Omgevingsvisie Haarlem 2045

De raad der Gemeente Haarlem

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

Besluit:

1. De Omgevingsvisie Haarlem 2045 vast te stellen 

2. De nota van beantwoording met de reactie op de zienswijzen vast te stellen 

3. De volgende beleidsdocumenten gedeeltelijk in te trekken: 

  • In de SOR: de waterkaart, de hitte stress kaart, de water op straat kaart 

  • In de hoogbouwprincipes: de eigenstandige terreinen 

 

4. De motie 21 Beleidskaders hoogbouw en bescherming erfgoed af te doen

Artikel I

"Omgevingsvisie Haarlem 2045" opgenomen in Bijlage A wordt vastgesteld.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking per 02‑09‑2024

Aldus vastgesteld door Gemeente Haarlem, d.d. 27‑01‑2022

voorzitter, Dhr. J. Wienen

griffier, Dhr. M.C.C. Philips

Bijlage A Bijlage bij artikel I

Omgevingsvisie Haarlem 2045

1 Deel 1: De Inleiding

1.1 Voorwoord

1.1.1 Intro

Hoe zorgen we dat Haarlem ook in 2045 een aantrekkelijke stad is?

Haarlem staat de komende decennia voor een aantal grote opgaven die veel veranderingen brengen. Met deze omgevingsvisie geven we richting aan een ontwikkeling van de stad die deze opgaven als kans benu tom Haarlem ook in de toekomst aantrekkelijk te houden. 

1.1.2 Voorwoord

Ik zie het Spaarne stromen, hoor de Bavo slaan en spring op de fiets, want de stad roept m'n naam... want de stad roept m'n naam. Hier ben ik thuis, hier ken ik elke straat, ieder plein. Dit is mijn huis, hier is het goed, hier wil ik zijn

Deze strofes uit het lied Hier wil ik zijn (Ode aan Haarlem) van Roel van Velzen, geschreven ter ere van het 775 jarig bestaan van Haarlem, beschrijven voor mij heel goed wat Haarlem is. Een stad vol van geschiedenis, maar ook een stad in het nu. Een stad waar je wil wonen, een stad waar je wil zijn. 

Een middelgrote stad, maar wel een met allerlei grote opgaven voor zich, als woningbouw, energietransitie, het aanpassen aan het veranderend klimaat. Een stad die we dagelijks op allerlei manieren doorkruizen, om te wonen, te werken of te recreëren, onderdeel ook van een dynamische grotere regio. 

Een dorp vermomd als stad, gaat het lied verder. Ook dat is Haarlem. Een stad waar mensen elkaar kennen. Een stad waar mensen gelukkig zijn. Heel belangrijk is dat Haarlem een stad blijft die ook in de toekomst voor iedereen is. Voor mensen met verschillende achtergronden en opleiding, een stad voor jong en oud. Juist die veelzijdigheid is wat Haarlem voor velen zo aantrekkelijk maakt. 

Om aantrekkelijk te blijven moet de komende jaren veel gebeuren. Er komt veel op ons af. Veel woningen moeten worden gebouwd, energienetwerken aangelegd, meer groen aangelegd en nog veel meer. Deze omgevingsvisie geeft daar richting aan en moet inwoners, bedrijven, instellingen en iedereen die wil mee werken aan het verder vormgeven van onze mooie stad helpen om plannen te maken en te realiseren. 

We gaan overal aan de slag, maar in het bijzonder op plekken die in de omgevingsvisie icoonprojecten worden genoemd. Zoals bijvoorbeeld de ontwikkelzones, nieuwe knooppunten, maar ook bijvoorbeeld in woongebieden als Meerwijk of het Ramplaankwartier.

Ik ben trots op deze omgevingsvisie die tot stand gekomen is in samenspraak met velen. Ik hoop dat de visie inspireert en richting geeft. De omgevingsvisie wil bijdragen aan, om in de termen van de Ode aan Haarlem te blijven, een Haarlem waar nieuwe ideeën worden beloond, zodat Haarlem ook in 2045, wanneer Haarlem 800 jaar bestaat, de stad is waar je van droomt.

Haarlem, pas thuis als ik daar ben. Zo goed voor elkaar, die plek, dat dorp, vermomd als een stad. Haarlem. Als ik jou toch niet had.

Floor Roduner

Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling

1.2 Samenvatting

1.2.1 Samenvatting

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de stad over 25 jaar nog net zo prettig, zo niet prettiger is om in te wonen, te werken en te recreëren. Dat vraagt dat we vooruit kijken op de alle terrein die horen bij een stad."

Dit is de samenvatting van de omgevingsvisie van Haarlem. U vindt hier in vogelvlucht de essentie van deze visie. 

Prettig wonen en leven in Haarlem is een gegeven van dit moment, maar als Haarlemmers hebben we ook een verantwoordelijkheid voor de stad in de toekomst. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de stad over 25 jaar nog net zo prettig, zo niet prettiger is om in te wonen, te werken en te recreëren. Dat vraagt dat we vooruit kijken op alle terreinen die horen bij een stad. Dat doen we met een omgevingsvisie. De omgevingsvisie bestaat uit vier delen, en is als volgt opgebouwd:

Deel 1: De Inleiding: een inleidend deel 1, waarin we beschrijven wat u kunt verwachten van een omgevingsvisie en hoe u die moet zien ten opzichte van de Omgevingswet en het omgevingsplan. 

Deel 2: De Analyse: in deel 2 beschrijven we de stad waarvoor we een omgevingsvisie maken, we bekijken de grote trends en ontwikkelingen voor de toekomst en koppelen die aan de opgaven die daaruit volgen en waarop deze visie een antwoord moet geven. 

Deel 3: De Visie: de daadwerkelijke visie op de leefomgeving vindt u in deel 3. In dit deel zetten we de stip op de horizon voor 2045 en laten we zien hoe de stad er uit kan komen te zien.

Deel 4: Uitvoering: deel 4 tenslotte gaat in op de vraag hoe we de omgevingsvisie tot uitvoering gaan brengen en hoe we tijdens dat traject volgen of we onze ambitie ook echt waar kunnen maken. 

Deel 1: De Inleiding

Wat is een omgevingsvisie

De omgevingsvisie is een brede integrale visie voor Haarlem. De visie verbindt beleidsopgaven vanuit verschillende sectoren met elkaar op het gebied van bereikbaarheid, wonen, duurzaamheid, economie, sociale netwerken, cultuur, kortom alles dat hoort bij de stad. De omgevingsvisie bouwt voort op een aantal al bestaande brede documenten, zoals de Toekomstvisie Haarlem 2040 en de Structuurvisie Openbare Ruimte. Daarnaast is ook geput uit een aantal sectorale beleidsdocumenten zoals de nieuwe economische visie. De omgevingsvisie is een visie op hoofdlijnen. De visie laat zien wat de ruimtelijke consequenties zijn van de huidige opgaven én van geschetst toekomstig beleid.

Participatie

Een omgevingsvisie opstellen is geen zaak van de gemeente alleen. De omgevingsvisie is opgesteld in samenspraak met vele Haarlemmers. Vanwege de coronapandemie is deze participatie anders verlopen dan vooraf bedacht. De tentoonstelling van Panorama Nederland in de Haarlemse centrale bibliotheek was de aftrap van het participatietraject. Daar konden mensen nog langskomen. De coronapandemie maakte fysieke participatie onmogelijk, vandaar dat werd gekozen voor een vorm van digitale participatie. Dit beperkte enerzijds de mogelijkheden maar leidde er gelukkig ook toe dat veel Haarlemmers met nieuwe inzichten meededen die eerder niet deel namen aan participatietrajecten.

Regio

Haarlem is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), de hoofdstad van Noord Holland én de centrumstad van Zuid Kennemerland. De gemeenten in de MRA en Zuid Kennemerland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen kunnen wonen in Heemstede, werken in Haarlem, naar de schouwburg gaan in Amsterdam, sporten in Bloemendaal en in Zandvoort naar het strand gaan, of vice versa. Kortom, ons dagelijks leven houdt niet op bij de gemeentegrens. Haarlem is onderdeel van een Daily Urban System (het gebied waarbinnen het dagelijks leven zich afspeelt), dat naast de MRA ook strekt tot Leiden en Den Haag.

Deel 2: De Analyse

Identiteit

Hoe identificeer je een stad? Aan de mensen, aan de gebouwen of aan beide? De gebouwde omgeving zegt vaak veel over de inwoners van de stad. Het zijn de mensen die op basis van hun ideeën, inzichten en idealen met elkaar een leefomgeving hebben gemaakt waarin zij goed gedijen. Zoals de stad door de eeuwen heen is veranderd, zijn ook haar inwoners veranderd. Maar sommige gedeelde waarden blijken verrassend constant. De constante is dat Haarlem altijd een stad is geweest waar de mensen oog voor elkaar, voor kwaliteit en voor ontspanning hebben. Dat zijn waarden die we graag willen behouden

Trends & Ontwikkelingen

Feit is dat de wereld voortdurend verandert en dat gegeven heeft invloed op de manier waarop we de leefomgeving gebruiken en moeten inrichten. Om helder te krijgen waar de Haarlemse leefomgeving in de nabije toekomst op voorbereid moet zijn, omschrijven we welke grote en belangrijke trends en ontwikkelingen gaande zijn.

Haarlemse opgaven

Door de trends en ontwikkelingen te bekijken met de identiteit van Haarlem als leidraad kunnen we de opgaven voor de stad bepalen. De opgaven zijn zo benoemd dat we de identiteit versterken en tegelijkertijd trends en ontwikkelingen het hoofd bieden.

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

 

De zes integrale Haarlemse opgaven

1. Versterken aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen 

2. Versterken sociaal weefsel 

3. Klimaatbestendig Haarlem 

4. Gezonde stad voor mens en dier 

5. Energietransitie in Haarlem 

6. Duurzaam bereikbare stad

Deel 3: De Visie

Om de inpassing van alle ruimtelijke claims behorende bij de zes opgaven in goede banen te leiden, maakt Haarlem zes strategische keuzes. Deze keuzes geven richting aan de ontwikkeling van de stad zodat de schaarse ruimte optimaal wordt benut, dat de opgaven een plek krijgen en de Haarlemse identiteit overeind blijft. De zes strategische keuzes met bijbehorende veertien speerpunten vormen de essentie van de visie. De zes strategische keuzes voor de leefomgeving dragen bij aan de integrale opgaven waar Haarlem voor staat. De keuzes worden niet uniform over heel Haarlem op dezelfde manier uitgevoerd maar houden rekening met de eigenschappen van de verschillende buurten. Dit betekent een verdere uitwerking op gebiedsniveau in samenwerking met iedereen die een rol speelt bij de ontwikkeling van Haarlem. Met het opstellen van deze visie zijn we niet klaar tot 2045. De visie wordt eens in de zoveel tijd bijgesteld.

1. Mengen & verdichten

We moeten extra woningen bouwen om te zorgen dat er voor alle doelgroepen een woning is. Hierbij is niet de kwantiteit leidend maar de kwaliteit. Dit betekent dat we de waardevolle karakteristieken van Haarlem en Spaarndam koesteren, dat de woonwerkbalans minimaal gelijk blijft, het buurtgroen wordt versterkt, de groene landschappen worden verbeterd en het autoverkeer niet toeneemt. De extra woningen komen vooral rondom de HOV knooppunten en in de ontwikkelzones. 

Dat doen we door: 

  • woningbouw te concentreren in grootschalige gebiedsontwikkelingen; 

  • een substantieel aantal arbeidsplaatsen toe te voegen aan de Waarderpolder en bij OV-knooppunten;

  • bestaande wijken te beschermen: menging en cultuurhistorische waarden behouden; 

  • de leefbaarheid van wijken en buurten te versterken met buurtgroen.

 

2. Buurtgericht ontwikkelen

Om elkaar te begrijpen en gezamenlijk aan de toekomst van de stad te kunnen bouwen is het belangrijk dat we elkaar ontmoeten. Zonder wederzijds begrip ontstaat tweedeling en polarisatie. Ontmoeten gaat gemakkelijker op de fiets en te voet en op plekken waar mensen van nature samenkomen. Het fiets- en voetgangersnetwerk en de sociale basisinfrastructuur worden versterkt en beter aan elkaar gekoppeld. Deze sociale basisinfrastructuur bestaat uit clusters van sociale voorzieningen genaamd ‘huis van de wijk’, toegankelijke hulp- en zorgvoorzieningen, sportvoorzieningen, onderwijsvoorzieningen en vrije tijdsvoorzieningen. De ambitie is dat Haarlemmers belangrijke dagelijkse voorzieningen binnen maximaal tien minuten op de fiets, of te voet kunnen bereiken. 

Dat doen we door: 

  • het versterken van het tien-minuten netwerk en de stadsstraten; 

  • het versterken van de sociale basis en ontmoetingsplaatsen in de buurt.

 

3. Vergroenen & vernatten

Als we nu niet starten met de aanpak van de toenemende gevolgen van de klimaatverandering dan staan over dertig jaar delen van Haarlem bij regenbuien onder water en bij hittegolven is het onleefbaar in de stad. Haarlem gaat daarom de groen- en waterstructuur in de stad versterken. Niet alleen stelt het ons in staat de gevolgen van klimaatverandering beter op te vangen, het levert ook een gezonde leefomgeving op. 

Dat doen we door: 

  • ruimte te creëren voor klimaatadaptatie ten koste van ruimte voor de auto; 

  • het versterken van de boezemwaterstructuur; 

  • bij nieuwbouw het parkeren van auto’s in principe ondergronds te realiseren, met inachtneming van reeds gemaakte afspraken.

 

4. Bevorderen gezonde leefomgeving

Extra groen en water zorgen voor een betere luchtkwaliteit, biodiversiteit en nodigen uit tot sporten, fietsen, wandelen, spelen, ontspannen en het ontmoeten van anderen. In deze omgevingsvisie worden de recreatieve routes door de stad gecombineerd met de groen- en waterstructuren. Als de stad groeit, neemt het belang van het omliggende landschap evenredig toe. Er moeten in de omgeving meer natuurgebieden komen om de gebieden met de hoogste natuurwaarden, zoals de Kennemerduinen, te beschermen tegen teveel bezoekers. In de omgeving van Haarlem zorgen we voor meer natuurwaarde en mogelijkheden voor recreatie. 

Dat doen we door: 

  • meer kwaliteit toe te voegen in het buitengebied: onder andere door het opwaarderen van de natuurwaarde van landbouwgrond; 

  • het versterken van ecologische verbindingen door en om de stad tussen hotspots.

 

5. Ruimte voor energietransitie

Duurzame energie en warmtewinning kosten ruimte, zowel boven- als ondergronds. De benodigde voorzieningen kunnen niet allemaal in het stedelijke gebied landen. Bedrijventerrein Waarderpolder en het omliggende landschap spelen hierbij een belangrijke rol. Ook vraagt de ruimteclaim die de energietransitie met zich meebrengt afstemming met de beschikbare ruimte in de ondergrond. Deze enorme puzzel kan alleen worden gelegd als er integrale ontwerpen voor het omliggende landschap worden gemaakt en de regie wordt genomen op de ondergrond. In deze omgevingsvisie reserveren we ruimte waar we weten dat deze nodig is. 

Dat doen we door: 

  • ruimte te reserveren en vrij te maken voor energietransitie.

 

6. Mobiliteitstransitie

Om een groeiende stad bereikbaar en in beweging te houden, zet Haarlem in op andere vormen van mobiliteit. Binnen de stad reizen we zoveel mogelijk te voet of met de fiets, de reizen van en naar de stad doen we zoveel mogelijk met het openbaar vervoer en de fiets en we gebruiken de (elektrische) auto alleen als het niet anders kan. De HOV knooppunten zijn essentieel onderdeel van de mobiliteitstransitie en de verdichting van de stad. Er komt een nieuw OV knooppunt aan de oostkant van de stad en bestaande OV knooppunten worden verbeterd. 

Dat doen we door: 

  • regionale fietsverbindingen te verbeteren en te verbinden met het tien-minuten netwerk; 

  • knooppuntontwikkelingen in combinatie met verbeteren van de HOV bereikbaarheid.

 

Integrale visiekaart

De integrale visiekaart
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

De visie is ook conceptmatig gevisualiseerd. Zichtbaar is wat de strategische keuzes voor de leefomgeving van Haarlem zullen betekenen in de toekomst ten opzicht van het heden. 

  • Ontwikkeling van drie OV knooppunten. 

  • Intensivering werkgebied Waarderpolder. 

  • Mengen en verdichten in de stad. 

  • Drie sterke landschappen verbonden met elkaar via groene routes. 

  • Meer water en groene plekken in de wijken. 

  • Aaneengesloten stedelijke weefsel. 

 

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

 

De visie wordt concreet in de icoonprojecten. In de icoonprojecten komen verschillende strategische keuzes samen en ze zijn daarom illustratief voor de koers die we als Haarlem willen varen. Onder deze projecten vallen bijvoorbeeld de ontwikkelzones, waar we woningen en werkgelegenheid realiseren, versterkingen in het tien-minuten-netwerk voor fietsers en wandelaars, het intensiveren van de zuidstrook Waarderpolder tot een intensief en toekomstbestendig werkgebied en het versterken van de grote OV-knooppunten in de stad.

Deel 4: Uitvoering

Van omgevingsvisie naar uitvoering via programma’s en gebieden

De volgende stap is om de omgevingsvisie verder uit te werken in verschillende programma’s, gericht op de uitvoering van de visie. Daarbij gaat het om thematische programma’s, gebiedsprogramma’s en zoneontwikkeling. De programma’s tezamen vormen het stedelijk omgevingsprogramma dat moet worden opgenomen in het omgevingsplan Haarlem.

Monitoring

Het efficiënt en doeltreffend realiseren van de opgaven vraagt om een continue integrale afweging. Vanuit de wens om te kunnen bewaken of en in hoeverre gestelde doelen worden bereikt en genomen maatregelen effectief zijn en de filosofie ‘meten is weten’, is een Haarlems monitoringsinstrument ontwikkeld in de vorm van een dashboard.

1.3 Inleiding

1.3.1 De tijdsgeest

Een visie is een blik naar de toekomst, een stip aan de horizon; in deze omgevingsvisie vertellen we elke kansen we zien voor onze stad en haar omgeving en welke doelen we nastreven, welke ambities we najagen, maar ook voor welke uitdagingen we staan. We plukken die doelen en ambities niet zomaar uit de lucht, maar kijken zorgvuldig naar trends en ontwikkelingen die de tijd van nu markeren. Vervolgens benoemen we een aantal opgaven voor de stad en haar toekomst. Niet alles wat wij wensen, kunnen we omzetten in daden; we zijn immers onderdeel van een breed netwerk, van inwoners, partners, en ondernemers, bestuurders en de regio. We moeten gezamenlijk verder en voorwaarts en dus moeten we keuzes maken.

De omgevingsvisie is een projectie van de toekomst, gemaakt met de kennis van nu. We leven in een tijd van grote transities. Waar mensen het drie decennia geleden nog absurd vonden om een mobiele telefoon aan te schaffen, is een wereld zonder smartphone nu ondenkbaar. We zijn meer onderling verbonden dan ooit en dit brengt zowel kansen als opgaven met zich mee. Door de digitalisering heeft het delen van kennis en van materiële zaken, via online platforms (auto’s, vakantieverblijven) een enorme vlucht genomen. Een goede internetverbinding lijkt soms belangrijker dan fysieke aanwezigheid. Tijdens de coronapandemie is dat zelfs letterlijk belangrijker. Een groot deel van de mensen werkt thuis en is afhankelijk van die goede verbinding.

Als we uitzoomen zien we dat het klimaat in korte tijd enorme veranderingen heeft ondergaan. De seizoenen zoals we die kenden, zijn al lang niet meer vanzelfsprekend. De zomers zijn droger en heter, de zeespiegel stijgt en wolkbreuken komen frequenter voor. Als we op deze manier met onze planeet om blijven gaan, zullen de veranderingen alleen maar toenemen.

Het klimaat geeft een alarmsignaal af en dat moeten we serieus nemen. Dat betekent dat we in onze omgevingsvisie goed moeten kijken naar hoe we bij onze wensen voor de stad rekening houden met het klimaat en de leefomstandigheden die, zoals we nu met corona zien, heel snel kunnen veranderen.

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Alles samengenomen is duidelijk dat we ons op een kantelpunt bevinden. De stad en de samenleving gaan de komende decennia veranderen. Van de manier hoe we met energie omgaan, de invloed van technologie, de manier waarop we reizen, tot de manier waarop we met elkaar omgaan. Nu hebben Haarlemmers door de eeuwen heen voor vele opgaven gestaan. Er zijn woningen gebouwd voor oude en nieuwe Haarlemmers, we hebben gezorgd dat we droge voeten houden, bedrijven zijn opgericht, verbindingen aangelegd met de wereld om ons heen. In deze visie beschrijven we onze opgaven, met daarbij mogelijke oplossingen die kansen kunnen bieden voor Haarlem. 

De stad is namelijk bij uitstek de plaats waar vernieuwingen het licht zien. Waar mensen samen komen om ideeën, kennis, gevoelens en producten uit te wisselen ontstaat dynamiek. Met de dynamiek van het collectief dat de stad ook kan zijn, kunnen we gezamenlijk de schouders zetten onder de uitdagingen die de toekomst vraagt. Ongetwijfeld zal een lezer in 2045 delen van dit document lezen, en met een glimlach denken: ‘dachten ze werkelijk dat Haarlem er in 2045 zo uit zou zien?’. Daarom is het goed deze omgevingsvisie te zien als een leidraad. Een leidraad die we kunnen bijstellen naargelang de dynamiek en de omstandigheden.

1.3.2 Leeswijzer

Dit stuk is zo geschreven dat het gemakkelijk kan worden gedigitaliseerd en vervolgens digitaal kan worden gelezen door bijvoorbeeld op thema relevante stukjes tekst op te vragen. Dit betekent dat sommige teksten dubbel in de visie voorkomen wanneer deze volledig van voor tot achter gelezen wordt. De visie bestaat uit vier delen.

1. Een inleidend deel, waarin we beschrijven wat u kunt verwachten van een omgevingsvisie en hoe u die moet positioneren ten opzichte van de Omgevingswet en het omgevingsplan.

2. Daarna beschrijven we in in deel 2 de stad waarvoor we een omgevingsvisie maken, we bekijken de trends en ontwikkelingen voor de toekomst en koppelen die aan de opgaven waarop deze visie een antwoord moet geven.

3. De daadwerkelijke visie op de op de leefomgeving vindt u in deel 3. In dat deel zetten we de stip op de horizon voor 2045.

4. Deel 4 tenslotte gaat in op de vraag hoe we de omgevingsvisie tot uitvoering gaan brengen en hoe we tijdens dat traject volgen of en hoe we onze ambitie ook echt halen.

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

1.4 Wat is een omgevingsvisie

1.4.1 Intro

Prettig wonen en leven in Haarlem nu, is een gegeven van dit moment, maar als Haarlemmers hebben we ook een verantwoordelijkheid voor de stad in de toekomst. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de stad over 25 jaar nog net zo prettig, zo niet prettiger is om in te wonen, te werken, te recreëren. Dat vraagt dat we vooruit kijken naar alle terreinen die horen bij het leven in een stad. Dat doen we met een omgevingsvisie.

1.4.2 Wat is een omgevingsvisie?

De omgevingsvisie is een brede integrale visie voor Haarlem. De visie verbindt beleidsopgaven vanuit verschillende sectoren met elkaar op het terrein van bereikbaarheid, wonen, duurzaamheid, economie, sociaal, cultureel, kortom alles dat hoort bij de stad. De omgevingsvisie bouwt voort op een aantal al bestaande brede documenten, zoals de Toekomstvisie Haarlem 2040, en de Structuurvisie Openbare Ruimte. Daarnaast is ook geput uit een aantal sectorale beleidsdocumenten, zoals de nieuwe economische visie.

De omgevingsvisie is een visie op hoofdlijnen. De visie laat zien wat de ruimtelijke consequenties zijn van de huidige plannen én van geschetst toekomstig beleid. In Haarlem werken we met gebieden: Haarlem Noord, Haarlem Oost, Centrum, Zuid West en Schalkwijk. In al die gebieden zijn ontwikkelingen gaande. We zijn aan het bouwen, maken plannen om te gaan bouwen, we werken aan de sociale basis, we hebben proefwijken om van het gas af te gaan, er omen nieuwe openbaar vervoer knooppunten om de bereikbaarheid te vergroten en te zorgen dat mensen overstappen van de auto naar andere vervoersmiddelen, industrieel erfgoed wordt ontwikkeld tot culturele hotspots in combinatie met wonen en werken. Teveel om op te noemen. In elk stadsdeel zijn ontwikkelingen gaande; een stad staat nooit stil. En dat is ook niet wat we willen; we willen de beweging gaande houden door niet elk gaatje dicht te plamuren, maar te zorgen dat er ook nog wat vrije speelruimte overblijft. Maar we willen wel dat de grote ontwikkelingen passen binnen de hoofdlijnen van de visie; hoe ziet Haarlem er uit in 2045?

1.4.3 Waarom een omgevingsvisie?

Werken aan de stad van de toekomst doet de gemeente niet alleen. In de aanloop naar deze omgevingsvisie hebben we onze inwoners gevraagd mee te denken over die toekomst. Veel Haarlemmers gaven hieraan gehoor. Zij kwamen vertellen wat ze willen behouden en waar ze uitdagingen zien, gaven aan waar prioriteiten liggen. Maar waar voor de één wonen een prioriteit is, is dat voor de ander duurzaamheid of juist bereikbaarheid. Duidelijk is dat er keuzes gemaakt moeten worden.

De omgevingsvisie een verplicht instrument in de nieuwe Omgevingswet. Iedere gemeente is verplicht om de omgevingsvisie voor 1 januari 2024 te hebben vastgesteld. De omgevingsvisie laat zien wat de gevolgen zijn van de keuzes die je maakt, in de (bestaande) openbare ruimte. Daarnaast heeft de gemeente richting en kaders nodig om alle toekomstige ontwikkelingen in de stad in goede banen te leiden. Hoe ga je om met die gebiedsontwikkelingen; waar gaan we investeren in infrastructuur, welke keuzes maken we bij het bouwen van nieuwe woningen; sociaal, starters, doorgroeiers, hoogbouw, laagbouw, duurzaam bouwen. Alle nieuwe ontwikkelingen vragen om het maken van keuzes. De omgevingsvisie geeft richting aan al deze plannen.

De omgevingsvisie kijkt ook vooruit naar de uitdagingen van een snel veranderende samenleving en wereld. Want behalve een pandemie die ons nu in de greep heeft, is ook het klimaat een factor met grote gevolgen voor de leefomgeving. Meer regen in de herfst en lente, minder water in de zomer. Een groeiende wereldbevolking, een meer naar elkaar toegroeien binnen de metropoolregio, het zijn allemaal actoren waarop we nu nog geen pasklaar antwoord hebben, maar waarmee we voor onze toekomstige stad wel rekening moeten houden. De omgevingsvisie is geen in beton gegoten document, maar eerder de leidraad voor een voortdurend gesprek met de stad. De omgevingsvisie probeert wel een antwoord te geven op de uitdagingen die een snel veranderende samenleving stelt aan onze leefomgeving.

De omgevingsvisie is ook het kader waarbinnen Haarlem het omgevingsplan opstelt. Dit omgevingsplan vervangt de huidige bestemmingsplannen. De visie is het document met de ambities en richtingen; in het omgevingsplan worden deze vertaald in concrete regels. Deze regels bepalen de ruimte voor ontwikkeling, zoals dat nu in het bestemmingsplan gebeurt. Met deze omgevingsvisie Haarlem 2045 ‘Toekomstbestendig, vergroenen, verbinden en ontmoeten’ willen we de toekomst weloverwogen en gezamenlijk ingaan. Dat vraagt om een inspirerende blik.

1.5 Context

1.5.1 Intro

Haarlem begon als stad op een wal; een droog stuk duin, omgeven door water. Maar een stad is geen eiland. Een stad is afhankelijk van, en staat in verbinding met haar omgeving. Haarlem is de hoofdstad van Noord-Holland, ligt in de regio Zuid Kennemerland en is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. Dat vraagt bij het maken van beleid dat je niet alleen kijkt naar wat nodig is voor Haarlem, maar ook hoe je samen met de regio in groot en klein verband samen kan werken en samen kan optrekken naar de toekomst. Daarbij steeds kijkend naar de grote opgaven op gebied van wonen, werken, klimaat en bereikbaarheid op zo’n manier dat de kwaliteit van leven hetzelfde blijft of verder toeneemt.

1.5.2 De verhouding tot ander beleid

De gemeente maakt op vele terreinen beleid. Bijvoorbeeld; als we klimaatneutraal willen zijn in 2040; hoe pakken we dat dan aan en wat moeten we ervoor doen? De omgevingsvisie is eigenlijk een parapludocument waaronder al dit beleid een plek krijgt. De omgevingsvisie bundelt de verschillende beleidsterreinen tot één inspirerende en richtinggevende visie voor de hele fysieke leefomgeving; zowel op, boven als onder de grond.

Het is niet zo dat de omgevingsvisie al het gemeentelijk beleid vervangt, ze bouwt voort op belangrijke eerdere beleidsdocumenten, zoals de Toekomstvisie Haarlem 2040 en de Structuurvisie Openbare Ruimte. Daarnaast heeft de omgevingsvisie andere documenten, zoals de concept Regionale Energie Studie meegenomen in het totaal. Verder zijn veel beleidsdocumenten die zijn opgesteld tijdens het maken van de omgevingsvisie op elkaar afgestemd, zoals het Economisch beleid, het Mobiliteitsbeleid en de Warmte Transitievisie.

1.5.3 Haarlem in de regio

Haarlem is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), de hoofdstad van Noord Holland en de centrumstad van Zuid Kennemerland. De gemeenten in de MRA en Zuid Kennemerland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen kunnen wonen in Heemstede, werken in Haarlem, naar de schouwburg gaan in Amsterdam, sporten in Bloemendaal en in Zandvoort naar het strand gaan. En vice versa. Kortom, ons dagelijks leven houdt niet op bij de gemeentegrens. Haarlem is onderdeel van een Daily Urban System (het gebied waarbinnen het dagelijks leven zich afspeelt), dat naast de MRA ook strekt tot Leiden en Den Haag.

Zuid Kennemerland behoort (met de Amsterdamse grachtengordel en het Gooi) tot de top drie aantrekkelijke woonmilieus binnen de metropoolregio. De combinatie van strand, duinen, bossen, buitenplaatsen, villawijken en de historische binnenstad van Haarlem heeft niet alleen op inwoners, maar ook op bezoekers van de regio een grote aantrekkingskracht. Zuid Kennemerland onderscheidt zich binnen de metropool verder door een hoog opgeleide beroepsbevolking en een diverse economie (met een groot aantal start-ups op het gebied van toegepaste innovatie).

Haarlem is de centrumstad van Zuid Kennemerland en hier is dan ook het leeuwendeel van de woningen, arbeidsplaatsen, winkels, uitgaansmogelijkheden en culturele en maatschappelijke voorzieningen geconcentreerd. Om in de toekomst zowel de rol van centrumstad van Zuid Kennemerland als van stadshart binnen de Metropoolregio Amsterdam goed te kunnen vervullen, is voor Haarlem een goede bereikbaarheid en een versterking van het economisch profiel noodzakelijk. Bereikbaar met oog voor de duurzaamheidsambities van de gemeente en een economisch profiel dat past bij de beroepsbevolking. Haarlem gaat groeien op een manier die toekomstbestendig is: sociaal, leefbaar en duurzaam, met behoud van de aanwezige stedelijke en landschappelijke kwaliteiten.

Regionale samenwerking en afstemming

Vanwege onze positie in het grotere geheel van de MRA is het waardevol om goed samen te werken met de regio en grote, complexe opgaven samen op te pakken waar dat tot meerwaarde leidt. We zien de Haarlemse omgevingsvisie als een document dat helpt om de Haarlemse opgaven uit te dragen, onder meer richting de provincie en de rijksoverheid, maar ook richting de Metropoolregio Amsterdam. Verder kan een integrale visie op de fysieke leefomgeving in Haarlem niet los worden gezien van de ontwikkelingen in Zuid Kennemerland. De omgevingsvisie is daarmee naast een inhoudelijke visie ook een strategisch document. We werken regionaal samen aan onderwerpen die in lijn zijn met onze eigen ambities. Haarlem kan in samenwerking met de regio meer voor elkaar krijgen dan als aparte gemeente, regionaal werken leidt tot betere resultaten.

