Gemeenteblad van Goeree-Overflakkee
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2024, 386050 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goeree-Overflakkee | Gemeenteblad 2024, 386050 | ander besluit van algemene strekking |
Beleidsregel Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Goeree-Overflakkee 2024
De burgemeester en burgemeester en wethouders, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur hun beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming met betrekking tot het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
dat het gewenst is om de eerder op dit punt vastgestelde beleidsregel te actualiseren;
gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Alcoholwet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 4.19b, 5.31 en 5.40, eerste lid, van de Omgevingswet, de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020, de Aanbestedingswet 2012 en het Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2022, de Algemene subsidieverordening Goeree-Overflakkee 2015, de Verordening speelautomatenhallen gemeente Goedereede, de Huisvestingswet 2014 en het Burgerlijk Wetboek;
besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel: Beleidsregel Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Goeree-Overflakkee 2024.
Artikel 1.2 Toepassing beleidsregel
Deze beleidsregel heeft uitsluitend betrekking op de toepassing van de wet door de rechtspersoon zijnde de gemeente Goeree-Overflakkee en diens bestuursorganen. De beleidsregel laat dus onverlet dat binnen de grenzen van de wet op andere wijze een integriteitstoets wordt uitgevoerd en dat de uitkomsten daarvan bij verdere besluitvorming wordt betrokken.
Artikel 1.3 Uitvoering Bibob-onderzoek in afwijking van beleidsregel
Deze beleidsregel laat onverlet dat in afwijking van de hierna volgende bepalingen tot uitvoering van een onderzoek in het kader van de wet kan worden besloten, indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.
De burgemeester heeft de bevoegdheid om risicogebieden in de gemeente aan te wijzen waarbinnen de wet integraal, dus op alle wettelijk toegestane sectoren, wordt toegepast. Het gaat hierbij om gebieden die extra aandacht behoeven daar waar het gaat om leefbaarheid en veiligheid. Dit kan een territoriaal gebied zijn. Daarnaast gaat het zowel om aanvragers van nieuwe vergunningen als om houders van bestaande vergunningen.
Voor aanvragers van een vergunning die betrekking heeft op een risicogebied betekent dit dat deze aanvragers altijd gescreend worden, mits de wet deze screening toelaat. Dat betekent dat ook bijvoorbeeld aanvragen voor omgevingsvergunningen bouw en milieu in dat geval standaard gescreend worden. Voor houders van een bestaande vergunning betekent dit dat het enkele feit van deze ligging aanleiding kan zijn om over te gaan tot een Bibob-screening.
De burgemeester heeft de bevoegdheid om risicocategorieën in de gemeente aan te wijzen waarbinnen de wet integraal, dus op alle wettelijk toegestane sectoren, wordt toegepast. Het gaat hierbij om categorieën die extra aandacht behoeven voor wat betreft criminele beïnvloeding. Deze risico categorieën worden aangewezen op basis van een advies vanuit het RIEC, de DCMR Milieudienst Rijnmond en/of de lokale driehoek.
Voor aanvragers van een vergunning die betrekking heeft op een risicocategorie betekent dit dat deze aanvragers altijd gescreend worden, mits de wet deze screening toelaat. Voor houders van een bestaande vergunning betekent dit ook dat het enkele feit dat de onderneming valt binnen de risico categorieën aanleiding kan zijn om over te gaan tot een Bibob-screening.
Hoofdstuk 2 Alcohol- en exploitatievergunningen (APV-vergunningen)
Artikel 2.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zal het bestuursorgaan ten aanzien van een aanvraag voor een exploitatievergunning geen Bibob-onderzoek starten wanneer de aanvrager in de afgelopen twee jaar is onderworpen aan een Bibob-onderzoek, tenzij er op grond van:
vragen ontstaan of bestaan over de betrokkene en/of zijn potentiële, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de wet en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.
Wanneer een Alcoholvergunning of een horeca-exploitatievergunning wordt aangevraagd door een slijtersbedrijf of een para-commerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, vindt er – in principe – geen Bibob-onderzoek plaats zolang men niet als commerciële partij opereert en informatie aanleiding geeft tot het uitvoeren van een Bibob-toets, welke is verkregen van de (eigen) ambtelijke organisatie, een van de partners uit het RIEC, de Officier van Justitie of openbare bronnen.
