Voetpaden in het Landschapspark te Noordwijk

Burgemeester en wethouders van gemeente Noordwijk,

Gelet op:

- de bepalingen (voor zover van toepassing) in artikelen 15 t/m 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

- de bepalingen in artikelen 12 t/m 27 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

- de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

Overwegende dat:

- de paden in het Landschapspark in Noordwijk in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente Noordwijk zijn;

- de paden gelegen zijn binnen de bebouwde kom van de gemeente Noordwijk;

- gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze paden;

- de paden onderdeel uitmaken van bestemmingsplan Middengebied-Landschapspark;

- de ontwerpen en plannen tot stand zijn gekomen door participatie;

- het Landschapspark wordt ingericht als voetgangersgebied;

- de gemeente Noordwijk het bestemmingsplan Middengebied-Landschapspark op 30 november 2021 heeft vastgesteld;

- de Raad van State op 13 maart 2024 een tussenuitspraak heeft gedaan, waarbij bezwaren ongegrond zijn verklaard met uitzondering van de bezwaren op de onderwerpen parkeren en lichtmasten;

- de paden in het Landschapspark onderdeel worden van een voetgangersgebied door middel van het plaatsen van verkeersborden G7 uit Bijlage 1 van het RVV 1990;deze verkeersborden geplaatst worden bij de toegangen tot het Landschapspark in Noordwijk;

- bij deze toegangen fietssluizen zijn aangelegd met als doel het beperken van doorrijmogelijkheden voor fietsers;

- fietsers hun voertuig kunnen stallen in de daarvoor aangelegde fietsenstalling;

- de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 derde lid onder a van de WVW 1994 met als doel het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

- het college van burgemeester en wethouders, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag is voor het nemen van dit verkeersbesluit;

- overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgevonden met de (gemachtigde van de) korpschef van de Eenheid Den Haag, en dat er positief is geadviseerd;

- het feit dat, overeenkomstig artikel 26 van het BABW, dit besluit bekendgemaakt wordt door publicatie in het Gemeenteblad.

nemen, gelet op het voorgaande, het volgende

B E S L U I T :

Voetpaden aan te wijzen bij de toegangen tot het Landschapspark in Noordwijk bij:

- de kruising met Max Liebermannstraat in Noordwijk;

- de kruising met Charlotte Van Pallandtstraat in Noordwijk;

- de kruising met Dompad in Noordwijk;

door het plaatsen van driemaal de borden:

• model G7 uit Bijlage 1 van het RVV 1990.

 

Burgemeester en wethouders van gemeente Noordwijk,

Namens dezen:

De clustermanager Openbare Ruimte,

J. Went

Datum besluit: 9 september 2024

Bezwaarclausule:

Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, Postbus 298, 2200 AG Noordwijk, onder vermelding van ‘bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar bevatten.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, tevens op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.

 

Naar boven