Regionale samenwerking en afstemming is niet nieuw: op tal van terreinen wordt, met wisselende partners, al samengewerkt. Enkele voorbeelden:

  • afstemming over de woningmarkt met de IJmond en Zuid Kennemerland

  • Haarlem maakt onderdeel uit van het Recreatieschap Spaarnwoude en is partner in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland

  • op het thema mobiliteit wordt samengewerkt met Zuid Kennemerland binnen de gemeenschappelijke regeling ‘Zuid Kennemerland bereikbaar’, met de provincie via het Provinciaal Verkeer- en Vervoer Beraad en op specifieke projecten, en met de MRA in het programma ‘Samen bouwen aan bereikbaarheid’

  • Haarlem werkt in samenwerking met de provincie, NS, ProRail en de Vervoerregio Amsterdam wordt aan de Haarlemse OV-knooppunten

  • regionale afstemming over economische ontwikkeling gebeurt via het MRA-platform Economie (en het hierbij horende Platform Bedrijven en Kantoren)

 

MRA Verstedelijkingsstrategie en de Zuid Kennemer Agenda

Naast de reeds lopende samenwerkingsverbanden op specifieke beleidsterreinen wordt binnen de MRA en Zuid Kennemerland ook gewerkt aan een gezamenlijke integrale visie op de gewenste ontwikkelrichting van de regio.

Verstedelijkingsstrategie Metropool Regio Amsterdam

Binnen de metropoolregio neemt Haarlem een bijzondere en onderscheidende positie in, als hoogwaardig stedelijk woon- en werkgebied met unieke cultuurhistorische waarden. De MRA werkt op dit moment aan een verstedelijkingsconcept waarin we grote regionale opgaven op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, klimaat, energie, landschap en sociaal-maatschappelijk gezamenlijk oppakken. Belangrijke uitgangspunten in dit concept zijn onder andere dat we een polycentrische metropoolregio (uit meerdere woonkernen bestaande) willen zijn waarin wonen en werken zich niet op één plek concentreren en dat we gezamenlijk willen bouwen aan een duurzame, sociaal-maatschappelijk en economisch sterke metropoolregio. De omgevingsvisie geeft invulling aan deze gedeelde regionale opgaven en versterkt daarmee de onderscheidende kwaliteiten van Haarlem.

Haarlem in de Metropoolregio Amsterdam (MRA)
afbeelding binnen de regelingVerstedelijkingsstrategie MRA versie 1, maart 2021

Zuid Kennemer Agenda

Voorafgaand aan de omgevingsvisie is gewerkt aan een Zuid Kennemer Agenda. Deze omgevingsagenda benoemt de gemeenschappelijke opgaven voor de regio. We hebben vijf opgaven geformuleerd waar we gezamenlijk aan willen werken: het versterken van het landschap, het beter benutten van ons economisch kapitaal, het creëren van een plek voor iedereen, inspelen op het veranderende klimaat en het verbinden van onze opgaven met betere bereikbaarheid. Een voorbeeld van regionale samenwerking is het succesvol opstellen van een gedeelde visie op het landschap van de binnenduinrand die de landschappelijke waarden borgt. De omgevingsvisie geeft verder invulling aan de gedeelde regionale opgaven.

1.5.4 COVID-19 en de omgevingsvisie

Deze omgevingsvisie is tot stand gekomen in een heel vreemd tijdsgewricht. De pandemie die startte in 2020 laat zien dat de wereld er opeens heel anders uit kan zien. De coronacrisis maakt het niet alleen lastig vooruit te kijken. De crisis heeft ook gevolgen voor de manier waarop de visie is opgesteld. Op het moment van schrijven is de crisis nog niet voorbij. We weten niet wat de blijvende gevolgen zijn. Toch hebben we geprobeerd de gevolgen van de crisis zo goed mogelijk in te schatten. Bij het opstellen van de Omgevingseffectrapportage is ook een COVID-19 gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Deze analyse laat zien wat de schokbestendigheid is van de visie; is die ook als de omstandigheden veranderen nog steeds uitvoerbaar? Tegelijkertijd is het niet mogelijk om tot een volledige en sterk onderbouwde prognose te komen van de mogelijke gevolgen van de COVID-19-maatregelen op de langere termijn.

Wat wel kan is op basis van expert-inschattingen en inzichten van nu een beeld geven van aspecten van de leefomgeving die potentieel gevoelig zijn voor de impact van COVID-19. Ook is de participatie rond de omgevingsvisie anders ingevuld dan oorspronkelijk voorzien. De participatie heeft voor het grootste deel digitaal plaatsgevonden. Via de website en digitale sessies zijn we in gesprek gegaan met Haarlemmers, experts van binnen en buiten de stad, en met partners, zowel binnen de overheid als daarbuiten. Deze gesprekken hebben in hoge mate bijgedragen aan de totstandkoming van de visie.

De Omgevingseffectrapportage (OER)

In de omgevingsvisie benoemen we ambities en staan uitspraken die gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving. Om deze gevolgen in beeld te brengen is een wettelijk verplichte Omgevingseffect Rapportage opgesteld (OER). De OER brengt effecten in beeld van nieuw beleid in termen van kansen en risico’s ten opzichte van de referentiesituatie. Op deze manier wordt zichtbaar wat de te verwachten impact van het nieuwe beleid is, inclusief de mate van invloed die het nieuwe (strategische) beleid heeft op autonome trends en ontwikkelingen ten opzichte van het bestaande beleid. De OER is daarmee een belangrijke onderbouwing bij de keuzes die wij in deze omgevingsvisie maken.

De OER brengt in beeld: 

  • De staat van (gesignaleerde) trends in de Haarlemse leefomgeving, nu en bij ongewijzigd beleid in 2040: de OER laat de kwaliteiten van de leefomgeving zien. Waar is het ‘op orde’ en waar worden, nu en bij bestaand ongewijzigd beleid, opgaven (tekorten of problemen) verwacht. Dit wordt gedaan aan de hand van de leefomgevingsfoto, in het ‘rad van de leefomgeving’. 

  • De effecten van nieuw beleid op de voorziene staat van de leefomgeving in 2040: dit laat zien wat de verwachte gevolgen zijn van het beleid van de omgevingsvisie. Ook laat het zien in welke mate dat beleid de kwaliteiten van de leefomgeving beïnvloedt en of de opgaven opgelost worden. Om dit te kunnen beoordelen moet de omgevingsvisie voldoende concrete beleidsuitspraken bevatten, die nieuw zijn en waarmee een relatie met de (fysieke) leefomgeving gelegd kan worden. 

  • Of en hoe nieuw beleid bijdraagt aan het behalen van doelstellingen van de omgevingsvisie (‘doelbereik’). Dit laat zien groot de verwachting is dat het nieuwe beleid bijdraagt aan het halen van de ambities die met de omgevingsvisie worden nagestreefd.

 

De wijze waarop het beleid uiteindelijk wordt uitgevoerd is nog onzeker. Ook is er onzekerheid over de implicaties die het beleid op lange termijn hebben voor de fysieke leefomgeving. Daarom is het belangrijk om gedurende de uitvoering van het beleid steeds de ‘vinger aan de pols te houden’. In het uitvoeringsdeel van de visie gaan we daarom in op de wijze hoe de uitvoering van de visie gemonitord zal worden.

De belangrijkste uitkomsten van de OER zijn opgenomen in bijlage 2 van de Omgevingsvisie Haarlem 2045.

Participatie

Een omgevingsvisie opstellen is geen zaak van de gemeente alleen. De omgevingsvisie is opgesteld in samenspraak met vele Haarlemmers. Vanwege de coronapandemie is deze participatie anders verlopen dan vooraf bedacht. De tentoonstelling van Panorama Nederland in de Haarlemse centrale bibliotheek, was de aftrap van het participatietraject. Daar konden mensen nog langskomen. In de maanden daarna was participatie vooral digitaal mogelijk. Dit beperkte enerzijds de mogelijkheden maar leidde gelukkig ook tot andere impulsen. Zo hebben veel Haarlemmers deelgenomen die eerder niet meededen met participatietrajecten.

De verschillende tussenproducten, zoals de beschrijving van de opgaven en de ambities, de ontwikkelperspectieven Spoor en Spaarne en de concept omgevingsvisie zijn daarna besproken met diverse groepen in de stad. Na een algemene oproep via sociale media is een expertgroep samengesteld van betrokken Haarlemmers met specifieke expertise op één van de hoofdthema’s van de omgevingsvisie. Daarnaast zijn de wijkraden meermaals geconsulteerd en was er een aantal fysieke bijeenkomsten met inwoners van Haarlem.

Tijdens deze bijeenkomsten hebben we onze ideeën toegelicht, dilemma’s voorgelegd, reflectie gevraagd en richting gegeven aan de inhoud. De uitkomsten van de gesprekken zijn gebruikt om de visie verder te onderbouwen en richting te geven.

Gesproken is met belangrijke partners van de gemeente, zoals woningcorporaties, de GGD, ontwikkelaars, netwerkbedrijf, etc. Ook met buurgemeenten gingen we het gesprek aan. We hebben onze visie gelegd naast die van de gemeenten in Zuid Kennemerland, gemeente Amsterdam, gemeente Haarlemmermeer, provincie Noord Holland en andere overheden zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het is zorg dat ze zoveel mogelijk op elkaar aansluiten.

Naast al deze bijeenkomsten is met allerlei personen en instellingen één op één gesproken. En via een digitaal platform op de website konden inwoners hun ideeën meegeven voor de toekomst van Haarlem.

We hebben gebruik gemaakt van de inzichten die uit dit traject naar voren zijn gekomen. En we bouwen voort op alle gesprekken die in de stad worden gevoerd en al zijn gevoerd. Denk aan de participatietrajecten rond bijvoorbeeld de economische visie, de nota mobiliteit of de ontwikkelzones. Zo doen we recht aan de brede invalshoek van de omgevingsvisie.

Het doel van al deze gesprekken is meervoudig: enerzijds de kwaliteit van de visie verbeteren en anderzijds moet het er toe bijdragen dat de visie niet alleen van de gemeente is, maar van alle Haarlemmers.

2 Deel 2: Analyse

2.1 Identiteit

2.1.1 Intro

Hoe identificeer je een stad? Aan de mensen, aan de gebouwen of aan beide? Om de identiteit van Haarlem goed te kunnen definiëren is het rapport ‘Dit is Haarlem: Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de Stad’ opgesteld. In dit rapport is de ruimtelijke ontwikkelingsgeschiedenis van Haarlem in beeld gebracht en zijn vijf thema’s omschreven die bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van de stad. De inzichten van dit onderzoek zijn verwerkt in dit hoofdstuk, evenals inzichten uit de Toekomstvisie Haarlem 2040. 

De gebouwde omgeving zegt vaak veel over de inwoners van een stad. Het zijn de mensen die op basis van hun ideeën, inzichten en idealen met elkaar een leefomgeving hebben gemaakt waarin zij goed gedijen. Zoals de stad door de eeuwen heen is veranderd, zijn haar inwoners mee veranderd. Maar sommige gedeelde waarden blijken verrassend constant. Haarlem is een stad waar door de tijd heen altijd oog is geweest voor elkaar, voor kwaliteit en voor ontspanning. Dat willen we graag zo houden en die waarden koesteren we bij het verder ontwikkelen van de stad.

2.1.2 Oog voor elkaar

Haarlem is een zorgzame stad en in Haarlem hebben we oog voor elkaar. Haarlem is de stad waar BUUV, de marktplaats voor vraag- en aanbod van burenhulp, is opgericht. Waar jongerenorganisaties wijkbewoners helpen. Het verenigingsleven rijk is. Waar in oude buurten mensen elkaar opzoeken buiten- of binnenshuis én de stad waar je voor gezelligheid altijd terecht kunt in één van de vele cafés of restaurants. 

Door de eeuwen heen heeft Haarlem altijd nieuwkomers ontvangen. In de zestiende eeuw kwamen migranten uit de Zuidelijke Nederlanden, in de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen de eerste gastarbeiders uit Noord-Afrika en Zuid-Europa tot zeer recent vluchtelingen uit oorlogsgebieden. Hoewel het zeker ook tot spanningen heeft geleid, zijn deze geschiedenissen verweven geraakt met de stad, in buurten, in straten en gebouwen. Maak een wandeling door de stad langs de vele hofjes, kloosters en voormalige gasthuizen en je ziet dat de geschiedenis Haarlem heeft gevormd. Veel van deze gebouwen zijn tot monument verklaard en maken onderdeel uit van het historisch erfgoed. Van oudsher waren de Haarlemse hofjes woonvormen voor mensen die zelfstandig nauwelijks aan een veilige woning konden komen, vooral alleenstaande vrouwen. Kloosters in en rondom de stad verzorgden ook zieken en boden onderdak aan pelgrims. Voor reizigers waren er gasthuizen en later kwam daar het verplegen van arme zieken en het verzorgen van ouderen bij. Deze kloosters en gasthuizen werden in de dertiende eeuw vooral gesticht door adellijke families, vaak op hun eigen land. Het gebouw waarin het huidige Museum van de Geest (Dolhuys) is gevestigd, heeft ruim zevenhonderd jaar onderdak geboden aan ‘melaatsen, gekken, onaangepasten, alcoholici, hoeren met syfilis, dementerende ouderen, zwervers, mensen in crisis’. Vanaf de achttiende eeuw werd de ziekenzorg in de stad stapsgewijs steeds grootschaliger georganiseerd. Er werden ziekenhuizen gebouwd. Haarlem had een aantal grote ziekenhuizen verdeeld over de stad. Eén ziekenhuis verhuisde naar Heemstede en de Mariastichting en het Elizabeth Gasthuis zijn in 2015 samengevoegd tot één grote ziekenhuisorganisatie met meerdere vestigingen in de regio: het Spaarne Gasthuis. De zorgsector is tot de dag van vandaag één van de sterkst vertegenwoordigde sectoren in Haarlem en omgeving. Naast de sterke zorgsector is het oog voor elkaar op vele andere manieren in de stad terug te zien. Van bedrijven die sociale initiatieven uit de stad ondersteunen, maatschappelijke instellingen in de stad die ondersteuning bieden waar dat nodig is, de hoge prioriteit die het realiseren van betaalbare woonruimte krijgt of gewoon om de onderlinge schouder die Haarlemmers elkaar bieden in moeilijke tijden. Haarlemmers hebben oog voor elkaar.

2.1.3 Oog voor kwaliteit

Haarlem hecht aan kwaliteit. Dat is goed terug te zien in de stad. Of het nou gaat om de met veel zorg aangelegde stadswijken, de prachtige landschappen rondom de stad of de Haarlemse bedrijven die door de eeuwen heen hoogwaardige en innovatieve producten vervaardigen. 

Veel Haarlemse stadswijken hebben de tand des tijds doorstaan. Een groot deel van Haarlem, waaronder ook de dorpskern van Spaarndam, is tot beschermd stad- en dorpsgezicht verheven en dat is niet zomaar! Dit gewaardeerde erfgoed draagt bij aan de kwaliteit van de stad. Uitgebalanceerde stedelijke ontwikkeling met oog voor gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde zijn door de eeuwen heen zorgvuldig geïntegreerd in de bestaande stad. Historische verdedigingswerken, waterstructuren en historische invalswegen zijn ook nu nog zichtbaar in de stad als lange lijnen. De bolwerken en het stellinglandschap zijn hiervan voorbeelden. Het behouden van die historische elementen heeft gezorgd voor een kwaliteit die maakt dat Haarlem tot op de dag van vandaag één van de meest populaire woonsteden van Nederland is.

Kwaliteit is in Haarlem ook gekoppeld aan bedrijvigheid. De stad heeft vele unieke winkels die hoogwaardige producten bieden aan de kenner. Nu, maar ook in het verleden; Haarlem kent historisch een bijzonder hoog aantal gespecialiseerde markten en door de eeuwen heen was dit de stad van nijverheid en de ambachten: van de chocolademaker Droste, de befaamde Enschedé drukkerij tot de Jopen-brouwerij. Producten die de hele wereld overgingen én gaan. Het creëren van producten, de maakindustrie, hoort bij Haarlem en zien we nu nog terug in de Waarderpolder. Ook als kunststad heeft Haarlem het altijd goed gedaan: Haarlem telt een aantal vooraanstaande musea; het Museum van de Geest, het Frans Hals Museum en het Teylers museum zijn de bekendste. Maar ook nieuwe culturele initiatieven zoals Haarlem Stripstad, de Illustratie Biënnale of het Golf festival voor audiovisuele kunst laten zien dat kunst een belangrijke positie inneemt in Haarlem. De Haarlemse Schuur was het eerste vlakkevloertheater in Nederland. Theatergezelschappen of muzikanten (Patronaat of Philharmonie) testen graag hun voorstellingen in Haarlem omdat het kritische publiek direct aangeeft of de voorstelling een succes zal zijn. Of het nou gaat over het bouwen aan een kwalitatieve leefomgeving, het vervaardigen van innovatieve producten of het presenteren van kunst en cultuur, Haarlemmers hebben oog voor kwaliteit.

2.1.4 Oog voor ontspanning

Haarlem is ook de stad voor mensen die willen wonen op een plek met ruimte voor ontspanning. Omgeven door weelderige landschappen; voorzien van een prachtig historisch centrum vol cafés, restaurants, winkels, musea, podia en andere voorzieningen; en nabij het grootstedelijke Amsterdam waar grootstedelijke voorzieningen zijn die Haarlem zelf niet heeft. Haarlem biedt het geborgde van ‘thuis zijn’ en het ongedwongen gevoel van vakantie maar met de dynamiek van een stad en grootstedelijke voorzieningen en werk nabij. De goede verbindingen met Amsterdam, Leiden en Den Haag dragen hieraan bij. De spoorverbinding tussen Haarlem en Amsterdam was de eerste van Nederland en de verbinding van Haarlem naar Leiden de tweede. Daarvoor al was Haarlem onderdeel van een netwerk van trekvaarten. De eerste Nederlandse trekvaart die speciaal voor reizigersvervoer werd gegraven was de Haarlemmertrekvaart tussen Haarlem en Amsterdam. Deze lange lijnen in de vorm van waterverbindingen en spoorlijnen hebben de stadsplattegrond van Haarlem voor een groot deel vorm gegeven en maken het verleden ook nu nog zichtbaar in de stad. Ook vandaag de dag zijn de goede regionale verbindingen van groot belang voor de stad. Maar ook de nabijheid van werk en dynamiek binnen de stad zijn van grote waarde. Die bereikbaarheid en nabijheid zorgen voor korte reistijden waardoor meer tijd resteert om van de stad te genieten. 

De Haarlemmer Hout is altijd populair geweest als plek om te ontspannen. Vroeger was er een muziekopvoering of werd er gewandeld. Tegenwoordig is de Hout ook populair om te sporten of met vrienden af te spreken. Elders in de stad zijn er het Kenaupark, de Bolwerken, het Schoterbos of het Reinaldapark. De behoefte aan ruimte voor ontspanning in parken is groot. De inwoners van Haarlem koesteren het in de stad aanwezige groen en de groene omgeving waarin ze wonen. De behoefte aan meer groen is groot. Dat is goed te zien bij het recente bewonersinitiatief om rond de Bavo in Zuid West een stadspark te creëren.

Die ontspanning wordt niet alleen gezocht in het groen maar ook op het water. Het Spaarne, de Leidsevaart, de Schotersingel en de Nieuwe Gracht, de Molenplas, de Veerplas zijn populaire wateren. Met bootjes, of op sup planken gaan mensen rond door de stad, maar ook richting Spaarndam en de Mooie Nel, of zuidwaarts naar de Ringvaart. Ook het landschap om de stad heen is altijd zeer populair geweest. In 1804 schreef Adriaan Loosjes over ‘Hollands Arkadia of Wandelingen in de Omstreeken van Haarlem’. Loosjes was niet de enige die lovend sprak over de natuur rondom Haarlem. Nog steeds zijn de natuurgebieden rondom Haarlem zeer populair onder wandelende en fietsende recreanten. De Binnenduinrand aan de westzijde van Haarlem bruist op mooie dagen van de recreanten. 

Haarlem leeft in de zin van cultuur, horeca, recreatie en met hier en daar ruimte voor een rafelrandje. Het is een mooie historische stad om te bezoeken maar zeker ook om in te wonen: de parel aan het Spaarne. Haarlemmers hebben oog voor ontspanning. 

De drie omschreven pijlers van de Haarlemse identiteit zijn uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling van Haarlem.

2.2 Trends en ontwikkelingen

2.2.1 Intro

De Duitse cineast Fritz Lang maakte in 1927 de film Metropolis. Deze science fiction film vertelt over een 21ste eeuw waarin de steden tot de hemel groeiden, waar niemand ooit hoefde te werken, omdat het werk werd gedaan door machines en waar we ons via een driedimensionaal wegennet door de stad zouden bewegen. We zijn nu bijna honderd jaar verder. De revolutionaire vergezichten van Lang zijn weliswaar niet letterlijk waargemaakt, maar we begeven ons wel dagelijks over een digitale snelweg en onze woningen reiken niet zelf naar de hemel, maar de vraag ernaar wel! 

Feit is dat de wereld voortdurend verandert en dat gegeven heeft invloed op de manier waarop we de leefomgeving gebruiken en dus moeten inrichten. Om helder te krijgen waar de Haarlemse leefomgeving in de nabije toekomst op voorbereid moet zijn, omschrijven we welke grote en belangrijke trends en ontwikkelingen gaande zijn. Aan de hand van deze beelden kunnen we de opgaven waar Haarlem voor staat bepalen.

2.2.2 Globalisering

De wereld ligt aan ieders voeten. Verbeterde reismogelijkheden en openstelling van grenzen hebben ertoe geleid dat mondiale, sociale, economische en politieke systemen steeds meer met elkaar zijn geïntegreerd. Veel productie, consumptie, investeringen en communicatie vinden plaats op mondiaal niveau. Nederland heeft binnen het mondiale systeem vooral een rol gekregen als kenniseconomie. De productie van goederen is veelal naar buiten Nederland verschoven. Mede door de specialisatie op kennis is de koopkracht van de Nederlander toegenomen. De focus op de kenniseconomie heeft een sterke impact op stedelijke regio’s. De Metropoolregio Amsterdam (MRA), waar Haarlem onderdeel van uitmaakt, is hier bij uitstek een voorbeeld van. De kenniseconomie concentreert zich met name hier omdat de hoge bewonersdichtheid en de aanwezigheid van onderwijs en andere voorzieningen garanderen dat hier getalenteerde arbeidskrachten zijn of zich vestigen. Dat heeft wel tot gevolg dat een steeds hogere concentratie van woningen en bedrijven in de MRA leidt tot schaarste van ruimte en dus hogere grondprijzen. 

Druk op de woningmarkt neemt toe 

De woningmarkt is op dit moment redelijk overspannen. De gemiddelde WOZ-waarde in Haarlem in 2020 is met 47% gestegen ten opzichte van 2013. Deze trend zorgt ervoor dat (soms kwetsbare) mensen met een laag of middelhoog inkomen moeilijker aan een woning kunnen komen. Dit leidt tot sociaal maatschappelijke tweedeling waardoor samenhang in buurten verloren gaat met als gevolg dat mensen elkaar niet meer kennen. Daarnaast kunnen mensen met hogere inkomens wel in de stad wonen terwijl mensen met een krappere portemonnee steeds meer naar buiten de stad worden gedreven. Die druk op de woningmarkt heeft ook andere gevolgen. Voor publieke voorzieningen zoals scholen en ziekenhuizen wordt het bijvoorbeeld steeds moeilijker om personeel in de regio te vinden. Het gevolg kan zijn dat deze voorzieningen minder goed kunnen functioneren. 

Lokale voorzieningen onder druk 

Hogere grondprijzen leiden er ook toe dat minder lucratieve functies uit de stad dreigen te worden verdrukt door economisch sterkere functies. Denk aan culturele voorzieningen zoals muziekscholen, maatschappelijke voorzieningen zoals buurthuizen, kleinschalige commerciële voorzieningen zoals buurtsupermarkten maar ook stadsparken en ruimte waar initiatieven vanuit de stad zich kunnen ontplooien. Veel van deze minder lucratieve functies zijn cruciaal voor het goed functioneren van de stad. 

Concentratie van werkgelegenheid 

Werkgelegenheid concentreert zich steeds meer in het centrum van metropolen als Amsterdam. Meer mensen richting deze centra betekenen meer verkeersstromen tussen Haarlem en de plek waar mensen werken, met name in de spits. Dat legt een druk op de infrastructuur rond die centra, terwijl de ruimte schaars is. Door die schaarste aan ruimte in de stad lopen de kosten voor de aanleg van nieuwe infrastructuur, onder of boven bestaand wegdek, steeds verder op. Nieuwe woningen vragen bijvoorbeeld extra toegangswegen, parkeerplaatsen en groen. Dit soort nieuwe ingrepen worden steeds ingewikkelder om in te passen en dat leidt tot hogere kosten. Een stad is gebaat bij werkgelegenheid. Een stad waar je alleen kan wonen is geen stad. Veel mensen willen werken dicht bij hun woning, om zo min mogelijk reistijd te hebben. Als er geen werk is in Haarlem, is de stad voor hen niet interessant. En als er geen woningen zijn, krijg je moeilijker personeel voor nabije voorzieningen, zoals leraren en mensen in de zorg. Verdwijnt er te veel werkgelegenheid uit de stad dan kan dat invloed hebben op de vitaliteit van de stad. Ook zijn veel voorzieningen die bijdragen aan de (woon)kwaliteit van de stad voor hun voortbestaan gedeeltelijk afhankelijk van de aanwezigheid van lokale bedrijven.

Toerisme neemt toe 

Voor corona zagen we dat globalisering ook leidde tot een toename in toerisme. Toenemende mondiale welvaart en snellere en goedkopere reisopties zorgen voor ongeëvenaarde reizigersstromen. Ook Haarlem heeft een grote aantrekkingskracht en trekt steeds meer toeristen. Het aantal bezoeken aan Haarlem is tussen 2013 en 2020 met ruim 15% toegenomen. Deze bezoekers dragen enerzijds bij aan het in stand houden van een vitale binnenstad en (culturele) voorzieningen zoals de musea en podia, maar kunnen ook ten koste gaan van de leefbaarheid doordat het op bepaalde momenten in delen van het centrum te druk kan worden.

2.2.3 Duurzaamheid en circulair

Industrialisering en ongeremde economische groei hebben ertoe geleid dat we een te groot beslag op de aarde leggen. Als we met dezelfde vaart als de afgelopen decennia doorgaan met het gebruik van fossiele brandstoffen, het kappen van bossen en het uitputten van grondstoffen, zal dat effect hebben op het leven, nu en in de toekomst. Haarlem is een versteende stad. De komende jaren gaan we steeds meer moeite krijgen met hitte en waterafvoer. Een dichtbebouwde stad, gebruikt veel energie en zorgt voor veel CO2 uitstoot. Daarom moeten we maatregelen nemen die de samenleving bewuster maken van het energieverbruik. We moeten duurzamer met onze bronnen omgaan. We kunnen niet alleen kijken naar de levensbehoeften van de huidige generatie, maar willen ook kijken naar die van de toekomstige generaties. 

Klimaatadaptatie steeds urgenter 

De klimaatverandering betekent dat we te maken krijgen met steeds extremere weersomstandigheden. De zomers worden heter en droger, regenbuien worden heviger; het risico op droogte, maar ook wateroverlast en overstromingen neemt toe. Ook in Haarlem hebben we de laatste jaren hevige regenbuien meegemaakt en waren er periodes van langdurige hitte. Voor de toekomst is de verwachting dat hevige buien en hittegolven steeds vaker voorkomen. Als we als samenleving niet ingrijpen kan de schade aan publiek en privaat eigendom oplopen tot honderden miljoenen euro’s. Denk aan waterschade en funderingsschade. De klimaatverandering heeft ook grote impact op de leefbaarheid in de stad, op de gezondheid van mensen en op de productiviteit. Bij langdurige hitte en droogte kan stress ontstaan; mensen hebben minder energie om te werken, bruggen functioneren minder goed, en er is de dreiging van watertekort. Dit alles kan leiden tot economische schade en schade aan de gezondheid. Klimaatadaptatie gaat over het aanpassen aan het veranderende klimaat om de negatieve effecten te beperken. Willen we de effecten van de klimaat verandering opvangen, dan moeten we nadenken over verandering van ontwerp, inrichting en gebruik van de ruimte, zoals waterberging op straat, ruimte voor gezonde bomen in de straat, groene daken en het ontharden van de openbare ruimte. 

Energietransitie: minimaliseren CO2 -uitstoot 

Om te voorkomen dat de aarde meer dan twee graden opwarmt, moeten we wereldwijd de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen minimaliseren. Dit betekent ons energieverbruik verlagen, efficiënter omgaan met onze energie en overstappen op hernieuwbare energiebronnen. De regie voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, met warmtevoorziening als belangrijkste component, is belegd bij gemeenten. Dit vraagt om zowel energiebesparing als om duurzame energieproductie. Waar het bij energiebesparing gaat om stevige isolatie van de woning en meer energie-efficiënte mobiliteit, gaat het bij opwekking van energie vooral om het vinden van ruimte voor windmolens, zonnepanelen en bodemenergiesystemen. Verduurzaming betekent ook een nog groter beslag op ondergrondse ruimte. Enerzijds ruimte voor bodemwarmtesystemen en anderzijds voor transportleidingen voor warm water en extra elektriciteit. 

Mobiliteitstransitie voor leefbaarheid en bereikbaarheid 

Mobiliteit is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de CO2 -uitstoot. Behalve op het klimaat heeft mobiliteit veel impact op de gezondheid (luchtkwaliteit, geluid, beweging), en ruimtelijke kwaliteit (autowegen en parkeerplaatsen nemen een buitenproportioneel groot deel van de openbare ruimte in). Goede bereikbaarheid van werkplekken, sociale contacten en voorzieningen zijn belangrijke verworvenheden van de moderne samenleving en een belangrijk aspect van de leef- en woonkwaliteit. In het belang van een gezondere leefomgeving, een lagere uitstoot van CO2 , een zuiniger gebruik van schaarse energiebronnen en een efficiënter, eerlijker en aantrekkelijker gebruik van openbare ruimte is het nodig om ons op een andere manier te gaan verplaatsen. Een dichtbebouwde omgeving vraagt om gezonde, duurzame en ruimte-efficiënte vormen van mobiliteit zoals fietsen, wandelen en reizen met het openbaar vervoer. Dit krijgt in de toekomst een steeds belangrijker rol in Haarlem. We noemen dit de mobiliteitstransitie. Deze transitie sluit aan bij de ontwikkeling dat het autogebruik in de stad al jaren niet meer groeit en in binnensteden zelfs afneemt.

Biodiversiteit neemt af 

In 2019 publiceerde de Verenigde Naties een rapport over biodiversiteit. De belangrijkste conclusie is dat de biodiversiteit wereldwijd in een ongekend snel tempo achteruit gaat. Het aantal plant- en diersoorten neemt per jaar sterk af. Dat heeft ook gevolgen voor steden; veel biodiversiteit is te vinden in de stad, zoals in parken, tuinen, bermen of water. Voordat we onze gebouwen goed isoleerden, groeiden in de hoeken en kieren van gebouwen diverse plantjes, of huisden daar kleine dieren. Door goede isolatie neemt die biodiversiteit in de stad dus af. Omdat steden een steeds groter deel van de wereld in beslag nemen, is het belangrijk om ook in versteende gebieden weer ruimte te bieden aan diverse flora en fauna. 

Circulariteit 

Ons huidige economische systeem zet grondstoffen om in producten die uiteindelijk eindigen op de afvalberg. Als we op deze manier blijven omgaan met onze producten, raken de grondstoffen in steeds hoger tempo op en neemt de hoeveelheid afval steeds meer toe. Een circulaire economie zet afvalstromen om in grondstoffen en zorgt op deze manier dat er geen afval ontstaat. Bij hergebruik hoef je geen nieuwe grondstoffen te winnen. Dit vraagt in de stedelijke omgeving ook om ruimte waar afval in grondstoffen kan worden omgezet en waar vervolgens weer nieuwe producten kunnen worden gemaakt. Ook is ruimte nodig waar materialen die wachten op een nieuw ‘leven’ tijdelijk kunnen worden opgeslagen.

