Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd
|
Lijn en projectbevoegdheden (Directie SO)
|
Art.nr.
|
Artikel Omschrijving
|
Concerndirecteur Stadsontwikkeling
|
Directeur Economie & Duurzaam
|
Directeur Gebiedsontwikkeling
|
Directeur Bestaande stad en Vastgoed
|
Directeur Project Managementbureau & Engineering
|
Directeur Stedelijke inrichting
|
Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:
|
Geen max
|
Geen max
|
Geen max
|
Geen max
|
Geen max
|
Geen max
|
1.2, derde lid
|
Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid
|
Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.3
|
- 1.
De gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde functionarissen kunnen de aan hen opgedragen bevoegdheden en taken schriftelijk ondermandateren, ondervolmachten en ondermachtigen aan medewerkers van hun organisatie.
|
X
|
|
|
|
|
|
1.4
|
De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid
|
- 1.
Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen:
- a.
het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat;
- b.
het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte.
- 2.
Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.7
|
- 1.
Aan de door het college en de burgemeester gemandateerde of gevolmachtigde functionarissen wordt mandaat verleend tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot de aan hen opgedragen bevoegdheden.
- 2.
Deze bevoegdheid kan niet verder worden ondergemandateerd dan tot de directeuren die direct onder de concerndirecteuren vallen.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.8, onder a
|
klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.8, onder b
|
actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.8, onder c
|
een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom opleggen als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht met inbegrip van het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
1.8, onder d
|
de bevoegdheden uitoefenen met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.8, onder e
|
met betrekking tot nog niet aan de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgedragen archieven, toepassing geven aan de artikelen 5, 7, 8, eerste lid, onderdeel b, 12, 13 en 15, eerste lid en 15a, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995, met inachtneming van het Archiefbesluit 1995;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
1.8, onder f
|
een nieuwe termijn stellen als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in de artikelen 7:10, derde lid, en 7:24, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
3.4
|
Aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling wordt door het college mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Huisvestingswet of de daarop gebaseerde verordening, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten, op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen de gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Bezwarenadviescommissie Huisvesting regio Rotterdam.
|
X
|
|
|
|
|
|
4.1, eerste lid, onder a
|
deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a
|
het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder c
|
het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder d
|
het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder e en 4.3, onder c
|
het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder f
|
het geven van een bestuurlijke waarschuwing;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid , onder g
|
het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder h
|
het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder i, SO1
|
Het aanvragen van Europese subsidies;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder i, SO2
|
het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder j
|
het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder k
|
het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder l
|
het besluiten tot een digitale meningspeiling, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2018, het besluiten of inspraak wordt verleend bij deze voorbereiding van beleid, bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening, en het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van die verordening;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder m
|
het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d
|
het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f
|
Het besluiten tot voegen in strafprocessen.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder p
|
het vaststellen van de gemeentelijke prijzen, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Verordening Financiën van de gemeente Rotterdam 2013.
|
X
|
|
|
|
|
|
4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5
|
- q.
het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van:
- 1°.
het maken van afspraken over vergoeding van schades;
- 2°.
het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014;
- 2.
Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd.
- 3.
Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder r
|
het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.1, eerste lid, onder s
|
het vaststellen van de structuur binnen een cluster en binnen andere onderdelen van de gemeentelijke organisatie vanaf het tweede niveau.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.2, onder a en 4.4, onder a
|
het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.2, onder b en 4.4, onder b
|
het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.2, onder c
|
het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.2, onder d en 4.4, onder c
|
het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.2, onder e en 4.4, onder d
|
het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.3, onder e
|
het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
Europese wet- en regelgeving
|
4.17, eerste lid
|
4.17, eerste lid
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Europese wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot het afgeven van een EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de EG-machinerichtlijn.
