Subsidieregeling Cultuurevenementen Opsterland 2024

Het college van burgemeester en wethouders, gelet op artikel 3, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Opsterland 2024, besluit vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling Cultuurevenementen Opsterland 2024

Artikel 1 Toepassing andere verordeningen

Op deze regeling zijn de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Opsterland van toepassing, tenzij in deze regeling anders is bepaald.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt, in aanvulling op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Opsterland, verstaan onder:

 

  • -

    aanvraagformulier: een door het college vastgesteld formulier, al dan niet digitaal, voor het aanvragen van de subsidie als in deze subsidieregeling bedoeld;

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    activiteit: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waarbij kunst en cultuur het hoofdbestanddeel is. Wanneer hierna gesproken wordt over ‘activiteit’ of ‘activiteiten’ heeft dit zowel betrekking op eenmalige, incidentele activiteiten, als op een duidelijk samenhangend programma van meerdere (gelijksoortige) activiteiten die al of niet aaneensluitend plaatsvinden;

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Opsterland 2024;

  • -

    bovenregionaal evenement: evenement gericht op een (boven)regionaal of nationaal publiek;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Opsterland;

  • -

    kunst en cultuur: betrekking hebbende op cultuureducatie of cultuurhistorie en amateur- en professionele kunst, waaronder in ieder geval begrepen muziek, dans, beeldende kunst, toneel, film, literatuur, vormgeving, mediakunst;

  • -

    lokaal evenement: al dan niet periodiek terugkerend evenement, gericht op een lokaal publiek;

  • -

    subsidieplafond: het bedrag als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb, dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • -

    verantwoordingsformulier: een door het college vastgesteld formulier, al dan niet digitaal, voor het verantwoorden van het gebruik van de ontvangen subsidie als in deze subsidieregeling bedoeld.

Artikel 3 Doelstelling van de regeling

Het college kent aan aanvragers, zijnde culturele verenigingen en instellingen, subsidie toe voor activiteiten en initiatieven die zorgen voor:

  • a.

    een vernieuwend en breder cultuuraanbod in de gemeente Opsterland;

  • b.

    de versterking van de culturele infrastructuur in de gemeente;

  • c.

    een bijdrage aan de promotie van de gemeente en de aantrekkelijkheid voor de eigen inwoners en bezoekers van buiten de gemeente en die daarmee bijdragen aan de doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid.

Artikel 4 Voorwaarden

Subsidie wordt slechts verstrekt, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd vindt plaats in de Gemeente Opsterland;

  • 2.

    De activiteit is openbaar toegankelijk;

  • 3.

    Aan de activiteit wordt via passende publiciteit bekendheid gegeven;

  • 4.

    De aanvrager zoekt cofinanciering of levert zelf een bijdrage in geld of in natura aan de te subsidiëren activiteit, voor ten minste 60% van de begrote kosten;

  • 5.

    Instellingen die structureel een subsidie ontvangen van de gemeente Opsterland komen alleen in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling, indien de activiteit waarvoor zij subsidie vragen incidenteel en aanvullend is op de reguliere werkzaamheden waarvoor zij al jaarlijkse subsidie ontvangen.

Artikel 5 Toetsingscriteria

Een aanvraag komt slechts voor subsidie in aanmerking, indien deze voldoet aan drie van de volgende toetsingscriteria:

  • a.

    Vernieuwend:

    • -

      bij de activiteit is sprake van een diversiteit van en het benutten van cross-overs tussen kunstvormen; en

    • -

      de activiteit is aantoonbaar vernieuwend voor Opsterland in het gebruik van kunstvormen, verschillende genres en procedés.

  • b.

    Promotie:

    • -

      de locatie van uitvoering en de gemeente Opsterland worden onder de aandacht gebracht van een bovenlokaal, regionaal of bovenregionaal, provinciaal of zelfs nationaal publiek;

    • -

      de promotie van de activiteit maakt gebruik van aansprekende middelen die de kwaliteit van de activiteit, de locatie en de gemeente Opsterland benadrukken; en

    • -

      de activiteit weet nieuwe publieksgroepen aan te trekken.

  • c.

    Samenwerking:

    • -

      de activiteit maakt gebruik van samenwerking met andere culturele verenigingen en instellingen; en

    • -

      de activiteit benut de kracht van de mienskip, hetzij bij de uitvoering van de activiteit, hetzij bij de voorbereiding en organisatie van de activiteit, door de inzet van de lokale bevolking en lokale instellingen.

  • d.