2.2.4 Bevolking

De bevolkingssamenstelling in Haarlem verandert. Niet alleen groeit de bevolking, maar de bewoners van Haarlem worden gemiddeld ouder, meer divers en individualistischer. 

Vergrijzing 

Nederland vergrijst. De oorzaak van de ouder wordende bevolking kan worden toegewezen aan de geboortegolf vlak na de Tweede Wereldoorlog, een afname van het geboortecijfer sinds de jaren zestig en de stijgende levensverwachting. Deze groep blijft langer gezond en blijft langer zelfstandig wonen. Dit vraagt om een toegankelijke infrastructuur die het inwoners ook mogelijk maakt langer zelfstandig in hun sociale en dagelijkse behoeften te voorzien. 

Individualisering 

Nederlanders zijn in de 20ste eeuw steeds zelfstandiger en individualistischer geworden. Dit heeft er ook toe geleid dat er meer ruimte was voor ontplooiing van talenten en creativiteit. Daar staat tegenover dat door individualisering en het wegvallen van sociale structuren zoals kerkgemeenschappen de sociale cohesie is afgenomen en dat eenzaamheid is toegenomen. Door individualisering krijg je minder gezamenlijk voor elkaar. Sommige mensen missen de veiligheid en geborgenheid van een groep. Gemeenschapszin wordt in een tijd van grote mondiale veranderingen en instabiliteit door globalisering en klimaatverandering juist weer belangrijker. Je hebt collectiviteit ook nodig om grote problemen in de samenleving op te lossen. Denk aan de steun voor lokale ondernemers ten tijde van corona, of acties om eenzamen bij te staan en steun voor het zorgpersoneel.

Gezondheid 

Het aantal mensen met chronische- en welvaartsziekten neemt toe. De vijf belangrijkste chronische ziekten in Nederland (diabetes, coronaire hartziekten, visuele beperkingen, beroerte en dementie) bepalen op dit moment vijftien procent van de totale zorguitgaven. De mate waarin deze ziekten voorkomen en de daarmee gepaard gaande kosten, nemen naar verwachting met meer dan vijftig procent toe tussen 2007 en 2025. Grotendeels is dit het gevolg van een ongezonde leefstijl. Daarnaast ontstaan nieuwe chronische ziekten. Hoewel niet alle ziekten te genezen zijn, kunnen mensen er wel langer mee leven. Een goed voorbeeld hiervan is obesitas. In de afgelopen dertig jaar is de het aantal mensen met obesitas met vijftien procent toegenomen en dit aantal zal naar verwachting verder stijgen.

2.2.5 COVID-19

Een recente ontwikkeling is de COVID-19-pandemie. De wereld is kleiner geworden. Het virus is mede door de grote mondiale verwevenheid snel over de hele wereld verspreid geraakt. In de toekomst zullen we vaker met pandemieën te maken krijgen. Omdat we ons op moment van schrijven nog midden in de pandemie bevinden is onduidelijk welke gevolgen COVID-19 op de langere termijn zal hebben. Wel is het al mogelijk een aantal ontwikkelingen te schetsen die waarschijnlijk in meer of mindere mate van belang zijn voor de toekomst van de stad. Een goede digitale infrastructuur heeft het voor veel mensen, vooral in de dienstensector, mogelijk gemaakt om op afstand te kunnen werken. Daarom is ook in de toekomst een robuuste digitale infrastructuur van belang om onverwachte klappen te kunnen opvangen. Daarnaast hebben we gezien dat het noodgedwongen thuiswerken nieuwe inzichten en mogelijkheden heeft opgeleverd. De verwachting is dat na de pandemie meer dan voorheen op afstand zal worden gewerkt, bijvoorbeeld vanuit huis of op werkplekken in de nabijheid van de woning. De pandemie en de maatregelen hebben verder gezorgd voor een herwaardering van de openbare ruimte. Ook dit zal in de toekomst extra belangrijk blijven. Als je voor je werk niet afhankelijk bent van een (kantoor)gebouw, kies je waarschijnlijk voor een aangename omgeving. Een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving zal daarom ook na de pandemie belangrijker zijn dan ooit. In het algemeen kan worden gezegd dat de pandemie het belang van een robuuste stad heeft aangetoond.

2.2.6 Technologische ontwikkelingen

Nieuwe technologieën kunnen de samenleving veel opleveren maar leiden soms ook tot nieuwe uitdagingen. Ook in Haarlem biedt technologie veel kansen. Nieuwe vormen van mobiliteit kunnen bijvoorbeeld voor meer comfort en snelheid zorgen maar vragen om een andere inrichting van de openbare ruimte. Drones bieden mogelijkheden voor vervoer van goederen maar kunnen ook zorgen voor geluidsoverlast of privacy-inbreuk. 

Impact van software op de samenleving 

De meest ingrijpende technologische ontwikkelingen voor de stad en het functioneren ervan komen voort uit de opkomst van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Onze verkeerslichten werken efficiënter met de juiste software en we navigeren door stad en land met applicaties op smartphones of boardcomputers. De grootste impact moet echter nog komen. Om ontwikkelingen als kunstmatige intelligentie en slimme algoritmes te faciliteren staat Nederland de komende jaren voor de opgave om een 5G-netwerk uit te rollen. Ook zal de hoeveelheid datacenters verder uitbreiden. Deze ontwikkelingen bieden de stad en haar gebruikers een scala aan nieuwe mogelijkheden. Denk aan zelfrijdende auto’s, real time monitoring en sturing van vervoersstromen en real time informatievoorziening over beschikbaarheid van parkeerplaatsen. Maar deze high-tech ontwikkelingen hebben ook een schaduwzijde. Veel van deze op sensoren gebaseerde toepassingen leiden tot nieuwe uitdagingen met betrekking tot privacy in het publiek domein. Ook is vaak niet duidelijk wat software-gestuurde innovaties precies doen, doordat het functioneren ervan onzichtbaar is en vaak niet openbaar. Bovendien stelt de afhankelijkheid van software-gestuurde processen de stad bloot aan systemische risico’s wanneer bijvoorbeeld de stroomvoorziening of internetverkeer tijdelijk wegvalt. 

‘Low-tech’ innovatie groeit 

Interessant is dat naast high-tech, ook low-tech innovaties een steeds belangrijker rol gaan spelen. Geruime tijd lag de nadruk op innovaties die afhankelijk zijn van (constante) energietoevoer, nu beginnen innovaties die gebruik maken van natuurlijke processen belangrijker te worden. Innovatief gebruik van ecosystemen kan een belangrijke bijdrage leveren aan onder andere de leefbaarheid, veiligheid en aantrekkelijkheid van de leefomgeving. Het slim plaatsen van bomen kan bijvoorbeeld hittestress in de stad verlagen en waterproblematiek (zowel overlast als droogte), energie- en kostenefficiënt verminderen. Verder kan het integreren van vogelnestkasten in gebouwen ervoor zorgen dat insectenoverlast vermindert en groene daken kunnen zorgen voor lagere energielasten.

2.2.7 Veranderende rol van de gemeente

Online met elkaar in verbinding staan en gebruik maken van de kennis en kunde van bewoners levert onder andere op dat er steeds meer initiatieven ontstaan vanuit de maatschappij. Dit vraagt om een overheid die haar inwoners stimuleert verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven en omgeving. En om een overheid die de kennis en kunde van de markt, de inwoners en gebruikers van de stad beter benut. In Haarlem zijn al diverse mooie voorbeelden die laten zien hoe dat kan. In verschillende wijken hebben bewoners met elkaar coöperaties opgericht die voor alle leden duurzame energie regelt. Ook is in verschillende buurten in de versteende binnenstad te zien dat mensen zelf bepalen hoe hun straat eruitziet: op veel plekken in de Vijfhoek, de Rozenprieel en de Kleverparkbuurt hebben mensen zelf geveltuintjes aangelegd en zetten ze zo letterlijk de bloemetjes buiten. Tegelijkertijd zien we ook dat individualisering en het toenemende beroep op eigen verantwoordelijkheid ervoor hebben gezorgd dat niet iedereen goed mee kan komen en dat er grote verschillen en tegenstellingen in de samenleving zijn ontstaan. Aangewakkerd door de COVID-19-pandemie is de roep om een overheid die zorg draagt voor kwetsbare groepen, en die het algemeen belang dient, toegenomen. Deze twee rollen zijn niet altijd makkelijk te verenigen omdat individuele vrijheid en initiatief soms recht tegenover het algemeen belang staan. Ook bij initiatieven vanuit de stad moet steeds de balans worden gezocht tussen eigen- of buurtbelang en het publieke belang. Haarlem zal dus helderheid moeten bieden over de waarden en randvoorwaarden waarbinnen initiatieven zich kunnen ontplooien zonder het algemeen belang onevenredig te schaden. De gemeente moet duidelijk aangeven wat haar rol is; die beweegt zich tussen de rol van facilitator, verbinder tot de partij die de kaders stelt. Per samenwerking moet je met elkaar bekijken wie welke rol oppakt.

2.3 Haarlemse opgaven

2.3.1 Intro

In de toekomst kijken is moeilijk. We kunnen de trends en ontwikkelingen uit het vorige hoofdstuk bekijken en die naast de huidige identiteit uit hoofdstuk 5 leggen. Daarna kunnen we een ambitieniveau vaststellen dat ook kijkt naar de opgaven. Dat ambitieniveau benoemt in hoeverre, en hoe, Haarlem gaat reageren op alle ontwikkelingen voor de komende jaren. De identiteit van de stad – dat wat we willen behouden, ook in tijden van grote veranderingen – is leidend bij het vaststellen van het ambitieniveau.

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

In de omgevingsvisie staat één ambitie centraal: Haarlem verder ontwikkelen tot een aantrekkelijke, robuuste stad, een stad die op haar toekomst is voorbereid. De trends en ontwikkelingen die op ons afkomen – covid-19, globalisering, duurzaamheid, vergrijzing, technologische ontwikkelingen en een andere rol van de overheid - zorgen voor onzekerheden maar bieden ook kansen om de kwaliteiten van de stad te versterken. Het is zaak Haarlem zo in te richten dat de stad tegen een stootje kan; dat we flexibel zijn en ons kunnen aanpassen aan alles wat er op ons afkomt. Kortom je moet ‘robuust’ zijn om aantrekkelijk te blijven. 

Haarlem ziet vooral kansen voor het versterken van de stad op het gebied van klimaat, energie, wonen en werken, gezondheid, het sociale weefsel en bereikbaarheid. We benoemen zes opgaven die elkaar versterken en complementair zijn aan elkaar waardoor onder alle omstandigheden de systemen blijven functioneren. De opgaven komen voort uit het bij elkaar brengen van de identiteit van Haarlem met de trends en ontwikkelingen. Haarlem gaat dit doen op een manier die bij Haarlem past. We gebruiken de noodzakelijke ingrepen in de stad om de identiteit ervan te versterken. 

Bij de verschillende opgaven zijn ambities geformuleerd die al vooruit kijken naar 2045. Om deze ambities te verwezenlijken moeten we ruimtelijke en beleidsmatige keuzes maken. Deze keuzes beschrijven we in hoofdstuk 8.

2.3.2 Versterken aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen 

Een aantrekkelijke woon- en werkstad is een stad die vraagt om stedelijke dynamiek. Een voorwaarde voor die dynamiek is voldoende geschikte en betaalbare ruimte om te wonen, te werken en met voorzieningen in de nabije omgeving, zoals een prachtig landschap. Bovendien moet de verhouding tussen het aantal inwoners en aantal, én type banen in de stad in balans zijn. Weet je die balans te vinden, dan kan Haarlem haar stedelijke dynamiek behouden en wellicht versterken en verandert de stad niet in primair een woongebied. 

Haarlem heeft als stad om in te wonen een blijvende aantrekkingskracht en wil aan die vraag tegemoet komen door het woningaanbod uit te breiden. Voor alle doelgroepen. De ambitie is om zo te bouwen dat er ruimte is voor inwoners en ondernemers met de juiste vestigingsvoorwaarden (betaalbaarheid, aantrekkelijkheid, beschikbaarheid van ruimte, bereikbaarheid, etc.). Voorwaarde is wel dat toekomstige bebouwing complementair is aan de bestaande stad. 

Om vitaliteit te behouden én als woon-werkstad in balans te blijven, is de ambitie dat het aantal arbeidsplaatsen in de stad evenredig meegroeit; dat komt neer op minimaal 0,43 fte per inwoner. Nu gaan veel Haarlemmers ’s ochtends de stad uit en komen anderen de stad in om te werken. We willen dat het soort banen dat in de stad aanwezig is, beter aansluit bij het profiel en het opleidingsniveau van inwoners. We willen toewerken naar een circulaire economie en om dat te doen moet ruimte worden gecreëerd om te experimenten met circulaire economie en daaruit volgende innovaties. 

Erfgoed en cultuur spelen een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de stad. Haarlem beschermt en benut het erfgoed bij het invullen van nieuwe onderscheidende stedelijke milieus, zoals nu bijvoorbeeld al het geval is in de binnenstad op het terrein van de voormalige Enschedé drukkerijen of het terrein van Nieuwe Energie. De ambitie is ook in te zetten op het creëren van ruimte waar nieuwe kunst en cultuur kunnen worden ontwikkeld. Een andere ambitie is – gekoppeld aan de vitaliteit – om bedrijvigheid in de stad te houden, passend bij de identiteit van de stad waarin ambacht en nijverheid altijd een plaats hebben gehad.

2.3.3 Versterken sociaal weefsel

Veel maatschappelijke veranderingen zullen in de toekomst in een stroomversnelling raken. Globalisering, digitalisering, vergrijzing, tweedeling in de maatschappij en de aansluiting van voorzieningen op de inwonerssamenstelling. Als we ook in de toekomst een toegankelijke, inclusieve en sociale samenleving willen zijn, moeten we de sociale infrastructuur van de stad versterken en het zelforganiserend vermogen in de stad beter benutten. Om dit te kunnen doen, heeft de stad voldoende ruimte nodig waar mensen elkaar kunnen ontmoeten -denk aan parken en pleinen- om sociale netwerken op te bouwen en te onderhouden. Ook noodzakelijk is de nabijheid van voorzieningen, zoals onderwijs, wijkcentra of andere ontmoetingsruimten, culturele ontmoetingsplekken en sportfaciliteiten; het gaat erom dat iedereen op gelijkwaardige manier, en met dezelfde kansen, mee kan doen in de samenleving. 

De ambitie is dat er een ontmoetingsplek in de openbare ruimte is op loopafstand van de woning en dat sociaal-maatschappelijke voorzieningen met de fiets zijn te bereiken. Alle wijken en stadsdelen zijn via fijnmazige wandel- en fietsnetwerken verbonden met elkaar. Hiermee voegt Haarlem een nieuwe laag toe aan haar profiel als zorgzame stad met oog voor elkaar. Bij nieuwbouw wordt gestuurd op menging van diverse sociaal-economische segmenten, dus zowel goedkope (waaronder sociale) woningen en woningen in het middensegment als duurdere koopwoningen.

2.3.4 Klimaatbestendig Haarlem

Ook Haarlem krijgt bij een klimaatverandering in het huidige hoge tempo, steeds meer te maken met extreme hitte, droogte en regenval. Haarlem heeft zich als doel gesteld om in 2050 klimaatbestendig te zijn. We kunnen dit bereiken als Haarlem op essentiële onderdelen kan blijven functioneren onder de meest extreme weersomstandigheden, ervan uitgaand dat die eens per honderd jaar voorkomen. Door ons in te stellen op deze extremen kunnen we ook de minder extreme omstandigheden, die veel vaker voor zullen komen, aan.

De stad klimaatbestendig maken doe je doelmatig; de kosten van ingrepen moeten altijd opwegen tegen de baten. Daarom is er altijd een afweging nodig tussen structurele ingrepen, tijdelijke maatregelen en acceptatie dat omstandigheden veranderen. Klimaatbestendigheid betekent dus niet dat we niets meer zullen merken van extreem weer, er blijft altijd een restrisico. We willen hemelwater kunnen verwerken zonder overlast en schade. Bij een ‘normale’ regenbui loopt het water weg zonder problemen of overlast. Bij een ‘zware’ bui mag hemelwater op straat, in tuinen en op andere plekken in de openbare ruimte blijven staan, maar willen het water wel weghouden van panden, vitale gebouwen en infrastructuur. Bij een ‘extreme’ bui, met kans op overstromingen, kan schade optreden, maar houden we vitale gebouwen en infrastructuur beschikbaar en zorgen we voor goede hulpverlening. Polders aan de randen van de stad moeten voldoende waterberging hebben. Ze mogen de afwateringskanalen niet overmatig belasten door te veel water af te voeren. 

Het moet niet zo zijn dat extreme hitte het onmogelijk maakt om dagelijkse activiteiten te ondernemen. Bij overmatige hitte willen we in de warmste, meest versteende delen van de stad de temperatuur omlaag krijgen. Daarvoor zoeken we naar zo natuurlijk mogelijke verkoelingsmiddelen. Bijvoorbeeld door het planten van bomen en groen, passend bij het karakter van de groene woonstad met oog voor kwaliteit. Het is onze ambitie dat iedere Haarlemmer in de openbare ruimte gebruik kan maken van een koele verblijfsplek van minimaal 100 vierkante meter en op loopafstand van zijn woning. Extreme hitte kan leiden tot periodes van droogte. Dus moet ook dat worden ondervangen; droogte mag niet leiden tot technische gebreken aan de bebouwde omgeving.

2.3.5 Gezonde stad voor mens en dier

In een gezonde stad is aandacht voor zowel mens als dier, er is oog voor elkaar. Zowel de gezondheid van mensen als de staat van de biodiversiteit in de stad zitten in een negatieve trend. De Covid-pandemie laat extra goed zien hoe belangrijk een gezonde leefomgeving in de directe omgeving van de woning is en hoe die wordt gewaardeerd. Het verbeteren van de luchtkwaliteit, het uitbreiden van de recreatiemogelijkheden, het beweegvriendelijk maken van de stad en natuurinclusief denken en werken zijn hierbij de opgaven. De ambitie is de biodiversiteit in en rondom de stad te versterken. Een gezonde stad is een stad die uitnodigt tot gezond gedrag, met een veilige gezonde omgeving voor mens en dier. De gezonde keuze moet voor mensen de makkelijke keuze zijn. 

In Haarlem willen we dat luchtkwaliteit en omgevingsgeluid gezond worden. De opgave daarvoor is vooral dat de impact van het wegverkeer in de stad wordt verminderd. Om te voldoen aan de opgave dat mensen kunnen kiezen voor een gezonde leefstijl zijn in Haarlem vanuit alle wijken aantrekkelijke dagelijkse en recreatieve routes in de vorm van een ‘tien-minuten-netwerk’. Ook zijn er vanuit alle wijken aantrekkelijke routes voor fietsers en voetgangers naar het buitengebied. Haarlem versterkt en ontwikkelt waardevolle ecologische gebieden en verbindt deze met elkaar en met het buitengebied waar ook erfgoedwaarden te vinden zijn in het landschap, en doet dat ook met oog voor kwaliteit. Dagelijkse voorzieningen, zoals winkels, wijkcentra en gezondheidscentra zijn op loopafstand en toegankelijk voor ouderen.

2.3.6 Energietransitie in Haarlem

Met de toenemende opwarming moeten we ook zorgen dat de CO2 -uitstoot omlaag gaat. Dat kan door minder gebruik te maken van fossiele brandstoffen als energiebron. Haarlem heeft de eerste stappen daartoe al gezet. We willen van het aardgas af, werken aan een circulaire economie en we willen voor een groot deel voorzien in de eigen energiebehoefte, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Haarlem wil in 2040 aardgasvrij zijn. De bewustwordingscampagne daartoe loopt al een paar jaar. De opgave is een grote; de komende twintig jaar wil de gemeente circa 76.000 woningen en 11.000 andere gebouwen van het aardgasnet loskoppelen en aansluiten op andere geschikte warmtebronnen. Daarnaast zet Haarlem in op het duurzaam opwekken van warmte en elektriciteit. 

De opgave voor Haarlem is om 75% aan elektriciteit op te wekken binnen de gemeentegrenzen. Haarlem stelt zich daarnaast de opgave om milieuruimte te behouden waarbinnen de circulaire economie zich kan ontplooien.

2.3.7 Duurzaam bereikbare stad

Een duurzaam bereikbare stad is een stad die beschikt over een goed en efficiënt functionerend mobiliteitssysteem, dat zowel gericht is op de bereikbaarheid als op andere doelen van de stad. Dit vraagt om een mobiliteitssysteem dat flexibel en efficiënt omgaat met de schaarse ruimte in de stad, zo min mogelijk een beroep doet op de beperkt aanwezige (hernieuwbare) energiebronnen en zo veel mogelijk uitnodigt tot actieve vormen van mobiliteit (zoals lopen en fietsen). 

De ambitie is dat in 2045 een duurzaam bereikbare stad dusdanig is veranderd dat er voldoende openbare ruimte is vrijgekomen om de stad klimaatadaptief, gezond en sociaal te kunnen maken. Als mensen zich binnen de regio verplaatsen ambiëren we dat ze zoveel mogelijk gebruik maken van het openbaar vervoer en/of de fiets, en binnen de stad zo veel mogelijk te voet of te fiets gaan. De CO2 -uitstoot die gepaard gaat met mobiliteit moet tot een minimum zijn beperkt door resterend gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk te elektrificeren. Maar Haarlemmers moeten er qua bereikbaarheid niet op achteruit gaan. Dit betekent dat naar verhouding hetzelfde aantal banen en voorzieningen op acceptabele reisafstand te vinden moeten zijn. We denken dit te kunnen doen door regionale HOV-verbindingen te verbeteren, voorzieningen dichterbij te maken en arbeidsplaatsen in de nabije omgeving te creëren.

3 Deel 3: Visie

3.1 De Visie

3.1.1 Integrale visie

In 2045 bestaat Haarlem als stad met stadsrechten 800 jaar. Haarlem is daarmee de oudste stad binnen de metropoolregio! Om in 2045 minimaal dezelfde hoogwaardige kwaliteit van de leefomgeving te hebben als nu, staan we voor een aantal urgente opgaven. In deze omgevingsvisie beschrijven we hoe we die opgaven zien en blikken we vooruit om te bepalen hoe we als stad met deze opgaven om willen gaan. Het doel is om de opgaven te benutten voor een stap voorwaarts zodat de kwaliteiten waar Haarlem haar identiteit aan ontleent behouden kunnen worden voor de generaties na ons: een stad met oog voor elkaar, oog voor kwaliteit en oog voor ontspanning. Behoud van deze identiteit is richtinggevend. 

De komende jaren komen van verschillende kanten ruimteclaims af op Haarlem. Energie, klimaat, wonen en werken zijn enkele onderwerpen die meer ruimte vragen binnen de stad. Alleen door ruimteclaims slim te koppelen en optimaal (dubbel en flexibel) gebruik te maken van de bestaande ruimte in de stad, en door scherpe keuzes te maken waar ruimteclaims echt niet gecombineerd kunnen worden, kunnen we invulling geven aan de opgaven. Dit betekent ook dat niet altijd alles meer kan zoals we nu zijn gewend. Efficiënt ruimtegebruik is altijd het uitgangspunt. 

Om de inpassing van alle ruimtelijke claims in goede banen te leiden maakt Haarlem zes strategische keuzes. Deze keuzes geven richting aan de ontwikkeling van de stad zodat de schaarse ruimte optimaal wordt benut, dat de opgaven waar we voor staan een plek kunnen krijgen en de Haarlemse identiteit overeind blijft. De veertien speerpunten en de zes strategische keuzes vatten de essentie van de visie samen. 

afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

In de beschrijving van de strategische keuzes verwijzen we naar icoonprojecten die in de volgende paragraaf worden toegelicht. Deze projecten hebben iconische waarde die de essentie van de visie illustreren.

Mengen en verdichten

We moeten extra woningen bouwen om te zorgen dat er voor alle doelgroepen een woning is. Om het woon-werkverkeer te beperken en te zorgen dat werkgelegenheid bereikbaar is voor Haarlemmers, wordt ook ruimte voor bedrijven toegevoegd. Daarnaast moet ook het aantal voorzieningen toenemen om de kwaliteit van de leefomgeving overeind te houden. Als de stad groeit, neemt het belang van het omliggende landschap evenredig toe. In dit landschap en het waardevolle groen gaan we niet bouwen. De verdichting vindt dus plaats in de bestaande stad.

SPEERPUNT 1: Woningbouw concentreren in grootschalige gebiedsontwikkelingen

Als we ontwikkelingen in de stad aan elkaar koppelen binnen een gebiedsontwikkeling kunnen we ze in samenhang oppakken en ook de openbare ruimte hierin meenemen. We kunnen bouwen aan volwaardige en toekomstbestendige stukken stad waar koppelkansen worden benut en waar ontwikkelingen optimaal bijdragen aan opgaven zoals klimaatadaptatie, de energietransitie, het bouwen aan een inclusieve stad met een sterk sociaal weefsel en het creëren van een gezonde leefomgeving. We bouwen hier nadrukkelijk aan gemengde stedelijke milieus. Suburbane woonmilieus zijn in de gemeenten rondom Haarlem te vinden. De huidige woningbouwopgave is vooral gepland in de ontwikkelzones en een aantal grotere ontwikkelprojecten.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

SPEERPUNT 2 Substantieel aantal arbeidsplaatsen toevoegen aan de Waarderpolder en bij de OV-knooppunten

Om woon- én werkstad te blijven moet ook werkgelegenheid worden toegevoegd. Een deel van deze arbeidsplaatsen komt in de ontwikkelzones terecht maar dit is niet voldoende om de werkgelegenheid in de stad op peil te houden. Haarlem heeft een goede positie voor creatieve, dienstverlenende en kennisintensieve bedrijven. Dit type bedrijven gedijt goed in hoge dichtheid en past bij de Haarlemse beroepsbevolking waardoor ze kunnen bijdragen aan het verminderen van de woon-werkpendel. Voor deze bedrijven maken we ruimte rondom de OV-knooppunten en op bedrijventerrein Waarderpolder, waar met name de zuidstrook kansrijk is. Om het aantal arbeidsplaatsen in deze gebieden flink op te voeren is het belangrijk om als gemeente samen met bedrijven, investeerders en eigenaren te bouwen aan een geschikt werkmilieu met de juiste vestigingsvoorwaarden. De routes van en naar de Waarderpolder en van en naar de OV-knooppunten worden verbeterd en de openbare ruimte en bestaande en nieuwe bebouwing worden beter afgestemd op elkaar en het gewenste werkmilieu. De Waarderpolder wordt meer dan nu onderdeel van de stad en het deel van de Waarderpolder nabij het Centraal station en de historische binnenstad wordt onderdeel van een werkmilieu waar de nadruk ligt op creativiteit en innovatie, passend bij het industrieel erfgoed.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

SPEERPUNT 3 Beschermen bestaande wijken: menging en cultuurhistorische waarden behouden

De verdichting is niet gericht op het toevoegen van maximale aantallen woningen maar op het zorgvuldig verder bouwen aan een toekomstbestendige stad waarbij bestaande kwaliteiten worden gekoesterd. In Haarlem hoort erfgoed onlosmakelijk bij de stad. De waardevolle karakteristieken van Haarlem en Spaarndam worden gekoesterd. In de bestaande wijken wordt dus niet zomaar verdicht. Kleinschalige aanpassingen in bestaande wijken hebben altijd als primair doel de bestaande kwaliteiten te versterken of behouden. Om een divers en betaalbaar woningaanbod en een gezond voorzieningenaanbod in buurten te behouden, vraagt voortdurende aandacht.

SPEERPUNT 4 De leefbaarheid van wijken en buurten te versterken met buurtgroen

Buurtgroen is wezenlijk voor leefbare buurten en wijken. Buurtgroen bestaat uit groen in de directe woonomgeving. Dit is het groen dat bewoners zien door hun raam of als ze uit hun woning stappen. Dit zijn de plekken waar (kleine) kinderen spelen of bewoners hun hond uitlaten. Het groen is primair gericht op het welzijn van de gebruiker. Het welzijn van de gebruiker is door het veranderende klimaat ook afhankelijk van klimaatadaptief buurtgroen. Bewoners hebben vaak een direct belang bij de inrichting van buurtgroen.

Buurtgericht ontwikkelen

Naast de grootschalige gebiedsontwikkelingen waar veel nieuwe woningen worden toegevoegd, veranderen ook de bestaande buurten. Deze moeten klimaatadaptief zijn en de woningen moeten van het aardgas af. Om ruimte te maken voor deze opgaven moet ook hier de mobiliteitstransitie worden ingezet. Als we deze opgaven in samenhang oppakken ontstaat een kans om de buurten te vergroenen en om de verblijfs- en ontmoetingsruimtes in de buurt te versterken. Zo kunnen de buurtopgaven een bijdrage leveren aan een gezonde stad met een sterk sociaal weefsel waar Haarlemmers gezamenlijk kunnen bouwen aan hun toekomst. Als mensen makkelijker kunnen ontmoeten, verminder je eenzaamheid en onbegrip voor elkaars standpunten. De mate van verandering verschilt per buurt en is afhankelijk van de opgaven die daar samenkomen. We gaan daarom per wijk kijken hoe de opgaven zo goed mogelijk gecombineerd en ingepast kunnen worden. Omdat de opgaven gaan over de directe leefomgeving van bewoners en niet uitsluitend in de openbare ruimte terecht komen, benaderen we ze als een gedeelde verantwoordelijkheid. We vragen daarom aan bewoners mee te denken over de toekomst van hun wijk.

SPEERPUNT 5 Versterken tien-minuten netwerk en stadsstraten

Haarlem krijgt een fijnmazig netwerk van fiets- en voetgangersroutes. Binnen tien minuten kunnen Haarlemmers te voet de belangrijkste dagelijkse voorzieningen bereiken, met de fiets de grotere stedelijke voorzieningen, of overstappen naar het regionale OV-netwerk. Dit zorgt voor meer levendigheid op straat en daardoor voor meer verbondenheid in de stad, alle wijken zijn aangesloten en doen mee. Haarlemse wijken zijn daarnaast via stadsstraten aangesloten op de omliggende gemeenten en met het centrum van de stad.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

SPEERPUNT 6 Sociale basis en ontmoetingsplekken in de buurt versterken

Aan het fiets- en voetgangersnetwerk wordt een sociale basisinfrastructuur gekoppeld en andersom. Deze basisinfrastructuur kan bestaan uit ontmoetingsplekken zoals clusters van sociale voorzieningen die centraal in de wijk gelegen zijn, maar ook uit toegankelijke hulp- en zorgvoorzieningen. We noemen dit ‘Huis van de Wijk’. Een Huis van de Wijk is van en voor alle bewoners uit de buurt. Het wijkhuis verbindt mensen en instanties die elkaar verder kunnen helpen en zo de leefbaarheid in de wijk stimuleren. Je kunt er sporten, een hobby beoefenen, aankloppen met een hulpvraag of kiezen voor een cursus of opleiding.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

  • Beatrixplein

 

Vergroenen & vernatten

Om in de toekomst bij hevige buien droge voeten te houden moet Haarlem nu starten met de opgave klimaatadaptatie. Er wordt ruimte gecreëerd voor extra water en groen in de stad. De basis voor het nieuwe versterkte groen- en waternetwerk in de stad is het omringende landschap: het Spaarne, de Binnenduinrand en het waterrijke polderlandschap aan de oostzijde van de stad. Daartussen komt een robuust groen- en waternetwerk.