|
X
|
|
|
|
X
|
|
Nationale wet- en regelgeving
|
4.17, tweede lid
|
4.17, tweede lid, onder a
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van nationale wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot:het accorderen van declaraties van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in het kader van het Besluit rijkssubsidiering restauratie monumenten en overige op dit terrein van toepassing zijnde rijkssubsidieregelingen;
|
X
|
|
|
X
|
X
|
X
|
4.17, tweede lid, onder b
|
het verlenen van een vergunning voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur, bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder c
|
de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.17, tweede lid, onder d, sub 1
|
het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, alsmede het treffen van maatregelen en het nemen van besluiten, niet zijnde verkeersbesluiten, op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met inachtneming van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in het kader van verkeer- en vervoerdoeleinden;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder d, sub 2
|
het verlenen van een ontheffing, bedoeld in artikel 149;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder e
|
het ondertekenen van bekendmakingen van besluiten, bedoeld in artikel 9 van de Wegenwet juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
|
X
|
|
|
x
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder f
|
het verlenen van een vergunning voor het openstellen van een tunnel voor het verkeer, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw) alsmede het uitvoeren van overige taken en bevoegdheden die het college toekomen in het kader van de Warvw, met uitzondering van de taken en bevoegdheden met betrekking tot de Maastunnel;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder g
|
het nemen van besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder h, zie ook 4.17, vierde lid, onder l
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Winkeltijdenwet;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, tweede lid, onder i
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 12d tot en met 18 en 92a van de Woningwet en artikel 2:55 van de Invoeringswet Omgevingswet;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
Gemeentelijke wet- en regelgeving
|
4.17, vierde lid
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 1
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van gemeentelijke regelgeving door het college mandaat verleend tot: het uitoefenen van de volgende bevoegdheden uit de APV Rotterdam 2012:
- 1°.
het verlenen van vergunningen, bedoeld in artikel 2:10 voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10, voor zover deze bevoegdheid geen betrekking heeft op:
- -
- -
het tijdelijk in gebruik nemen van de openbare weg ten behoeve van het inrichten van een terrein voor opslag van bouwstoffen en plaatsing van keten, loodsen, hulpwerken en andere hulpmiddelen, niet zijnde een omgevingsvergunning;
- -
het plaatsen van afval- en verhuiscontainers;
- -
het plaatsen van steigers en het plaatsen van materialen of voorwerpen ten behoeve van werkzaamheden niet zijnde een omgevingsvergunning;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 2
|
het besluiten tot en het geven van aanwijzingen aan de rechthebbende op een bouwwerk tot het aanbrengen, onderhouden, wijzigen en verwijderen van voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting, bedoeld in artikel 2:21, eerste en tweede lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 3
|
het verlenen van toestemming tot het aanbrengen van een aanplakbiljet, bedoeld in artikel 2:42, tweede lid;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 4
|
het aanwijzen van aanplakborden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, bedoeld in artikel 2:42, vierde lid;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 5
|
het verlenen van een ontheffing geluidhinder, bedoeld in artikel 4:6, voor zover dit niet betreft het mechanisch reinigen van gevels en voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 6
|
het verlenen, wijzigen en intrekken van de ontheffing, bedoeld in artikel 4:15, vierde lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 7
|
het verlenen van ontheffing voor nachtverblijf buiten kampeerterreinen, bedoeld in artikel 4:18, derde lid, voor zover deze bevoegdheid geen betrekking heeft op nachtverblijf buiten kampeerterreinen in het kader van evenementen;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 8
|
het verlenen van een deelmobiliteitsvergunning, bedoeld in artikel 5:12a van de APV 2012;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 9
|
het verlenen van een vergunning voor het houden van een inzameling van geld of daartoe een intekenlijst aan te bieden, bedoeld in artikel 5:13;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 10
|
het verlenen van een standplaatsvergunning, bedoeld in de artikelen 5:18, eerste lid en 5:21d, eerste lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 11
|
het verlenen van ontheffing, bedoeld in artikel 5:21a, tweede en derde lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 12
|
het verlenen van ontheffing van de verkooptijd van oliebollen, kerstbomen of haring, bedoeld in artikel 5:21c, tweede lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 13
|
het verlenen van vergunning voor het innemen van een standplaats voor grote voertuigen, bedoeld in artikel 5:21d, eerste lid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder a, sub 14
|
het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water, bedoeld in artikel 5:24, voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder b
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8, eerste lid, van de Doelgroepenverordening woningbouw Rotterdam 2021;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder c
|
het verlengen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Erfgoedverordening Rotterdam 2020.
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder d
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Maasvlakteverordening Rotterdam 2014, met uitzondering van artikel 6 inhoudende het stellen van nadere regels.