Hoofdstuk 3 Bouwactiviteit onder de Omgevingswet
Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een Omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats bij aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet als zij vallen onder een van de door burgemeester en wethouders bij afzonderlijk besluit aangewezen risicocategorieën en in onderstaande gevallen:
Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit leidt tot een aanvraag voor een exploitatie- en/of alcoholwetvergunning zal primair bij de aanvraag voor een(omgevings-)vergunning voor een omgevingsplanactiviteit het Bibob-onderzoek worden uitgevoerd. Voor zover er sprake is van twee verschillende (rechts)personen zal met betrekking tot de aanvraag voor een nieuwe exploitatie- en/of alcoholwetvergunning ook een Bibob-onderzoek uitgevoerd worden;
Een Bibob-onderzoek vindt bovendien plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit waarbij de bouwkosten meer bedragen dan € 500.000,- of minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën die door het college van burgemeester en wethouders zijn aangewezen bij artikel 3.2 afzonderlijk besluit;
In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsplanactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- (exclusief btw) maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, zal op de vierde aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden;
Er vindt een Bibob-onderzoek plaats ingeval van een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit indien reeds aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningsplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is verleend en de bouwkosten meer dan € 100.000,- (exclusief btw) bedragen;
Hoofdstuk 4 Milieuactiviteit onder de Omgevingswet
Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een vergunning
Uitvoering van de Bibob-onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu en een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën die bij afzonderlijk besluit door burgemeester en wethouder zijn aangewezen.
Hoofdstuk 7 Privaatrechtelijke transacties
Artikel 7.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten, indien, doch niet uitsluitend, de overheidsopdracht betrekking heeft op een activiteit die valt onder één of meer van de aangewezen risicocategorieën en/of plaatsvindt binnen een door burgemeester en wethouders bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.
Aldus vastgesteld op 27 augustus 2024 door
Burgemeester van Goeree-Overflakkee,
Mr. A. Grootenboer-Dubbelman
Aldus vastgesteld op 27 augustus 2024 door
Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,
secretaris, burgemeester,
S. van Heeren mr. A. Grootenboer-Dubbelman
Toelichting: hoe past de gemeente Goeree-Overflakkee de Wet Bibob toe?
{Deze uitleg maakt duidelijk hoe de gemeente de Wet Bibob toepast, en welke mogelijkheden de gemeente heeft binnen die wet.}
Deze toelichting legt de stappen uit die de gemeente zet bij een Bibob-onderzoek. Soms voert de gemeente het onderzoek anders uit. Dit mag, zolang de gemeente zich aan de wet houdt.
De gemeente begint altijd met een eigen Bibob-onderzoek. Als dit onderzoek niet genoeg informatie oplevert om een beslissing te nemen, kan de gemeente ook het Landelijk Bureau Bibob om advies vragen. Dit bureau heeft toegang tot meer informatie dan de gemeente.
Ook kan de gemeente tijdens het onderzoek hulp vragen aan het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC).
In de beleidsregel Wet Bibob staat wanneer de gemeente een eigen Bibob-onderzoek kan starten. Soms gebruikt de gemeente eigen ambtelijke informatie bij dit onderzoek. Het kan zijn dat de gemeente deze informatie heeft gekregen uit één of meerdere (gesloten) bronnen, zoals gegevens van de politie. De gemeente houdt zich hierbij altijd aan de Wet Bibob.
Gaat het om een privaatrechtelijke overeenkomst? Dan gelden de afspraken in het (algemene) inkoopbeleid van de gemeente, de (algemene) verkoopvoorwaarden van de gemeente en contracten. Deze beleidsregel is een aanvulling op die afspraken.
Eigen Bibob -onderzoek door de gemeente
De gemeente start altijd met een eigen Bibob-onderzoek. De gemeente voert hiervoor onderstaande stappen uit.
De betrokkene moet een Bibob -vragenformulier invullen
Wanneer de gemeente een eigen Bibob-onderzoek start, vraagt het de betrokkene om het Bibob-vragenformulier in te vullen en in te leveren bij de gemeente. De betrokkene moet ook alle documenten (bijlagen) inleveren waar in het vragenformulier om wordt gevraagd. Deze documenten gelden als bewijs voor de antwoorden.
Als de betrokkene de aanvraag doet voor een nieuwe beschikking, zoals een vergunning of subsidie, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag voor de vergunning of subsidie.