SPEERPUNT 7 Ruimte creëren voor klimaatadaptatie 

Het is niet makkelijk om in een dichtbevolkte stad als Haarlem extra groen en water toe te voegen. Doordat regen, hitte en droogte niet verplaatst kunnen worden, moeten de negatieve effecten ervan dus ter plaatse of in de buurt worden bestreden. Dit vraagt lokaal ruimte die ten koste gaat van andere mobiliteitsvormen. In deze visie wordt de keuze gemaakt om minder ruimte te geven aan de auto. Doordat de (stilstaande) auto erg veel openbare ruimte opeist en bijna overal in de stad aanwezig is, is het onmogelijk om de stad klimaatadaptief te maken zonder openbare ruimte op de auto terug te winnen. De auto blijft in de stad aanwezig maar krijgt een kleinere rol.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

SPEERPUNT 8 Boezemwaterstructuur versterken

Extra open waterverbindingen zijn essentieel om de steeds groter wordende effecten van de klimaatverandering aan te kunnen. Deze waterverbindingen zijn van belang om de vaker voorkomende en heviger regenbuien op te kunnen vangen en af te kunnen voeren. Deze waterverbindingen combineren we zoveel mogelijk met groen en het tien-minuten-netwerk zodat ze ook een belangrijke bijdrage leveren aan de aantrekkelijke, gezonde, natuurinclusieve en sociale stad. We maken plaats voor extra water. Dat kan door op een aantal plekken in de stad waterverbindingen aan te leggen en door een aantal bestaande waterverbindingen te verbreden zodat de boezemwaterstructuur wordt uitgebreid. Zodoende hebben we vanuit alle wijken voldoende ruimte om overtollig water af te voeren.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

  • Ontwikkelzone Zuid-West

  • Ontwikkelzone Europaweg

  • Ontwikkelzone Oostpoort

  • Ontwikkelzone Spaarnesprong

  • Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

  • Ontwikkelzone Zijlweg

  • Ontwikkelzone Spaarndamseweg

  • Dwars Door Schalkwijk

 

SPEERPUNT 9 Bij nieuwbouw het parkeren van auto's in principe ondergronds te realiseren, met inachtneming van reeds gemaakte afspraken.

Om de leefbaarheid van de stad te bevorderen, de stad te vergroenen en andere ruimtelijke claims mogelijk te maken, wordt bij nieuwbouw in principe ondergronds parkeerruimte voor auto’s gerealiseerd. Reeds gemaakte afspraken worden gerespecteerd. Ondergronds parkeren zorgt ervoor dat de auto minder dominant is in het straatbeeld en maakt daarmee vergroening van de openbare ruimte mogelijk.

Bevorderen gezonde leefomgeving

Een goed ingerichte leefomgeving draagt bij aan een gezondere levensstijl en een betere gezondheid. Extra water en groen spelen daarbij een belangrijke rol. Meer water en groen in de stad zorgen voor een betere luchtkwaliteit en biodiversiteit en nodigen uit tot sporten, fietsen, wandelen, spelen, ontspannen en het ontmoeten van anderen. De groen- en waterstructuren worden gecombineerd met de recreatieve routes door de stad. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke (water- en eco)systemen.

SPEERPUNT 10 Meer kwaliteit in het buitengebied: onder andere door opwaarderen natuurwaarde van landbouwgrond

Als de stad groeit, neemt het belang van het omliggende landschap evenredig toe. Meer bebouwing betekent meer Haarlemmers die willen recreëren in de nabije omgeving. Er moeten in de omgeving meer natuurgebieden komen om de gebieden met de hoogste natuurwaarden, zoals de Kennemerduinen, te beschermen tegen teveel bezoekers. In de omgeving van Haarlem zorgen we voor meer natuurwaarde en mogelijkheden voor recreatie. De landbouwgronden worden bijvoorbeeld opgewaardeerd door de natuurwaarde ervan te versterken.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

SPEERPUNT 11 Ecologische verbindingen door en om de stad tussen hotspots versterken

In Haarlem zijn verschillende plekken met grote ecologische waarde en een aantal plekken waar potentieel ecologische waarde aanwezig is. Deze plekken worden met elkaar verbonden om de ecologische waarde en daarmee de biodiversiteit te vergroten.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

  • Dwars Door Schalkwijk

 

Ruimte reserveren en vrijmaken voor energietransitie

Om de stad draaiende te houden moet ruimte worden gemaakt voor energie. Ruimte voor besparing, opwekking, distributie en opslag van energie. Veel van deze infrastructuur ligt in de ondergrond. Het aantal ruimteclaims in diezelfde ondergrond neemt toe. Infiltratie van regenwater en bebouwing zoals garages en kelders zijn hier voorbeelden van. De klimaatverandering en energietransitie dwingen om plannen te ontwikkelen waar boven- en ondergrond integraal worden opgepakt. Dit kan alleen als de informatie over de boven- en ondergrond op orde is. De ruimteclaim die nodig is voor de energietransitie, mobiliteitstransitie en transitie naar circulaire economie is te groot voor Haarlem. Naast het stedelijk gebied, de Waarderpolder en het omliggende landschap hebben we hiervoor ook de regio nodig. Deze opgaven zijn nieuw en nog niet helemaal uitgekristalliseerd maar duidelijk is wel dat we zuinig moeten omgaan met schaarse onder- en bovengrondse ruimte.

SPEERPUNT 12 Ruimte reserveren en creëren voor energietransitie 

De energietransitie legt een grote ruimteclaim op de boven- en ondergrond. Het is noodzakelijk deze ruimte tijdig te reserveren of te creëren. In deze omgevingsvisie reserveren we ruimte waar we al weten dat deze nodig is zodat de komende jaren in de buurten, in de Waarderpolder en in het oostelijk landschap de maatregelen die nodig zijn voor de energietransitie ingepast kunnen worden.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

 

Mobiliteitstransitie

Om de groeiende stad bereikbaar en in beweging te houden, zet Haarlem in op een mobiliteitstransitie. De principes hiervan zijn eenvoudig: binnen de stad reizen we zoveel mogelijk te voet of met de fiets, de reizen van en naar de stad doen we zoveel mogelijk met het openbaar vervoer of de fiets en we gebruiken de (elektrische) auto alleen als het niet anders kan. Onze distributie organiseren we steeds schoner, en door voorzieningen dicht bij huis beperken we de noodzaak tot lange(re) reisafstanden.

SPEERPUNT 13 Regionale fietsverbindingen verbeteren en verbinden met tien-minuten netwerk

Haarlem is kernstad van Zuid-Kennemerland en onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. Deze regio’s functioneren gezamenlijk als een daily urban system waardoor veel heen en weer wordt gereisd binnen de regio. De regionale bereikbaarheid is daarom van groot belang voor Haarlemse bewoners en bedrijven. De regionale reiziger maakt vooral gebruik van het OV, de (e-)fiets of een combinatie daarvan en als de bereikbaarheid op deze manier niet voldoende is, van de (elektrische) auto. Eén van de doelen van de mobiliteitstransitie is dat mensen minder vaak de auto gebruiken. Verbetering van de regionale fietsverbindingen draagt eraan bij dat mensen in de regio vaker de (e-)fiets verkiezen boven de auto. De aanleg van een goed tien-minuten netwerk gericht op de fietser en voetganger, maakt het mensen makkelijker bij een opstappunt voor het regionale OV te komen of bij hun dagelijkse voorzieningen.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

  • Ontbrekende schakels en verbeteren tien-minutennetwerk, inclusief fietsring

 

SPEERPUNT 14 Knooppuntenontwikkelingen in combinatie met verbeteren HOV bereikbaarheid

De HOV-knooppunten vormen een essentieel onderdeel van de mobiliteitstransitie en de verdichting van de stad. De knooppunten verbinden lokale en regionale bewegingen aan elkaar. Rondom de knooppunten kan in hoge dichtheid werk- en woonruimte worden toegevoegd omdat hier vanwege de zeer goede HOV-bereikbaarheid autoluw kan worden gebouwd. Om de verdichting rond OV-knooppunten goed te laten slagen is het belangrijk de OV-bereikbaarheid van en naar Haarlem te verbeteren. Daarom komt er een nieuwe OV-knoop aan de oostkant van de stad (Haarlem Nieuw Zuid) en worden bestaande stations beter benut en ingezet als knoop- en overstappunten. Het OV-netwerk wordt uitgebreid met een lightrailverbinding richting Schiphol en Amsterdam Zuid, een lightrailverbinding richting Hoofddorp en nieuwe HOV-routes door Haarlem Oost, Schalkwijk en Haarlem Zuid West.

Icoonprojecten die aansluiten bij dit speerpunt:

  • Ontwikkelzone Zuid-West

  • Ontwikkelzone Europaweg

  • Ontwikkelzone Oostpoort

  • Ontwikkelzone Spaarnesprong

  • Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

  • Ontwikkelzone Zijlweg

  • Ontwikkelzone Spaarndamseweg

  • Delftplein

  • Knooppunt Nieuw-Zuid

  • Stationsgebied Haarlem

  • Verbeteren regionaal OV-netwerk, inclusief ketenmobiliteit

 

De integrale visiekaart
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.1.2 Icoonprojecten

De visie wordt concreet zichtbaar in de stad via icoonprojecten. De icoonprojecten zijn illustratief voor de koerswijziging van de stad en laten zien waar het vaststellen van de omgevingsvisie toe kan leiden. In de icoonprojecten komen verschillende strategische keuzes samen en daarmee zijn al deze projecten van belang voor de toekomst van de stad. Met een deel van de icoonprojecten zijn we al bezig. Een ander deel is agenderend of voor later. Waarbij we voor icoonprojecten die we later gaan uitvoeren soms wel al eerder beginnen met verdere visievorming (uitwerking). Op een lager schaalniveau dan de omgevingsvisie, zodat we er in lopende projecten die raakvlakken hebben met het icoonproject rekening mee kunnen houden en zodat we strategisch kunnen inhaken op kansen en ontwikkelingen. In het uitvoeringshoofdstuk staat meer over de volgorde der dingen.

Omdat de icoonprojecten vernieuwend zijn en dus allemaal als een soort pilot fungeren is het van belang dat we goed reflecteren op de icoonprojecten. Zo kunnen we optimaal leren van de icoonprojecten en kan de opgedane kennis en expertise in de toekomst ook op andere plekken in de stad worden toegepast. Per icoonproject geven we een korte toelichting die beschrijft waar het project over gaat.

Icoonprojecten
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Ontwikkelzone Zuid-West

Ontwikkelzone Zuid-West bouwt aan een volwaardige nieuwe stadswijk in het Houtvaartkwartier; een aantrekkelijke wijk om te wonen en te werken. Het aantal arbeidsplaatsen wordt hier behouden en er worden, inclusief Plaza West, 2.000 woningen toegevoegd. In Zuid-West komt een centrale as voor het langzame verkeer die de verschillende deelgebieden aan elkaar verbindt. En een belangrijk onderdeel is in het tienminuten netwerk van de stad en die de gehele zone verbindt met de binnenstad en station Heemstede-Aerdenhout. In het gebied komt ruimte voor ontspanning, recreatie en voorzieningen. De verschillende plekken in de openbare ruimte in combinatie met de toevoeging van kleinschalige horeca en detailhandel worden ook belangrijke ontmoetingsplekken voor het Houtvaartkwartier. De ontwikkelzone heeft ook een opgave om, ook voor de bestaande omgeving, klimaat adaptief te worden ingericht. Het vergroten van de bergingscapaciteit voor hemelwater is hier bij een belangrijk aspect.

Ontwikkelzone Europaweg

De Europaweg is een centrale as die door Schalkwijk loopt en die het stadsdeel verbindt met het centrum. Langs de Europaweg vinden diverse herontwikkelingen plaats voor gezamenlijk meer dan 2.750 nieuwe woningen en een werkprogramma. De Europaweg is de verbindende ‘ruimtelijke’ drager van het gebied. De Europaweg zelf moet een stadsstraat worden met een stedelijke dynamiek. De weg wordt heringericht zodat deze aantrekkelijk, toegankelijk en veilig is voor fietsers en voetgangers. Langs de Europaweg komt een gemengd aanbod van wonen, werken en verblijven. Dit draagt ook bij aan de sociale veiligheid. Aan de noordkant van de zone bevindt zich knooppunt Nieuw Zuid. Goede fiets- en OV-verbindingen met dit nieuwe knooppunt zijn essentieel voor de mobiliteitstransitie in het stadsdeel. De Europaweg als stadsstraat zal hiervoor een belangrijke rol spelen.

Ontwikkelzone Oostpoort

De potentie om van Oostpoort een uniek stuk stad te maken is groot. Gemeente en provincie hebben een gezamenlijke ambitie vertaald naar een richtinggevend toekomstperspectief voor de lange termijn: het realiseren van een aantrekkelijk, compact en gemengd stedelijk woon- en werkgebied met diverse voorzieningen, met een uitstekende bereikbaarheid. Bovendien ligt Oostpoort in een recreatief groene leefomgeving met erfgoedwaarde, zoals onder andere het stellinglandschap. Dit kan een hoogwaardige stadsentree worden. Het visitekaartje van Haarlem waarbij Oostpoort een stevige brug slaat tussen de Waarderpolder en Haarlem Oost. De ontwikkeling van Oostpoort levert een essentiële bijdrage aan de mobiliteitstransitie in de stad. De provincie heeft de ontwikkelvisie Oostpoort ook vastgesteld.

Ontwikkelzone Zijlweg

De Ontwikkelzone Zijlweg consolideert en versterkt de kwaliteiten van het gebied en voegt daarbij een gemengd woningbouwprogramma toe aan het gebied. Hiermee ontwikkelt deze zone tot een toekomstbestendig stuk stad. Door het fietsnetwerk en de openbare ruimte te versterken worden stedelijke en landschappelijke kwaliteiten beter met elkaar verbonden. De stadsstraat Zijlweg als centrale as wordt versterkt en de oversteek op de kruising met de Randweg, momenteel een barrière in de stad, wordt verbeterd. Het gebied is divers - wonen, leren, werken en voorzieningen- en heeft veel kwaliteiten die met de ontwikkeling versterkt worden. In de zone wordt ook de directe omgeving van de onderwijsinstellingen versterkt als opmars naar een goed met de stad verbonden onderwijscluster.

Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

De Ontwikkelzone Orionweg-Planetenlaan voorziet in de bouw van extra woningen en voorzieningen en bouwt hiermee aan een aantrekkelijk en toekomstbestendig stuk stad. In de zone komt een nieuwe lokale HOV-knoop waar de Planetenlaan op de Rijksstraatweg uitkomt. Hier komt een plein – het Stadionplein – dat een aantrekkelijke, dynamische en centrale plek voor de omgeving wordt en dat de entree vormt tot het Schoterbos. Het Schoterbos zelf wordt beter toegankelijk gemaakt en kwalitatief verbeterd door van het sportcomplex een open en groen sportpark te maken. Ook wordt aan de westzijde van de zone de verbinding voor fietsers en voetgangers met station Bloemendaal verbeterd door de kruising met de Randweg aan te pakken. De Orionweg en Planetenlaan vormen nu een barrière. Door een andere inrichting moeten deze de aangrenzende wijken juist gaan aanhechten.

Ontwikkelzone Spaarnesprong

De belangrijkste ambitie voor de ‘Spaarnesprong’ is het vergroten van het centrum-stedelijk gebied van Haarlem, denk aan sfeer, structuur en functie. Het is de bedoeling dat het gebied steeds meer deel gaat uitmaken van de binnenstad. De naam Spaarnesprong is daaraan ook ontleend. Op stedenbouwkundig niveau betekent die aansluiting dat een stedelijke structuur het uitgangspunt is met eenzelfde helderheid en ‘afleesbaarheid’ als de binnenstad. Het centrum-stedelijke milieu impliceert een bepaalde mate van verdichting en ook een gemengd milieu, zowel in functie als voor gebruikers. De bijzondere locaties, zoals de Koepel en Drijfriemenfabriek komen als ‘eilanden’ van voorzieningen en cultuur in een overwegend woongebied te liggen. Het water wordt teruggebracht in de Papentorenvest, Oostvest en de Amsterdamsevaart om hiermee het stedelijk watersysteem (waterberging op boezemniveau, watercompensatie, verbetering waterkwaliteit en grondwaterbeheersing) te versterken, de recreatieve vaarmogelijkheden te vergroten, kwaliteit toe te voegen aan de omgeving en de historische identiteit te versterken. De openbare ruimte inclusief de herstelde grachten worden als dé identiteitsdrager en bindende factor van het gebied aangewezen. Essentieel daarin is de verkeerskundige inrichting van de Amsterdamsevaart en de Gedempte Oostersingel én een goede parkeeroplossing.

Ontwikkelzone Spaarndamseweg

In de Ontwikkelzone Spaarndamseweg komen extra woningen en wordt de relatie van de stad met het Spaarne verbeterd. Het Spaarne vormt de centrale structuur in het gebied. Aan de oostkant van het Spaarne ligt Business Park Waarderpolder en hier moet een recreatieve route langs het water komen. Aan de westkant worden de buurten meer gericht op het Spaarne en worden op de knooppunten van de Spaarndamseweg met de belangrijkste dwarsstraten levendige en aantrekkelijke verblijfsplekken gemaakt met concentraties van voorzieningen en woningen. Een fietsers- en voetgangersbrug over het Spaarne ter hoogte van de Paul Krugerkade zorgt voor een betere verbinding van de Waarderpolder met de stad en Station Haarlem.

Spaarnepark

Het Spaarnepark is een van de grootste sportcomplexen van Haarlem, gelegen in de groene zoom om Schalkwijk. Het complex is momenteel ruimtelijk een behoorlijk gesloten enclave en komt daardoor niet optimaal tot zijn recht. Dit is zonde want het sportpark speelt een belangrijke rol in het sociale weefsel van de stad. Het gebied heeft zeer veel potentie om zich door te ontwikkelen tot aantrekkelijk en hoogwaardig sportpark dat een nog belangrijkere rol speelt in het sociaal weefsel van de stad en een belangrijke bijdrage levert aan een gezonde leefomgeving. Belangrijk hierbij is dat het sportpark makkelijk toegankelijk is. Toegankelijk vanaf de Europawijk, de historische lange lijn Zuid-Schalkwijkerweg, de groene corridor Dwars Door Schalkwijk en dat het aan de noordzijde bij het nieuw te ontwikkelen knooppunt Nieuw Zuid een aantrekkelijke en zichtbare entree vormt tot de groene zoom. Herinrichting maakt het ook mogelijk om het knooppunt Nieuw Zuid optimaal te laten functioneren en het bestaande parkeren slimmer te organiseren zodat de Zuid-Schalkwijkerweg beter tot zijn recht komt als historisch lint. Het park is tevens een zoekgebied voor een geothermiebron. Onderzocht moet worden of deze hier een plek kan krijgen door deze slim in te passen. Een ander belangrijk punt is het gebruik van het park, nieuwe ontmoetings- en zorgfuncties zoals wellicht kinderopvang of fysiotherapie welke vaak op andere tijden plaatsvinden kunnen zorgen voor nog intensiever en meer multifunctioneel gebruik van het park. Ook ligt er een kans om de mogelijkheden voor ongeorganiseerde sport op het park te verbeteren. Het moet zich dus ontwikkelen tot een nog meer open, groen en multifunctioneel sportpark.

Spaarnedriehoek - Zuidstrook Waarderpolder

De Spaarnedriehoek is een zone met een sterk industrieel verleden. Het omvat onder andere de Gonnetbuurt waar een deel van de lakenindustrie heeft gezeten, het voormalige terrein van de Lichtfabriek ‘Haarlemmer Stroom’, de Figeehal, de Koepel en de voormalige Werf Conrad (nu Spaarneboog en Mandelapark). Deze driehoek – waar oud en nieuw samenkomen rond het Spaarne – wordt ontwikkeld tot een uniek gebied in de stad met creatieve bedrijvigheid en een cultuurhistorisch waardevol karakter. Het gebied kan de schakel zijn tussen bedrijventerrein Waarderpolder en de rest van de stad. Door de historie, de cultuurhistorische waarde van het gebied en de ligging nabij het historisch centrum, het Centraal Station en Station Spaarnwoude, biedt de Spaarnedriehoek aantrekkelijke vestigingsvoorwaarden en kan het uitgroeien tot een uniek en hoogwaardig woon-werkgebied. Hoewel de Spaarnedriehoek onderlinge samenhang vertoont heeft iedere hoek een eigen oriëntatie. Dit maakt de Spaarnedriehoek in potentie een krachtige verbindende schakel tussen Haarlem Oost, Haarlem Noord, Haarlem Centrum en de Waarderpolder; de Gonnetbuurt sluit met een gemengd stedelijk milieu mooi aan op de binnenstad en heeft ook samenhang met het stationsgebied; Spaarneboog vormt de schakel met Haarlem Noord en zorgt voor samenhang met de rest van de westoever van het noordelijke deel van het Spaarne; de Drijfriemen - fabriek en de Koepel vormen de verbinding met Haarlem Oost; en Haarlemmer Stroom en het C-District tonen de innovatieve moderne kant van de Waarderpolder en hebben samenhang met de Waarderpolder als bedrijventerrein. Belangrijk onderdeel binnen het gebied is de Koepel. Dit wordt een levendig en innovatief kenniscentrum en MKB-hub. Het C-District biedt ruimte voor de transitie naar circulaire economie. Het is belangrijk dat hier nu wordt geëxperimenteerd en dat er nieuwe business- en verdienmodellen worden ontwikkeld die kunnen worden opgeschaald. Voor bedrijven in de experimentele fase is betaalbare ruimte en de nabijheid van gelijksoortige bedrijven essentieel. Het C-District, gekoppeld aan het Maak-terrein en de ontwikkelingen rondom de Koepel, kan hierin een belangrijke rol spelen. Het innovatieve karakter van dit gebied, maakt dat we de locatie als vliegwiel voor toegepaste innovatie beschouwen. De Zuidstrook Waarderpolder is gunstig gelegen ten opzichte van de stations Oostpoort en Centraal Station en hier is relatief veel ruimte voor nieuwe economische functies. Hier liggen kansen om het gebied door te ontwikkelen naar een aantrekkelijk en toekomstbestendig werkgebied. We willen hier een hoogstedelijk werkmilieu creëren met stapelbare werkfuncties, waar in hoge dichtheid nieuwe economische functies gedijen en waarbinnen openbare ruimte en bebouwing elkaar versterken. We gaan onderzoeken hoe we in de toekomst op verantwoorde wijze met hinderzonering omgaan.

Knooppunt Nieuw-Zuid

Knooppunt Haarlem Nieuw Zuid centreert zich rondom een nieuw busstation. Dit station is noodzakelijk voor de groei van het openbaar vervoer in de regio en voor het mogelijk maken van de mobiliteitstransitie. Deze ontwikkeling maakt het mogelijk om in hoge dichtheid werk- en woonruimte en voorzieningen toe te voegen, mede omdat dit gebied autoluw wordt. Binnen het sleutelgebied is het verder van belang te zorgen voor een goede entree tot de groene zoom, de sportvelden in deze groene zoom te transformeren tot een goed verbonden sportpark, en de barrièrewerking van de Schipholweg tussen Europawijk en de Slachthuiswijk te verminderen. Doordat het gebied in een polder ligt, is er extra aandacht voor het klimaatadaptief maken van de omgeving zodat het knooppunt ook in de toekomst optimaal kan functioneren.

Wijken met complexe stapeling van opgaven, Leidsebuurt als pilot

In vier Haarlemse woonwijken komt een aantal opgaven (in hoge mate) samen: de Amsterdamsebuurt, het Rozenprieel, de Leidsebuurt en de Transvaalbuurt. Deze buurten zijn in een vergelijkbare periode op vergelijkbare wijze ontstaan. Kenmerkend is de krappe openbare ruimte en de relatief geringe omvang van individuele kavels. Deze gebiedskarakteristieken zorgen ervoor, samen met het feit dat hier relatief veel funderingsproblematiek voorkomt, dat het extra uitdagend is om de wijken toekomstbestendig te maken. Ruimte voor bijvoorbeeld warmtenetten of afwatering na hevige regenval is hier niet voldoende aanwezig. Dit maakt de opgave extra groot en is het noodzakelijk dat gemeente en bewoners gezamenlijk op zoek gaan naar oplossingen, waarbij de gemeente ruimte moet scheppen om de wijken toekomstbestendig te maken zonder eigenaren en bewoners met onevenredig hoge lasten op te zadelen.

Verbeteren regionaal OV-netwerk, inclusief ketenmobiliteit

Een belangrijk onderdeel van de mobiliteitstransitie is het versterken van de regionale OV-verbindingen. Dit gebeurt enerzijds door het optimaliseren van de OV-knooppunten en anderzijds door het verbeteren van het hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) netwerk, inclusief goede aansluitingen op het onderliggend OV-netwerk en het tien-minuten netwerk voor voetgangers en fietsers (ketenmobiliteit). Belangrijke ingrepen zijn een lightrailverbinding richting Schiphol en Amsterdam Zuid en een lightrailverbinding richting Hoofddorp. In aanvulling daarop komen er alternatieve HOV-routes door Haarlem Oost, Schalkwijk en Haarlem Zuid West. In aanvulling daarop komen er alternatieve HOV-routes door Haarlem. Deze zorgen ervoor dat de groei van het regionaal OV niet ten koste gaat van de kwaliteit en de leefbaarheid in de binnenstad en dat de gebieden daaromheen ook beter worden aangesloten op het hoogwaardig openbaar vervoer. Een betere regionale OV-bereikbaarheid maakt, door de grote bijdrage aan de mobiliteitstransitie, veel van de andere icoonprojecten mogelijk en levert op die manier ook een bijdrage aan alle andere strategische keuzes: ‘mengen & verdichten’, ‘buurtgericht ontwikkelen’, ‘vergroenen & vernatten’ en ‘ruimte voor de energietransitie’.

Ontbrekende schakels en verbeteren tien-minutennetwerk, inclusief fietsring

Het tien-minuten netwerk voor actieve vormen van mobiliteit, zoals wandelen en fietsen is in de basis voor een belangrijk deel al aanwezig. Om de mobiliteitstransitie mogelijk te maken is nog wel een verbeterslag nodig. Daarbij is het allereerst van belang de ontbrekende schakels en de fietsring op te pakken. Denk daarbij aan het wegnemen van bestaande barrières en het beter laten functioneren van het netwerk als geheel. Daarnaast dient het bestaande netwerk zodanig verbeterd te worden dat het overal veilig, toegankelijk en aantrekkelijk is en dus uitnodigt tot actief bewegen. Het completeren en verbeteren van het tien-minuten-netwerk maakt door de bijdrage aan de mobiliteitstransitie veel van de andere icoonprojecten mogelijk en levert op die manier ook een bijdrage aan alle andere strategische keuzes: ‘mengen & verdichten’, ‘buurtgericht ontwikkelen’, ‘vergroenen & vernatten’ en ‘ruimte voor de energietransitie’.

Beatrixplein

Het Beatrixplein is een belangrijke schakel in het sociale weefsel van Haarlem Oost. Door de centrale ligging in de wijk is het gebied zeer kansrijk om verder te ontwikkelen als hart van de wijk. De bijdrage aan het sociaal weefsel in de wijk en het bouwen aan een vitale en zorgzame buurt staat daarom centraal. Dat wil zeggen dat het Beatrixplein zelf een ontmoetingsplek moet worden waar wonen en werken worden aangevuld met een sterk sociaalmaatschappelijk programma en waarin de publieke ruimte een belangrijke rol vervult als levensader in de wijk. Daarnaast biedt de ontwikkeling van het plein, in combinatie met de Prinses Beatrixdreef, de groene omgeving van het Reinaldapark en de nabijheid van Station Haarlem-Spaarnwoude ook kansen met betrekking tot gezondheid, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Het gaat bijvoorbeeld om het versterken van het tien-minuten-netwerk, het versterken van de boezemwaterstructuur, het versterken van het ecologische netwerk en het zetten van stappen in de mobiliteitstransitie door fiets- en parkeergelegenheden te concentreren in wijkhubs.

Dwars Door Schalkwijk

Dwars door Schalkwijk is de groenblauwe as die het Spaarne verbindt met de groene zoom. Deze bestaat uit de Belgiëlaan, de Kennedylaan en de Floris van Adrichemlaan. In deze as komen een nieuwe waterverbinding, een ecologische verbinding en een recreatieve verbinding. We gaan ook onderzoeken of een warmtenet kan worden ingepast. Langs de as bevinden zich diverse voorzieningen zoals scholen, supermarkten en het ziekenhuis. Goede aansluiting van deze voorzieningen op de as is een belangrijk onderdeel van het sleutelgebied. Door al deze claims met elkaar te combineren ontstaat een aantrekkelijke groenblauwe as in het totale recreatieve netwerk die via het Spaarneveer doorloopt aan de westkant van de stad. De as is zo van betekenis voor de hele stad en draagt bij aan de mobiliteitstransitie, het vergroenen & vernatten van de stad en het versterken van het sociaal weefsel.

Stationsgebied Haarlem

Met een groot aantal nieuwe woningen erbij in de stad wordt het drukker in Haarlem. Een grote uitdaging is de toename van het verkeer: hoe gaan al deze mensen zich verplaatsen? Haarlem wil dat het stationsgebied een goed functionerend knooppunt blijft voor het openbaar vervoer, inclusief optimale voor- en natransport voorzieningen, zoals fietsenstallingen. Daarnaast moet het natuurlijk een fijne plek zijn om te verblijven en een aantrekkelijke entree naar onze binnenstad. Een plek waar we voortbouwen op de kwaliteiten van de gewaardeerde Haarlemse binnenstad, met een openbare ruimte van aangename straten, bescheiden pleinen en markante parken. De bebouwing voldoet aan de menselijke maat, afgewisseld met onderscheidende lage hoogbouw. Op de plek van de bestaande bebouwing op het Stationsplein komen nieuwe gebouwen met kennisintensieve werkfuncties en woonruimte; gebouwen die recht doen aan de kwaliteiten van de binnenstad. Ook de noordzijde van het station transformeert tot een echte entree van de stad. Vanuit de trein heb je direct toegang tot het unieke park de Prinsen Bolwerken. Om deze entree mogelijk te maken moeten we de noodzakelijke groei van het openbaar vervoer elders in de stad opvangen. Dit kan met het nieuwe OV-knooppunt Haarlem Nieuw-Zuid in combinatie met alternatieve regionale HOV-routes door de stad. Als niet alle bussen via station Haarlem hoeven te rijden, ontstaan er mogelijkheden om van het stationsgebied een aantrekkelijke verblijfsplek te maken. De gemeente wil haar positie als onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), de belangrijkste economische regio van Nederland, versterken. Daartoe wil Haarlem het stationsgebied als regionale toplocatie versterken en blijven we in dit gebied ruimte bestemmen voor werken/kantoren. Het stationsgebied is het belangrijkste OV-knooppunt van Haarlem in het regionale stedelijke netwerk. Om die reden is functiemenging met kantoren hier zeer kansrijk, met name voor (kennisintensieve) zakelijke dienstverlening op stedelijk en regionaal niveau. Deze bestemming sluit ook aan op de gevraagde ruimte voor (stuwende) economie. Alle strategische keuzes komen in het stationsgebied samen waarbij ‘mengen & verdichten’, de ‘mobiliteitstransitie’ en ‘vergroenen & vernatten’ het meest in het oog springen.

Delftplein

In het gebied rondom het Delftplein komt een groot aantal opgaven samen. Dit gebied is de noordelijke entree tot de stad. Op dit moment is het gebied vooral een wirwar van infrastructuur met een aantal verdwaalde gebouwen en openbare restgebieden. Door bebouwing, infrastructuur, sportcomplexen en openbare ruimte in samenhang te bekijken kunnen we koppelkansen benutten en ontstaat ruimte om meer stedelijke opgaven op te pakken en een aantrekkelijk en toekomstbestendig gebied te creëren én een representatieve entree tot de stad. We zoeken in dit gebied ruimte voor woningbouw, voorzieningen, een goed verbonden en goed bereikbare HOV-halte, een (deel)mobiliteitshub, oppervlaktewater, een aantrekkelijk sportpark, natuur en een geothermie-boorpunt. Binnen het sleutelgebied wordt ook gekeken naar de ruimtelijke en programmatische aansluiting op het Stadionplein en de sprinterstations Driehuis en Santpoort-Noord.

