Onderwerp: Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Bernheze

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

 

overwegende dat de gemeente Bernheze graag zaken wil doen met integere partijen. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is hierbij een instrument om de integriteit van het bestuur te waarborgen. Het doel van de wet is het voorkomen dat de gemeente strafbare activiteiten faciliteert. Dit gebeurt door een Bibob-onderzoek uit te voeren naar de betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties van de betrokkene(n);

 

dat de Wet Bibob de gemeente Bernheze beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

dat de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Bernheze 2015, laatstelijk aangepast in 2019, actualisatie behoeft;

 

gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

 

vast te stellen de Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Bernheze

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

  • 1.

    De begrippen in artikel 1 van de Wet Bibob en hun definities zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • b.

    het Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • c.

    RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;

  • d.

    eigen onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de wet;

  • e.

    tip: bericht aan het bestuursorgaan of aan de rechtspersoon met een overheidstaak om onderzoek te doen in de zin van artikel 11 respectievelijk artikel 26 van de wet;

  • f.

    verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Bernheze een bestuurlijk en financieel belang heeft;

  • 3.

    Daar waar in deze beleidsregel wordt gesproken over de gemeente Bernheze wordt daaronder, naast bestuursorgaan als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de wet, mede begrepen de rechtspersoon met een overheidstaak, in de bevoegdheid om tot privaatrechtelijke handelingen te besluiten.

 

Artikel 2 Toepassing van de beleidsregel

 

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing op onderzoek en beslissingen van de gemeente Bernheze in verband met:

    • a.

      een beschikking;

    • b.

      een overheidsopdracht, waaronder mede wordt begrepen een ‘Open house- procedure', waarbij een overeenkomst waarmee de gemeente zorg als bedoeld in artikel 2.11 van de Jeugdwet of artikel 2.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inkoopt bij een ondernemer in het kader van een systeem waarbij de gemeente overeenkomsten sluit met iedere ondernemer die zich ertoe verbindt om diensten of goederen te leveren tegen vooraf vastgestelde voorwaarden zonder dat het aantal belangstellende ondernemers aan de hand van een gunningscriterium wordt beperkt;

    • c.

      een vastgoedtransactie.

  • 2.

    Deze beleidsregel is niet van toepassing als een betrokkene:

    • a.

      een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is of een orgaan is van een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon;

    • b.

      een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan is;

    • c.

      een rechtspersoon met een wettelijke of overheidstaak is; of

    • d.

      een verbonden partij is, doch in dat geval uitsluitend ter zake van de aan die verbonden partij deelnemende rechtspersonen, organen of colleges, genoemd onder a tot en met c.

 

Artikel 3 Eigen onderzoek

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek doen bij:

    • a.

      een beschikking;

    • b.

      een overheidsopdracht;

    • c.

      een vastgoedtransactie;

  • 2.

    Het eigen onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, kan in ieder geval worden gedaan als er signalen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat er sprake is van een gevaar als bedoeld in de artikel 3 en 9, eerste, tweede en derde lid van de wet;

  • 3.

    De signalen, als bedoeld in het tweede lid, kunnen gebaseerd zijn op:

    • a.

      informatie verkregen van de eigen ambtelijke organisatie;

    • b.

      informatie verkregen van één van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

    • c.

      een tip;

    • d.

      andere relevante signalen, zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze beleidsregel.

  • 4.

    Het eigen onderzoek kan plaatsvinden:

    • a.

      naar aanleiding van een algemene steekproef;

    • b.

      naar aanleiding van een gerichte steekproef;

    • c.

      risicogericht.

 

Artikel 4 Eigen onderzoek beschikkingen Bijzondere Wetten

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren bij een beschikking op grond van de APV, de Alcoholwet, de Wet op de Kansspelen:

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over het geven van een beschikking;

    • b.

      nadat een beschikking is verleend.

  • 2.

    De gemeente Bernheze doet in ieder geval een eigen onderzoek bij een aanvraag voor een beschikking op grond van:

    • a.

      artikel 3 van de Alcoholwet (Alcoholwetvergunning);

    • b.

      artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bernheze (exploitatievergunning openbare inrichting);

    • c.

      artikel 2.22A van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bernheze (exploitatievergunning speelgelegenheid);

    • d.

      artikel 2.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bernheze (flexibele brancheringsvergunning);

    • e.

      artikel 3.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bernheze (seksinrichting, escortbedrijf).

  • 3.