De gemeente voert daarna de volgende acties uit:
De gemeente kan de volgende extra gegevens opvragen:
De gemeente kan deze extra informatie opvragen van de betrokkene zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 van de Wet Bibob, maar ook van Bibob-relaties van de betrokkene. Daaronder vallen de volgende personen:
De betrokkene moet de volgende informatie geven over hoe hij het project of de activiteit financiert:
De financiering van het project of de activiteit moet aannemelijk en inzichtelijk zijn. Dit betekent dat geloofwaardig moet zijn dat de betrokkene het geld heeft en dat duidelijk moet zijn waar het geld vandaan komt. Daarom gelden de volgende regels:
Optie 1: De betrokkene gebruikt eigen vermogen
De betrokkene moet kunnen bewijzen dat hij het geld heeft en waar het vandaan komt. Ook als de betrokkene met contant geld betaalt.
Optie 2: De betrokkene gebruikt vreemd vermogen
In dit geval moet de betrokkene de volgende documenten inleveren:
Onderzoek door het Landelijk Bureau Bibob
De gemeente kan ook het Landelijk Bureau Bibob een onderzoek laten doen. Het Landelijk Bureau Bibob heeft toegang tot meer informatie dan de gemeente, zoals internationale informatie en informatie van inlichtingendiensten. Een onderzoek door het Landelijk Bureau Bibob heeft daarom meer invloed op een betrokkene en de privacy van een betrokkene dan een onderzoek door de gemeente. De gemeente laat het Landelijk Bureau Bibob daarom alleen een onderzoek doen als zij dit echt nodig vindt.
De gemeente kan het Landelijk Bureau Bibob (LBB) onderzoek laten doen in de volgende gevallen:
Een betrokkene kan geen bezwaar maken of in beroep gaan tegen een adviesvraag bij het Landelijk Bureau Bibob. De betrokkene kan de aanvraag wel altijd intrekken.
Wanneer besluit de gemeente om geen vergunning of subsidie te geven, of geen vastgoedtransactie of overheidsopdracht te sluiten?
De gemeente beoordeelt zelf, of met een advies van het Landelijk Bureau Bibob, of het een negatief of positief besluit neemt. In de Wet Bibob staat hoe de gemeente moet omgaan met de kans op criminele activiteiten. Als die kans erg groot is, heeft de Wet Bibob het over ‘een ernstige mate van gevaar’. Als de kans kleiner is heeft de Wet Bibob het over ‘een mindere mate van gevaar’.
In de volgende gevallen kan de gemeente beslissen om een aanvraag voor een vergunning of subsidie niet te behandelen. Of een al verleende vergunning of subsidie in te trekken. Dit kan de gemeente doen volgens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht en op grond van artikel 3 en artikel 4 van de Wet Bibob.
De betrokkene werkt niet mee aan het eigen Bibob-onderzoek van de gemeente. Bijvoorbeeld door het Bibob-vragenformulier niet of niet helemaal in te vullen, en/of niet alle gevraagde bewijzen mee te sturen. Ook niet nadat de gemeente de betrokkene tijd heeft gegeven om de missende informatie aan te vullen.
Is er geen ernstige mate van gevaar, maar een mindere mate van gevaar, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Wet Bibob? Dan kan de gemeenten extra voorschriften (regels) opleggen voor de vergunning of subsidie. Die extra voorschriften moeten ervoor zorgen dat het gevaar voor criminele activiteiten verdwijnt of kleiner wordt. Als de betrokkene zich niet aan deze regels houdt, kan de gemeente de vergunning of subsidie intrekken.
Is er wel een ernstige mate van gevaar, maar vindt de gemeente het weigeren of intrekken van de vergunning of subsidie een te zware beslissing ? Ook dan kan de gemeente extra regels opleggen. Die extra regels moeten ervoor zorgen dat het gevaar voor criminele activiteiten verdwijnt of kleiner wordt. Als de betrokkene zich niet aan deze regels houdt, kan de gemeente de vergunning of subsidie intrekken.
In de volgende gevallen kan de gemeente beslissen om een geen vastgoedtransactie te sluiten. Of het contract te verbreken dat na de vastgoedtransactie is gesloten. De gemeente moet die optie wel in het contract hebben opgenomen.
De betrokkene werkt niet mee aan het eigen Bibob-onderzoek van de gemeente. Bijvoorbeeld door het Bibob-vragenformulier niet of niet helemaal in te vullen, en/of niet alle gevraagde bewijzen mee te sturen. Ook niet nadat de gemeente de betrokkene tijd heeft gegeven om de missende informatie aan te vullen.
In de volgende gevallen kan de gemeente beslissen om geen overheidsopdracht te geven. Of het contract voor deze overheidsopdracht te verbreken. De gemeente moet die optie wel in het contract hebben opgenomen.