Stadslandschappen Stadsrandpark, Oost als pilot

Haarlem kent drie grote landschappelijke dragers met ieder een eigen identiteit die samenhangt met de historische geografie van de stad. Zij zijn het fundament voor het recreatieve en ecologische systeem: het landschap ten westen van de stad (de Binnenduinrand met Nationaal Park Zuid Kennemerland en de Waterleidingduinen), het Spaarne met oevers, en het landschap aan de oostelijke stadsrand (veenweide/polderlandschap met recreatiegebied Spaarnwoude). In het ecologisch systeem vormen deze dragers de basis met de meeste ecologische waarde en in het recreatief systeem vormen ze sinds jaar en dag een belangrijke bestemming voor recreanten. De toenemende recreatieve druk vanuit de verdichtende stad maakt dat we erop moeten letten dat deze grote landschappelijke dragers gezamenlijk worden doorontwikkeld. Dit betekent dat overkoepelende kwaliteiten voor het landschap als geheel de prioriteit krijgen boven kwaliteiten van ondergeschikte onderdelen. Voor de Binnenduinrand zijn de landschappelijke kwaliteiten onlangs benoemd en geborgd op regionaal niveau. Voor het Spaarne en de oostrand moeten we deze kwaliteiten helderder benoemen en waar nodig nieuwe kwaliteiten toevoegen met het oog op de toekomstbestendigheid. Het biedt de mogelijkheid voor nieuwe ruimtevragen waarin we bijvoorbeeld energie combineren met het versterken van het landschap en de recreatieve waarden.

Integrale vernieuwing openbare ruimte in Meerwijk (IVORIM)

De openbare ruimte in Meerwijk wordt in samenhang aangepakt. Meerwijk krijgt een toekomstbestendige en gezonde openbare ruimte; voorbereid op hittestress, wateroverlast en verdroging. Een aantrekkelijke informele route voor spelen en actieve mobiliteit zorgen voor een gezonde leefomgeving met voldoende ontmoetingsplekken. Binnen dit icoonproject is het uitrollen van een warmtenet een uitgangspunt. Hier wordt belangrijke kennis opgedaan over het klimaatadaptief maken van de openbare ruimte in combinatie met het uitrollen van een warmtenet. Deze kennis kan worden ingezet op andere plekken in de stad met een vergelijkbare stedenbouwkundige opzet.

Ramplaankwartier

Het Ramplaankwartier is van de vooroorlogse Haarlemse wijken, koploper op het gebied van warmtetransitie. De wijk is een icoonproject omdat het een voorbeeldproject is voor andere wijken in Haarlem. De goed georganiseerde buurt heeft een Spaargas-project opgestart met als doel een Aardgasvrij aanbod voor alle wijkgenoten. Hiervoor is een stuurgroep opgericht met mensen uit de wijkraad, de gemeente Haarlem en de TU Delft. Binnen het Spaargas-project wordt onder andere gewerkt aan ZonNet, een wijkwarmtenet dat wordt verwarmd met zonne-energie, Basis-Isolatie pakketten en de ZonKapel, een ruime dakkapel met PVT-zonnepanelen. De buurt wil niet afhankelijk zijn van een commerciële partij en de transitie betaalbaar houden voor iedereen.

Zorgcluster Spaarne Gasthuis

Het Spaarne Gasthuis heeft op haar terrein veel aan de zorg gerelateerde innovatieve functies. Dit past goed bij de gemeente Haarlem en we gaan onderzoeken hoe we dit project onderdeel kunnen maken van de stad. Eén van de doelstellingen is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig mee te laten doen in de maatschappij. Technologische innovaties gaan een grote bijdrage leveren aan de omslag van zorgconsument naar gezondheidsproducent, met meer regie over het eigen welzijn. Preventie van ziekte en de positieve gezondheidsbenadering door slimme toepassingen van data-analyses en eHealth staan hierbij centraal. De gezondheidszorg in Haarlem is een economisch sterke sector die zorgt voor bijna twintig procent van het totaal aantal banen. De sector is sterk in beweging en de zorgvraag zal naar verwachting toenemen. Mede daarom zien wij kansen om innovatie aan te jagen, gezamenlijk op te trekken en een leidende positie te pakken op toegepaste innovatie in de gezondheidssector. We trekken hierin samen op met de MRA, die internationaal voorloper wil zijn met innovaties ten behoeve van een gezond leven en vitaal ouder worden. Samen met de provincie willen we verkennen of we een proeftuinfunctie kunnen opzetten voor toegepaste innovatie op het gebied van gezondheid en vitaliteit. Denk vanuit economisch oogpunt aan het faciliteren van initiatieven die van meerwaarde zijn voor de gezondheid en vitaliteit. Het gebied rondom het Spaarne Gasthuis, eventueel in combinatie met het gebied rondom knooppunt Haarlem Nieuw Zuid, kan hierin een sleutelrol spelen.

Onderwijscluster Zijlweg

Het onderwijscluster Zijlweg (MBO en HBO) kan uitgroeien tot een aantrekkelijk levendig en dynamisch deel van Haarlem. Gevoelsmatig ligt het gebied nu wat verscholen en op afstand van het centrum van de stad. De afstand is echter relatief klein en de ligging erg goed, met twintig minuten lopen of minder dan tien minuten fietsen ben je in de binnenstad en aan de westzijde is het Nationaal park Zuid Kennemerland zeer nabij. Door het cluster meer onderdeel van de stad te maken kan Haarlem zichzelf beter profileren als stad van toegepaste kennis en innovatie. De aanwezigheid van de onder - wijsinstellingen maken het mogelijk van dit gebied een dynamisch gemengd stedelijk gebied te maken; hét type stedelijk milieu waarnaar veel vraag is. Ook is het goed voor de voorzieningen in de binnenstad als de studenten en scholieren meer binding krijgen met de stad als geheel. De stadstraat Zijlweg kan hierin een belangrijke rol spelen. De Zijlweg verbindt het gebied in één rechte lijn met de binnenstad. Hiervoor is het nodig de oversteek en psychologische barrière van de Randweg vanaf de Hogeschool Inholland te doorbreken. Om het gebied zelf levendig en aantrekkelijk te maken is het noodzakelijk om de bestaande of nieuwe bebouwing in het gebied naar de straatkant te richten, te zorgen voor een aantrekkelijke openbare ruimte en is het wenselijk extra voorzieningen mogelijk te maken, gericht op ontmoeting passend bij studenten en scholieren, zoals bijvoorbeeld dag-horeca.

3.2 Verdiepende uitwerking per integrale opgave

3.2.1 Uitwerking: aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen
3.2.1.1 Intro

Om een aantrekkelijke en gebalanceerde woon- en werkstad te blijven is het in de eerste plaats nodig dat we de bestaande kwaliteiten van de stad goed beheren. De aanwezigheid van het vele erfgoed, de hoge kwaliteit van de architectuur en openbare ruimte en het aanbod aan culturele voorzieningen dragen voor een groot deel bij aan de aantrekkingskracht van Haarlem voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Het behoud hiervan vraagt continue aandacht. 

 

Bestaand: krachtig centrum met woonwijken eromheen
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Bij het ontwikkelen van de stad blijft het belangrijk te zorgen voor de juiste vestigingscondities en voorwaarden voor zowel inwoners als bedrijven. Verschillende doelgroepen en bedrijven hebben verschillende wensen en eisen. Haarlem heeft inclusiviteit en kwaliteit hoog in het vaandel staan en kiest daarom voor het inrichten van stedelijke milieus voor diverse inwoners, en voor zowel praktisch geschoold werk als kennisintensief werk. Hiermee zet Haarlem de traditie voort te bouwen aan een stad waarin ruimte is voor ambacht en nijverheid met oog voor kwaliteit. Dit houdt in dat Haarlem kiest voor nabijheid, dichtheid, functiemenging, bereikbaarheid en een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte én groen. Wat betreft economie kiest Haarlem voor het behouden van de verzorgende economie en het toevoegen van kennisintensieve banen die aansluiten op het profiel van de beroepsbevolking. We werken toe naar een circulaire economie. Haarlem heeft binnen de MRA relatief veel senior talent en inwoners met een hoog opleidingsniveau. Dit komt onder andere door het unieke woonmilieu dat Haarlem biedt binnen de MRA. We leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de florerende regionale economie. Voor de economie betekent dit dat we de potentie van HOV-knopen als werkgebied benutten, dat we de economische clusters met ondernemers die hier al actief zijn versterken. Het gaat om het versterken van het economisch profiel van Haarlem en het creëren van de juiste ‘habitat’ voor bedrijven. Goede regionale afstemming over de kwalitatieve en kwantitatieve verdeling van werkgelegenheid is hierbij van belang. Daarnaast stimuleren we de vestiging van bijvoorbeeld sociaal ondernemers; niet enkel ondernemen om je winst te maximaliseren, maar door iets toe te voegen aan de samenleving. Dat kan door mensen in dienst te nemen met een afstand tot de arbeidsmarkt, of het maken van duurzame producten. Wat betreft wonen zetten we in op een inclusieve, ongedeelde stad; dit is een essentieel onderdeel van de Haarlemse identiteit. Het betekent dat we specifiek aandacht hebben voor doelgroepen met onvoldoende kansen op de woningmarkt zoals ouderen, starters, lage en middeninkomens, en anderszins kwetsbare doelgroepen. Een stad waarin ruimte is voor iedereen. Ook over woningbouw is regionale afstemming van belang.

2045: uitbreiding gemengd stedelijk milieu, toekomstbestendige en vitale stadswijken, duurzaam bedrijventerrein en diverse intensieve werkgebieden
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen

Op de kaart is de visie voor de woon én werkstad verbeeld. Hierin is inzichtelijk gemaakt welke delen van de stad zullen gaan verkleuren de komende decennia. De ontwikkelzones, OV-knooppunten, de Spaarnedriehoek en de vier wijken met een complexe stapeling van opgaven zijn het meest in het oog springend. De stadstraten spelen een belangrijke rol in het creëren van een goed verbonden stedelijk gebied.

Aantrekkelijke woon- én werkstad voor iedereen
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.1.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem concentreert binnenstedelijke toevoeging van woningen

Woningbouw concentreren we in grootschalige gebiedsontwikkelingen waar openbare ruimte en woningbouwontwikkeling in samenhang worden opgepakt. Dit stelt ons in staat stedelijke opgaven aan elkaar te verbinden en koppelkansen te creëren. We willen bouwen aan aantrekkelijke en toekomstbestendige gebieden in de stad zodat in de bestaande wijken meer rust ontstaat. 

De ontwikkelzones voorzien in het toevoegen van minimaal 10.000 woningen in de stad. De invulling van deze ontwikkelzones geeft een kwaliteitsimpuls aan het gebied, in de vorm van voorzieningen en meer differentiatie in het lokale woningaanbod. Ook vormen ze de eerste schakel in het realiseren van de integrale opgaven uit de Omgevingsvisie. Behalve in de ontwikkelzone worden op verschillende plekken in de stad via integrale gebiedsontwikkeling nieuwe woningen gebouwd.

Aandachtspunten

  • Stedelijke ontwikkelingen bekijken we in samenhang tot elkaar.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlem behoudt gemengd stedelijke milieus

Ontwikkelingen in de bestaande stad hebben niet als primair doel om woonruimte toe te voegen maar dragen bij aan de verbetering van de bestaande kwaliteit en van de aantrekkelijke, gezonde, sociale, klimaatbestendige en energiezuinige leefomgeving. Cultuurhistorische waarden en lokale identiteit zijn hierbij het uitgangspunt. Een groot deel van Haarlem heeft veel kwaliteit. De omgeving is aantrekkelijk en er is een gezonde menging van voorzieningen. Deze kwaliteiten wil Haarlem vasthouden. Dit betekent dat we zorgvuldig omgaan met bestaande wijken. We zijn terughoudend met kleinschalige projecten, zoals het splitsen van woningen of lagen toevoegen aan gebouwen in bestaande wijken. Het betekent niet dat we niets doen. De bestaande stad moet ook aangepast worden als opgaven op bijvoorbeeld het gebied van klimaatverandering en energietransitie daar aanleiding toe geven. 

De binnenstad is een van de belangrijkste werkgebieden van de stad waar veel werkgelegenheid en ondernemerschap zit maar waar ook wordt gewoond. Deze dynamiek van de binnenstad en de levendigheid en aantrekkingskracht zijn leidend bij ontwikkelingen. 

De wijken direct rond de binnenstad die al functiemenging kennen, worden behouden en waar mogelijk versterkt. In deze stadswijken komen wonen, werken en voorzieningen samen. Dit noemen we het centraal stedelijk gebied. Elke wijk heeft een eigen identiteit en die willen we behouden, dus nieuwe ontwikkelingen moeten hierop aansluiten. In deze wijken komen verschillende stedelijke opgaven samen.

Aandachtspunten

  • Meer ruimte voor groen, lopen en verblijven (ten koste van ruimte voor auto's in de openbare ruimte)

  • Menging van functies ten minste behouden en waar nodig versterken. Vrijkomende sociaal-maatschappelijke en economische ruimte behoudt die bestemming op het moment dat deze leeg komt te staan.

  • Met kleinschalige verdichtingen in de stad door middel van toevoegen van bouwlagen of opsplitsing van woningen gaan we, gezien de effecten op de omgeving, zeer terughoudend om.

  • Ontwikkelingen hebben niet als primair doel om woonruimte toe te voegen, maar dragen bij aan een aantrekkelijke, gezonde, sociale, klimaatbestendige en energiezuinige leefomgeving. Cultuurhistorische waarden en lokale identiteit vormen hierbij het uitgangspunt.

 

03 Haarlem werkt aan gemengde hoogstedelijke milieus rondom OV-knooppunten

Nabij OV-knooppunten bouwen we aan gemengde hoogstedelijke milieus. De OV-knooppunten zijn een belangrijke reden om hier te vestigen, voor zowel inwoners als bedrijven. Vanwege de goede OV-verbondenheid zetten we hier in op autoluw waardoor we energie en ruimte besparen. Nabij de OV knooppunten komen nieuwe stadswijken met een hoge dichtheid. Dat betekent dat er niet enkel woningen worden gebouwd. Kantoren, passende voorzieningen en een openbare ruimte met verblijfskwaliteit horen bij deze ontwikkeling. De nieuwe wijken worden verknoopt met de omliggende wijken en de rest van de stad door middel van aantrekkelijke verbindingen voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer.

Aandachtspunten

  • Bouwen aan kwalitatief hoogwaardige knooppunten in hoge dichtheid. De OV-knooppunten vervullen een unieke functie als entree tot de stad en zijn daarom bij uitstek geschikt om te bouwen aan het erfgoed van de toekomst.

  • Inzetten op een hoge mate van menging tussen economische functies, woonruimte en voorzieningen. 

  • Ruimte voor ondersteunende maatschappelijke functies en voorzieningen die nodig zijn voor functioneren van het gebied. De koppeling van het OV-knooppunten met pakkethubs is kansrijk. 

  • Aantrekkelijke OV-, fiets- en voetgangersverbindingen van OV-knooppunten met omliggende wijken.

  • Divers woningaanbod afgestemd op hoogstedelijke gebiedsdynamiek en voorzieningen, en vice versa.

  • Goede OV-verbindingen met relevante gebieden in de Randstad, specifiek gaat het om Amsterdam, Schiphol, Leiden en Den Haag.

 

Icoonprojecten:

 

04 Haarlem zet in op duurzame en toonaangevende economische clusters

Waarderpolder Haarlem Business Park is het grootste bedrijventerrein van Zuid-Kennemerland en daarmee een belangrijke werklocatie in de stad en regio. Om het terrein aantrekkelijk te houden voor bedrijven wordt ingezet op het toekomstbestendig maken van het gebied door het stimuleren van intensiever gebruik van de ruimte ten aanzien van het aantal arbeidsplaatsen, menging van (stapelbare) werkfuncties, kwalitatieve en klimaatadaptieve inrichting van de openbare ruimte, verduurzaming van de panden, energietransitie en door ruimte te geven aan de circulaire economie in combinatie met onderwijsinstellingen. Dat betekent een consequent beleid ten aanzien van het weren van niet wenselijke functies en het bewaken van de milieuzonering waar nodig. Het zuidelijk deel van de Waarderpolder ligt in de invloedsfeer van Station Haarlem Spaarnwoude en Station Haarlem. Dit gebied komt dankzij haar bereikbaarheidsprofiel in aanmerking voor intensieve verdichting en een ander type bedrijven, en kennisintensieve werkfuncties. Specifiek ligt het gebied in de invloedssfeer van het centrum. In het gebied is veel industrieel erfgoed wat maakt dat het een interessante schakel vormt tussen de Waarderpolder en de rest van de stad. De Waarderpolder moet een substantieel aantal arbeidsplaatsen opnemen; voor een groot deel geconcentreerd in de Zuidstrook en Spaarnedriehoek. 

Behalve de Waarderpolder kent de stad economische clusters rondom het Spaarne Gasthuis en nabij het ROC en de Hogeschool, bij de kruising van de Randweg met de Zijlweg. Versterking van de economische kracht en profilering is binnen deze gebieden van belang.

Aandachtspunten

  • Intensiveren aantal arbeidsplaatsen per m2 in economische clusters.

  • Mogelijk maken van nieuwe economische concepten in de Waardepolder.

  • Ontbrekende verbindingen met rest van de stad (fietsverbindingen richting het zuiden, onder andere Schalkwijk/Hoofddorp) aanleggen.

  • Meer ontmoetingsruimte in Waarderpolder.

  • Evenwichtig duurzaam beheer van de openbare ruimte in de Waarderpolder op peil houden, met als aandachtspunt het beter benutten van de ligging nabij Station Haarlem en Station Spaarnwoude.

  • Weren van functies die de werkfunctie van de Waarderpolder hinderen.

  • In de zuidstrook van de Waarderpolder werken we toe naar een kleinere hinderzonering. Als bedrijven met hinderzonering verplaatsen of geen hinderzonering meer nodig hebben, laten we deze zonering hier verdwijnen.

 

Icoonprojecten:

 

05 Haarlem zet selectief hoogbouw in om de stad te verrijken

In de beschermde binnenstad worden gebouwen vanaf 20 meter bouwhoogte aangemerkt als hoogbouw, in de rest van Haarlem worden gebouwen vanaf 30 meter bouwhoogte als hoogbouw aangemerkt. 

Hoogbouw kan, op specifieke plekken en met de juiste ruimtelijke argumenten, bijdragen aan een hogere dichtheid en verrijking van de stad. Deze vorm van hoogbouw is daarom een belangrijk instrument bij het creëren van aantrekkelijke woon-werkmilieus. Hoogbouw past echter niet overal. Een goede aansluiting op de bestaande karakteristieken van de stad is van belang. Dit betekent dat hoogbouw altijd maatwerk is en dat zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande stad en dat het de ruimtelijk-functionele structuur versterkt. Bescherming van de cultuurhistorische waarden, zoals het stadssilhouet, zijn hierbij een belangrijke afwegingsfactor. Daarnaast zijn mobiliteit en functiemenging belangrijke factoren bij de afweging omtrent hoogbouw. Het ligt voor de hand om hoogbouw te ontwikkelen rondom bestaande (en nieuwe) OV-knooppunten zodat meer mensen kunnen profiteren van de gunstige bereikbaarheid. Ook in een omgeving van voorzieningencentra kan het lonen om hoogbouw toe te voegen zodat het draagvlak voor winkels en andere functies wordt vergroot. 

Hoogbouw moet zorgvuldig worden ingepast in de bestaande stad. Met name in het beschermde stadsgezicht waar een zeer samenhangend, ruimtelijk en historisch waardevol bebouwingsbeeld is met duidelijke maat en schaal, ligt hoogbouw niet voor de hand. 

Elders in de stad is toevoeging van hoogbouw geen doel op zich maar wordt het alleen toegepast mits het de herkenbaarheid en leesbaarheid van de ruimtelijke hoofdstructuur en daarmee samenhang van de stad versterkt. 

De herkenbaarheid en leesbaarheid van de ruimtelijke hoofdstructuur kan worden versterkt door te kiezen voor hoogbouw op markante plekken. 

Markante plekken kunnen bijvoorbeeld zijn: (a) in de as van een grote weg; (b) op een belangrijk kruispunt; (c) bij de entree van een wijk of stad; (d) aan belangrijke openbare ruimtes; (e) rondom OV-knooppunten en (f) rondom centra van voorzieningen.

Aandachtspunten

  • We kiezen voor hoogbouw waar het een bijdrage kan leveren aan het creëren van een aantrekkelijke woon- werkmilieu en doen dit met gepaste zorg. Voorbeelden van potentieel geschikte locaties zijn OV-knoop Nieuw Zuid en grote kruispunten op de Spaarndamseweg.

  • Hoogbouw moet altijd worden beoordeeld met een hoogbouweffectenrapportage.

 

Icoonprojecten:

  • Ontwikkelzone Zuid-West

  • Ontwikkelzone Europaweg

  • Ontwikkelzone Oostpoort

  • Ontwikkelzone Spaarndamseweg

  • Knooppunt Nieuw-Zuid

 

Hoogbouw
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

 

06 Haarlem koestert erfgoed

Erfgoed is in Haarlem in de hele stad nabij en aanwezig. We hebben beschermd erfgoed, namelijk de beschermde stadsgezichten, monumenten, Orde-2 panden en UNESCO-landschap maar ook ander waardevol erfgoed. 

Het historische centrum van Haarlem is van onschatbare waarde voor de stad. De diepe historische gelaagdheid en de pandsgewijze ontwikkeling maakt het een uniek gebied dat bepalend is voor de beleving van de stad als geheel. De cultuurhistorische kernkwaliteiten zijn bij iedere ontwikkeling in de binnenstad het uitgangspunt. Dit betekent niet dat er niets mogelijk is, de historische gelaagdheid is per slot van rekening ontstaan juist doordat de binnenstad zo goed in staat is geweest veranderingen door de tijd op te nemen; het betekent dat nieuwe ontwikkelingen zich op hoogwaardige wijze moeten verhouden tot de bestaande kwaliteiten. Soms zal het ambitieniveau van opgaven moeten worden bijgesteld en moet elders gecompenseerd worden om de kwaliteiten van de binnenstad niet te ondermijnen. Hoogbouw verhoudt zich bijvoorbeeld niet goed tot de door de eeuwen heen opgebouwd historische gelaagdheid en kan in het historisch centrum afbreuk doen aan het karakteristieke stadssilhouet. 

De andere beschermde stads- en dorpsgezichten zijn van bijzonder hoge kwaliteit en rijk aan cultuurhistorische waarden. De bebouwing, de openbare ruimte en de samenhang tussen beide is hier van bijzonder hoge kwaliteit en zien we, op nationaal niveau, als waardig om beschermd te worden. Daar mogen we als Haarlem trots op zijn. Bij ontwikkelingen (bijvoorbeeld gebouwtransformaties of het plaatsen van zonnepanelen) in het beschermd stads- of dorpsgezicht besteden we daarom veel zorg aan de belevingskwaliteit en aan de verhouding tot bestaande kwaliteiten. 

Lange lijnen zijn binnen de stad en de regio verbindende historische structuren. Ze bestaan uit de fysieke openbare ruimte en de direct aanliggende bebouwing. De lijnen geven de stad samenhang, herkenbaarheid en zorgen voor oriëntatie. Het gaat om wegen en straten, waterlopen en spoorlijnen. De lange lijnen zijn buurt- en wijk overschrijdend en hebben vaak een gecompliceerd en samengesteld karakter: ze verbinden historische plekken en/of hebben een historische betekenis door een specifieke (voormalige) functie. Een hoofdrol is weggelegd voor de continuïteit van de lijn. De gebouwen erlangs geven maat, schaal en betekenis, en houden het historisch karakter afleesbaar. Waar de lijnen elkaar kruisen zijn soms markante historische plekken ontstaan.

Aandachtspunten

  • Ontwikkelingen in beschermde stads- of dorpsgezichten passen bij de kernkwaliteiten van het gebied en zijn hoogwaardig.

  • Ontwikkelingen langs lange lijnen doen geen afbreuk aan de continuïteit ervan en zorgen dat het historische karakter van de lijn als geheel afleesbaar blijft.

  • Bij ontwikkelingen in de binnenstad wordt onderzocht in hoeverre bestaande (of te herstellen) erfgoedwaarden bij kunnen dragen aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en de sociaal-economische waarde van de stad.

 

Icoonprojecten:

  • Stationsgebied Haarlem

  • Spaarnedriehoek - Zuidstrook Waarderpolder

 

07 Haarlem maakt wijkwinkelgebieden toekomstbestendig

De wijkwinkelgebieden willen we vitaal houden. Deze gebieden spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven van veel Haarlemmers; het gaat om voorzieningen in de nabijheid van de woning. De centra geven de wijken identiteit en karakter en ze fungeren ook als belangrijke ontmoetingsplek. Om de ontmoetingsfunctie en bereikbaarheid te versterken wordt ingezet op het verbeteren van de openbare ruimte. Meer aandacht voor verblijfskwaliteit, ontmoeting en het klimaat. Voor het gevoel van directe nabijheid van het centrum wordt het gebied ingericht op fietsers en voetgangers met aanlooproutes waar bij hitte voldoende schaduw is. De combinatie met een stadsdeelmobiliteitshub is kansrijk voor het creëren van dynamiek bij de winkelgebieden.

Aandachtspunten

  • Voetgangersgebied maken.

  • Koele, schaduwrijke aanlooproutes naar wijkwinkelgebieden.

  • Koele, schaduwrijke verblijfsplekken in wijkwinkelgebieden.

  • Verbinden wijkwinkelgebieden met mobiliteitshubs (ook deelconcepten).

  • Onderzoeken vestiging nieuwe economische concepten in winkelgebieden.

  • Koppelen wijkwinkelgebieden aan tien-minuten-netwerk.

 

Icoonproject:

  • Beatrixplein

 

08 Haarlem creëert ruimte voor de culturele sector

In de stad zorgen we voor langdurig beschikbare broedplaatsen waar ruimte is voor de culturele sector. Door ruimte te bieden aan hedendaagse kunstmakers ontwikkel je ook een eigentijdse en innovatieve cultuur die bijdraagt aan een aantrekkelijke en toekomstbestendige stad. Vernieuwing en experiment in de culturele sector dragen ook bij aan het vinden van oplossingen voor hedendaagse maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering. Bij deze actuele vraagstukken speelt verbeeldingskracht een belangrijke rol.

Aandachtspunten

  • Voldoende betaalbaar maatschappelijk inzetbare ruimte op centrale locaties in de wijk die over langere periode kan worden gebruikt.

  • Ruimte voor culturele sector aanwijzen.

  • Culturele cluster(s) in de stad waar culturele ruimte en (bijpassende) woonruimte worden gerealiseerd.

  • Culturele functies in de stad behouden hun bestemming als ze leeg komen te staan.

3.2.2 Uitwerking: versterken sociaal weefsel
3.2.2.1 Intro

Haarlem is een zorgzame stad met oog voor elkaar. Haarlem heeft een eeuwenoude traditie van samenleven en zorgen voor elkaar. Om dit vast te houden gaan we de sociale netwerken in de stad versterken. Deze netwerken dragen ook bij aan persoonlijke ontwikkeling en maken inwoners zelfstandiger, (mentaal) gezonder en weerbaarder. Hiermee willen we anticiperen op mogelijke toekomstige sociale problematiek. Ook in het licht van de grote opgaven die op de stad afkomen en die een beroep doen op alle Haarlemmers zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, de circulaire economie, de mobiliteitstransitie en het werken aan een biodiverse stad is het belangrijk om te zorgen voor sociale cohesie. Sterke sociale netwerken zorgen voor weerbaarheid doordat mensen elkaar steun kunnen bieden in moeilijke tijden, kennis en inzichten kunnen delen, lief en leed met elkaar kunnen delen en gezamenlijk aan hun toekomst kunnen bouwen. Een participatieve en toegankelijke samenleving waarin collectieve initiatieven in de stad tot bloei komen die bijdragen aan een toekomstbestendig Haarlem. Het sociale weefsel van de stad maken we sterker door: meer ruimte voor ontmoeting (in de openbare ruimte, bij verenigingen, in het rijke culturele aanbod, de horeca, oefenlocaties, culturele broedplaatsen, volkstuinen, etc.), voldoende en betaalbare woonruimte in wijken, nabijheid en toegankelijkheid van sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen, verhuismogelijkheden voor ouderen binnen de eigen sociale omgeving, bereikbaarheid van werk en ruimte voor collectief initiatief en gezamenlijkheid. Bij het inrichten van dit sociale weefsel hebben we aandacht voor de mogelijkheden van mensen voor wie betaald werk (nog) een stap te ver is. We zorgen daarnaast voor een solide sociale basis: toegankelijke hulp- en zorgvoorzieningen ter ondersteuning van sociaal-economisch kwetsbare doelgroepen. Ook zien we kansen voor collectieve initiatieven (wooncoöperaties, collectieve warmte-oplossingen, etc.) en deelconcepten (deelauto’s, etc.). Ook het sociaal weefsel heeft een regionale component. De arbeids- en woningmarkt zijn groter dan Haarlem. Betaalbare huisvesting en de bereikbaarheid van passende banen voor iedereen zijn gebaat bij goede regionale samenwerking. Dat geldt ook voor de sociale basisinfrastructuur. Haarlem heeft, als centrumgemeente van Zuid-Kennemerland, een rol die verder strekt dan de eigen gemeentegrenzen, want niet alleen Haarlemmers maken gebruik van voorzieningen in de gemeente. Haarlem vervult hierin als centrumgemeente in Zuid-Kennemerland dan ook een belangrijke rol voor omliggende gemeenten. 

Bestaand: sterke binnenstad en diverse voorzieningenclusters door de stad
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Dit sociale weefsel maken we robuust door het centrum te versterken als levendig en aantrekkelijk centrum voor de stad en regio, door Schalkstad te versterken als complementair centrum met onderscheidende kwaliteiten en door verder te bouwen aan een krachtige sociale basisinfrastructuur in alle wijken. Het doel is dat iedereen kan meedoen aan de samenleving. Dat kan alleen als die samenleving bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is. De omgeving moet erop gericht zijn dat iedereen er kan wonen, werken, onderwijs kan volgen, boodschappen kan doen en zijn of haar vrije tijd kan besteden. Dit doen we door maatschappelijke, sociale, culturele en andere voorzieningen goed met elkaar én met hun omgeving te verbinden en synergie te creëren door voorzieningen die elkaar kunnen versterken bij toekomstige ontwikkelingen slim te combineren.

2045: sterke binnenstad en diverse gemengde voorzieningenclusters passend bij lokale identiteit en behoefte
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Versterken sociaal weefsel

Op deze kaart is de visie op het versterken van het sociaal weefsel van Haarlem verbeeld. Op de kaart is het tienminutennetwerk van Haarlem schematisch verbeeld. Langs het netwerk liggen verschillende ontmoetingsplekken zoals sportparken, parken, sociaal-maatschappelijke voorzieningen en buurtwinkels. Deze zijn ook indicatief op de kaart gezet om een beeld te geven bij de fijnmazigheid van het netwerk. heet netwerk bestrijkt heel Haarlem en verbindt alle verschillende buurten van Haarlem met elkaar en omliggende gemeenten. 

Versterken sociaal weefsel
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.2.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem versterkt de functie van de binnenstad als levendig en aantrekkelijk centrum voor stad en regio

Het centrum van de stad functioneert als dynamisch centrum van Zuid-Kennemerland en is kenmerkend voor de kwaliteit van Haarlem: binnen de historische kern bevinden zich de grote culturele trekkers, het unieke winkelgebied met regionale en toeristische aantrekkingskracht, aantrekkelijke woonruimte, een rijk horeca-aanbod en stedelijke evenementen en activiteiten. Hier speelt zich het stadsleven af en ontvangen we bezoekers aan de stad. De ruimte in de binnenstad is beperkt en vraagt om een goede balans in functies en gebruik, ook in relatie tot de leefbaarheid. Tegelijkertijd is er sprake van een afnemende vraag naar winkels, waardoor op termijn misschien andere functies gewenst zijn. Behoud van de werkfunctie en de vitaliteit van de binnenstad zijn hierbij het uitgangspunt. De binnenstad wordt via stadsstraten goed verbonden met de rest van de Haarlemse agglomeratie (de omliggende stadsdelen en gemeenten).

Aandachtspunten

  • Behouden en vitaal houden van het cultureel aanbod. Dit moet passend blijven bij de stad en haar gebruikers.

  • Behouden en vitaal houden van de horeca en versterken van het Haarlemse nachtleven. De wens is om een 24-uurslocatie toe te voegen.

  • Behoud van uniek en aantrekkelijk kernwinkelgebied.

  • Werkfunctie behouden bij eventuele terugloop van de detailhandel.

  • Publieke/openbare functie van pleinen als verblijfs- en ontmoetingsplek versterken.

