Verordening Adviesraad duurzaamheid Den Helder 2024

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

 

ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

 

gelezen het raadsvoorstel nummer 27095 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 21 mei 2024;

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

 

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Stadsontwikkeling en -beheer op 2 september 2024;

 

besluit:

 

de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening Adviesraad duurzaamheid Den Helder 2024

 

Hoofdstuk 1 Begrippen, instelling en taak

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Den Helder;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van Den Helder;

  • c.

    secretaris: ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 13 van deze verordening.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviesraad duurzaamheid, verder te noemen: de Adviesraad.

Artikel 3 Taak

  • 1.

    De Adviesraad heeft als taak gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de raad en/of het college over vraagstukken binnen de volgende duurzaamheidsthema’s:

    • a.

      energietransitie;

    • b.

      klimaatadaptatie;

    • c.

      circulaire samenleving;

    • d.

      duurzame mobiliteit;

    • e.

      biodiversiteit.

  • 2.

    Deze taak vertaalt zich in een drieledige functie:

    • a.

      een beleidsmatige functie. De gemeente streeft ernaar de invulling van het Programma Duurzaamheid 2024-2027 zo dicht mogelijk aan te laten sluiten bij wat nodig, wenselijk en mogelijk is. Hiervoor moet er voldoende kennis zijn van de praktijk. De Adviesraad is in dit kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente;

    • b.

      een signaleringsfunctie. De Adviesraad signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering (reactieve beleidsvorming);

    • c.

      een idee- en creativiteitsfunctie. De Adviesraad draagt ideeën aan (proactieve beleidsvorming). Dit betekent dat de Adviesraad niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen ter beleidsvorming doet.

Artikel 4 Mate van inspraak

  • 1.

    De Adviesraad kan samenwerken met de gemeentelijke organisatie om beleidsvorming op het gebied van duurzaamheid te verbeteren of te versnellen.

  • 2.

    De Adviesraad kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college en de raad op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken.

  • 3.

    Over de inhoud van beleidsplannen, verordeningen en andere besluiten beslist uiteindelijk het bevoegd gemeentelijke orgaan.

Artikel 5 Informatierecht

Het college verstrekt aan de Adviesraad, al dan niet op haar verzoek, tijdig alle informatie die zij voor de vervulling van haar taken redelijkerwijs nodig heeft.

Hoofdstuk 2 Inrichting

Artikel 6 Samenstelling en benoeming leden

  • 1.

    De Adviesraad bestaat uit 5 leden, waaronder een voorzitter.

  • 2.

    De leden, waaronder de voorzitter, worden door het college benoemd.

  • 3.

    De leden wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    De leden worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taak.

Artikel 7 Voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergaderingen;

  • b.

    het vertegenwoordigen van de Adviesraad;

  • c.

    het ondertekenen van de stukken die van de Adviesraad uitgaan;

  • d.

    het doen naleven van bij deze verordening gestelde regels;

  • e.

    al hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 8 Onverenigbaarheid van functies en integriteit

  • 1.

    De leden van de Adviesraad zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Den Helder.

  • 2.

    Elk lid neemt op persoonlijke titel zitting in de Adviesraad en niet namens een belangenorganisatie of bedrijf.

  • 3.

    Een lid neemt niet deel aan de advisering als daarbij het risico op belangenverstrengeling bestaat.

  • 4.

    De leden gaan zorgvuldig om met informatie en voorkennis en brengen geen vertrouwelijke informatie vanuit de Adviesraad naar buiten.

Artikel 9 Benoemingstermijn en einde benoeming

  • 1.

    De leden van de Adviesraad kunnen voor een termijn van ten hoogste vier jaren worden benoemd.

  • 2.

    De leden kunnen eenmaal voor een termijn van ten hoogste vier jaren worden herbenoemd.

  • 3.

    In voorkomend geval kunnen, in verband met de continuïteit en het voorkomen van onderbezetting van de Adviesraad, aftredende leden van de Adviesraad hun functie blijven vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Indien een lid voorziet in een specifieke deskundigheid die plaatselijk niet of schaars aanwezig is, kan dit lid, in afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel, meerdere malen worden herbenoemd.

  • 5.

    Leden van de Adviesraad kunnen op elk moment kenbaar maken hun benoeming te willen beëindigen. Zij doen daarvan drie maanden van tevoren schriftelijk mededeling aan het college.

  • 6.

