Als gevolg van het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (Didam) moet de gemeente Etten-Leur, gelet op het gelijkheidsbeginsel, vooraf kennisgeven van het voornemen om te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst waarbij sprake is van verkoop/uitgifte van onroerende zaken.
De gemeente wil op termijn een gebiedsontwikkeling tot stand brengen in het ontwikkelingsgebied
Haansberg
en heeft daartoe een strategische grondpositie verworven in dat gebied. Gegadigde was eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Etten-Leur, sectie O, nummers 918, 920, 2631, 2632, 2633, 2467 en sectie K, nummer 5039 in het ontwikkelingsgebied
Haansberg
. Gegadigde was bereid om deze gronden aan de gemeente te verkopen, indien zij als onderdeel van de tegenprestatie het recht verkrijgt om gronden aan te mogen kopen van de gemeente ten behoeve van realisatie van woningen in nog nader overeen te komen deelgebieden van het ontwikkelingsgebied
Haansberg
.
De aankoop van de grondposities door de gemeente in ontwikkelingsgebied
Haansberg
kon daarom niet worden uitgevoerd zonder medewerking van gegadigde. Gemeente is bereid deze bouwclaim,
welke is berekend naar rato van de omvang van de ingebrachte gronden
, aan gegadigde te verlenen omwille
van
het mogelijk maken van de gebiedsontwikkeling.
Als uitzonderingsmogelijkheid op de openbare selectieprocedure heeft de gemeente in haar Nota Grondbeleid bepaald dat de gemeente een één op één uitgifte mag aangaan indien er sprake is van een bouwclaimovereenkomst. Hierdoor valt de verkoop van de grond aan gegadigden onder de uitzondering zoals opgenomen in de Nota Grondbeleid.
Gezien voornoemde is naar oordeel van de gemeente de gegadigde de enige serieuze gegadigde die in aanmerking komt voor de toekomstige onderhandse gronduitgifte.
Voor nadere informatie kan contact opgenomen worden met Willy Gommeren, willy.gommeren@etten-leur.nl.
Kort geding
Bent u het niet eens met deze (voorgenomen) verkoop/uitgifte, dan dient u binnen 20 kalenderdagen na dagtekening van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Indien u een kort geding aanspant, verzoeken wij u ons dit binnen voornoemde termijn van 20 kalenderdagen schriftelijke mee te delen, bij voorkeur door per e-mail opsturen van de conceptdagvaarding op bovengenoemd e-mailadres.