Gemeente Delft, verkeersbesluit Sadatweg, aanwijzen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

 

Nr. 5943579

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap en dat deze bevoegdheid op grond van de Algemene Mandaatregeling Delft 2023 van 1 januari 2024 is gemandateerd aan de assetmanager gebiedsbeheer van de afdeling Stadsbeheer en Realisatie;

  • artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • krachtens artikel 14 van het BABW wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • de beleidsregels ‘Gehandicaptenparkeerplaats Delft 2024’;

  • artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie;

 

Overwegende dat:

  • dit verkeersbesluit betrekking heeft op Sadatweg in Delft;

  • de Sadatweg gelegen is in de wijk Tanthof-West;

  • de straat als erftoegangsweg kan worden gekenmerkt;

  • bij brief een aanvraag is gedaan om de beschikking te krijgen over een individuele gehandicaptenparkeerplaats;

  • aanvrager als inwoner van de gemeente Delft staat geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie;

  • aanvrager als bestuurder beschikt over een motorvoertuig en hij/zij of een op hetzelfde adres als hij/zij geregistreerd staande huisgenoot als houder van het motorvoertuig geregistreerd staat;

  • de gemeente Delft aan aanvrager een gehandicaptenparkeerkaart heeft verstrekt, omdat hij/zij zich niet of slechts met grote moeite anders dan over korte afstand te voet kan voortbewegen;

  • de gehandicaptenparkeerkaart nog minimaal een half jaar geldig is;

  • aanvrager niet beschikt of redelijkerwijs kan beschikken over een geschikte stallingsplaats zoals gedefinieerd in de beleidsregels ‘Gehandicaptenparkeerplaats Delft 2024’;

  • gezien de beperkte mobiliteit van aanvrager, de aard van de handicap en gezien de parkeersituatie ter plaatse van het woonadres van aanvrager het wenselijk is aan hem/haar een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nabij zijn/haar woonadres ter beschikking te stellen op de hierna omschreven locatie;

  • deze locatie in overleg met de aanvrager is gekozen;

  • het wenselijk is om mindervalide weggebruikers, die de beschikking hebben over een gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid te bieden om in de directe nabijheid van hun woning te kunnen parkeren;

  • het doel van het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is om de gehandicapte gebruiker daarvan in staat te stellen een actief en mobiel leven te leiden en daardoor aan het algemene maatschappelijke verkeer kan deelnemen en dat dit prevaleert boven andere individuele belangen;

  • de belangen van de gehandicapte aanvrager zwaarder wegen dan die van valide weggebruikers om op deze parkeerplaats met hun voertuig te kunnen parkeren;

  • de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen c.q te vergroten voor de weggebruiker die de beschikking heeft over een gehandicaptenparkeerkaart en een aanvraag heeft gedaan zodat de in dit verkeersbesluit aangewezen individuele gehandicaptenparkeerplaats enkel door hem/haar mag worden gebruikt met het voertuig, waarvan het kenteken op het onderbord is weergegeven;

  • de onder ‘besluiten’ genoemde weg in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Delft;

  • het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

  • onderhavige verkeersmaatregelen zijn besproken met de verkeersadviseur van de politie;

 

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

 

BESLUITEN :

  • 1.

    door het plaatsen van een bord model E6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 een individuele gehandicaptenparkeerplaats in te stellen op de Sadatweg ter hoogte van pandnummer 6 en dit vak toe te wijzen aan aanvrager, zodanig dat het uitsluitend aan aanvrager, zal zijn toegestaan op deze plaats zijn/haar motorvoertuig te parkeren;

  • 2.

    door het plaatsen van een onderbord met daarop aangegeven het kenteken van het desbetreffende voertuig wordt duidelijk gemaakt dat enkel dat voertuig op de parkeerplaats mag worden geparkeerd;

  • 3.

    het verkeersbord te plaatsen.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft.

Namens het college,

 

 

De heer P.A.J. Coene

Assetbeheerder Gebiedsbeheer

Afdeling Beheer Openbare Ruimte

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

 

Delft, 4 september 2024

 

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u binnen 6 weken na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet, kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.

 

Bijlage

 

Naar boven