    Het college kan in voorkomende gevallen de benoeming van een lid van de Adviesraad voortijdig beëindigen wanneer het lid:

    • a.

      niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 8, eerste lid;

    • b.

      handelt in strijd met het bepaalde in artikel 8, tweede, derde of vierde lid;

    • c.

      niet naar behoren functioneert;

    • d.

      door handelen of nalaten het aanzien van de Adviesraad schaadt; of

    • e.

      langdurig afwezig is.

  • 7.

    De benoeming eindigt van rechtswege indien het college en de raad besluiten tot opheffing van de Adviesraad.

Artikel 10 Vacatures

  • 1.

    Benoeming van de eerste vijf leden van de Adviesraad geschiedt na een openbare wervingsprocedure.

  • 2.

    Na de benoeming als bedoeld in het eerste lid wordt bij een vacature voor een lid extern geworven op basis van een door de Adviesraad vastgesteld functieprofiel.

  • 3.

    De voorzitter en de secretaris voeren de sollicitatieprocedure en doen een voordracht voor benoeming aan het college.

  • 4.

    Bij langdurige afwezigheid van een lid wordt door de voorzitter vastgesteld of er sprake is van een vacature.

Artikel 11 Opschorting werkzaamheden

Indien het ledental van de Adviesraad daalt tot drie of minder, worden de werkzaamheden van de Adviesraad opgeschort en blijft artikel 4, eerste lid, buiten toepassing tot het tijdstip dat de Adviesraad minimaal vier leden telt.

Hoofdstuk 3 Budget en ondersteuning

Artikel 12 Budget

  • 1.

    Aan de Adviesraad wordt jaarlijks een budget toegekend ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      vergoedingen als bedoeld in artikel 24;

    • b.

      vergoedingen voor externe deskundigen die eventueel door de Adviesraad worden ingeschakeld;

    • c.

      overige uitgaven die de Adviesraad nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    Het budget wordt beheerd door de secretaris.

Artikel 13 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De Adviesraad wordt administratief en inhoudelijk ondersteund door een of meer daartoe door het college aangewezen ambtelijke secretarissen.

  • 2.

    De secretaris woont de vergaderingen van de Adviesraad bij, maar heeft geen stemrecht.

  • 3.

    De secretaris heeft de volgende taken:

    • a.

      verzorgen van het secretariaat, waaronder de verspreiding van relevante stukken;

    • b.

      initiëren en voorbereiden van de vergaderingen in samenwerking met de voorzitter;

    • c.

      verslaglegging van de vergaderingen;

    • d.

      archivering van de stukken van de Adviesraad;

    • e.

      beheer van het aan de Adviesraad toegekende budget;

    • f.

      het opstellen van het jaarlijks verslag.

Artikel 14 Facilitering

Het college zorgt ervoor dat de Adviesraad haar taak kan uitvoeren, onder andere door het bieden van:

  • a.

    vergaderfaciliteiten;

  • b.

    tijdige en adequate informatievoorziening;

  • c.

    budget.

Hoofdstuk 4 Werkwijze en advisering

Artikel 15 Werkwijze

  • 1.

    De raad of het college kan de Adviesraad vragen om advies over het Programma Duurzaamheid 2024-2027 (reactieve beleidsvorming). In de aanvraag vermeldt de raad of het college expliciet over welke punten advies wordt gevraagd.

  • 2.

    Indien door de raad of het college is verzocht advies uit te brengen, geeft de Adviesraad hieraan binnen een redelijke termijn gevolg. De Adviesraad kan gemotiveerd weigeren om advies uit te brengen.

  • 3.

    De Adviesraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan de raad of het college (proactieve beleidsvorming).

  • 4.

    De raad of het college vraagt de Adviesraad in ieder geval niet om advies in de volgende situaties:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid;

    • b.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • c.

      indien het opstellen van beleid dermate dringend is dat een advies niet kan worden afgewacht.

  • 5.

    In het geval de raad of het college bij de besluitvorming afwijkt van het advies van de Adviesraad, wordt dit in het besluit vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Adviesraad is afgeweken.

Artikel 16 Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de Adviesraad vinden minimaal 4 en maximaal 10 keer per jaar plaats.

  • 2.

    Het college kan afwijken van het voorgaande lid en bepalen dat er meer dan 10 zittingen plaatsvinden, indien dit noodzakelijk is vanwege de hoeveelheid of omvang van de gevraagde adviezen

  • 3.

    De vergaderingen van de Adviesraad zijn als regel besloten. De Adviesraad kan besluiten een vergadering openbaar te verklaren.

  • 4.

    Indien de Adviesraad meer informatie wenst over een bepaald onderwerp of collectief belang, kan zij deskundigen uitnodigen bij één van haar vergaderingen.