    Versterking:

    • -

      de activiteit draagt bij aan de verbetering van het uitvoeringsniveau van de lokale uitvoerenden;

    • -

      de activiteit gebruikt educatieve vormen;

    • -

      de activiteit streeft specifiek talentontwikkeling na; en

    • -

      de activiteit trekt naar verwachting een aantal bezoekers dat passend is bij de aard en opzet van de activiteit.

  • e.

    Fryske taal:

    • -

      de activiteit maakt gebruik van de Friese taal; of

    • -

      de activiteit promoot de Friese taal en stimuleert het gebruik daarvan.

  • f.

    Leefbaarheid:

    • -

      de activiteit draagt bij aan de leefbaarheid in Opsterland en houdt rekening met de volgende beleidsdoelen:

    • -

      Iedereen doet mee;

    • -

      Wij kijken naar elkaar om;

    • -

      Wij hebben oog voor natuur en milieu; en

    • -

      Gezondheid vinden wij belangrijk.

Artikel 6 Lokale evenementen

  • 1.

    Culturele verenigingen en instellingen die op basis van hun doelstelling een lokaal evenement organiseren, kunnen daarvoor een subsidie van maximaal € 1.000,00 ontvangen per activiteit.

  • 2.

    Het aanvragen van subsidie voor een activiteit kan gedurende twee aanvraagperiodes:

    • a.

      aanvraagperiode 1: voor activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 januari tot en met 30 juni, dient de aanvraag te worden ontvangen vanaf 1 september tot uiterlijk 31 oktober daaraan voorafgaand;

    • b.

      aanvraagperiode 2: voor activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 juli tot en met 31 december, dient de aanvraag te worden ontvangen vanaf 1 maart tot uiterlijk 30 april daaraan voorafgaand.

  • 3.

    Per aanvrager kunnen meerdere activiteiten per aanvraagperiode worden aangevraagd.

  • 4.

    Het college beslist binnen vier weken na het einde van de in het tweede lid genoemde aanvraagperioden over de ingediende subsidieaanvragen.

Artikel 6a Bovenregionale evenementen

  • 1.

    Culturele verenigingen en instellingen die een bovenregionaal evenement organiseren, kunnen daarvoor een subsidie ontvangen van 40% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 5.000,00 per evenement.

  • 2.

    Het aanvragen van subsidie voor een activiteit kan gedurende twee aanvraagperiodes:

    • a.

      aanvraagperiode 1: voor activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 januari tot en met 30 juni, dient de aanvraag te worden ontvangen vanaf 1 september tot uiterlijk 31 oktober daaraan voorafgaand;

    • b.

      aanvraagperiode 2: voor activiteiten die plaatsvinden in de periode van 1 juli tot en met 31 december, dient de aanvraag te worden ontvangen vanaf 1 maart tot uiterlijk 30 april daaraan voorafgaand.

  • 3.

    Het college beslist binnen vier weken na het einde van de in het tweede lid genoemde aanvraagperioden over de ingediende subsidieaanvragen.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 6 en 6a kan uitsluitend ingediend worden met een door het college vastgesteld digitaal aanvraagformulier.

  • 2.

    Alleen aanvraagformulieren die volledig zijn ingevuld en binnen de aanvraagperiode zijn ontvangen, worden in behandeling genomen.

  • 3.

    Bij de aanvraagformulieren moet in ieder geval een begroting en dekkingsplan van de kosten worden bijgevoegd, van de activiteit waar de subsidie voor wordt aangevraagd.

    • a.

      om de activiteit van de grond te krijgen, kan de aanvrager ook andere partijen benaderen voor medefinanciering in de vorm van subsidies of sponsorbijdragen. Alle verzoeken om dergelijke geldelijke ondersteuning moeten vermeld staan in het dekkingsplan, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

    • b.

      de begroting dient reëel te worden opgesteld; zij wordt ook zodanig getoetst. De hoogte van de vergoedingen en de verdere uitgaven moeten in verhouding zijn met de totale kosten.

  • 4.

    Voor het bepalen van de subsidiabele kosten en eigen inbreng worden vrijwilligersuren gewaardeerd op een door het college vast te stellen bedrag per uur per vrijwilliger. Dit bedrag is terug te vinden op het aanvraagformulier.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    De subsidieplafonds voor de in artikel 6 en 6a genoemde activiteiten worden jaarlijks door college vastgesteld, waarbij ook een verdeling per aanvraagperiode wordt bepaald.

  • 2.

