Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg
gelet op artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, waarin is bepaald dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of een verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
gelet op artikel 12 van deze algemene maatregel van bestuur, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, waarin de verkeerstekens worden genoemd, waarvan de plaatsing of verwijdering dient te geschieden krachtens verkeersbesluit;
Overwegende:
-dat de Hessenweg en Scholtendsdijk:
gelegen zijn nabij Hardenberg;
gelegen zijn binnen de bebouwde kom;
in beheer en onderhoud zijn bij de Gemeente Hardenberg;
in eigendom zijn van de Gemeente Hardenberg;
-dat beide wegen zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg, volgens de gemeentelijke wegencategorisering;
-dat beide wegen niet zijn voorzien van een maximumsnelheid, en daarom conform landelijke wetgeving mogen worden bereden met maximaal 50 km/u;
-dat de Gemeente Hardenberg de ambitie heeft alle hoofdfietsroute op te waarderen, zoals vastgesteld in het Fietsplan (2022)
-;dat deze wegen een belangrijke route vormen voor regionaal (schoolgaand) fietsverkeer;
-dat deze wegen onderdeel zijn van de snelfietsroute F340 Zwolle – Hardenberg;
-dat deze wegen daarom worden gereconstrueerd naar een fietsstraat, als onderdeel van project “Fietsroute Heemse – Brink”;
-dat het afwaarderen naar een maximumsnelheid van 30 km/u passend is bij de inrichting van een fietsstraat binnen de bebouwde kom;
-dat het afwaarderen van de maximum snelheid naar 30 km/u bijdraagt aan de verkeersveiligheid;
-dat dit verkeersbesluit zich beperkt tot Deeltraject 1 van het project “Fietsroute Heemse – Brink”;
-dat het treffen van de bovengenoemde verkeersmaatregelen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 strekken tot:
het verzekeren van de veiligheid op de weg;
het beschermen van weggebruikers en passagiers;
het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer; het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;
-dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer overleg heeft plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district IJsselland, daartoe gemandateerd door de Korpschef en hij akkoord is met de voorgestelde maatregelen.