  • 5.

    De Adviesraad kan voor een vergadering tevens bestuurders, raads- en commissieleden of ambtenaren uitnodigen voor een inhoudelijke agendapunt.

Artikel 17 Schriftelijke oproeping

  • 1.

    De voorzitter van de Adviesraad roept de leden en eventuele genodigden tot de vergadering op.

  • 2.

    De oproeping geschiedt door middel van een schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.

Artikel 18 Agenda

  • 1.

    De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris in gezamenlijk overleg opgesteld.

  • 2.

    Elk lid, alsmede de secretaris, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.

  • 3.

    De agenda wordt ten minste één week voor de vergadering aan de leden en eventuele genodigden toegezonden.

Artikel 19 Quorum

  • 1.

    De vergadering van de Adviesraad wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

Artikel 20 Stemming

  • 1.

    Een advies van de Adviesraad wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht.

  • 2.

    Alleen de leden van de Adviesraad hebben stemrecht.

  • 3.

    De leden van de Adviesraad stemmen zonder last of ruggespraak over uit te brengen adviezen.

  • 4.

    Indien over een advies geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

  • 5.

    Stemmingen geschieden door middel van handopsteken.

  • 6.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 7.

    Wanneer de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 21 Advies

  • 1.

    De adviezen van de Adviesraad worden opgesteld door de secretaris of een lid van de Adviesraad en ondertekend door de voorzitter.

  • 2.

    De adviezen van de Adviesraad aan de raad of het college worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van de Adviesraad. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het advies opgenomen.

  • 3.

    Een advies is inhoudelijk gemotiveerd, heeft oog voor de financiële, maatschappelijke en bestuurlijke consequenties, kansen en risico’s en geeft een onderbouwing hoe het advies opgevolgd kan worden.

  • 4.

    Na vaststelling van het advies wordt dit zo spoedig mogelijk aan de raad en/of het college aangeboden.

Artikel 22 Verslag

  • 1.

    De secretaris stelt in samenwerking met de voorzitter van elke vergadering van de Adviesraad een verslag op. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling voorgelegd.

  • 2.

    Voorafgaande aan de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris het verslag aan de leden van de Adviesraad.

Artikel 23 Jaarlijkse verantwoording en overleg

  • 1.

    Jaarlijks vóór 1 april stelt de Adviesraad voor de raad en het college een verslag op van de werkzaamheden van het kalenderjaar daarvoor, waarin ten minste aan de orde komt:

    • a.

      de werkwijze van de Adviesraad;

    • b.

      de adviezen die in het betreffende jaar zijn uitgebracht;

    • c.

      de besteding van de middelen die aan de Adviesraad ter beschikking zijn gesteld.

  • 2.

    De Adviesraad kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het Programma Duurzaamheid 2024-2027.

  • 3.

    Tussen de wethouder met de portefeuille duurzaamheid en de Adviesraad vindt minimaal één keer per jaar een overleg plaats.

Hoofdstuk 5 Vergoeding

Artikel 24 Vergoeding

  • 1.

    Aan de voorzitter en de leden wordt per bijgewoonde vergadering een vergoeding toegekend.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding per vergadering wordt als volgt vastgesteld:

    Voorzitter: € 210,-

    Lid: € 185,-

  • 3.

    Aan de voorzitter en de leden wordt per bijgewoonde vergadering een vergoeding voor gemaakte reiskosten toegekend. De hoogte hiervan wordt bepaald op basis van de kosten van openbaar vervoer, tweede klas, per afstand tussen woonplaats en de plaats waar de vergadering plaatsvindt.

  • 4.

    De vergoedingen als bedoeld in het tweede lid geschieden bruto. De gemeente doet geen belasting- en premieafdrachten.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 25 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 26 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist:

  • a.

    de voorzitter van de Adviesraad, indien het de vergaderorde betreft;

  • b.

    het college, na consultatie van de voorzitter, over andere aangelegenheden.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop zij is bekendgemaakt in het elektronisch Gemeenteblad en vervalt met ingang van 1 januari 2028.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Adviesraad duurzaamheid Den Helder 2024.

Aldus besloten in de collegevergadering van 21 mei 2024

burgemeester

J.A. (Jan) de Boer MSc.

secretaris,

M.J. (Marc) Pothast

Aldus besloten in de raadsvergadering van 16 september 2024.

voorzitter

J.A. de Boer MSc.

griffier

mr. drs. M. (Menno) Huisman

Naar boven