Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2024, 389889 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2024, 389889 | beleidsregel |
Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken Dijk en Waard 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Dijk en Waard;
gelet op artikel 18 lid 1d van de Wegenverkeerswet 1994 waarin bepaald is dat ons college de bevoegdheid heeft tot het nemen van verkeersbesluiten;
gelet op het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer, de Wegenverkeerswet 1994 en de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;
gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
de gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken worden verstrekt aan de hand van een ambtelijke werkinstructie;
vanwege juridische procedures er behoefte is aan een bestuurlijk vastgesteld kader;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:
‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken Dijk en Waard 2024’
Hoofdstuk I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Aanvraag gehandicaptenparkeerplaats bij een woonadres
Een verzoeker om een gehandicaptenparkeerplaats bij een woonadres dient:
De genoemde maten gelden voor een reguliere parkeerplaats. Een gehandicaptenparkeerplaats is bij voorkeur breder en langer. Conform artikel 5 lid 2 gelden voor een gehandicaptenparkeerplaats idealiter de geldende richtlijnen van CROW. Bruikbaarheid en toegankelijkheid staan echter voorop.
Als de houder van de Europese Gehandicaptenparkeerkaart niet in staat is om een aanvraag te doen, dan kan een gemachtigde (zoals een huisgenoot of voogd) de aanvraag doen.
Het gaat hierbij om 100 meter afstand die op maaiveldniveau moet worden afgelegd vanaf de voordeur van de woning tot aan de parkeerplaats. Bij wooncomplexen wordt niet de voordeur van de individuele woning gebruikt, maar de ingang van het wooncomplex. Dit hoeft niet de hoofdingang te zijn, maar de voor de verzoeker dichtstbijzijnde te gebruiken ingang.
De parkeerplaats wordt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de woning gelegd, 100 meter is een maximum afstand. De loopafstand uit het keuringsrapport wordt daarbij in ogenschouw genomen.
Voor rolstoelgebonden personen is meestal een parkeerplaats nodig waarbij de rolstoel naast de auto kan komen te staan of achter uit een rolstoelbus kan rijden. Denk hierbij aan een brede parkeerplaats of een parkeerplaats langs het trottoir.
Het is niet nodig dit te compenseren door elders een openbare parkeerplaats aan te leggen; het blijft immers een autoparkeerplaats.
De parkeerplaats wordt gelijktijdig met het publiceren van het Verkeersbesluit aangelegd, er wordt niet gewacht tot het verkeersbesluit onherroepelijk is geworden. Dit is vanuit 2 opzichten zuiver:
Als er bezwaar en/of beroep wordt ingediend, blijft de parkeerplaats op kenteken gehandhaafd tot er uitspraak is gedaan. Is het bezwaar of beroep gegrond, wordt het verkeersbesluit niet onherroepelijk en wordt de parkeerplaats opgeheven.
Van belang is een voor de verzoeker bruikbare en toegankelijke plek. Bij de plaatsing van het bord moet bijvoorbeeld ook rekening worden gehouden met het feit dat er mogelijk fietsen tegenaan worden gezet, wat het gebruik van de plek kan hinderen. De aanleg dient zo veel mogelijk in overeenstemming met de geldende richtlijnen van het CROW plaats te vinden, aangezien in deze maatvoering rekening wordt gehouden met extra ruimte aan de zijkant en achterkant om goed in en uit te kunnen stappen. De precieze vormgeving en afmeting is echter ook afhankelijk van
de situatie ter plaatse, zoals bijvoorbeeld de breedte van het trottoir en het type parkeren (langs-, haaks-, of schuin parkeren). Dit betekent dat de situatie ter plaatse beperkend kan zijn om te voldoen aan de richtlijnen. Als bestaande parkeervakken langs het trottoir smaller zijn dan 3,5 meter bijvoorbeeld, kan het veel aanpassingen vragen om de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wel minimaal 3,5 meter breed te laten zijn. In dat geval staat bruikbaarheid voorop.
Als de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd voor een voertuig zonder kenteken, zal indien mogelijk een onderbord met verduidelijkende tekst (bijvoorbeeld Canta) worden geplaatst.
Door bij de parkeerplaats op kenteken een onderbord te plaatsen die de werkdagen en –tijden aangeeft, is de parkeerplaats buiten die momenten door een ieder te gebruiken.
Met ‘geschikt’ wordt bedoeld: bereikbaar voor de houder en bruikbaar door de houder. Het gaat hierbij om zaken als doorrijdhoogte, afstand tussen parkeerplaats en adres (maximaal 100 meter) en trappen op de route.
Onder beschikt of kan beschikken wordt verstaan dat de verzoeker een stallingsplaats kan kopen, huren of gebruiken in de parkeergarage die of op het parkeerterrein dat hoort bij het blok(deel) waar hij gevestigd is. Het gaat daarbij niet om de vraag of men financieel in staat is een stallingsplaats te kopen, huren of gebruiken, maar om de vraag of er een stallingsplaats te koop, te huur of te gebruiken is. Indien een bewoner een stallingsplaats niet als zodanig heeft gebruikt of gerealiseerd, komt dit voor risico van de bewoner. Gedacht kan worden aan de situatie dat een woning beschikt of behoort te beschikken over een garage of een parkeerplek maar dat deze voor andere doeleinden wordt gebruikt.
Op de adressen die zijn uitgesloten van de aanvraag van een bewonersvergunning wordt geacht dat voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein beschikbaar zijn.
Voor deze adressen wordt dus niet meegewogen of de parkeerplaats daadwerkelijk beschikbaar is / de parkeervoorziening vol is.
Om te bepalen of de parkeerdruk hoger is dan 80% wordt gebruik gemaakt van reguliere parkeerdrukmetingen op werkdagen ‘s avonds en ’s nachts. Dat moment is in de meeste woonwijken het maatgevend moment waarop de parkeerdruk het hoogste is.
Op basis van die metingen wordt de parkeerdruk bepaald in het gebied dat binnen 100 meter loopafstand ligt.
Daarbij gelden een paar spelregels:
overeenkomstig artikel 4 gaat het om 100 meter afstand die op maaiveldniveau moet worden afgelegd vanaf de voordeur van de woning tot aan de parkeerplaats. Bij wooncomplexen wordt niet de voordeur van de individuele woning gebruikt, maar de ingang van het wooncomplex. Dit hoeft niet de hoofdingang te zijn, maar de voor de verzoeker dichtstbijzijnde te gebruiken ingang;
indien geen recente parkeerdrukmeting beschikbaar is of wanneer het maatgevend moment niet in de avond of nacht ligt dan worden 3 aanvullende metingen uitgevoerd op een maatgevend moment.
Met de zinsnede “indien het verkeersbesluit niet onherroepelijk kan worden” wordt bedoeld dat in een bezwaar-, beroeps- of hoger beroepsprocedure blijkt dat het verkeersbesluit niet in stand kan blijven. Het bezwaar, beroep of hoger beroep wordt met andere woorden gegrond verklaard. In dat geval wordt de reeds aangelegde parkeerplaats opgeheven. Dat houdt in ieder geval in dat bord E6 van bijlage II van het RVV wordt weggehaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-389889.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.