    Indien sprake is van een geval als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3 van deze beleidsregel doet de gemeente Bernheze in ieder geval een eigen onderzoek bij een aanvraag voor een beschikking op grond van:

    • a.

      artikel 30a van de Alcoholwet (melding wijziging leidinggevende);

    • b.

      artikel 30b van de Wet op de Kansspelen (vergunning kansspelautomaten);

    • c.

      artikel 3 van de Alcoholwet in het geval er sprake is van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 4 van die wet (paracommercie);

    • d.

      artikel 2.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bernheze (evenementenvergunning).

 

Artikel 5 Eigen onderzoek beschikkingen Omgevingswet en Wonen

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren bij een beschikking op grond van de Omgevingswet;

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over het geven van een beschikking;

    • b.

      nadat een beschikking is verleend.

  • 1.

    De gemeente Bernheze doet in ieder geval een eigen onderzoek bij een aanvraag voor een beschikking op grond van:

    • a.

      artikel 4.19b, eerste lid van de Omgevingswet (een wijziging omgevingsplan op aanvraag) en waarbij sprake is van een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel;

    • b.

      artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet (een omgevingsplanactiviteit) en waarbij sprake is van een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel;

    • c.

      artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet (een bouwactiviteit) en waarbij sprake is van een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel;

    • d.

      artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b van de Omgevingswet (een milieubelastende activiteit) en waarbij sprake is van een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel.

  • 2.

    De gemeente Bernheze doet in ieder geval een eigen onderzoek bij een verleende omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 5, lid 2 van deze beleidsregel indien:

    • a.

      de omgevingsvergunning is overgedragen aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon;

    • b.

      de rechtspersoon waaraan de omgevingsvergunning is verleend, geheel of ten dele is overgedragen aan een andere eigenaar; of

    • c.

      de omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder.

 

Artikel 6 Eigen onderzoek Overige beschikkingen

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren bij een beschikking die op grond van een gemeentelijke verordening verplicht is gesteld;

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over het geven van een beschikking;

    • b.

      nadat een beschikking is verleend.

  • 2.

    De gemeente Bernheze kan in ieder geval een eigen onderzoek doen in het geval:

    • a.

      de beschikking betrekking heeft op een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel.

 

Artikel 7 Eigen onderzoek subsidies

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren:

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over het geven van een subsidiebeschikking;

    • b.

      nadat een subsidiebeschikking is gegeven.

  • 2.

    De gemeente Bernheze kan in ieder geval een eigen onderzoek doen in het geval:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd betrekking heeft op een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel.

 

Artikel 8 Eigen onderzoek vastgoedtransacties

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren:

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over een vastgoedtransactie, onder andere tijdens onderhandelingen of besprekingen daarover;

    • b.

      nadat een vastgoedtransactie is aangegaan.

  • 2.

    Bij een vastgoedtransactie wordt in de tekst van de overeenkomst behorende bij de vastgoedtransactie in ieder geval:

    • a.

      een voorwaarde opgenomen op grond waarvan de gemeente Bernheze de overeenkomst kan ontbinden of opschorten wanneer sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9, derde lid van de wet;

    • b.

      een voorwaarde opgenomen op grond waarvan de gemeente Bernheze de overeenkomst kan ontbinden of opschorten wanneer de betrokkene niet of niet volledig heeft voldaan aan hetgeen in artikel 7a, tweede en derde lid en/of artikel 12, derde lid van de wet is bepaald.

  • 3.

    Indien een onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een vastgoedtransactie, komt er geen overeenkomst tot stand zolang het onderzoek niet of niet volledig is afgerond, tenzij partijen dat nadrukkelijk anders overeenkomen.

  • 4.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek doen wanneer er signalen zijn dat de betrokkene waarmee de overeenkomst is of wordt aangegaan geheel of ten dele in handen komt van een ander.

  • 5.

    De gemeente Bernheze kan in ieder geval een eigen onderzoek doen in het geval er sprake is van één of meerdere van onderstaande situaties:

    • a.

      de transactie heeft betrekking op een of meer van de risicocategorieën, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregel,

    • b.

      er tevens sprake is van een aanvraag om een beschikking als bedoeld in artikel 4 en/of 5 van deze beleidsregel.

Artikel 9 Eigen onderzoek overheidsopdrachten

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek uitvoeren:

    • a.

      voordat een beslissing wordt genomen over de gunning van een overheidsopdracht, het sluiten van een met een gunningsbeslissing beoogde overeenkomst of over het accepteren van een onderaannemer;

    • b.

      nadat een overheidsopdracht is gegund, een met gunningsbeslissing beoogde overeenkomst is gesloten of een onderaannemer is geaccepteerd.