    Indien het subsidieplafond voor de in artikel 6 genoemde activiteiten in enige aanvraagperiode dreigt te worden overschreden, dan wordt het beschikbare subsidieplafond evenredig verdeeld over alle in aanmerking komende aanvragen, met inachtneming van de in artikel 6, eerste lid genoemde maximale subsidiebedragen. Het subsidieplafond voor de in artikel 6a genoemde activiteiten wordt evenredig verdeeld over alle in aanmerking komende aanvragen, met in achtneming van de artikel 6a, eerste lid genoemde maximale subsidiebedragen.

  • 3.

    Wordt het beschikbare subsidieplafond gedurende de eerste aanvraagperiode niet bereikt, dan wordt het subsidieplafond voor de tweede aanvraagperiode verhoogd met het overgebleven bedrag uit de voorgaande aanvraagperiode. Dit geldt enkel voor het desbetreffende boekjaar.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv, weigert het college de subsidie indien:

  • a.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 genoemde doelstelling, de in artikel 4 genoemde voorwaarden of de in artikel 5 genoemde toetsingscriteria;

  • b.

    de hoogte van de gevraagde subsidie niet in verhouding staat tot de beoogde resultaten van de activiteit;

  • c.

    de activiteit ook zonder subsidie kan worden gerealiseerd, dan wel er geen sprake is van een tekort op de begroting;

  • d.

    de subsidieaanvraag is ontvangen na het sluiten van de in artikel 6 en 6a genoemde perioden;

  • e.

    de subsidieaanvraag binnen in artikel 6 en 6a genoemde perioden onvolledig is ingediend en niet binnen twee weken na bericht daarvan van het college door de aanvrager volledig is aangevuld;

  • f.

    de activiteit bestaat uit het verstrekken van geld of goederen;

  • g.

    er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteit in financiële, organisatorische of technische zin niet haalbaar is;

  • h.

    voor de te subsidiëren activiteit niet de benodigde wettelijke toestemmingen zijn verkregen;

  • i.

    het een aanvraag betreft:

    • voor een ‘mienskip’-activiteit, zoals een dorpsfeest of de viering van koningsdag;

    • van een niet-culturele vereniging of instelling, zoals sportverenigingen, dorpsbelangen, ondernemingen, recreatieve/toeristische instellingen en onderwijs;

    • voor een commercieel evenement, dat:

      • -

        een individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft; of

      • -

        bedrijfsmatig van aard is; of

      • -

        mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid.

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Subsidiebedragen tot en met € 1.000,00 worden direct vastgesteld, waarbij de subsidieontvanger verplicht is binnen 2 weken na het beëindigen van de gesubsidieerde activiteiten aan te tonen dat de activiteit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld door middel van een foto, videobeelden of een krantenverslag.

  • 2.

    Voor subsidiebedragen hoger dan € 1.000,00 dient de subsidieontvanger uiterlijk 8 weken na het uitvoeren van de activiteit een aanvraag in bij het college tot vaststelling van de subsidie.

  • 3.

    De aanvraag tot vaststelling als bedoeld in lid 2 van dit artikel, moet worden ingediend met een door het college vastgesteld digitaal verantwoordingsformulier en bevat in ieder geval:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag van de activiteit, waaruit blijkt dat de activiteit is verricht en in welke mate de beoogde doelstellingen zijn behaald en de activiteit heeft voldaan aan de toetsingscriteria;

    • b.

      Een financieel verslag van de activiteit, betreffende een overzicht van de gerealiseerde inkomsten en uitgaven in verhouding tot de begrote inkomsten en uitgaven.

  • 4.

    Na ontvangst van het ingevulde verantwoordingsformulier stelt het college binnen 8 weken de subsidie vast.

Artikel 11 Betaling en terugvordering

  • 1.

    De verleende subsidie wordt volledig bij voorschot, binnen 8 weken na verzenddatum van de subsidiebeschikking, uitbetaald.

  • 2.

    Indien een subsidieontvanger meer aan voorschot heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie bedraagt, is de subsidieontvanger verplicht het te veel ontvangen bedrag binnen een termijn van 8 weken terug te betalen.

Artikel 12 Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet voldoende voorziet en voor zover de Asv daarin ruimte laat, beslist het college.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie ervan in het Gemeenteblad.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuurevenementen Opsterland 2024.

  • 3.

    De Subsidieregeling Cultuur Evenementen Opsterland 2021 wordt ingetrokken per de in het eerste lid bedoelde datum, met dien verstande dat zij blijft gelden voor aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Opsterland van 10 september 2024.

De gemeentesecretaris,

Sandra van ‘t Hooge

De burgemeester,

Andries Bouwman

Naar boven