  • Aantrekkelijke routes door en naar de binnenstad versterken in de vorm van tien-minuten-netwerk en stadsstraten.

  • Uitbreiding van het 'dwaalmilieu' van de binnenstad zorgt voor een betere verbinding met het museumkwartier, de Koepelgevangenis, de Oerkap, Haarlemmer Stroom en bezoeklocaties in en rondom de binnenstad. 

  • Negatieve effecten van vakantieverhuur van woningen minimaliseren. Belangrijkste knelpunten zijn woning-onttrekking en de impact op sociale cohesie. 

  • Meer ruimte voor groen, lopen en verblijven (ten koste van ruimte voor auto's in de openbare ruimte). Stedelijke distributie is hierbij een aandachtspunt, het is van belang dat de bevoorrading van winkels, horeca en andere bedrijven mogelijk blijft. 

  • (Oevers) Spaarne beter benutten voor recreatie.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlem versterkt de centrumfunctie van Schalkstad 

Schalkstad vervult binnen Zuid-Kennemerland een belangrijke functie als centrum met onderscheidende kwaliteiten, aanvullend op het stadscentrum. Schalkstad onderscheidt zich van het stadscentrum door een ander soort stedelijkheid en een ander type voorzieningen en bedrijven die passen bij de cultuur en identiteit van Schalkwijk. Voorzieningen in het centrum van de stad en in Schalkstad kunnen elkaar aanvullen en met elkaar verbonden zijn, culturele voorzieningen in de binnenstad kunnen bijvoorbeeld een dependance hebben in Schalkstad, met een ander cultureel aanbod.

Aandachtspunten

  • Het culturele, sociale en maatschappelijke voorzieningenaanbod van Schalkstad in samenstelling beter passend maken bij de lokale cultuur. 

 

Icoonproject:

 

03 Haarlem zet in op een sterk sociaal-maatschappelijk voorzieningenaanbod

Een goede sociale basis op wijkniveau is belangrijk voor een stad. Dit zijn publieke en private voorzieningen en netwerken die de basis zijn voor de vorming en het functioneren van gemeenschappen. Om de sociale basis goed te laten werken, kiezen we voor het goed verbinden van voorzieningen en bedrijven die bijdragen aan het functioneren van gemeenschappen, zowel onderling als met de omgeving. Toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de voorzieningen voor iedereen in de samenleving speelt hierbij een rol. Als we voorzieningen slim combineren en de programmering van sociaal-maatschappelijke en culturele ruimte oppakken samen met bewoners en maatschappelijke partners, ontstaat synergie en komt maatschappelijke ruimte optimaal tot zijn recht binnen wijken. Belangrijke onderdelen in het sociaal weefsel zijn ook de sportparken, parken, speelplekken, volkstuinen, schooltuinen en pleinen. Deze dragen ook bij aan een gezonde leefomgeving. Ze moeten daarom langs de dagelijkse netwerken worden gepositioneerd, als verbindend element in de omgeving. En ook hier geldt dat het maken van slimme combinaties tot meerwaarde leidt. Dit zorgt dat deze plekken - meer nog dan nu het geval is - een belangrijke rol kunnen vervullen als ontmoetingsplek. Dubbel ruimtegebruik is het uitgangspunt. Voor het gehele sociaal-maatschappelijke voorzieningenaanbod ligt een interessante koppelkans met de lokale circulaire economie. Een sterke verwevenheid met lokale sociale structuren kan tot veel meerwaarde leiden. Ook de koppeling van de sociale basisinfrastructuur met woningen die geschikt zijn voor ouderen zien we als kansrijk. Door samenwerking en slimme combinaties ontstaat meer dan de som der delen en kunnen sociaal-maatschappelijke voorzieningen een optimale bijdrage leveren aan het versterken van vitale wijken.

Aandachtspunten

  • Sociaal-maatschappelijke voorzieningen en sportparken goed onderling en met omliggende wijken verbinden via tien-minuten-netwerken en waar en wanneer mogelijk positioneren op centrale plekken in de wijk.

  • Publieke ruimte zo veel mogelijk dubbel benutten door voorzieningen slim te combineren, met elkaar, met de omgeving of met bedrijven. Het samenbrengen van zorgvoorzieningen en scholen kan bijvoorbeeld tot meerwaarde leiden. Sommige schoolgebouwen worden bijvoorbeeld 's avonds al gebruikt als buurthuis. Deze ontwikkeling willen we op meer plekken in de stad; enerzijds omwille van efficiënt ruimtegebruik, anderzijds om synergie tussen voorzieningen te creëren. 

  • Voldoende betaalbare maatschappelijke inzetbare ruimte op centrale locaties in de wijk die over langere perioden kan worden gebruikt.

  • We onderzoeken of vrijkomende kerken, vrijkomende scholen en andere vrijkomende betekenisvolle gebouwen - die vaak een centrale positie in de wijk innemen - als prominent onderdeel van de sociale wijkstructuren kunnen gaan functioneren. 

  • Vastgoed en maatschappelijke bestemmingen vaker vasthouden voor maatschappelijke voorzieningen en accepteren dat er soms tijdelijke 'frictieleegstand' is voordat weer een gepaste maatschappelijke functie is gevonden.

  • Maatschappelijke ruimte gedeeltelijk laten programmeren door de wijk zelf en de organisaties die er al actief zijn.

  • De toegankelijkheid en openheid van sportparken verbeteren; mogelijkheid van dubbel gebruik met andere functies onderzoeken zodat ze een nog belangrijker rol in de wijk gaan vervullen.

  • Ontmoetingsfunctie pleinen en parken in de brede zin centraal stellen bij herinrichting, onder andere door meer functiemenging.

  • Schoolpleinen meer multifunctioneel gebruiker, onder andere door vergroening en als speelgelegenheid buiten schooltijd.

  • Speelgelegenheden meer vergroenen.

  • Gezonde schoolomgevingen (groene schoolpleinen, gezonde kantines, rookvrije zones etc.).

 

Icoonprojecten:

 

04 Haarlem versterkt verbindingen tussen en binnen verschillende stadsdelen

Goede verbondenheid binnen de stad is belangrijk om de bereikbaarheid van werk, sociale contacten en voorzieningen te optimaliseren. We bouwen daarom verder aan een tien-minuten netwerk dat dagelijkse en andere essentiële voorzieningen verbindt waardoor ontmoeten en bewegen worden gestimuleerd. Het is belangrijk dat dit netwerk ook goed gebruikt kan worden door kwetsbare doelgroepen. Dit betekent dat er op het netwerk geen grote hoogteverschillen mogen zijn, voorrang bij kruisingen van belang is, oversteekplaatsen kindveilig zijn, het netwerk langs scholen, wijkcentra, sportvelden, parken, supermarkten, gezondheidscentra en fysiotherapeuten moet lopen, en langs ouderenwoningen. Fijnmazigheid van het netwerk en positionering ten opzichte van essentiële (dagelijkse) voorzieningen zijn belangrijke aspecten van het tien-minuten netwerk. Deze zijn door de stedenbouwkundige opzet van de stad op veel plekken al op orde. Het is ook van belang dat stadsstraten en lange lijnen onderdeel uitmaken van dit fijnmazige netwerk om actieve mobiliteit als startpunt van een langere reis richting werk, naar het buitengebied of tussen verschillende stadsdelen de logische optie te maken. Dan is ook het wegnemen van barrières voor fietsers en voetgangers tussen de stadsdelen een belangrijk aandachtspunt. 

Specifiek verdient de Waarderpolder, die nu is omgeven door barrières, aanvullende aandacht. Betere verbindingen tussen de Waarderpolder en de omliggende stadsdelen kunnen ervoor zorgen dat het gebied beter bereikbaar is en daarom aantrekkelijker voor Haarlemse werkenden. 

Stadsstraten verbinden het stadscentrum van Haarlem met de stadsdelen (en stadsdeelcentra) en de woonkernen rondom de stad die gebruik maken van het Haarlemse voorzieningenaanbod en werkgelegenheid. Een stadsstraat kenmerkt zich door multifunctioneel gebruik, drukte, ontmoeting en de verbindende functie. Langs de stadsstraten staan woningen en clusters maatschappelijke en economische voorzieningen die bezoekers trekken. De bebouwing langs deze straten is gericht op de straat. Stadsstraten spelen een belangrijke rol in het sociaal weefsel van de stad en voor de bereikbaarheid van de stad per fiets en te voet. Dit vraagt een inrichting waarbij aandacht is voor fietsers en voetgangers. 

De wachttijden bij kruisingen zijn kort, de trottoirs zijn breed en bieden voldoende vrije doorloopruimte. Ook is er verblijfsruimte voor terrassen, ruimte voor uitstallingen, fietsparkeerplaatsen en bankjes. 

Een essentieel onderdeel van een goed functionerend tienminuten netwerk voor actieve mobiliteit is de belevingswaarde. Waar bij reizen per auto vooral de reistijd doorslaggevend is, speelt bij de keuze voor lopen of fietsen de belevingswaarde van de omgeving ook een belangrijke rol. Het is daarom nodig om door de hele stad te zorgen voor een aantrekkelijke openbare ruimte. Een aantrekkelijke openbare ruimte is een belangrijk onderdeel van de Haarlemse identiteit en het belang hiervan zal in de toekomst alleen maar verder toenemen. Niet alleen omdat de nadruk meer op actieve mobiliteit komt te liggen maar ook doordat het toevoegen van veel (relatief kleine) woningen zorgt dat er meer recreatieve druk op de openbare ruimte komt. Daar komt bij dat de verwachting is dat mensen voor werk vaker kiezen voor informele werkplekken zoals co-work spaces en deelkantoren die gericht zijn op ontmoeting waardoor de kwaliteit van de openbare ruimte een nog belangrijker vestigingsfactor zal worden voor werkgevers. Naast de belevingswaarde is ook de gebruikswaarde van het tien-minuten-netwerk essentieel. Aandachtspunt bij de gebruikswaarde van het tienminutennetwerk en de voorzieningen aan het tien-minuten-netwerk is dat deze ook toegankelijk zijn voor ouderen en mensen met een (fysieke) beperking.

Aandachtspunten

  • Barrières tussen stadsdelen voor fiets- en wandelroutes wegnemen.

  • Barrières voor fietsverkeer en voetgangers-verminderen op stadsstraten.

  • Fijnmazigheid van het tien-minuten-netwerk verbeteren.

  • Autodominantie terugdringen om ruimte vrij te maken voor groen, spelen, ontmoeting en andere vormen van verblijf.

  • Toegankelijkheid voor ouderen en mensen met (fysieke) beperkingen optimaliseren ter plaatse van tien-minuten netwerk en stadsstraten.

  • Het tien-minuten netwerk heeft voorrang bij het schaduwrijk maken.

  • Herkenbare en aantrekkelijke inrichting van het tien-minuten netwerk.

  • Oversteken voor voetgangers en fietsers in het tien-minuten netwerk en stadsstraten snel en veilig maken, ook voor kinderen.

  • Aansluiten van het tien-minuten-netwerk op stadsstraten en stadsstraten versterken.

  • Menselijke maat centraal stellen langs de routes; ruimte voor ontmoeting en aantrekkelijke verblijfsplekken.

  • Dichtheid en menging van functies langs stadsstraten verhogen.

  • Sociale veiligheid stadsstraten optimaliseren (ook ’s nachts) door menging en vandaaruit sociale controle.

  • Aansluiting van stadsstraten op omliggende woonkernen verbeteren.

  • Aansluiting stadsstraten op wijkwinkelcentra voor fietsers en voetgangers optimaliseren.

  • Ontwikkeling van sociale basisvoorzieningen en ouderenwoningen aan het tien-minutennetwerk koppelen.

  • Klimaatadaptieve openbare ruimte (hittebestendig, waterbestendig, droogtebestendig).

  • Openbare ruimte meer inrichten als verblijfs- en ontmoetingsplaats.

  • Veel spelverleidingen aanbrengen in de openbare ruimte (trottoirs en inrichtingselementen nodigen uit tot spelen en bewegen).

  • Integraal ontwerpen en plannen van elementen in de openbare ruimte (5G-masten, laadpalen, bankjes, trafo’s, etc.). Mogelijk hiervoor lokale kunstenaars inzetten en ook koppelen aan kunst in de openbare ruimte.

  • Ruimte voor meer kunst in de openbare ruimte, passend bij de lokale identiteit, met oog voor kwaliteit en de relatie met de openbare ruimte.

  • Extra aandacht voor kwalitatieve openbare ruimte in gebieden met verhoogde gezondheidsproblematiek. We maken waar mogelijk gebruik van circulaire materialen voor de inrichting van de openbare ruimte. Belangrijk is wel dat cultuurhistorische waarden worden meegenomen in het ontwerp van de openbare ruimte.

 

Icoonprojecten:

3.2.3 Uitwerking: klimaatbestendig Haarlem
3.2.3.1 Intro

Een klimaatbestendige stad kan extreem weer aan, zonder dat dit een grote impact heeft op het normale leven. Natuurlijk merk je het als het heel warm is of als het hard regent, maar het weer mag geen grote schade geven of ontwrichtend werken. Naar verwachting worden de weersomstandigheden door klimaatverandering de komende jaren veel extremer, daarmee staan we voor een flinke opgave om een klimaatbestendige stad te worden. Een groot deel van deze opgave pakken we niet alleen op; het boezemwatersysteem en stelsel van dijken zijn bijvoorbeeld veel groter dan Haarlem. Goede samenwerking met het Hoogheemraadschap en de MRA zijn voor de klimaatopgave dan ook van groot belang. Naast deze opgaven die de stad overstijgen, zijn echter ook ingrijpende maatregelen in de Haarlemse leefomgeving nodig: minder verharding, meer schaduw, meer groen en meer ruimte voor water. Dit speelt in meer of mindere mate in elke straat, overal moeten we werken aan een klimaatbestendig Haarlem. Die ingrepen bieden grote kansen voor positieve koppelingen met andere ambities. Denk aan het vergroten van de biodiversiteit, meer belevingswaarde, vergroting van de verblijfskwaliteit, versterking van recreatieve structuren, stimuleren van een gezonde leefstijl, oude historische waterstructuren weer in beeld brengen en meer ruimte voor participatie met de stad. 

Haarlem werkt al langer aan een klimaatbestendige stad: een watersysteem en groenstructuur die van oudsher nauwe samenhang vertonen met de ontstaansgeschiedenis van de stad en de bodem waarop die is ontstaan. Zij vormen het uitgangspunt voor het verder klimaatbestendig maken van de stad en bouwen voort op bestaande historische kwaliteiten.

Bestaand: boezemwaterstructuur en parken
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

 

Er is een watersysteem van oppervlakte- en grondwater, een drinkwatervoorziening, een groenstructuur en een afvalwaterstelsel. Het is belangrijk dat we dit systeem in stand houden. Zo is er voor iedereen schoon water beschikbaar en halen we vervuild water uit de leefomgeving (ter bescherming van de volksgezondheid) waarmee we een basis bieden voor een gezonde natuur. Deze basis breiden we uit met nieuwe waterverbindingen, aanvullende waterbergingscapaciteit en extra infiltratieruimte. 

De groenstructuur bestaat uit het huidige groen in Haarlem: parken, tuinen, bermen, landschappen, etc. Dit groen biedt verkoeling, houdt water vast en houdt ons ecosysteem in stand. Groen en water zijn nauw met elkaar verbonden, groen heeft water nodig om te groeien en water heeft groen nodig om in het gebied te blijven. Ook de groenstructuur behoeft uitbreiding. Er is meer ruimte nodig waar water kan infiltreren en kan worden vastgehouden voor droge periodes. Ook speelt uitbreiding van het groennetwerk een belangrijke rol bij het creëren van hittebestendige en aantrekkelijke routes die uitnodigen tot een gezonde leefstijl.

2045: Versterkte boezemwaterstructuur, bergings- en infiltratieruimte door de stad en berging in polders
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Klimaatbestendig Haarlem

Op de visiekaart klimaatbestendig Haarlem speelt water de hoofdrol. Het boezemwatersysteem wordt uitgebreid en versterkt om water af te kunnen voeren en langer vast te kunnen houden en alle buurten in Haarlem maken ruimte voor water. Deze ruimte voor water kan verschillende vormen aannemen. De gekozen vorm wordt afgestemd op de ondergrond. Niet overal in de stad is de ondergrond in staat voldoende water op te nemen in tijden van wateroverlast. In de uitwerking van de visie kan het voorkomen dat er watergangen bijkomen die nog niet op de visiekaart staan of dat watergangen toch ergens anders moeten komen.

Klimaatbestendig Haarlem
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.3.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem maakt ruimte voor water

Om buitenproportionele schade aan de leefomgeving door extreme regenval en droogte te voorkomen, is het nodig voldoende ruimte te maken voor water in de stad. Omdat water en droogteproblematiek zeer lokaal voorkomen moeten ze voor een belangrijk deel ook lokaal worden bestreden. Deze notie, in samenhang met de omvang van de opgaven, zorgt dat de wateropgave overal terugkomt: onder- en bovengronds, in polder en boezem, in stedelijk en buitengebied, en op openbare en private gronden. We zullen het bestaande groen en water dus uit moeten breiden. Waar nodig winnen we hiervoor ruimte ten koste van ruimte voor de auto. 

Om te beginnen betekent dit dat we investeren in het toekomstbestendig maken van het rioolstelsel. Dit vormt een belangrijk onderdeel van de infrastructuur die nodig is om hevige regenval te kunnen verwerken en vervuild water in te zamelen en af te voeren. Omdat de kosten van riolering relatief hoog zijn kan het riool niet zo groot worden gemaakt dat het elke bui kan verwerken. We zorgen daarom voor een goed functionerend rioolstelsel en accepteren dat een groot deel van het water bij zwaardere buien op straat kan komen te staan en ergens anders naartoe moet stromen. De basis hiervoor ligt in het boezemwatersysteem. Dit systeem moet worden versterkt om water te kunnen blijven bergen, afvoeren en doorvoeren. We maken nieuwe openwaterverbindingen en verbreden bestaande openwaterverbindingen, zodat we vanuit alle wijken voldoende ruimte hebben om overtollig water af te voeren. Deze waterverbindingen combineren we zoveel mogelijk met groen zodat ze tevens bijdragen aan de aantrekkelijke, gezonde, natuurinclusieve en sociale stad. In verband met de droogteproblematiek is het belangrijk dat de stad niet alleen water af kan voeren maar dat er ook waterbuffers zijn die water vast kunnen houden. Dit doen we in zorgvuldige afweging met omgevingsfuncties en kenmerken van de stedelijke inrichting, zonder overlast te geven. Bijvoorbeeld in gebieden met een goede ondergrond en niet te hoge grondwaterstanden. Waterbuffers worden gebruikt ten tijde van hevige neerslag. Om wateroverlast tegen te gaan wil Haarlem robuuste buffers maken die ook in tijden van een overschot aan hemelwater of grondwater bijdragen aan een duurzame waterhuishouding. Tot slot krijgen de poldergebieden extra waterbergingscapaciteit. Polders zijn kwetsbaarder voor extreme weersomstandigheden dan de hoger gelegen boezemgebieden. Het water in de polder kan er alleen uit via een gemaal. De polders worden klaar gemaakt voor het klimaat van de toekomst door in te zetten op extra bergingscapaciteit. We streven door de hele stad heen naar een minimaal percentage aan oppervlaktewater, passend bij de verschillende opgaven van deze typen gebieden. Dit minimum stemmen we af met het Hoogheemraadschap Rijnland.

Aandachtspunten

  • Het rioolstelsel doelmatig opwaarderen zodat het een bui kan verwerken die statistisch gezien eens in de vijf jaar valt.

  • Om grondwaterproblemen te voorkomen per project beoordelen of we drainage aanleggen bij aanpassingen van het rioolstelsel.

  • Extra watergangen aanleggen op boezemniveau.

  • Bestaande boezemwatergangen verbreden.

  • Beschermingszones rondom de watergangen zorgen ervoor dat ook op langere termijn ruimte is om water vast te houden.

  • Wijkwaterbuffers, bergingscapaciteit en watergangen aanleggen. De bebouwde leefomgeving (zowel bovengrondse en ondergrondse wateropgaven en inrichting) is leidend in hoe deze buffers worden vormgegeven.

  • Goede regie op ondergrondse en bovengrondse ruimteclaims.

  • Keringen, waterlopen en kunstwerken beschermen we waar nodig ter ondersteuning van het Hoogheemraadschap. Hiermee dragen we bij aan bescherming tegen inundatie en overstromingen.

  • Het water dat we afvoeren naar de oppervlaktewateren moet schoon zijn. We beoordelen de kwaliteit van afstromend water en nemen maatregelen als dat nodig is.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlemse stedelijke ontwikkelingen en transformaties zijn klimaatadaptief

Nieuwbouw en herontwikkelingen worden klimaatbestendig aangelegd. Belangrijk is om bij bouw en vernieuwing rekening te houden met droogte, hevige regenval, hitte en andere klimaatstress die in de toekomst kan optreden. We zorgen daarom dat nieuwbouw voldoet aan het basisveiligheidsniveau van de MRA voor klimaatbestendige nieuwbouw.

Aandachtspunten

  • Nieuwbouw moet voldoen aan basisveiligheidsniveau van de MRA voor klimaatbestendige nieuwbouw.

  • Alle ontwikkelingen in Haarlem zijn klimaatbestendig. Elk nieuwbouwproject en elke herstructurering wordt gebruikt om Haarlem te ontwikkelen tot een klimaatbestendige stad.

 

Icoonprojecten:

  • Ontwikkelzone Zuid-West

  • Ontwikkelzone Europaweg

  • Ontwikkelzone Oostpoort

  • Ontwikkelzone Zijlweg

  • Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

  • Ontwikkelzone Spaarnesprong

  • Ontwikkelzone Spaarndamseweg

  • Integrale vernieuwing openbare ruimte in Meerwijk (IVORIM)

  • Wijken met complexe stapeling van opgaven, Leidsebuurt als pilot

 

03 Haarlem bouwt aan klimaatbestendige openbare ruimte

Extremere weersomstandigheden vragen een andere inrichting van de openbare ruimte. De effecten van hittestress, wateroverlast en droogteproblematiek moeten worden beperkt om schade aan de bebouwde omgeving en negatieve impact op de gezondheid van Haarlemmers zoveel mogelijk te voorkomen. De hiervoor benodigde ruimte winnen we primair ten koste van parkeerplaatsen voor auto’s. De omvang van deze opgave is niet overal in de stad even groot en ook zijn niet overal dezelfde oplossingen mogelijk. Dit betekent dat altijd maatwerk moeten worden geleverd. 

Om de effecten van hittestress tegen te gaan werken we aan verkoeling van de leefomgeving. Op warme dagen zal hittestress overal merkbaar zijn, maar we willen dat de temperaturen nog wel te doen zijn. We richten ons ten eerste op locaties waar veel mensen buiten zijn, zoals sportvelden, winkelgebieden en fiets- en voetgangersroutes. We willen dat een deel van deze gebieden koel is. Ten tweede bouwen we aan verkoelende plekken op loopafstand van woningen. Hier kijken we ook naar de gevolgen voor de natuur. Zo kan de waterkwaliteit per buurt verslechteren bij hoge temperaturen of kunnen bomen de grondwaterstanden nabij kwetsbare bebouwing juist ongewenst verlagen. Tenslotte richten we ons op voor hittestress kwetsbare groepen, zoals ouderen, zieken en kinderen. We willen hen zoveel mogelijk verkoeling bieden in hun dagelijkse leefomgeving.

Aandachtspunten

  • Plekken waar veel personen zijn die kwetsbaar zijn voor hittestress beter hittebestendig maken.

  • De directe leefomgeving verkoelen in de gebieden waar veel voor hittestress kwetsbare groepen samenkomen (zorginstellingen, scholen). Hier komen sowieso veel mensen samen en laten we dus zien dat een klimaatbestendig Haarlem een meerwaarde is voor iedereen.

  • Het verkoelen van gebieden waar veel mensen buiten zijn. Bijvoorbeeld door bomen te planten, fonteinen te plaatsen waar niet voldoende ruimte is voor groen, of schaduwdoeken op te hangen.

  • We zorgen voor schaduw op routes en woningen om de negatieve effecten van hittestress te minimaliseren. Hiervoor kijken we in de eerste plaats naar het aanplanten van bomen omdat deze naast schaduwwerking ook veel andere voordelen hebben.

  • Groene en/of blauwe recreatiemogelijkheid bieden op loopafstand van elke woning.

  • Ervoor zorgen dat de waterkwaliteit aansluit op het gebruik ervan, zodat het water geen gevaar vormt voor de leefomgeving.

  • In de hele stad straten inrichten voor meer waterberging (hoogteverschillen) en met meer groen. Sturing van waterstromen naar een plek waar ze geen overlast veroorzaken of juist een bijdrage kunnen leveren, sturen naar wijkwaterbuffers.

  • Bij gebiedsontwikkeling zorgen voor voldoende groen en blauw.

  • Routes voor nood- en hulpdiensten begaanbaar houden bij piekbuien.

  • In stadsdelen waar de benodigde extra ruimte voor groen en water (en daarmee het aantal te vervallen parkeerplaatsen) erg groot is, kan in aanvulling op alternatieve vormen van (deel)mobiliteit gekeken worden naar alternatieve parkeervoorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van stadsdeelhubs.

 

Icoonprojecten:

  • Integrale vernieuwing openbare ruimte in Meerwijk (IVORIM)

  • Wijken met complexe stapeling van opgaven, Leidsebuurt als pilot

 

04 Haarlem deelt de verantwoordelijkheid voor de wateropgave

Een groot deel van de gemeentegrond is in bezit en/of in gebruik van bewoners en bedrijven. Een klimaatbestendig Haarlem betekent dat ook deze grond klimaatbestendig moet worden gemaakt. In principe gaan we ervanuit dat eisen en verwachtingen voor de openbare ruimte ook gelden voor de particuliere ruimte. Oftewel, iedereen draagt evenveel bij, mits dit in alle redelijkheid mogelijk is. Zo kan het lastig zijn om hemelwater zelf te verwerken als je een kleine tuin hebt en de grondwaterstanden al hoog staan. We leggen aan bewoners en bedrijven uit dat extremer weer vaker gaat voorkomen en dat zij de gevolgen hiervan zullen merken. We leggen uit welke acties wij hiertegen ondernemen, maar ook dat we niet te allen tijde kunnen voorkomen dat ze hun handelen soms zullen moeten aanpassen aan extremer weer.

Aandachtspunten

  • De gemeente Haarlem stimuleert: de klimaatopgave van het eigen grondgebied zien we als een opgave voor de eigenaar van het grondgebied.

  • Gemeente Haarlem communiceert: we verzorgen educatie over klimaatadaptatie aan) inwoners.

  • Gemeente Haarlem regisseert: we willen structuur aanbrengen in klimaatadaptieve maatregelen. De goedbedoelde inspanning van de particulier mag niet leiden tot wateroverlast op het terrein van de buren of elders.

 

Icoonproject:

  • Wijken met complexe stapeling van opgaven, Leidsebuurt als pilot

3.2.4 Uitwerking: gezonde stad voor mens en dier
3.2.4.1 Intro

De manier waarop de stad is ingericht draagt in belangrijke mate bij aan de gezondheid van haar inwoners. Haarlem heeft vanuit haar identiteit en geschiedenis een sterke traditie op dit gebied. We bouwen daarom verder aan een stad die een gezonde leefstijl stimuleert door de gezonde keuze zo vaak mogelijk de makkelijke keuze te maken; de fiets pakken moet bijvoorbeeld aantrekkelijker zijn dan het pakken van de auto. De leefomgeving nodigt uit tot bewegen. We zetten daarom in op het versterken van de landschappen, sportparken, parken en andere groengebieden in en om Haarlem en het beter verbinden van dit groen met recreatieve en ecologische verbindingen. De groengebieden zijn voor Haarlem van grote waarde maar vallen voor een groot deel buiten de gemeentegrenzen. Goede regionale samenwerking is daarom noodzakelijk om te zorgen dat dit landschap toegankelijk en aantrekkelijk blijft. 

Bestaand: doorlopend landschap binnenduinrand, stadsparken en versnipperd landschap aan oostrand en langs Spaarne
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Daarnaast verbeteren we omgevingsaspecten die in directe zin invloed hebben op de gezondheid. Denk aan milieueffecten zoals geluidsoverlast, lucht-, en bodemvervuiling. We investeren in een gezond functionerend ecosysteem en een fijnmazig groennetwerk om de biodiversiteit te verbeteren. Bewegen, recreatie en natuur zijn functies die goed met elkaar gecombineerd kunnen worden door ze ten opzichte van elkaar slim te positioneren. Een gezonde leefomgeving is een prettige leefomgeving en draagt ook bij aan een sterk sociaal weefsel. Groen draagt bij aan de mentale en fysieke gezondheid van inwoners.

2045: Binnenduinrand, Spaarne en stadsrandpark oost als drie samenhangende landschappelijke structuren en robuust groen-blauw netwerk van parken en netwerk
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Gezonde stad voor mens en dier

Op deze kaart is visie op de gezonde stad voor mens en dier verbeeld. Op de kaart staan drie grote landschappelijke structuren centraal. Het Spaarne, de binnenduinrand en stadsrandpark oost. Deze landschappen worden onderling verbonden via ecologische en recreatieve verbindingen en het tien-minutennetwerk voor actieve mobiliteit. Ook het groen in de stad zoals de stadsparken en ecologische hotspots spelen een belangrijke rol in de gezonde stad. Het tien-minutennetwerk en de gestippelde ecologische verbindingen zijn op voorlopige plekken ingetekend en kunnen bij verdere uitwerking verplaatsen als het functioneren ervan overeind blijft.

Gezonde stad voor mens en dier
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.4.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem zet in op versterken van ecologisch netwerk

Het versterken van ecologische waarde in de stad doet Haarlem op verschillende manieren; via het versterken van de ecologische hotspots, het verbinden van deze gebieden via ecologische verbindingen en door natuurinclusief te ontwikkelen. 

Ecologische hotspots in de stad zijn de belangrijkste habitats voor flora en fauna. Het zijn de plekken in de stad met de meeste biodiversiteit. Ecologisch waardevolle gebieden in de stad versterken we door ecologisch groenbeheer en door deze in te richten met diverse beplanting (aquatische beplanting, oeverbeplanting, kruidenlaag, zoom- en mantelvegetatie, struikenlaag, boomlaag). Het is van belang om zoveel mogelijk gebiedseigen beplanting te kiezen, die past bij het type ondergrond en die ook klimaatadaptief is. 

De ecologisch en recreatief waardevolle gebieden verbinden we onderling beter met fiets- en wandelnetwerken en ecologische verbindingen. Tezamen zorgen ze voor een robuust recreatief en ecologisch netwerk. 

Bij ontwikkelprojecten is het streven dat deze natuurinclusief worden aangelegd. Dat wil zeggen dat er ruimte is voor inheemse flora en fauna. In de openbare ruimte kunnen dat groenstroken zijn van voldoende omvang en bij bouwprojecten kunnen bijvoorbeeld nestkasten in de gevel worden opgenomen.

Aandachtspunten

  • Ecologische waarden versterken in hotspots en slim combineren met andere opgaven (recreatie, energieopwekking, klimaatadaptatie).

  • Beplanting altijd kiezen op toekomstbestendigheid in het kader van klimaatverandering.

  • Ecologische structuren laten aansluiten bij de diversiteit van de ondergrond in de stad. De invulling van ecologische hotspots wordt mede bepaald door bodemeigenschappen en de waterhuishouding.

  • We onderzoeken hoe natuur op efficiënte wijze onderdeel kan uitmaken van alle ontwikkelingen.

  • Natuurwaarde van boerenland in buitengebied versterken.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlem zet in op bewegen

Haarlem zet in op het beweegvriendelijk maken van de stad en het vrijmaken van ruimte om te recreëren. Hiervoor worden de drie grote stadslandschappen (Binnenduinrand, Spaarnelandschap en Stadsrandpark Oost) versterkt, de parken beweegvriendelijk ingericht en wordt het recreatief fiets- en  wandelnetwerk versterkt. De drie grote stadslandschappen worden versterkt door nieuwe opgaven zorgvuldig in te passen en tegelijkertijd de recreatieve en ecologische kwaliteiten te versterken. De stads- en sportparken vormen een belangrijke schakel in het recreatief systeem en sociaal weefsel van de stad. Het zijn al eeuwenlang dé plekken dichter bij huis waar Haarlemmers kunnen sporten, bewegen, verblijven, afkoelen of elkaar ontmoeten. Recreatiegebieden verbinden we onderling beter met fiets- en wandelnetwerken en ecologische verbindingen. Tezamen zorgen ze voor een robuust recreatief en ecologisch netwerk.