  • 2.

    In de aanbestedingsstukken:

    • a.

      wordt de mogelijkheid van onderzoek vermeld, in welk geval betrokkene gehouden is om een Bibob vragenformulier in te vullen als daarom wordt verzocht en eventuele nadere vragen te beantwoorden.

    • b.

      worden, in verband met toepassing van de wet en de gevolgen daarvan, alle ter zake doende uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen opgenomen;

    • c.

      wordt, in verband met toepassing van de wet, opgenomen dat een onderzoek zich erop richt of een van de situaties als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de wet zich voordoet en worden, indien aan de orde, de gevolgen daarvan omschreven.

    • d.

      wordt als voorwaarde gesteld dat een onderaannemer niet zonder toestemming wordt gecontracteerd en wordt in het kader daarvan het recht voorbehouden om een eigen onderzoek te doen en aan het Bureau een advies te vragen.

  • 3.

    In de tekst van de overeenkomst, of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden, die wordt aangegaan bij een procedure tot gunning van een overheidsopdracht:

    • a.

      worden voorwaarden opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding van de overeenkomst, indien zich een van de situaties als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de wet voordoet;

    • b.

      wordt een voorwaarde opgenomen op basis waarvan een onderaannemer met het oog op dienst acceptatie, niet zonder toestemming kan worden gecontracteerd;

    • c.

      wordt een voorwaarde opgenomen op grond waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding van de overeenkomst indien door de betrokkene niet of niet volledig wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 7a, tweede en derde lid, respectievelijk artikel 12, derde lid van de wet.

  • 4.

    Indien een onderzoek wordt gestart naar aanleiding van een procedure tot gunning van een overheidsopdracht, komt er geen gunningsbeslissing of daarmee beoogde overeenkomst tot stand zolang het onderzoek niet volledig is afgerond, tenzij partijen dat nadrukkelijk anders overeenkomen.

  • 5.

    De gemeente Bernheze kan een eigen onderzoek doen bij een overheidsopdracht indien er signalen zijn dat de betrokkene binnen de looptijd van de opdracht geheel of ten dele in handen komt van een ander.

 

Artikel 10 Eerder onderzoek

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze kan binnen een periode van twee jaar na afronding van een eigen onderzoek besluiten een beperkt onderzoek te doen naar dezelfde betrokkene dan wel geen onderzoek uit te voeren.

  • 2.

    Een beperkt onderzoek kan alleen plaatsvinden bij ongewijzigde omstandigheden (bedrijfsstructuur, financiering, zakelijke partners etc). Het beperkt onderzoek richt zich op verificatie van eerdere bevindingen.

  • 3.

    Indien het beperkt onderzoek daartoe aanleiding geeft doet de gemeente Bernheze alsnog een volledig onderzoek.

 

Artikel 11 Gevolgen bij beschikkingen

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze verbindt gevolgen aan het geconstateerde gevaar. Deze gevolgen zijn bedoeld om het gevaar teniet te doen.

    • a.

      Bij ernstig gevaar wordt een aangevraagde beschikking in beginsel geweigerd of wordt een reeds afgegeven beschikking in beginsel ingetrokken;

    • b.

      Bij tenminste een mindere mate van gevaar worden voorschriften verbonden aan de aangevraagde of reeds afgegeven beschikking. Deze voorschriften zijn bedoeld om het gevaar weg te nemen of te beperken.

    • c.

      Wanneer er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de wet wordt in beginsel een aangevraagde vergunning geweigerd of wordt een reeds afgegeven beschikking in beginsel ingetrokken.

 

Artikel 12 Gevolgen bij vastgoedtransacties

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze verbindt gevolgen aan het geconstateerde gevaar. Deze gevolgen zijn bedoeld om het gevaar teniet te doen. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een situatie, als bedoeld in artikel 9, derde lid van de wet wordt:

    • a.

      in beginsel de onderhandeling of bespreking afgebroken;

    • b.

      in beginsel de overeenkomst opgeschort of ontbonden;

  • 2.

    In de gevolgen van een onderzoek dat niet of niet volledig is afgerond op het moment van het aangaan van de vastgoedtransactie, wordt bij overeenkomst voorzien.

 

Artikel 13 Gevolgen bij overheidsopdrachten

 

  • 1.

