vermeld, in die artikelen voor de gemeente, de raad en burgemeester en wethouders respectievelijk burgemeester gelezen: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM
Het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad is ingesteld ter uitvoering van specifieke ondersteunende, uitvoerende en beleidsprocessen en -taken op het gebied van zorg en veiligheid voor de deelnemers als vermeld in artikel 3 van de regeling. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 kan het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad dit ook leveren aan niet deelnemende overheidsorganisaties, primair binnen de regio Zuid-Limburg.
Ondersteunende, uitvoerende en beleidsprocessen als bedoeld in artikel 2, derde lid, hebben betrekking op tenminste een van de volgende taken:
Bevorderen van de samenwerking tussen de gemeenten en partners in het justitiële, bestuurlijke en zorgdomein om te komen tot een integrale aanpak van (potentieel) criminele of ernstige overlast veroorzakende personen of systemen, mits daarbij sprake is van complexe casuïstiek. De aanpak staat in functie van het streven de sociale veiligheid te vergroten en daarmee de leefbaarheid binnen de samenleving te verbeteren.
Bijdragen aan de veiligheid(sbeleving) als onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid. Hierbij gaat het om het voorkomen en verminderen van recidive, (ernstige) overlast, criminaliteit en maatschappelijke uitval bij complexe problemen, door een combinatie van repressie, bestuurlijke interventie en zorg.
Voor zover het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad voor een deelnemer werkzaamheden verricht die het in het vorige lid genoemde gezamenlijke afnamepakket te boven gaan, wordt een dienstverleningsovereenkomst afgesloten tussen het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad als dienstverlenende instantie (opdrachtnemer) en de deelnemer als afnemende instantie (opdrachtgever).
Artikel 5 Werkzaamheden voor derden
Voor zover de diensten vallen binnen het kader van de in artikel 3 vermelde taken, is het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad bevoegd tot het verrichten van diensten voor andere gemeenten dan de deelnemers en/of voor derden met een publiekrechtelijke status, na instemming door het Algemeen Bestuur en passend binnen geldende wettelijke kaders. Met deze organisaties worden eveneens dienstverlenings-overeenkomsten afgesloten en kostendekkende prijsafspraken gemaakt.
Artikel 6 Deelname aan samenwerkingsvormen
Het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93 tot en met 95 van de wet en aan een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS), overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 [Publicatieblad L 210 van 31.7.2006].
Het besluit daartoe wordt door een gekwalificeerde meerderheid van het Algemeen Bestuur genomen. Van een gekwalificeerde meerderheid is sprake bij 2/3 van het totaal aantal stemmen als bedoeld in artikel 9. Alvorens het Algemeen Bestuur een besluit neemt, worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen.
Het bestuur van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter.
Artikel 8 Het Algemeen Bestuur
Met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad berust bij het Algemeen Bestuur alle bevoegdheid, die niet bij wet, dan wel bij of krachtens deze regeling aan het Dagelijks Bestuur of aan de voorzitter is geattribueerd, opgedragen of gedelegeerd.
Het Algemeen Bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
Artikel 9 De werkwijze van het Algemeen Bestuur
Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken besluit aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
Artikel 10 Het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten.
Artikel 11 Taken en bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur
Artikel 12 Besluitvorming door het Dagelijks Bestuur
Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken besluit aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Indien de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
HOOFDSTUK 3 DE DIRECTEUR/SECRETARIS EN HET PERSONEEL
Op het personeel van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad is de CAO Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties van toepassing alsmede de door het bestuur vastgestelde personele regelingen. Het openbaar lichaam neemt hiertoe als lid deel aan de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (WSGO).
Het Dagelijks Bestuur kan de in het tweede lid bedoelde bevoegdheden opdragen aan de directeur/secretaris van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad, tenzij het medewerkers betreft die belast zijn met functies van leidinggevende aard die rechtstreeks onder de directeur/secretaris ressorteren, of de directeur/secretaris zelf.
Artikel 20 Ontwerpbegroting, algemene financiële/beleidsmatige kaders en voorlopige jaarrekening
Het Dagelijks Bestuur zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerpbegroting -inclusief de algemene financiële en beleidsmatige kaders - en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten. Een en ander overeenkomstig artikel 34b en 35 van de wet.
Artikel 22 De jaarrekening en jaarverslag
Van de baten en lasten van het openbaar lichaam wordt door het dagelijks bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur, onder overlegging van de conceptjaarrekening, het jaarverslag met daarbij behorende bescheiden, zoals vermeld in artikel 213 van de Gemeentewet. Na de eigen oordeelsvorming zendt het dagelijks bestuur de voorlopige jaarrekening jaarlijks vóór de in artikel 34b van de wet genoemde datum toe aan de raden.
HOOFDSTUK 6 INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING
Artikel 26 Inlichtingenplicht voor de gemeenten
De besturen van de gemeenten verstrekken op verzoek van het Algemeen Bestuur en/of het Dagelijks Bestuur de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad nodig is.
Artikel 27 Inlichtingen en verantwoording aan het Algemeen Bestuur
Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer één of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden, in een vergadering van het Algemeen Bestuur verstrekt.
HOOFDSTUK 7 TOETREDING, UITTREDING, OPHEFFING EN WIJZIGING VAN DE REGELING
Toetreding tot deze regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van alle deelnemers alsmede van de potentiële deelnemer na verkregen toestemming van de gemeenteraden. Voorafgaande aan de besluitvorming omtrent toestemming worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.
Artikel 32 Procedure en inhoud van het uittredingsplan
Het in artikel 31, derde lid, bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en de directeur/voorzitter. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur van de uittredende deelnemer.
De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel en in artikel 31 in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 5-10% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het algemeen bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende deelnemer de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
De regeling kan worden opgeheven met instemming van alle deelnemers minus één. Het besluit tot opheffing wordt niet genomen voordat de raden van de deelnemers gedurende 12 weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op de voorgestelde opheffing hun zienswijze ter kennis van het college te brengen.
In geval van opheffing van de Regeling en daardoor uiteindelijk de ontbinding van het Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad stelt het Algemeen Bestuur een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het personeel is opgenomen. Voordat het algemeen bestuur het liquidatieplan vaststelt worden de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen.
Artikel 35 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de wet en de regeling.
Artikel 36 Evaluatie, burgerparticipatie en zienswijzen
Artikel 37 Rechtskracht eerder genomen besluiten
Vóór de inwerkingtreding van deze regeling door de deelnemers genomen besluiten op grond van de Samenwerkingsovereenkomst Veiligheidshuis Parkstad, behouden hun rechtskracht totdat door de bevoegde organen in deze nieuwe besluiten zijn genomen dan wel deze besluiten van rechtswege zijn vervallen.
Burgemeester en wethouders van Heerlen maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Kerkrade, Voerendaal , Simpelveld, Landgraaf, Beekdaelen en Brunssum
hebben besloten tot het aangaan van de gemeenschappelijke regeling Zorg en Veiligheidshuis Parkstad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-40131.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.