Aandachtspunten

  • Meer ruimte voor beweging in stadsparken, waarbij cultuurhistorische waarden, ecologische waarden en gebruik als ontmoetingsplek worden gecombineerd. In de verschillende wijken is een andere behoefte met betrekking tot bewegingsruimte. De beweegvriendelijke inrichting wordt dus afgestemd op de behoefte van de gebruikers van het park.

  • Door goede inrichting van de ondergrond zorgen dat de parken het hele jaar bruikbaar blijven voor de gewenste functies, bijvoorbeeld niet te droog voor vegetatie, maar ook niet te nat, waardoor je niet meer in het gras kan zitten.

  • Vergroenen en vernatten van het recreatieve en ecologische netwerk. Met oog voor (grond)watereffecten in de omgeving.

  • Minder verharding in het recreatief en ecologisch netwerk; meer groen en blauw.

  • Recreatief netwerk aansluiten op stadsstraten.

  • Tien-minuten netwerk koppelen aan recreatief/ ecologisch netwerk.

  • Verbindingen tussen landschappelijke dragers verbeteren.

  • De landschappelijke routes richting Nationaal Park Zuid-Kennemerland, Waterleidingduinen en recreatieschap Spaarnwoude verbeteren.

  • Bereikbaarheid van de landschappelijke dragers vanuit de woongebieden versterken.

  • Spaarne als doorgaande recreatieve structuur versterken door wandel- en fietsroutes erlangs te versterken.

  • Stadsrandpark als doorgaande recreatieve structuur versterken door wandel- en fietsroutes erlangs te versterken.

  • Versterken van de ecologische verbindingen tussen ecologische hotspots.

  • Versterken van de recreatieve verbindingen tussen de drie grote stadslandschappen. 

  • In het stadsrandpark ruimte bieden aan nieuwe ruimtevragers die nodig zijn voor energietransitie en klimaatadaptie.

  • De toegankelijkheid en openheid van sportparken verbeteren; de mogelijkheid van dubbel gebruik met andere functies onderzoeken zodat ze een nog belangrijker rol in de wijk gaan vervullen.

 

Icoonprojecten:

 

03 Haarlem kiest voor het beperken van milieu- en gezondheidseffecten

Gezondheid en welbevinden in de stad worden beïnvloed door de milieukwaliteit. Hieronder rekenen we geluid, geur, straling, luchtkwaliteit en bodemkwaliteit. Voor deze milieukwaliteiten neemt Haarlem altijd minimaal de wettelijke normen als uitgangspunt. Conform het Schone Lucht Akkoord (januari 2020) streven we naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit met 50% gezondheidswinst per 2030.

Aandachtspunten

  • Bij het bouwen van woningen en andere gevoelige functies houden we rekening met de geluidsbelasting.

  • Bij het bouwen van huizen, het aanleggen van speelplaatsen en andere gevoelige functies controleren we of de lucht- en bodemkwaliteit geen onacceptabele gezondheidsrisico’s opleveren.

  • Grond die van elders wordt gehaald om in Haarlem te gebruiken moet aansluiten bij de gemiddelde kwaliteit om de basiskwaliteit van de bodem – die momenteel geen belemmering vormt voor normaal gebruik – te behouden.

 

Icoonproject:

3.2.5 Uitwerking: energietransitie in Haarlem
3.2.5.1 Intro

Haarlem draagt bij aan een klimaatneutrale samenleving. Dit betekent dat we op termijn niet meer CO2 uitstoten dan de stad kan opnemen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de wijze waarop we met energie omgaan omdat de meeste CO2 -uitstoot afkomstig is van de verbranding van fossiele brandstoffen. De energietransitie zal voor Haarlem ingrijpende gevolgen hebben omdat we allemaal een steentje moeten bijdragen. De energietransitie heeft ook een belangrijke regionale component, in de eerste plaats omdat we als Haarlem niet al onze eigen energie kunnen opwekken maar ook omdat de infrastructuur niet bij de grenzen van de stad stopt. Goede regionale samenwerking is daarom voor de energietransitie van groot belang. Belangrijke uitgangspunten bij de energietransitie zijn duurzaamheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid en het samen met de stad maken van keuzes. Deze komen overeen met de uitgangspunten die de Haarlemmers hebben meegegeven bij de transitievisie warmte. Ook houden we rekening met cultuurhistorische waarden, gezondheid en de ruimtelijke kwaliteit van de stad. Vanwege de fijnmazigheid van de opgave zien we een belangrijke rol voor collectieve initiatieven in de buurt of wijk. Als we het samen doen kan de energietransitie een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de stad. 

Bestaand: gas- en elektriciteitsnetwerk
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Om de energietransitie voor elkaar te krijgen zetten we in op het besparen en efficiënt benutten van energie, het duurzaam opwekken van energie en tot slot op het creëren van ruimte voor de infrastructuur die nodig is om de stad van energie te voorzien. Het besparen van energie speelt een zeer belangrijke rol in de energietransitie. Dit doen we bijvoorbeeld door gebouwen goed te isoleren, door bomen te planten, te zorgen dat gebouwen in de zomer niet te veel last hebben van hittestress, in hogere dichtheid te gaan wonen en werken, waar mogelijk bij transformaties in de bebouwde omgeving zoveel mogelijk van de oorspronkelijke bebouwing te hergebruiken en op een andere manier te gaan reizen. Vervolgens zetten we in op het efficiënt benutten van energie, bijvoorbeeld door de warmtevraag die na isoleren overblijft uit duurzame bronnen te halen en schone elektriciteit zoveel mogelijk lokaal te produceren. Vanwege de hoge dichtheid van Haarlem zal de lokale winning en productie van duurzame energie ons energieverbruik in de toekomst slechts gedeeltelijk dekken. Waar mogelijk zullen we dit doen, maar we zullen ook goed moeten samenwerken met de regio en de rest van Nederland. Om dit alles te kunnen doen investeren we in een robuuste en betrouwbare infrastructuur die de juiste bronnen op het juiste moment aan de energiebehoefte van de stad koppelt door boven- en ondergrondse ruimte voor energieopslag en -transport te reserveren en creëren. Deze infrastructuur is gebaseerd op bestaande netwerken en breiden we uit met warmtenetten met duurzame warmtebronnen, verzwaarde elektriciteitsnetten, extra laag-, midden-, en hoogspanningsstations en bodemenergiesystemen voor warmte- en koudeopslag (WKO).

2045: versterkt elektriciteitsnetwerk, warmtenetten, diverse vormen van lokale warmte- en elektriciteitsopwekking op eigen grondgebied
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Energietransitie in Haarlem

Op deze kaart is de integrale visie op de energietransitie van Haarlem in beeld gebracht. De kaart maakt per buurt inzichtelijk welke aardgasvrije warmteoplossingen het meest voor de hand liggen. Dit betekent natuurlijk niet dat alle gebouwen in die buurt ook van die techniek gebruik zullen maken. De kaart laat ook zien wat de samenhang tussen de verschillend energiesystemen is. De energie - transitie heeft niet alleen impact bovengronds maar ook ondergronds, het elektriciteitsnetwerk moeten worden verzwaard en verschillende infrastructuur claimt ondergronds ruimte in de stad. De locatie van de warmtenetten is voorlopig en indicatief ingetekend en kan bij uitwerking nog verplaatsen als een andere locatie toch beter geschikt blijkt.

Energietransitie in Haarlem
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.5.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem zet in op het besparen en efficiënt benutten van energie

Ons huidige energieverbruik hangt samen met de wijze waarop onze leefomgeving is georganiseerd. Om onze eigen klimaatdoelstellingen te halen is het belangrijk te zorgen dat we minder energie verbruiken. We zetten daarom in op optimale besparing van energie en slimme opslag en distributie van aanwezige energie. Energie die je niet gebruikt hoef je immers niet op te wekken en we verliezen dan ook geen kostbare energie bij transport, opwekking en gebruik. Hiervoor zijn verschillende strategieën. Door onze gebouwen beter te isoleren hebben we minder energie nodig om ze te verwarmen en te koelen. Ook het aanplanten van meer groen heeft een verkoelend effect. Verder zorgt een hogere woon-, en werkdichtheid ervoor dat we minder grote afstanden hoeven af te leggen en dus minder brandstof verbruiken. Ook zetten we in op een zo laag mogelijk gebruik van energie. Zo hebben gestapelde en geschakelde gebouwen een lagere verwarmingsbehoefte dan vrijstaande gebouwen. 

In de Waarderpolder en bedrijventerrein Polanenpark in Haarlemmermeer staan datacenters. De warmte die bij deze datacenters vrijkomt, wordt indien mogelijk, in de toekomst benut voor het verwarmen van gebouwen. Dit geldt ook voor aanwezige warmte in het afvalwatersysteem en in het oppervlaktewater; in de zomer warmt de zon het water op. De hele ondergrond van de stad is geschikt voor de opslag van warmte en koude. Om negatieve interferentie tussen de systemen onderling te voorkomen, worden interferentiegebieden aangewezen waarbij in kaart wordt gebracht waar warmte- en koudebronnen mogen worden geplaatst. We willen bodemenergie-systemen zoveel mogelijk in collectiviteit, als open systeem en op private gronden bouwen. Dit is noodzakelijk om concurrentie op beschikbare ruimte met (ondergrondse) infrastructuur te voorkomen. Collectieve warmteoplossingen dragen bij aan sociale cohesie en passen daarom goed bij Haarlem.

Aandachtspunten

  • Optimaal isoleren van het woningbestand met respect voor eventuele cultuurhistorische waarden. Dit betekent bij monumenten dat maatwerk moet worden geleverd.

  • Reizen verminderen, veranderen en verschonen.

  • Door compact te bouwen verminderen we huishoudelijk energieverbruik. Het verkleint de kans dat warmte via het geveloppervlak ontsnapt. Ook verkleinen we de gemiddelde reisafstand en bijbehorend energieverbruik omdat wonen, werken en voorzieningen zich dichter bij elkaar bevinden.

  • Bij verdichting worden plannen gemaakt om de extra druk op bovengrondse en ondergrondse (openbare) ruimte in te passen.

  • Meer groen aanplanten in woon- en werkomgeving. De ondergrondse effecten van groen, zoals risico voor bodemdaling en droogvallende fundering, worden hierin meegewogen.

  • Ruimte in de ondergrond reserveren en/of creëren voor groen.

  • Als mogelijk benutten van de restwarmte van datacenters (en eventueel andere bedrijven) uit de Waarderpolder en Polanenpark via warmtenet.

  • Gebieds- of projectontwikkelingen nabij het Spaarne gebruik laten maken van thermische energie uit oppervlaktewater (aquathermie)

  • Gebieds- of projectontwikkelingen nabij de hoofdleiding gebruik laten maken van thermische energie uit afvalwater (riothermie), als dit kan zonder nadelige effecten op het functioneren van de riolering en rioolwaterzuiveringsinstallatie.

  • Gebieden aanwijzen voor het plaatsen van warmte- en koudebronnen om negatieve interferentie tussen de systemen onderling te voorkomen. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele beïnvloeding van de omgeving door concurrerende systemen.

  • Bij nieuwbouw wordt houtbouw gestimuleerd.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlem zet in op duurzame energieproductie

Hoewel de boven- en ondergrondse ruimte in Haarlem beperkt is, zal die ruimte een bijdrage moeten leveren aan de productie van onze eigen energiebehoefte. Het gaat dan om het opwekken van elektriciteit uit zon en wind en het winnen van warmte uit de diepere aardlagen (geothermie). Geothermie is nodig om een deel van de gebouwen in Haarlem te voorzien van warmte. Toepassing van geothermie is afhankelijk van de samenstelling en vorm van diepe aardlagen. Als geologisch onderzoek aantoont dat geothermie voldoende potentie heeft, zoeken we rondom het stedelijk gebied, binnen de gemeentegrenzen, een aantal geschikte locaties voor de bouw van een warmteproductiestation. 

Voor de productie van elektriciteit gaan we de daken optimaal gebruiken en benutten we de potentie van het landschap aan de oostkant van de stad. Bij energieopwekking op daken vinden we het belangrijk om zo goed mogelijk aan te sluiten op de bestaande (cultuurhistorische) waarden. In de toekomst zullen innovatieve technieken mogelijk zorgen dat energieopwekking volledig geïntegreerd kan worden in gebouwen. Voor het zover is, is het belangrijk nu al te beginnen met het toepassen van bestaande technieken. Bij vervanging zorgen toekomstige technieken voor een nog betere inpassing. 

Aan de oostkant van de stad ligt de Stelling van Amsterdam, een groot samenhangend landschap met UNESCO-status dat is aangelegd als waterkundig verdedigingswerk. Dit landschap heeft cultuurhistorische, ecologische, recreatieve en economische waarden die we met een samenhangende visie willen versterken. De geschiedenis van het landschap biedt aanknopingspunten voor ruimte voor energieproductie. Maar energieproductie moet ook integraal onderdeel worden van een landschap waarin ook recreatie, ecologie en waterberging samen komen en de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het landschap worden versterkt.

Aandachtspunten

  • Ruimte voor geothermielocaties; aanwijzen en reserveren (warmteoverdrachtstation, warmtepompencentrale, piek- en back-upinstallatie.

  • Bronnen aansluiten op het warmtenet.

  • Positionering geothermische bronnen afstemmen met buurgemeenten.

  • Integraal ontwerp voor de oostrand van Haarlem waarin energieopwekking een plaats krijgt. Schoteroog is een eerste locatie.

  • Mogelijkheden en kansen vergroten voor zonnepanelen in het beschermd stadsgezicht.

  • Meer aansturen op het benutten van grote daken voor zonne-energie.

  • Nieuwbouw optimaal benutten voor energieopwekking.

  • (Tijdelijke) collectieve parkeervoorzieningen optimaal benutten voor energieopwekking.

  • Onderzoeken mogelijkheid en wenselijkheid energieopwekking op Schouwbroekerplas.

  • Onderzoeken mogelijkheid en wenselijkheid energieopwekking spoortracé.

  • Monumentale en beeldbepalende panden bieden ruimte voor verduurzaming, mits er maatwerk wordt toegepast.

 

Icoonprojecten:

  • Ramplaankwartier

  • Stadslandschappen Stadsrandpark, Oost als pilot

  • Ontwikkelzone Zuid-West

  • Ontwikkelzone Europaweg

  • Ontwikkelzone Oostpoort

  • Ontwikkelzone Zijlweg

  • Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

  • Ontwikkelzone Spaarnesprong

  • Ontwikkelzone Spaarndamseweg

 

03 Haarlem biedt ruimte voor boven- en ondergrondse energie-infrastructuur

De energietransitie legt een grote ruimtelijke claim op de ondergrond. Als Haarlem in 2040 van het aardgas af wil zijn moeten nieuwe warmtetechnieken zoals warmtenetten worden ingepast. Om het systeem betaalbaar te maken, maar ook omwille van efficiënt ruimtegebruik, betrouwbaarheid en sociale cohesie, willen we dit zoveel mogelijk doen met collectieve technieken: warmtenetten met duurzame warmtebronnen. Dergelijke netwerken vragen veel ruimte in de ondergrond en bovengrond en deze ruimtevraag zal toenemen naarmate in de loop van de tijd meer gebouwen van het aardgas gaan. Op plekken waar hiervoor op dit moment nog niet voldoende ruimte is, is het nodig deze ruimte tijdig te reserveren of te creëren. Ook neemt de claim op de ondergrond toe doordat elektriciteit een grotere rol gaat spelen in het (lokale) energiesysteem en de bijbehorende infrastructuur dus significant in omvang toeneemt. Dit komt deels door technologische ontwikkelingen zoals elektrisch rijden, dataverkeer en Internet of Things-toepassingen, deels doordat elektriciteit aardgas vervangt en deels doordat we lokaal ook steeds meer elektriciteit gaan opwekken. Dit alles betekent dat de infrastructuur voor distributie en opslagmogelijkheden van elektriciteit moeten worden uitgebreid. Dit gaat om de netwerken en conversiepunten (laag-, midden-, en hoogspanningsstations). Haarlem heeft volgens de prognose van netwerkbeheerder Liander, afhankelijk van scenario’s voor het gebruik van elektriciteit bij de energietransitie, de mate van energiebesparing en de toename van elektrisch rijden, enkele honderden extra distributieruimten nodig. 

Dit gaat een enorme claim leggen op de openbare ruimte en vraagt om goede regie en planning van de ondergrond en de openbare ruimte. De toegenomen afhankelijkheid van energie maakt het noodzakelijk dat het systeem robuust is en dat bij uitval van (een deel van) het systeem een alternatief beschikbaar is. De grote ruimtelijke claims behorende bij de energietransitie vragen om goede regie en planning van de ondergrond en openbare ruimte. Zeker omdat er naast de energietransitie nog een aantal grote ruimtelijke claims liggen die om dezelfde ruimte concurreren, onder andere met betrekking tot klimaatadaptatie.

Aandachtspunten

  • Warmtetransportleidingen aanleggen tussen locaties met een grote collectieve warmtevraag en plekken waar significant warmte-aanbod is.

  • Gefaseerde aanleg van warmtenetten. Dat kan op plekken waar de ondergrond geschikt is, en ook de huizen geschikt zijn; de eis aan die huizen is dat ze voldoende geïsoleerd zijn.

  • Tracé warmtenetten waar dat al bekend is, reserveren of creëren.

  • Ruimte in de ondergrond reserveren en/of creëren op de locatie van een warmte transportleiding ten behoeve van een samenhangend warmtesysteem op termijn.

  • Ruimte voor distributieruimten van diverse omvang reserveren of creëren.

  • Inzetten op lokale productie (bijvoorbeeld zonnepanelen op daken) en opslag (bijvoorbeeld een batterijwand) van elektriciteit om belasting van het net te verminderen en meer zicht te bieden op eigen energieverbruik aan huishoudens en bedrijven.

  • Ruimte in de ondergrond voor aanvullende netwerken (ook glasvezel/5G, gescheiden riool, drainage, etc.) reserveren of creëren.

  • Regie voeren op ondergrondse ordening en anticiperend plannen op ondergrondse ruimte.

  • Distributieruimten in de openbare ruimte integraal ontwerpen en combineren met andere ruimteclaims in de openbare ruimte. Bij integratie van transformatoren in gebouwen gezondheidsrisico’s voor kinderen vermijden.

  • Verbinding zoeken met de rioolvervangingsopgave en de klimaatuitvoeringsagenda om werk-met-werk te maken, en de ruimtereserveringen voor de verschillende opgaven op elkaar af te stemmen.

  • Werken aan richtlijnen voor de optimale inrichting van het straatprofiel met ruimte voor alle toekomstige ontwikkelingen.

 

Icoonprojecten:

3.2.6 Uitwerking: duurzaam bereikbare stad
3.2.6.1 Intro

Om de groeiende stad bereikbaar en in beweging te houden én om ruimte te maken voor het vergroenen van de stad zet Haarlem in op een mobiliteitstransitie. De mobiliteitstransitie kent drie stappen: het verminderen, het veranderen en verschonen van mobiliteit. We maken mogelijk dat het aantal reizen en de afstand ervan vermindert. Dit gaat samen met het feit dat we verdichten waardoor voorzieningen, sociale contacten en werkplekken meer dan nu dichter bij huis zijn. Dat leidt tot minder reisbewegingen in de stad. Ook is het belangrijk om te investeren in goede digitale connectiviteit zodat werken niet per se en altijd op de werkvloer hoeft. Ontwikkelingen zoals thuiswerken en meer focus op lokaliteit leveren een bijdrage aan deze stap. Veranderen betekent dat we voor de resterende reizen inzetten op ruimte-efficiënte en gezonde vormen van mobiliteit, zoals de voetganger, fietser, het openbaar vervoer en de combinatie hiervan. Hierbij hoort ook het inzetten op deelmobiliteit. Dit doen we door de infrastructuur voor deze vormen van mobiliteit te versterken en condities te scheppen die veranderen mogelijk maken. Denk aan een tien-minuten netwerk in de stad voor actieve mobiliteit, het aanleggen van (deel)mobiliteitshubs en betere OV-bereikbaarheid. Aandachtspunt hierbij is de bereikbaarheid van hulpdiensten. De inrichting van omgeving en gebouwen maakt snel en effectief optreden van de hulpdiensten mogelijk. Verschonen betekent ook dat het resterende gemotoriseerde verkeer op hernieuwbare brandstoffen zal gaan rijden. Hiervoor scheppen we condities door het elektriciteitsnet te verzwaren zodat de benodigde infrastructuur in de vorm van onder andere laadpalen en oplaadpunten aangelegd kan worden. 

Bestaand: fijnmazig autonetwerk met trein- en buscorridors
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Door hier op in te zetten, werken we aan een beter bereikbare stad die de groei aankan, zuinig met energie omgaat en die ruimte heeft voor gezondheid, klimaatadaptatie, biodiversiteit en ontmoeting. Het voortdurend werken aan de verbindingen van en naar de stad is Haarlem eigen. Ook op regionaal niveau zet Haarlem in op de mobiliteitstransitie. De ontwikkeling van OV-Knoop Nieuw Zuid en het agenderen van een (light)rail verbinding naar Amsterdam Zuid via Nieuw Zuid zijn hiervan onderdeel. Dit vraagt om een goede regionale samenwerking.

2045: fijnmazig fietsnetwerk, versterkte OV-corridors en OV-knooppunten, auto gebundeld op de ring en minder dominant in de buurt
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Duurzame bereikbare stad

Op deze kaart is de visie op duurzame bereikbaarheid verbeeld. Gezonde en ruimte efficiënte mobiliteit staan hierbij centraal. Op de kaart zijn de OV-knooppunten, aantrekkelijke voetgangersgebieden en het fijnmazige fietsnetwerk in beeld gebracht. Autoverkeer wordt gebundeld rondom de stad. Op de kaart zijn indicatief locaties voor mobiliteitshubs aangeven. Het ruimte maken voor geclusterd parkeren en deelconcepten is onderdeel van de visie op duurzame mobiliteit. Op termijn zet Haarlem in op een goede lightrailverbinding naar Amsterdam Zuid en Schiphol.

Duurzaam bereikbare stad
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
3.2.6.2 Verdiepende uitspraken

01 Haarlem kiest voor het slim en duurzaam organiseren van het mobiliteitssysteem

Om de beperkte ruimte in de groeiende stad op een slimme manier te benutten, kiezen we ervoor prioriteit te geven aan vormen van mobiliteit die, zowel rijdend als stilstaand, het meest ruimte-efficiënt en duurzaam zijn. Denk aan de voetganger, de fietser, de gebruiker van het OV en de deelautomobilist. Dit zijn ook de gezondste vormen van mobiliteit. Door de ruimte in de stad efficiënt te benutten, blijft Haarlem bereikbaar en is er ook ruimte voor de versterking van andere doelen, zoals de aantrekkelijke stad, groene stad, gezonde stad, klimaatadaptieve stad en metropolitane economie. 

Duurzame mobiliteit is mobiliteit die zowel bijdraagt aan de behoeften van de huidige generatie als aan die van toekomstige generaties. Het doel is een optimaal evenwicht tussen bereikbaarheid, economie, leefmilieu, gezondheid en klimaat. Dit wordt gedaan door in te zetten op een mobiliteitstransitie (meer gebruik van gezonde vormen van mobiliteit en minder van de auto) en door het verschonen van de mobiliteit (minder CO2 -uitstoot van het gemotoriseerde verkeer).

Aandachtspunten

  • Dagelijkse voorzieningen dichter bij huis. Hiermee beperken we de noodzaak tot lange(re) reisafstanden. Je kan je makkelijker te voet of met de fiets verplaatsen.

  • Nieuwe wijken autoluw ontwerpen. Een lagere parkeernorm in combinatie met goede voorzieningen voor voetgangers en fietsers en een goede aansluiting op het OV-systeem.

  • In bestaande wijken de openbare ruimte terugwinnen op die van geparkeerde privéauto’s, zodat op plekken waar openbare ruimte hard nodig is, deze kan worden gebruikt voor andere doelen. Dit kan enerzijds door het aantrekkelijker maken van de alternatieven, zoals fietsen en OV en anderzijds door het minder aantrekkelijk maken van privé-autobezit (bijvoorbeeld door parkeerregulering in combinatie met het aanbieden van deelmobiliteit).

  • Parkeren op afstand. In stadsdelen waar op termijn in de openbare ruimte geen plek meer is voor privéauto’s, wordt voor een deel hiervan gezocht naar alternatieve plekken op afstand. Aan de rand van de stad vormen P+R-terreinen of mobiliteitshubs in de toekomst een belangrijke schakel in het mobiliteitssysteem van Haarlem. In aanvulling daarop komen er stadsdeel/wijkhubs in combinatie met deelmobiliteit en centrale oplaadpunten voor elektrisch vervoer. De verkeersstromen van en naar de hubs creëren nieuwe bewegingen door de stad, die kansen bieden voor economische functies.

  • Stedelijke logistiek gericht op het verminderen van goederenstromen in de stad: onder andere door het gebruik van overslagpunten buiten de binnenstad. De Waarderpolder is ideaal als overslaggebied voor distributie van goederen in de last mile. Wel moet ook hier aandacht blijven voor het efficiënt en zo intensief mogelijk benutten van de schaarse ruimte. Dit vraagt om meer verbindingen met de stad, zoals bijvoorbeeld fietsbruggen. Verder is ruimte nodig voor (tijdelijke) opslag van (bouw)materialen; dit is een regionale opgave.

  • Fiets en voetganger krijgen prioriteit. In de stad geven we prioriteit aan directe, aangename en comfortabele routes en goede faciliteiten voor voetgangers en fietsers (tien-minutennetwerk). Hierbij horen ook voldoende en goede fietsparkeervoorzieningen, zowel bij woningen als bestemmingen.

  • Een duidelijke wegenstructuur gebaseerd op 30 km/u. Een lagere snelheid in de stad zorgt voor minder CO2 -uitstoot, een aantrekkelijker en veiliger leefmilieu en minder reden om te kiezen voor de auto, omdat deze niet per definitie sneller is. Uitzondering hierop vormen de hoofdroutes van auto en HOV. Voor deze routes geldt een maximumsnelheid van 50-70 km/uur. Op deze routes worden extra maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid van voetganger en fietser te waarborgen.

  • Het bundelen van autoverkeer op hoofdroutes. Om doorgaand verkeer door de stad te minimaliseren en sluipverkeer door de wijken te voorkomen, zorgen we voor een goede hoofd ontsluitingsstructuur.

  • Faciliteren van de transitie naar zero emissie vervoer. Bijvoorbeeld door te zorgen voor voldoende laadfaciliteiten. Deze maatregel hangt samen met de energietransitie, met name met de ombouw van het elektriciteitsnetwerk.

 

Icoonprojecten:

 

02 Haarlem kiest voor een aantrekkelijke, toegankelijke en veilige openbare ruimte voor actieve mobiliteit

Iedereen moet zich actief en op een prettige en veilige manier kunnen verplaatsen in de openbare ruimte. Dit geldt voor jong en oud, en ook voor mensen met een mobiliteitsbeperking.

Aandachtspunten

  • Tien-minuten netwerk: dagelijkse en essentiële voorzieningen zijn binnen tien minuten te bereiken op een veilige, toegankelijke en comfortabele manier, te voet of met de fiets. Nabijheid, veiligheid en snelheid (invullen ontbrekende en zwakke schakels).

  • Een duidelijke wegenstructuur gebaseerd op 30 km/u. Een lagere snelheid in de stad zorgt voor een aantrekkelijker en veiliger leefmilieu.

  • Voetgangerszones aanleggen bij winkelgebieden, OV-knopen en rondom scholen.

  • In het centrum gaat men zoveel mogelijk te voet. Op verschillende plekken in en rondom het centrum worden over of opstappunten (zowel huidige als toekomstige) benoemd: parkeergarages, fietsenstallingen en (H)OV-haltes waar de stedelijke reiziger een centrumbezoeker (te voet) wordt.

 

Icoonprojecten:

 

03 Haarlem kiest voor goede verbindingen met de regio

Mobiliteit is bij uitstek een thema dat niet ophoudt bij de stadsgrenzen. Haarlem is kernstad van Zuid-Kennemerland en onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. Deze regio’s functioneren gezamenlijk als een daily urban system waarbinnen veel heen en weer wordt gereisd. De regionale bereikbaarheid is daarom van groot belang voor Haarlemse inwoners, bedrijven en bezoekers. De regionale reiziger maakt vooral gebruik van de (e-)fiets, het OV of een combinatie daarvan, en als de bereikbaarheid op deze manier niet voldoende is, van de auto.

Aandachtspunten

  • Aanleggen van regionale doorfietsroutes richting Velsen, Hoofddorp, Schiphol en Amsterdam.

  • Aanleg nieuw OV-knooppunt Haarlem Nieuw Zuid (bij de Europaweg/Schipholweg). Het functioneren van deze knoop is van groot belang voor de mobiliteitstransitie als geheel.

  • Knooppuntontwikkeling Station Haarlem, Haarlem Nieuw Zuid en Oostpoort: goede en aantrekkelijke aansluiting op fiets- en voetgangersnetwerk.

  • Betere fiets- en voetgangersverbindingen met stations Heemstede-Aerdenhout, Bloemendaal en Santpoort-Zuid.

  • Herverdelen van de HOV-routes over de (binnen) stad en andere delen van de stad beter aansluiten op het HOV-netwerk (o.a. in Haarlem Oost, Schalkwijk en Haarlem Zuid West). Naast de twee bestaande binnenstadroutes via de Kinderhuisvest en de Gedempte Oude Gracht/Europaweg wordt ook gekeken naar de Gedempte Oostersingelgracht/Lange Herenvest, Schouwbroekerbrug/Europaweg/Amerikaweg en Amsterdamsevaart/Prins Bernhardlaan als alternatieve routes. Waar mogelijk wordt ruimte gereserveerd voor vrijliggende HOVinfrastructuur.

  • Aan de noordkant van het spoor tussen Haarlem Centraal en Amsterdam Centraal reserveren we op Haarlems grondgebied een strook van tien meter voor een toekomstige uitbreiding van het regionale mobiliteitssysteem.

  • Een fijnmazig, toegankelijk stedelijk OV-systeem gericht op de binnenstad en OV-knooppunten.

  • Volwaardige HOV/lightrailverbinding tussen Haarlem en Schiphol(Noord)/Amsterdam-Zuid en tussen Haarlem-Hoofddorp.

  • Bundelen van autoverkeer op hoofdroutes. Het regionale autoverkeer wordt gebundeld op een ring rondom de stad (N208-N205-A9 – nieuwe afrit ter hoogte van Velsen/ Velserboog – N208).

 

Icoonprojecten:

4 Deel 4 Uitvoering

4.1 Van visie naar uitvoering en sturing

4.1.1 Intro

De omgevingsvisie is vanaf het moment van vaststellen bepalend voor wat we doen in de verschillende gebieden, programma’s, beleid en projecten. Denk aan de opgaven van de gebieden, ontwikkelzones, stadsbrede mobiliteitsopgaven en beleidsprogramma’s zoals duurzaamheid en klimaatadaptatie. De omgevingsvisie beschrijft en agendeert de opgaven die gerealiseerd moeten worden. Dit alles om te komen tot een betere uitvoering. 

Om tot die opgaven te komen zijn al veel integrale keuzes gemaakt en is gekeken waar koppelkansen en synergiën zijn te bereiken. En dan nog zal in de praktijk blijken dat niet alles tegelijkertijd kan en dat de gemeente het ook niet alleen kan. Bovendien kan niet alles overal. Om het maximale voor de stad te bereiken en om de ruimtelijk-inhoudelijk meest optimale oplossing te implementeren, moeten de Haarlemse keuzes binnen de context van de gebieden worden bezien. Ruimte in Haarlem is schaars en ditzelfde geldt ook voor de financiële middelen. Ook gaan ontwikkelingen in de maatschappij en de techniek soms snel. Dat vraagt steeds om integrale afwegingen, slimme oplossingen, prioriteren en het leidt per definitie tot het moeten maken van keuzes. 