    De gemeente Bernheze verbindt gevolgen aan het geconstateerde gevaar. Deze gevolgen zijn bedoeld om het gevaar teniet te doen. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een situatie, als bedoeld in artikel 9, tweede lid van de wet wordt:

    • a.

      in beginsel besloten tot uitsluiting van een gegadigde, het niet gunnen van een overheidsopdracht, het niet sluiten van een met een gunningsbeslissing beoogde overeenkomst of het niet accepteren van een onderaannemer;

    • b.

      in beginsel besloten tot ontbinding van de overeenkomst, een onderaannemer niet te accepteren dan wel de acceptatie te herzien;

  • 2.

    In de gevolgen van een onderzoek dat niet of niet volledig is afgerond op het moment van het gunnen van een overheidsopdracht, wordt bij overeenkomst voorzien.

    • a.

      Aan de overeenkomst kunnen nadere voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden zijn bedoeld om het gevaar weg te nemen of te bespreken. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan zal in beginsel worden besloten de overeenkomst te ontbinden, een onderaannemer niet te accepteren dan wel de acceptatie te herzien.

  • 3.

    Bij nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden kunnen de voorwaarden worden gewijzigd, aangepast of ingetrokken.

 

Artikel 14 Intrekking

 

De Beleidsregel Wet Bibob gemeente Bernheze 2015, vastgesteld op 30 juni 2015 en nadien gewijzigd bij besluit van 8 januari 2019, wordt ingetrokken.

 

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

 

Deze beleidsregel, welke wordt aangehaald als 'Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Bernheze', treedt in werking met ingang van de datum van publicatie.

 

 

 

Aldus vastgesteld op 2 april 2024

De burgemeester van Bernheze

Mark de Man

Burgemeester en wethouders van Bernheze

de secretaris de burgemeester

Peggy Hurkmans Mark de Man

Bijlage 1, behorende bij artikel 3 van de Beleidsregel Wet Bibob 2024 gemeente Bernheze

 

Onder andere relevante signalen kunnen onder meer een of meer van de volgende gevallen worden verstaan (niet limitatief):

  • a.

    aan betrokkene in de afgelopen vijf jaar een beschikking tot terugvordering van subsidie is opgelegd dan wel met betrokkene binnen deze periode een schikking tot terugbetaling van de verkregen subsidiegelden overeengekomen is;

  • b.

    aan betrokkene in de afgelopen vijf jaar een handhavingsbeschikking is opgelegd;

  • c.

    aan betrokkene in de afgelopen vijf jaar surseance van betaling is verleend of ten aanzien van betrokkene gedurende de genoemde periode een faillissement is uitgesproken;

  • d.

    de gemeente Bernheze, op grond van de wet, maatregelen treft of heeft getroffen in een andere procedure. Dit ten aanzien van dezelfde betrokkene, natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de betrokkene als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de wet;

  • e.

    een ander bestuursorgaan, op grond van de wet, maatregelen treft of heeft getroffen in een andere procedure. Dit ten aanzien van dezelfde betrokkene, natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de betrokkene als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de wet;

  • f.

    informatie op grond waarvan naar het oordeel van de gemeente Bernheze mogelijk sprake is van feiten en omstandigheden in de zin van de wet.

 

Bijlage 2 Risico categorieën

De gemeente Bernheze heeft de volgende risico categorieën aangewezen (niet limitatief). Deze worden gevoelig geacht voor criminele invloeden.

  • a.

    Hotels

  • b.

    Kamerverhuurbedrijven

  • c.

    reguliere kamerverhuur en/of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamer

  • d.

    Grootschalige huisvesting internationale medewerkers

  • e.

    Pensions

  • f.

    Recreatieparken en jachthavens

  • g.

    Horecabedrijven

  • h.

    Coffeeshops

  • i.

    Shisha-lounges

  • j.

    Prostitutiebedrijven

  • k.

    Darkrooms

  • l.

    Seksbioscopen

  • m.

    Sexwinkels

  • n.

    Erotische massagesalons

  • o.

    Smartshops/headshops

  • p.

    Speelautomatenhallen

  • q.

    Gamecenters

  • r.

    Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven

  • s.

    Afvalrecylingbedrijven

  • t.

    Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankautos’s, tank-of bulkcontainers

  • u.

    Autohandel (verkoop en verhuur)

  • v.

    Sloopbedrijven

  • w.

    Autodemontagebedrijven

  • x.

    Vuurwerkbranche

  • y.

    Wellnesscentra/ zonnestudio’s

  • z.

    Kappers

  • aa.

    Nagelstudio’s

  • ab.