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder e
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Taxiverordening Rotterdam 2013;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder f
|
het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verhuurverordening gemeente Rotterdam 2023;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder g
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Architect aan zet en de Nadere Regels architect aan zet;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder h, sub1
|
- 1.
het uitoefenen van de volgende bevoegdheden in het kader van het Rotterdams Restauratiefonds 2006: de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006 met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 3, 4, zesde lid, 9, eerste lid, 10, tweede lid en 18;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder h, sub 2
|
de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels voor aanvragen krachtens de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.17, vierde lid, onder i
|
het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verordening Starterslening Rotterdam;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder j
|
het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de vigerende Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder k, sub 1
|
het uitoefenen van de volgende bevoegdheden uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2021: het vorderen van een leegstaand gedeelte van een gebouw of terrein ten behoeve van onderwijs of educatie of ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden, bedoeld in de artikelen 22, 24 en 27;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder k, sub 2
|
het verlenen van toestemming voor verhuur van leegstaande ruimte, bedoeld in artikel 28;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder k, sub 3
|
het op basis van artikel 29:
- -
vaststellen of sprake is van achterstallig onderhoud aan het gebouw of terrein;
- -
besluiten tot het verstrekken van de opdracht tot het maken van een staat van onderhoud;
- -
voeren van overleg over de staat van onderhoud;
- -
vaststellen welk deel van het achterstallig onderhoud voor rekening van het bevoegd gezag komt en of het bevoegd gezag opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de werkzaamheden, of dat het bevoegd gezag een in overleg vast te stellen bedrag aan het college betaalt;
- -
verlenen van schriftelijke toestemming aan het bevoegd gezag, zodat het bevoegd gezag is vrijgesteld van de verplichting die is vastgesteld in verband met achterstallig onderhoud;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder l, zie ook 4.17, tweede lid, onder h
|
Het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening winkeltijden Rotterdam 2018;
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder m
|
Het toewijzen van een standplaats voor een woonwagen, bedoeld in art. 2.6.5 van de verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020.
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder n
|
Het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening woonschepen 2013;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder o
|
het beslissen op aanvragen voor ontheffingen, bedoeld in het Ontheffingenbeleid Verkeersbesluit 's-Gravendijkwal en nabije omgeving;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder p
|
het beslissen op aanvragen voor ontheffingen, bedoeld in de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen milieuzone Stad Rotterdam 2022;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.17, vierde lid, onder q
|
het beslissen op aanvragen voor ontheffingen, bedoeld in het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025, indien deze zijn ingediend bij het college;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
4.17, vierde lid, onder r
|
het beslissen op aanvragen voor ontheffingen, bedoeld in paragraaf 3 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Rotterdam 2025, indien deze zijn ingediend bij het Centraal Loket;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
Overig
|
4.17, vijfde lid
|
4.17, vijfde lid, onder a
|
Bevoegdheden voortvloeiend uit overeenkomsten en convenanten
|
4.17, vijfde lid, onder a, sub 1
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van overige regelgeving door het college mandaat verleend tot: het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit overeenkomsten en convenanten: het afgeven van een verklaring tot instemming in het kader van de toetredingsregeling, bedoeld in artikel 9 van het convenant Optimalisatie beeldkwaliteit bouwplaatsen in de binnenstad van Rotterdam;
|
X
|
|
x
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder a, sub 2
|
het besluiten tot het aangaan, wijzigingen en beëindigen van garantiestellingen ten behoeve van leningen in het kader van particuliere woningverbetering alsmede het vaststellen van uitvoeringsbepalingen, bedoeld in artikel 6 van paragraaf 1, van de door de gemeente Rotterdam op 1 november 2004 gesloten samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Nationaal Restauratiefonds, zoals nadien gewijzigd, inzake de subsidiëring en financieringsmethodiek in de particuliere woningverbeteringsector;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder a, sub 3
|
het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, en het in dit kader daarvan verstrekken van garanties of borgtochten, zulks ter uitvoering van een college- of raadsbesluit dat ziet op de verstrekking van de garantie of borgtocht;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder a, sub 4
|
Het besluiten tot het verstrekken van huurgarantie als onderdeel van het huurcontract Hart van Zuid;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder a, sub 5
|
het besluiten tot het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de hoofdovereenkomst Gebiedsontwikkeling Hart van Zuid van de publiek-private samenwerking met Contractspartij Coeur du Sud B.V., waartoe in elk geval behoort:
- -
