Verkeersbesluit Willemstraat, aanwijzen individuele gehandicaptenparkeerplaats

Nummer: 2024-067084

 

Burgemeester en Wethouders van Ridderkerk,

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap en dat deze bevoegdheid op grond van het mandaatbesluit is gemandateerd aan de manager Cluster Ruimte;

  • artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge de plaatsing en verwijdering van de verkeerstekens van Bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • krachtens artikel 14 van het BABW wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uiting gebracht;

  • artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met (een gemachtigde van) de korpschef van de politie.

 

Overwegende dat:

  • de Willemstraat binnen de bebouwde kom van Ridderkerk ligt;

  • een bewoner aan de Willemstraat heeft verzocht om een individuele gehandicaptenparkeerplaats nabij de ingang van de woning;

  • hiermee de bereikbaarheid van de eigen woning wordt gewaarborgd;

  • de aanvrager voldoet aan de voorwaarden uit het gemeentelijk beleid voor het toewijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats;

  • de gemeente aan aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart heeft verstrekt, omdat hij/zij zich niet of slechts met grote moeite ander dan over korte afstand te voet kan voortbewegen;

  • de aanvrager niet de beschikking heeft over voldoende parkeergelegenheid binnen de maximale loopafstand;

  • gezien de beperkte mobiliteit van de aanvrager, de aard van de handicap en gezien de parkeersituatie ter plaatse van het woonadres van aanvrager het wenselijk is aan hem/haar een individuele gehandicaptenparkeerplaats nabij zijn/haar woonadres ter beschikking te stellen op de hierna omschreven locatie;

  • het wenselijk is om mindervalide weggebruikers, die de beschikking hebben over een gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid te bieden om in de directe nabijheid van hun woning te kunnen parkeren;

  • het doel van het aanwijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats is om de gehandicapte gebruiker daarvan in staat te stellen een actief en mobiel leven te leiden en daardoor aan het algemene maatschappelijke verkeer kan deelnemen en dat dit prevaleert boven andere individuele belangen;

  • de belangen van de gehandicapte aanvrager zwaarder wegen dan die van valide weggebruikers om op deze parkeerplaats met hun voertuig te kunnen parkeren;

  • de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen c.q. te vergroten voor de weggebruiker die de beschikking heeft over een gehandicaptenparkeerkaart en een aanvraag heeft gedaan zodat de in dit verkeersbesluit aangewezen individuele gehandicaptenparkeerplaats enkel door hem/haar mag worden gebruikt met het voertuig, waarvan het kenteken op het onderbord is weergegeven;

  • de onder “besluiten” genoemde weg in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Ridderkerk

  • het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

  • onderhavige verkeersmaatregelen zijn besproken met de verkeersadviseur van de politie.

 

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

 

BESLUITEN :

  • 1.

    een individuele gehandicaptenparkeerplaats aan te wijzen ter hoogte van Willemstraat 179 door het plaatsen van het bord E6 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord OB309;

  • 2.

    de borden te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit verkeersbesluit behorende situatietekening.

 

Aldus besloten te Ridderkerk, 11 september 2024

Burgemeester en wethouders van gemeente Ridderkerk,

 

Namens deze,

 

De heer L. Vredeveld

Manager Cluster Ruimte

 

(deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Bezwaar

 

Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de publicatiedatum tegen dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk, Postbus 271, 2980 AG Ridderkerk.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en bevat tenminste het volgende:

  • a.

    Naam en het adres van de indiener;

  • b.

    De dagtekening;

  • c.

    Vermelding van de datum en het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.

    Een opgave van de redenen waarom men zich met de beschikking niet kan vinden.

 

Als u op de uitspraak in bezwaar niet kunt wachten en snel een voorlopige maatregel nodig is, kunt u de rechter daar om verzoeken. Dat verzoek kunt u indienen bij de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Dit kan alleen als u het bezwaarschrift al bij het college van burgemeester en wethouders heeft ingediend. Met uw verzoek aan de rechtbank moet u een kopie van het bezwaarschrift meesturen. Als u van deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt u griffierecht berekend.

 

Bijlage

 

Naar boven