    Tattooshops

  • ac.

    Fitnessbedrijven

  • ad.

    Sporthallen/complexen

  • ae.

    Religieuze instellingen

  • af.

    Scholen

  • ag.

    Energiemaatschappijen/ producenten

  • ah.

    Zonneparken

  • ai.

    ii. Zorgbureau’s en zorgaanbieders als bedoeld in de WMO 2015 en de Jeugdwet

  • aj.

    Re-integratie bedrijven en/of activiteiten

  • ak.

    Transformatie kantoorpanden

Toelichting bij de beleidsregel

 

Algemeen

Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) in werking getreden. Sindsdien is de wet een aantal malen gewijzigd (2013, 2020 en 2022). Met deze wijzingen zijn de bevoegdheden van bestuursorganen verruimd.

 

De Wet Bibob stelt de gemeente Bernheze in staat om zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd door het verlenen van beschikkingen, het aangaan van vastgoedtransacties en het gunnen van overheidsopdrachten. Bovendien wordt hiermee de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.

 

Op 1 oktober 2022 is de Wet Bibob voor het laatst gewijzigd. Hierbij hebben bestuursorganen de verruimde mogelijkheden gekregen om informatie uit te wisselen. Ook hebben zij de bevoegdheid gekregen om elkaar te tippen.

 

Vanwege de wijzigingen is het wenselijk om de huidige beleidsregel aan te passen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de wijziging van de aan de Wet Bibob verbonden wetgeving.

 

De Beleidsregel

De toepassing van de Wet Bibob is een discretionaire bevoegdheid. Dit houdt in dat de gemeente Bernheze zelf kan bepalen in welke gevallen zij een Bibob-onderzoek wenselijk vindt. Het is wettelijk niet verplicht om een beleidsregel op te stellen. Toch vindt de gemeente Bernheze het wenselijk om duidelijk te maken op welke manier zij de Wet Bibob inzet. Dit geeft het een helder kader voor de toetsing en heeft het een preventieve werking.

 

Uitgangspunten

In deze beleidsregel wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begrippen die in de Wet Bibob worden gebruikt. Dit voorkomt verwarring. We gebruiken bijvoorbeeld de termen ‘betrokkene’, ‘ernstig’ en ‘mindere mate van’ gevaar. Deze beleidsregel is van toepassing op beschikkingen, vastgoedtransacties en/of overheidsopdrachten. Deze begrippen worden in de wet besproken en verder uitgewerkt. Bij beschikkingen gaat het bijvoorbeeld om (omgevings)vergunningen maar ook over subsidiebeschikkingen.

 

Bij overheidsopdrachten gaat het niet alleen over een gunningsbeslissing maar ook over een met een gunningsbeslissing beoogde overeenkomst. De wetgever heeft het ook mogelijk gemaakt om bepaalde onderaannemingen niet te accepteren.

 

Het begrip ‘verbonden partij’ is nieuw opgenomen in deze beleidsregel. Hiermee worden partijen waar de gemeente Bernheze bestuurlijk en financieel aan verbonden is in beginsel uitgezonderd van een Bibob onderzoek. Voor de definitie is aansluiting gezocht bij het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) . Soms is er sprake van een situatie dat de gemeente Bernheze samen met een of meer private partijen aan een verbonden partij deelneemt. In dat geval wordt er wel een Bibob-onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek richt zich dan op de verbonden partij en de deelnemende private partijen.

 

Het eigen onderzoek

Het kenmerk van een Bibob-onderzoek is dat er sprake is van twee fasen. In eerste instantie voert de gemeente Bernheze een zogenoemd “eigen onderzoek” uit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van openbare bronnen en gesloten bronnen (zoals informatie van politie, justitie, het OM en de Belastingdienst). Hierbij wordt bekeken of de betrokkene strafbare feiten heeft gepleegd en/of er sprake is van een vermoeden daarvan. Hierbij is het ook mogelijk om onderzoek te doen naar de personen en/of bedrijven waarmee een Bibob-relatie bestaat (zoals financiering).

 

Wanneer het eigen onderzoek daarvoor aanleiding geeft kan het (landelijk) Bureau Bibob (LBB) om een advies worden gevraagd. De gemeente Bernheze is niet verplicht om dit advies te volgen. Wel helpt het om een weloverwogen beslissing te maken.