De betrokkene werkt niet mee aan het eigen Bibob-onderzoek van de gemeente. Bijvoorbeeld door het Bibob-vragenformulier niet of niet helemaal in te vullen, en/of niet alle gevraagde bewijzen mee te sturen. Ook niet nadat de gemeente de betrokkene tijd heeft gegeven om de missende informatie aan te vullen.
Hoe snel krijgt de betrokkene de uitslag van het onderzoek?
De gemeente moet binnen een bepaalde periode reageren op de aanvraag van een betrokkene voor een beschikking. Ook het Landelijk Bureau Bibob moet binnen een bepaalde periode reageren op een vraag van de gemeente voor een extra Bibob-onderzoek. In sommige gevallen krijgen de gemeente en het Landelijk Bureau Bibob meer tijd.
Als de gemeente een advies aanvraagt bij het Landelijk Bureau Bibob, dan krijgt de gemeente meer tijd om op de aanvraag te reageren. De periode wordt verlengd met het aantal dagen dat het Landelijk Bureau Bibob nodig heeft om dit advies te geven. De dag dat het Landelijk Bureau Bibob de aanvraag in behandeling neemt telt als dag 1, en de dag dat de gemeente het advies heeft ontvangen telt als de laatste dag. De periode hiertussen mag niet meer dan 8 weken zijn (zie artikel 15, lid 1 van de Wet Bibob).
Lukt het het Landelijk Bureau Bibob niet binnen 8 weken een advies te geven aan de gemeente? Dan kan het de periode verlengen met maximaal 4 weken (zie artikel 15, lid 3 van de Wet Bibob). De gemeente laat het de betrokkene direct weten als dit gebeurt.
Mist het Landelijk Bureau Bibob nog informatie om het onderzoek uit te voeren? Dan vraagt het dit op bij de betrokkene, de gemeente of een andere organisatie. De periode die het Landelijk Bureau Bibob moet wachten op deze extra informatie gaat niet af van het totaal van 8 weken dat het Landelijk Bureau Bibob heeft om een advies te geven. Ook de gemeente krijgt deze periode erbij om op de aanvraag te reageren.
Informatieplicht van de gemeente
Als de gemeente het Landelijk Bureau Bibob een onderzoek laat doen, moet de gemeente dit in een brief laten weten aan de betrokkene. De gemeente laat de betrokkene ook weten dat dit betekent dat de gemeente meer tijd krijgt om over de aanvraag van de betrokkene te beslissen (zie artikel 31 Wet Bibob). Een kopie van die brief voegt de gemeente toe aan de vraag om een advies bij het Landelijk Bureau Bibob.
De gemeente moet de betrokkene een kopie van het advies van het Landelijk Bureau Bibob geven als dit advies reden was voor de gemeente om:
De gemeente moet die kopie ook aan andere personen geven als die zijn onderzocht (derden, zoals bedoeld in artikel 28 en 33 van de Wet Bibob) en de informatie over deze personen onderdeel heeft uitgemaakt van de beslissing van de gemeente. De gemeente mag alleen de onderdelen die over hen gaan met hen delen.
De betrokkene en anderen die de kopie hebben ontvangen moeten de informatie hieruit geheim houden (geheimhoudingsplicht). De gemeente laat dit in een brief aan hen weten (zie artikel 28 Wet Bibob).
Reageren op een negatief besluit naar aanleiding van een Bibob -onderzoek
Komt er een negatief besluit na het onderzoek? Dan mogen de betrokkene en andere personen die zijn onderzocht hierop reageren, zoals bedoeld in artikel 33 van de Wet Bibob.
Andere rechten en plichten van de gemeente
Gebruiken van Bibob -advies (en informatie uit eigen onderzoek)
De gemeente mag een advies van het Landelijk Bureau Bibob en informatie uit het eigen onderzoek vijf jaar lang gebruiken voor een andere beslissing.
Aantekening maken in het Bibob -register
Het Bibob-register zorgt ervoor dat verschillende overheidsorganisaties informatie met elkaar kunnen delen. De gemeente maakt een aantekening in het Bibob-register, zoals bedoeld in artikel 7a, lid 7 en 8 van de Wet Bibob, als:
Tippen andere gemeenten en/of rechtspersonen
De gemeente tipt andere gemeenten of rechtspersonen met een overheidstaak als het denkt dat zij informatie over betrokkenen moeten hebben, zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob.
Delen van gegevens met andere gemeenten en/of rechtspersonen
De gemeente deelt Bibob-informatie met andere gemeenten en/of rechtspersonen met een overheidstaak als zij daarom vragen, zoals bedoeld en onder de voorwaarden in artikel 28, lid 2 onder m van de Wet Bibob.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-386050.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.