het vaststellen en betaalbaar stellen van vergoedingen en betalingen uit hoofde van hoofdstuk III van deze overeenkomst, waaronder het vaststellen van de periodieke prestatievergoeding;
- -
het deelnemen in de stuurgroep van de publiek-private samenwerking, als bedoeld in artikel 14 en volgende van deze overeenkomst;
- -
het uitoefenen van de in artikel 26 van de overeenkomst genoemde systematiek van gemeentelijke zekerheden, waaronder het verzoeken van een aanvullende bankgarantie jegens Coeur du Sud B.V., bedoeld in artikel 26, tweede lid, van deze overeenkomst;
|
X
|
|
X
|
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder b
|
Overig/ Vastgoedzaken
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 1
|
het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit vastgoedzaken: het beslissen op aanvragen van privatiseren van openbaar groen;
|
X
|
|
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 2
|
het besluiten tot uitgifte en verwerving van onroerende zaken en appartementsrechten, en het uitgeven in erfpacht daarvan, alsmede het vestigen en verwerven van beperkt zakelijke rechten, met uitzondering van overeenkomsten betreffende garantiestellingen en borgtochten;
|
X
|
|
X
|
X
|
X
|
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 3
|
het besluiten tot het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen in het kader van vastgoedbeheer en vastgoedontwikkeling, waaronder in ieder geval het aangaan van overeenkomsten en het besluiten tot het innemen van inhoudelijke standpunten bij vergaderingen van verenigingen van eigenaars;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 4
|
het besluiten tot het aangaan van huur- en verhuurovereenkomsten inzake onderwijsruimten;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 5
|
het besluiten tot het aangaan van huurovereenkomsten inzake kantoorhuisvesting van onderdelen van de gemeente;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 6
|
het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake het ter beschikking stellen van parkeergelegenheid in parkeergarages van de gemeente;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 7
|
het besluiten als hypotheeknemer tot het verlenen van toestemming voor het vestigen van een erfdienstbaarheid en het besluiten tot het aangaan van een gebruiksovereenkomst voor het plaatsen van antennes in het kader van het aanleggen van mobiele telefoonnetten;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder b, sub 8
|
het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.17, vijfde lid, onder c
|
Overig/ Overig
|
4.17, vijfde lid, onder c, sub 1
|
het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit overige zaken: het besluiten tot het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000 per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;
|
X
|
|
X
|
X
|
X
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder c, sub 2
|
het besluiten tot het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 50.000 exclusief BTW per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder c, sub 3
|
het besluiten tot het bedingen van zekerheden in het kader van het treffen van een betalingsregeling met betrekking tot verschuldigde bedragen op grond van een rechtmatige of onrechtmatige daad;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17, vijfde lid, onder c, sub 4
|
het beslissen op een verzoek tot nadeelcompensatie.
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.17a
|
het inschrijven van voorkeursrechtbeschikkingen in de openbare registers, bedoeld in artikel 16.82a, eerste lid, van de Omgevingswet.
|
X
|
|
X
|
|
|
|
4.18, eerste lid, onder a
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Nationale wet- en regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het ontzeggen van de toegang tot een ruimte, bedoeld in artikel 36 van de Alcoholwet;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
4.18, eerste lid, onder b
|
het aanstellen van verkeersbrigadiers, bedoeld in artikel 56, vierde lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, juncto artikel 82, derde lid, van het RVV 1990;
|
X
|
|
|
|
|
X
|
4.18, eerste lid, onder c
|
het verlenen van een ontheffing voor het verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Zondagswet.
|
X
|
|
|
|
|
X
|
Gemeentelijke wet- en regelgeving
|
4.18, tweede lid
|
4.18, tweede lid, onder a
|
Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van gemeentelijke regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest, bedoeld in artikel 2:9, derde lid, van de APV Rotterdam 2012;
|
X
|
|
|
X
|
|
|
4.18, tweede lid, onder b
|
het stellen van een termijn met betrekking tot het verwijderen van terrassen, indien dit voor het uitvoeren van openbare werken of om enigerlei andere reden noodzakelijk is, bedoeld in artikel 2:30b van de APV Rotterdam 2012.
|
X
|
|
X
|
X
|
|
X
|
4.19 Nationale wet- en regelgeving
|
4.19
|
4.19, onder a
|
het doen van een verzoek aan de kantonrechter om een machtiging tot:
- 1°.
beheer of onderhoud van een appartement als bedoeld in artikel 5:121, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek;
- 2°.
het bijeenroepen van een vergadering van appartementseigenaars, het bijwonen van een vergadering, daarin het woord voeren en voorstellen doen of het belasten van anderen dan bestuursleden met de leiding van de vergadering, bedoeld in artikel 5:127a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;
- 3°.
het verwezenlijken van de voorstellen genomen in een vergadering;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
Overige
|
4.19
|
4.19, onder b
|
het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van notariële akten;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.19, onder c
|
het verlenen van een ondervolmacht aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de onder 4.19, onderdeel b bedoelde notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk;
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
4.19 onder d
|
- d.
het vertegenwoordigen van de gemeente in vergaderingen van verenigingen van eigenaren, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|