 

Kan en zal bepaling

De gemeente Bernheze wil het Bibob instrument risico gestuurd inzetten. Dit houdt in dat bij categorieën waar een hoger risico aanwezig wordt geacht standaard sprake zal zijn van een Bibob onderzoek (zal bepaling). Bij categorieën waar een lager risico aanwezig wordt geacht wordt gekozen voor risicogericht en/of een steekproef (kan bepaling).

 

Privaatrechtelijke transacties

In deze beleidsregel is ervoor gekozen om het Bibob-onderzoek bij privaatrechtelijke transacties (vastgoedtransacties en aanbestedingen/overheidsopdrachten) uit te werken. Dit komt omdat de gemeente Bernheze in deze gevallen niet handelt als een bestuursorgaan maar als een rechtspersoon met een overheidstaak.

 

De Wet Bibob maakt het mogelijk om bij deze handelingen een Bibob-onderzoek uit te voeren. In de wet wordt echter niet geregeld welke gevolgen er aan het onderzoek verbonden kunnen worden. Zo kunnen onderhandelingen worden afgebroken of kunnen er nadere voorschriften worden opgenomen in de overeenkomst. Wanneer er besloten wordt om een overeenkomst niet aan te gaan, te ontbinden, op te zeggen of te vernietigen kan de betrokkene zich melden bij de civiele rechter. Door uitgebreid in te gaan op de gevolgen biedt dit voor alle partijen duidelijkheid.

 

Bij privaatrechtelijke overeenkomsten geldt het principe van contractsvrijheid. Alhoewel soms gedacht wordt dat zonder problemen onderhandelingen kunnen worden afgebroken is dit onjuist. Deze vrijheid is niet onbeperkt. Er moet gekeken worden naar de bepalingen van een overeenkomst maar ook naar de verwachtingen die over en weer zijn uitgesproken (gerechtvaardigd vertrouwen). Afhankelijk van de concrete omstandigheden per geval kan een Bibob-onderzoek ertoe leiden dat onderhandelingen worden afgebroken. Het is van belang dat de wederpartij op de hoogte is dat de Wet Bibob wordt toegepast en dat dit is vastgelegd in de (pre)contractuele fase. Ook hier geldt dat de beleidsregel inzicht geeft op de gevolgen die een Bibob-onderzoek met zich mee kunnen brengen. Dit biedt voor alle partijen duidelijkheid.

 

Vastgoedtransacties

Op grond van de Wet Bibob kan een Bibob-onderzoek plaatsvinden bij het aangaan van vastgoedtransacties. De gemeente neemt in de bijbehorende (concept)overeenkomst in ieder geval op dat de gemeente de overeenkomst kan ontbinden of opschorten op basis van een advies van het LBB en/of niet of onvoldoende gegevens en bescheiden worden aangeleverd voor het doen van het eigen onderzoek.

Het gevolg van een Bibob-onderzoek of een door het LBB uitgebracht advies kan dus zijn dat de overeenkomst wordt ontbonden of opgeschort. Is er nog geen overeenkomst tot stand gekomen dan kan het gevolg zijn dat de onderhandelingen of besprekingen worden afgebroken.

 

Overheidsopdrachten

De Wet Bibob biedt eveneens de mogelijkheid om een Bibob-onderzoek uit te voeren in de gevallen waarin de overheid aan een derde een overheidsopdracht wil gunnen of gegund heeft. In de aanbestedingsstukken wordt de mogelijkheid van een Bibob-onderzoek vermeld. Daarin wordt ook de voorwaarde opgenomen dat een onderaannemer niet zonder toestemming wordt gecontracteerd. Ook biedt de beleidsregel inzicht op de gevolgen van een Bibob-onderzoek. De uitkomst van het onderzoek kan er namelijk toe leiden dat de gemeente een gegadigde uitsluit, de overheidsopdracht niet gunt of een onderaannemer niet accepteert. Is de overheidsopdracht inmiddels gegund dan kan de uitkomst van het onderzoek leiden tot een ontbinding van de overeenkomst, het niet accepteren van een onderaannemer of de acceptatie daarvan te herzien.

 

Waarborgen

De Wet Bibob is een ingrijpend instrument. Het is daarom belangrijk om een balans te vinden tussen de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene(n) en de bescherming van het openbaar belang. Hierbij is het belangrijk om te onthouden dat de toepassing van de Wet Bibob geldt als een ‘ultimum remedium’. Er moet dus eerst bekeken worden of er geen andere mogelijkheden zijn om vergunningen te weigeren en/of in te trekken of geen overeenkomst aan te gaan. Daarnaast zijn ook de beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit en evenredigheid van belang.

Naar boven