De uitvoeringsparagraaf beschrijft hoe we tot een stedelijk strategische uitwerking komen: wat op hoofdlijnen de uitgangspunten zijn om van het ‘wat’ tot het ‘hoe’ te komen en wat we daarin van anderen verwachten. Ook daarbij beginnen we niet op nul, want in de stad wordt door vele partijen al volop gewerkt aan een groot aantal van de gestelde opgaven.

4.2 De stedelijk strategische uitwerking

4.2.1 Intro

Het is verleidelijk te denken dat we er zijn met het vaststellen van de omgevingsvisie; dat de opgaven uit de omgevingsvisie ‘gewoon’ uitgevoerd worden. De omgevingsvisie, inclusief de daarbij horende afwegingen, moeten in projecten of zones worden opgepakt. Zonder nadere kaders vinden oplossingen en optimalisaties daar plaats, met het risico dat optimalisaties sec financieel worden gestuurd en oplossingen niet in samenhang een plek krijgen. Functies die financieel minder rendabel zijn, delven dan sneller het onderspit als er geen kaders zijn om mee te sturen. De omgevingsvisie geeft kaders om afwegingen te maken die integraal en op stads- en gebiedsniveau moeten worden geprioriteerd en gestuurd. De kans op betere ruimtelijke samenhang is groter als op stedelijke vraagstukken ook stedelijke sturing plaatsvindt. Altijd in samenhang met de opgaven die op gebieds- en wijkniveau spelen. 

Daarom volgt logischerwijs op de omgevingsvisie een stedelijk strategische uitwerking. Deze uitwerking gaat over de handelswijze van de gemeente voor de komende vijf tot tien jaar op stedelijk niveau. Vanuit stedelijk perspectief worden er kaders gesteld voor het maken van afwegingen en prioriteiten met het bijbehorende instrumentarium. Dit moet passen binnen het handelingsperspectief voor de langere termijn. Dit is ons instrumentarium. Er wordt een relatie gelegd tussen het korte en lange termijn perspectief, zodat we stapsgewijs kunnen toewerken naar het wenselijke eindbeeld. Met een stedelijk strategische uitwerking heeft het bestuur concrete handvatten voor het uitvoeren van de opgaven en ambities die zijn opgenomen in de omgevingsvisie. 

Onderdeel van de stedelijke strategie zijn de zeven strategische uitvoeringsrichtingen en de belangrijkste elementen van de financiering van de uitvoering. Dit alles draagt bij aan het realiseren van de opgaven en ambities.

4.2.2 Zeven strategische uitvoeringsrichtingen

Er zijn zeven strategische uitvoeringsrichtingen die van belang zijn voor de uitwerking:

1. Een gebalanceerde en gefaseerde ontwikkeling van Haarlem

De opgaven en ambities uit de omgevingsvisie zijn divers, complex en soms ook concurrerend. Niet alles kan in een keer en niet alles draagt (in dezelfde mate) bij aan de opgaven. Daarom is prioriteren en faseren een belangrijk onderdeel van de stedelijke strategie. Om ruimtelijk te kunnen prioriteren is een redeneerlijn voor ruimtelijke afwegingen ontwikkeld. En als geldt dat een ontwikkeling niet leidt tot een substantiële bijdrage aan bijvoorbeeld betaalbare woningen, duurzaamheid en werkgelegenheid of de stedelijke kwaliteit, dan geeft de gemeente er minder prioriteit aan of werkt er liever niet aan me.

2. Lange termijn altijd in beeld

Nieuwe opgaven als de energietransitie, klimaatadaptatie en de mobiliteitstransitie vragen, mede door de impact en de technologische ontwikkelingen, om een uitwerking waarin de lange termijnvisie nadrukkelijk wordt meegenomen. Dat betekent nu al nadenken over de ruimtevraag van morgen en zorgen dat er in plannen plek blijft om nieuwe ontwikkelingen en eventuele nieuwe technieken in te passen. Daarbij is het goed te beseffen dat de ruimtelijke opgaven altijd voortbouwen op de kenmerken en kwaliteiten van de stad, de plek in de stad en de sociale context. Bestaande kwaliteiten, identiteiten en erfgoed vormen de basis voor nieuwe ontwikkelingen.

3. Investeringen dienen meerdere doelen

Investeren in de uitvoering is een proces van keuzes maken, want middelen en ruimte zijn schaars. Bij nieuwe initiatieven kijken we zowel naar de bovengrond als de ondergrond en maken bij de opgaven en belangen een integrale afweging. We geven voorkeur aan initiatieven die bijdragen aan meer stedelijke opgaven tegelijkertijd. De gemeente moet daarbij de kosten en investeringen inpassen in de budgetten die daarvoor beschikbaar zijn of moet met samenwerkingspartners zorgen voor aanvullende financiële ruimte. De ambities voor de stad op het gebied van onder meer wonen, werken, sociaal en klimaat worden realistisch en uitvoerbaar als de bekostigingsopgaven tijdig en in samenhang worden geadresseerd. Functies die financieel minder rendabel zijn maar wel essentieel voor de stad worden integraal meegenomen bij ontwikkelingen.

4. Programma's en integrale afweging

Ten opzichte van een aantal decennia terug, is stedelijke ontwikkeling veranderd. Een aantal grote opgaven, zoals klimaatverandering, de energietransitie en de mobiliteitstransitie hebben zich prominent op de agenda geplaatst. Hierop moeten we tijdig anticiperen. De omvang van de daaraan gekoppelde vraagstukken, zijn soms nog niet eens helemaal in beeld. Wel kan de stad wat al bekend is, integreren in bestaande gebieds- en beheeropgaven en beleid. De omgevingsvisie wordt vertaald naar programma’s. De omgevingsvisie is al een integraal document. Het integraal afwegen van de diverse programma’s blijft echter ook een continu proces.

5. Samen werken aan en co-creëren in de stad

We werken bij de uitvoering altijd samen met partners in de stad en regio en met andere overheden. Dat laatste moet ook omdat de opgaven en afhankelijkheden zodanig groot zijn dat de stad er alleen niet uitkomt of dat ze de stad overstijgen en naar andere oplossingen moet worden gezocht. We versterken onze allianties met ontwikkelende partijen en haken proactief aan bij de MRA voor bijvoorbeeld de Greendeals, klimaatadaptatie en bereikbare steden. We maken gebruik van bestaande en nieuwe netwerkpartners. Per opgave kan dit leiden tot wisselende coalities en allianties. 

Samenwerken betekent niet alleen bouwen aan netwerken. Het gaat ook over het samenbrengen van partners en partijen met een gedeeld belang, zodat mensen en middelen sneller aan een gezamenlijk doel kunnen werken. Om nieuwe kansen en mogelijkheden te kunnen verzilveren, moeten budgetten en uitvoeringsprogramma’s in een bepaalde mate adaptief zijn. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat we goed aangesloten zij bij regionale ontwikkelingen en dat we effectief kunnen handelen op het moment dat zich financieringskansen voordoen. Ook zullen we steeds vaker samen met de bewoners, ondernemers en gebruikers van de stad plannen voor wijken en buurten in co-creatie uitwerken en afspraken maken over wat en hoe zal worden opgepakt en uitgevoerd. De toekomst van de stad is een gedeelde verantwoordelijkheid.

6. Altijd in dialoog met bewoners, belanghebbenden en gebruikers van de stad

De maatregelen die voortkomen uit de opgaven en ambities in de omgevingsvisie en de zorg voor een leefbare stad, kunnen impact hebben op de leefomgeving van bewoners en gebruikers. De nieuwe Omgevingswet geeft aan dat initiatiefnemers bij gebiedsontwikkeling en nieuwe initiatieven in een vroeg stadium in gesprek gaan met de direct betrokkenen en de stad. De initiatiefnemer moet zorgen dat alle belangen en wensen in beeld zijn gebracht, voordat de gemeenteraad een besluit neemt. Daarbij is het belangrijk om ambities te koppelen en te kijken naar de kansen en mogelijkheden van de plek. De opgaven en ambities uit de omgevingsvisie kunnen beter en sneller in gezamenlijkheid worden gerealiseerd. Er is een collectieve verantwoordelijkheid, waarin ieder zijn steentje moet bijdragen. Samenwerking tussen gemeente, bewoners, ondernemers en grondeigenaren is noodzakelijk voor succes. De gemeente heeft hierbij de verantwoordelijkheid voor het collectieve belang en de zorg dat het functioneren van de stad als geheel wordt gewaarborgd. Via gebiedsgericht werken wordt de integrale aanpak binnen een gebied en/of wijk geborgd en de verschillende belangen altijd in breed perspectief afgewogen.

7. We leren van onze projecten: inzet pilots om kennis en ervaring op te doen en mee te kunnen bewegen met wensen in de stad

Het in samenhang uitwerken van de nieuwe uitdagingen is leuk maar ook ingewikkeld. Met pilots willen we in de praktijk onderzoeken hoe om te gaan met bijvoorbeeld de nieuwe opgaven op het gebied van mobiliteit, klimaat en energie. Zo kan het tijdelijk invoeren van maatregelen, zoals het ruimte geven aan aanbieders van nieuwe mobiliteitsvormen, veel nuttige data genereren. Dit betekent dat we doelstellingen moeten formuleren, moeten monitoren, goede evaluatiecriteria benoemen en soms ook een pilot moeten stoppen als deze onvoldoende bijdraagt aan de gestelde doelen. Ook bij ontwikkelprojecten vragen de vele verschillende opgaven om pilots op het gebied van bijvoorbeeld flexibel bouwen, dubbelgebruik van openbare ruimte of minder parkeerruimte. Te denken valt aan pilots in het kader van de mobiliteitstransitie, zoals bijvoorbeeld het vergroten van het aantal bewonersvergunningen in parkeergarages en het aanleggen van deelmobiliteit-hubs. Of pilots die gaan over nieuwe samenwerkingsvormen met de stad.

4.2.3 Redeneerlijn Ruimtelijke Afwegingen

De omgevingsvisie agendeert een groot aantal nieuwe opgaven en geeft op hoofdlijn richting aan verdere ontwikkeling van de stad. Het is een integrale visie voor de gemeente, voor het gehele fysieke domein. Verschillende opgaven zoals wonen, werken, mobiliteit, klimaatadaptatie, energietransitie en sociaal komen erin samen. In de omgevingsvisie worden zes strategische keuzes gemaakt die gezamenlijk zorgen voor een ontwikkeling van Haarlem die invulling geeft aan de beschreven opgaven. Deze strategische keuzes zijn allemaal even belangrijk maar het accent verschilt per gebiedstype. Om bij de uitwerking van de omgevingsvisie een handvat te geven voor de afwegingen op gebiedsniveau is de redeneerlijn ruimtelijke afwegingen opgesteld.

Stap 1: Ruimtelijke claims conform strategische keuzes combineren.

Stap 2: Bijgaande kaart toont de stedelijke structuren voor zover die al een positie hebben. Na stap 1 te hebben doorlopen moeten deze eerst een plek krijgen. Op de kaart ontbreken echter de aardgasvrije omgeving, klimaatveiligheid en een groot deel van de nieuwe energienetwerken omdat de locatie hiervan nog onbekend is. Ook is niet al het beschermde erfgoed ingetekend omdat dit te klein zou zijn om zichtbaar te zijn. 

De stedelijke structuren zijn: 

  • Hoofdfietsnetwerk (p. 129, Omgevingsvisie Haarlem 2045) 

  • Regionale OV-verbindingen (p. 129, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Regionale autoring (p. 129, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Nieuwe energienetwerken (p. 126, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Aardgasvrije omgeving (p. 122, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Boezemwaterverbindingen (p. 107, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Klimaatveiligheid (paragraaf 9.3, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Ecologisch netwerk (p. 115, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

  • Beschermd erfgoed (p. 96, Omgevingsvisie Haarlem 2045)

Redeneerlijn ruimtelijke afwegingen
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Stap 3: Vervolgens bekijken welk type gebied het betreft en op basis hiervan strategische keuzes ten opzichte van elkaar inpassen. Dit leidt tot een redeneerlijn voor ruimtelijk-financiële prioritering.

Onderstaand schema geeft per type gebied aan in welke volgorde de strategische keuzes worden ingepast. Dit resulteert in een redeneerlijn die helpt bij het prioriteren. Omdat per gebied ook andere onderdelen van de keuzes van belang zijn, zijn op de volgende twee pagina’s korte toelichtingen te vinden.

Strategische keuzes per type gebied
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Toelichting keuzes per gebied

Centrumgebied

In het centrumgebied hebben cultuurhistorische waarden topprioriteit. Het behoud van de vitaliteit en dynamiek zijn daarnaast de centrale ambitie omdat het centrum een levendig en aantrekkelijk centrum voor de regio moet blijven. Dit betekent dat niet-woonfuncties in het centrumgebied niet naar wonen worden getransformeerd. Hiermee behouden we schaarse bedrijfsruimte voor de stedelijke dynamiek. Ook klimaatadaptieve maatregelen tegen extreme hitte en wateroverlast zijn van belang voor de verblijfskwaliteit en een gezonde leefomgeving maar vanwege de schaarse ruimte zal het hier vaker dan in veel andere stadsdelen ook om andere maatregelen dan vergroenen gaan. Voor wat betreft de mobiliteitstransitie ligt de focus op het creëren van een voetgangersgebied, het creëren van een fietsring en goede fietsverbindingen via stadsstraten met de omliggende stadsdelen en gemeenten. In het centrum wordt vooral gefocust op kleinschalige energie-opwekking en energie besparende maatregelen die in kunnen worden gepast zonder cultuurhistorische waarden te schaden.

Centraal stedelijk gebied

In het centraal stedelijk gebied is het behoud van de bestaande kwaliteiten en menging tussen wonen, werken en voorzieningen van belang. Door de ligging nabij het centrum en het centraal station kan hier bij herontwikkelingen in relatief hoge dichtheid worden gebouwd en zullen we hier in zo’n geval aansturen op een hogere dichtheid en een hogere mate van menging tussen werken en wonen. Door de centrale ligging nabij het centrum en het centraal station kan de mobiliteitstransitie hier relatief makkelijk doorgang vinden. De focus ligt dus op het verbeteren van de verbindingen naar de HOV-knooppunten via de stadsstraten en het 10-minuten-netwerk zodat noodzakelijke ruimte kan worden herwonnen voor een gezonde, klimaatadaptieve en aantrekkelijke omgeving. Het 10-minuten-netwerk moet worden verbeterd en de sociale basis en ontmoetingsplaatsen in de wijk worden versterkt waar mogelijk. Energie-opwekking en kan ook in het centraal stedelijk gebied gewenst en kan vooral op kleine schaal en goed ingepast worden in de omgeving. Kansen om op grotere schaal energie op te wekken op bijvoorbeeld grotere dakoppervlakken komen minder vaak voor maar willen we maar mogelijk wel pakken. Ook energie-besparing is van belang in het centraal stedelijk gebied, met name door de bebouwing goed te isoleren.

Stedelijk gebied

In het stedelijk gebied is het behoud van de bestaande kwaliteiten en menging van belang. Bij herontwikkelingen in dit gebied moet goed worden onderzocht hoe deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan een klimaatadaptieve, energieneutrale, inclusieve en gezonde leefomgeving. Inzet is om verbindingen met de HOV-knopen via stadsstraten en het 10-minuten-netwerk te verbeteren en om de verbindingen met en het functioneren van secundaire OV-knopen zoals station Bloemendaal, station Heemstede, OV-halte Stadionplein en OV-halte Delftplein te verbeteren. Ook is het van belang om het 10-minuten-netwerk zelf te verbeteren en de sociale basis en ontmoetingsplaatsen in de wijk te versterken waar mogelijk. Energieopwekking is ook in dit gebied van belang. In het stedelijk gebied zijn minder erfgoedwaarden dan in het centrumgebied die beperkend zijn voor energieopwekking maar ook in dit gebied is de ruimte voor energieopwekking op grote schaal beperkt, waar er zich kansen voordoen op dit vlak proberen we die te pakken.

Knooppunt

Knooppunten zijn van hoog strategisch belang in het doen slagen van de mobiliteitstransitie van de hele stad. Het functioneren van de OV-knoopfunctie en de aansluiting van deze knooppunten op de omgeving via het tien-minuten-netwerk is daarom van essentieel belang. Een knooppunt is echter meer dan een verkeerskundige overstap. Het is een dynamisch milieu waar in hoge dichtheid gewerkt en gewoond kan worden met uitstekende regionale OV-bereikbaarheid en een aantrekkelijke en representatieve openbare ruimte die ook onder extreme weersomstandigheden functioneert. Het creëren van een goede balans tussen werken, wonen en voorzieningen is daarvoor essentieel. De knooppunten vormen een essentiële werklocatie in de stad. Energie-opwekking kan bij knooppunten ook mogelijk gemaakt worden indien goed ingepast.

Intensief werkgebied

Binnen de intensieve werkgebieden ligt de prioriteit op het creëren van kennisintensieve werkgelegenheid. Voor zover gelegen buiten de Waarderpolder wordt hier een bijpassend woningbouwprogramma gerealiseerd om aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat bij te dragen. Aanwezige cultuurhistorische waarden worden hierbij als uitgangspunt. Ook de aanwezigheid van passende voorzieningen is van hoog belang. Regionale OV-bereikbaarheid vormt een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor kennisintensieve bedrijven. Goede aansluitingen met de HOV-knopen en -haltes via het 10-minuten-netwerk zijn daarom van essentieel belang. In het gebied is een hoge verblijfskwaliteit belangrijk waarbij klimaatadaptiviteit en het gebruik van groen aandachtspunten zijn. In het intensief werkgebied aanwezige hinderzonering laten we op termijn verdwijnen wanneer de huidige bedrijven die er gebruik van maken deze niet meer nodig hebben of verdwijnen. Energie-opwekking dient in het gebied integraal onderdeel te zijn van de ontwikkeling van het gebied zonder dat het de werkgelegenheid in de weg zit.

Bedrijventerrein

In bedrijventerrein Waarderpolder is het vooral van belang om de bestaande kwaliteiten te behouden. Het vormt een belangrijk werkgebied in de stad waar veel bedrijven floreren. Behoud van de hinderzonering is hierbij bijvoorbeeld van groot belang. Voor het bedrijventerrein blijft bereikbaarheid per weg van groot belang, onder andere voor vrachtwagens. Wel moet een deel van het personenvervoer per weg in de toekomst meer per fiets door betere verbindingen via het 10-minuten-netwerk, richting de OV-knooppunten en via een nieuwe HOV-busverbinding door het gebied. Hierdoor creëren we een gezondere leefomgeving. Voor goederenvervoer moet in het gebied een distributiehub komen. Het bedrijventerrein is momenteel erg versteend en daardoor ook niet aantrekkelijk om te verblijven fietsen of wandelen. Het klimaatadaptief maken van het terrein door het gebied te vergroenen en te vernatten om negatieve effecten van hittestress en hevige regenval te voorkomen is ook hier een belangrijk aandachtspunt. Ook leent het terrein zich goed voor energie-opwekking, dat kan in dit gebied op grotere schaal, door bijvoorbeeld grotere dakoppervlakken, dan in andere gebieden.

Natuurgroen

Natuurgroen is een park of plek in de stad met hoge natuur(ecologische) waarde. Behoud van deze waarden heeft in deze gebieden de hoogste prioriteit en kan waar nodig beperkingen stellen aan recreatieve mogelijkheden. Binnen het natuurgroen dient vergroening hierdoor plaats te vinden met extra aandacht voor ecologische waarden. Natuurgroen kan naast een ecologische waarde ook een sociale of educatieve functie herbergen mits deze niet conflicteren met bovenstaande keuzes. De keuzes mengen en verdichten, mobiliteitstransitie en energietransitie zijn in natuurgroen niet van toepassing.

Stadsgroen

Onder stadsgroen vallen de stadsparken en grotere groenstructuren in de stad met een primaire recreatieve waarde. In het stadsgroen ligt daarom hoogste prioriteit op recreatie. Omdat de stad aan het verdichten is neemt de vraag naar ruimte voor recreatie toe. Stadsgroen vervult hierin een belangrijke rol. Er kan worden gerecreëerd en gesport. Ecologische waarden zijn tevens van belang en kunnen de kwaliteit van het stadsgroen vergroten maar worden om de recreatieve functie heen ontworpen. Om de recreatieve functie te doen slagen is het van belang dat het stadsgroen recreatief bruikbaar is. De wijze waarop we hier vergroenen en vernatten moet daarop afgestemd zijn. Stadsgroen kan een sociale of educatieve functie herbergen mits deze niet conflicteren met bovenstaande keuzes. Het verbinden van de parken met het 10-minuten netwerk kan de ontmoetingsfunctie van de parken vergroten. Kwalitatief goede groene routes en verbindingen door de stad en naar het buitengebied zijn ook van belang voor recreatie, deze zijn reeds vastgelegd in de stedelijke keuzes vallen daarom buiten deze prioriteitstelling. De keuzes mengen en verdichten, mobiliteitstransitie en energietransitie zijn in stadsgroen niet van toepassing en passend.

Stadslandschap

Doordat de stad verdicht neemt de behoefte aan kwalitatief recreatie gebied nabij de stad evenredig toe. Het gebruik van de stadslandschappen ten behoeve van recreatie heeft daarom zeer hoge prioriteit. Hierbij zijn tevens de recreatieve verbindingen met de stad via het recreatief netwerk van belang. Cultuurhistorische waarden vormen het uitgangspunt van ontwikkelingen in het landschap. De stadslandschappen moeten net als alle gebieden klimaatbestendig worden maar er ligt tevens een opgave om water vanuit het aangrenzende stedelijke gebied op te vangen, te bergen dan wel af te voeren. Dit is van groot belang. Ook de functie van het buitengebied als plek waar bij extreme temperaturen verkoeling kan worden gezocht heel hoge prioriteit. Hiervoor is het van belang het stadslandschap onderdeel te maken van het 10-minutennetwerk. 

Energie-opwekking is wenselijk in het Stadsrandpark Oost maar mag de recreatie niet in de weg zitten. Transport en winning van (aard)warmte is een ander verhaal en van groot belang voor de stad. In het landschap aan de oostzijde van de stad krijgen geothermische boorpunten en bijbehorende infrastructuur prioriteit. De inpassing van deze infrastructuur dient plaats te vinden geïnspireerd door erfgoedwaarde en met oog voor recreatieve en tot slot ecologische waarde. De functie van de stadslandschappen als ontmoetingsplek met educatieve waarde is met betrekking tot buurtgericht ontwikkelen de voornaamste prioriteit.

4.2.4 Tijdlijnkaarten

De uitvoering van de omgevingsvisie is al begonnen. De omgevingsvisie zet de koers uit waar we de komende jaren naar toe werken. Door vanuit stedelijk niveau af te dalen naar het perspectief van gebieden-, zones en locaties kunnen we een betere integrale afweging maken en worden zoveel mogelijk kansen benut op een gebalanceerde manier. Met de stedelijke strategie houden we de stadsbrede opgaven op de korte en lange termijn in beeld. Hieronder zijn tijdlijnkaarten opgenomen waarop af te lezen is hoe de uitvoering van de omgevingsvisie grofweg verloopt.

2021-2025
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Periode 1, 2021-2025: In deze periode ligt de focus van de ontwikkeling van de stad op de ontwikkelzones, de drie HOV-knooppunten en het zetten van eerste stappen richting een stevig vergroende stad.

2025-2035
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Periode 2, 2025-2035: In deze periode gaan we aan de slag met wijken waar opgaven zoals de klimaatopgave en energietransitie het moeilijkst zijn in te passen. We gaan deze opgaven op buurtniveau en gezamenlijk oppakken. Ook is er aandacht voor de verdere ontwikkeling van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor economische functies in de stad door in te blijven zetten op de verschillende gemengde werkgebieden in de stad. Het vergroenen en vernatten van de stad krijgt in deze periode al meer aandacht en ook de warmtetransitie en mobiliteitstransitie worden steeds zichtbaarder in de stad.

2035-2045
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Periode 3, 2035-2045: In deze periode ligt de focus het meest op het water en het groen in en rond de stad in combinatie met de energietransitie. Waterbergingen buffercapaciteit in buurten en op grotere schaal rond de stad, moeten worden gerealiseerd en voor de energietransitie moet ook grote infrastructuur worden ingepast in de stad. De mobiliteitstransitie is ook in deze fase nog een belangrijke opgave.

4.2.5 Elementen in de stedelijke strategie
Elementen in de stedelijke strategie
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Van omgevingsvisie naar uitvoering via programma's en gebieden

De omgevingsvisie wordt verder uitgewerkt in verschillende programma’s. Dit om uitvoering makkelijker te maken. Daarbij gaat het om thematische programma’s, gebiedsprogramma’s en zone-ontwikkeling. Tezamen vormt dit het stedelijk omgevingsprogramma dat moet worden opgenomen in het omgevingsplan Haarlem.

Bestaande en nieuwe programma’s 

De omgevingsvisie kan niet direct worden vertaald in het omgevingsplan. Daar is een tussenstap voor nodig. De omgevingsvisie wordt verder geconcretiseerd in thematische en gebiedsprogramma’s. Haarlem kent al een aantal lopende programma’s. We onderzoeken of de lopende programma’s kunnen worden opgenomen in programma’s volgend op de omgevingsvisie. Daarnaast stellen we een aantal nieuwe programma’s op. 

Naast thematische omgevingsprogramma’s stellen we ook programma’s op voor gebieden. Denk hierbij aan: 

  • De stadsdelen (de uitgewerkte integrale ontwikkelopgave per stadsdeel) 

  • Een gebied zoals de Spaarnedriehoek (Waarderpolder) (verbinden Waarderpolder met de stad, wonen en werken) 

  • Stadsrandpark Oost (energielandschap, recreatie, biodiversiteit) 

  • De wijken waar complexe opgaven samenkomen, zoals de Leidsebuurt en Transvaal (onder andere versterken van de sociale structuur, vergroenen, energietransitie) 

 

Uitvoering van de omgevingsvisie is reeds gestart 

Omdat de omgevingsvisie over het gehele fysiek domein gaat, gebeurt er in de praktijk al erg veel dat met de visie te maken heeft. Zo wordt in acht ontwikkelzones gebouwd aan toekomstbestendige stukken stad met woningen en werkruimte, worden drie grote OV-knooppunten in de stad (Station Haarlem, Oostpoort en Nieuw Zuid) aangepakt om een kantelpunt te bereiken in de mobiliteitstransitie en wordt er gewerkt aan warmtenetten en klimaat adaptieve openbare ruimte in onder andere Meerwijk. Er wordt vol ingezet op ontwikkelzones met behulp van de woningbouw-impulsmiddelen. 

Het omgevingsplan 

Na het vaststellen van deze omgevingsvisie wordt in het vervolg van bestaande visies op gebieds- en zoneniveau gekeken hoe er aangesloten wordt op de omgevingsvisie en of aanpassingen nodig of wenselijk zijn. De kaders uit de gebiedsprogramma’s, thematische programma’s en zoneontwikkeling worden opgenomen in het omgevingsplan van Haarlem. 

Doorwerking in projecten en bij initiatieven 

De omgevingsvisie werkt via gebieds-, en thematische programma’s door in zoneontwikkeling en ruimtelijke projecten. Bij die doorwerking in projecten maken we op het moment van vaststelling van de omgevingsvisie onderscheid tussen lopende projecten met allerlei contractafspraken en nieuwe initiatieven uit de stad. 

Lopende projecten 

De omgevingsvisie kan aanleiding zijn om sommige lopende projecten te herijken of aan te passen of van extra urgentie te voorzien. Per project, bijvoorbeeld de ontwikkelingen bij de Knooppunten of zoneontwikkeling wordt gekeken of er aanleiding is voor scopewijzigingen. De omgevingsvisie agendeert een aantal ontwikkelingen en biedt daartoe nieuwe kaders. Daarnaast biedt de omgevingsvisie een toetsingskader om nieuwe initiatieven te beoordelen, zowel van de gemeente als van externe partijen. 

Portfoliosturing bij nieuwe projecten en initiatieven 

Door het instrument portfoliomanagement te introduceren, stuurt de gemeente op prioritering en andere indicatoren. Haarlem bouwt binnenstedelijk en wordt daardoor steeds compacter. Initiatieven die aan meerdere stedelijke opgaven tegelijk bijdragen, zoals verdichting en klimaatadaptatie, passen daarom beter bij de visie en krijgen (meer) prioriteit. Het initiatief krijgt na beoordeling een beknopt ontwikkelingskader mee waarin ook is gekeken naar eventuele projecten waar het raakvlakken mee heeft en waaraan het gekoppeld kan worden. Door beter te prioriteren wordt het makkelijker om projecten te realiseren. Dit kader is gebaseerd op de omgevingsvisie en geeft richting voor fysieke, sociale en economische ontwikkeling.

4.3 Blijven sturen op en bijsturen van de omgevingsvisie

4.3.1 Intro

Een omgevingsvisie is nooit af. Door samen aan de slag te gaan met de benoemde opgaven, veranderen deze in de tijd. Nieuwe inzichten en veranderingen in de maatschappij, de markt en/of onze eigen organisatie vragen om bijstelling van de opgaven en soms ook van onze rol. 

De gemeente heeft bij de uitvoering van de visie verschillende rollen. Van rechtmatige opdrachtgever en efficiënte dienstverlener tot flexibele samenwerkingspartner, aanjager en ondersteuner van maatschappelijke initiatieven of handhaver van het publiekrechtelijk belang. Om inzicht te hebben of ontwikkelingen op koers liggen, om goed te kunnen sturen en bijsturen als dat moet, is het belangrijk om enerzijds de voortgang van de uitvoering goed te monitoren en te leren van wat is uitgevoerd en om anderzijds periodiek de visie en uitvoering te herijken op basis van ontwikkelingen en verwachtingen. 

Sturing via de beleidscyclus 

De omgevingsvisie is onderdeel van de Haarlemse beleidscyclus. De omgevingsvisie vormt een belangrijke stap in de beleidsontwikkeling en doet dit vanuit integraal perspectief. De richtinggevende uitspraken in de omgevingsvisie werken door in de andere kwadranten van de beleidscyclus (zie afbeelding). De ambities in de omgevingsvisie worden vertaald naar het beleid en geïmplementeerd in de uitvoering via thematische en gebiedsprogramma’s, zoneontwikkeling en projecten.

Schema beleidscyclus
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045
4.3.2 Monitoring

Het efficiënt en doeltreffend realiseren van de opgaven vraagt om een continue integrale afweging. Vanuit de wens om te kunnen bewaken of en in hoeverre gestelde doelen worden bereikt en genomen maatregelen effectief zijn en de filosofie ‘meten is weten’, is een Haarlems monitoringsinstrument ontwikkeld in de vorm van een dashboard. Monitoring is het periodiek en systematisch verzamelen, ordenen, beheren en presenteren van gegevens, uitgaande van een duidelijke vastgestelde uitgangssituatie (nulmeting). Wat het dashboard onderscheidt van eenmalig onderzoek is dat hier regelmatig c.q. herhaaldelijk via eenzelfde meetmethode dezelfde gegevens worden ingewonnen.

4.3.3 Haarlems dashboard Omgevingsvisie

Om te kunnen meten of de in de Omgevingsvisie beschreven doelen op het niveau van de stad en gebied worden gehaald, is het Haarlemse Dashboard Omgevingsvisie ontwikkeld. Dit Haarlemse dashboard maakt aan de hand van zes thematische pijlers inzichtelijk in hoeverre de doelen behaald worden. Het zijn integrale pijlers die passen bij het doel van de omgevingsvisie om de opgaven integraal te benaderen. Daarnaast is er ook een pijler die betrekking heeft op de kosten die de uitvoering van de visie met zich meebrengt. Het Haarlemse dashboard Omgevingsvisie maakt zo op overzichtelijke wijze de gevolgen op hoofdlijnen zichtbaar. 

Visualisatie dashboard Omgevingsvisie
afbeelding binnen de regelingOmgevingsvisie Haarlem 2045

Het Haarlemse Dashboard Omgevingsvisie laat de effecten van de uitvoering van de visie zien. Het laat zien waar de vorderingen naar verwachting verlopen, wat de consequenties zijn van eerder genomen beslissingen en hoe deze beslissingen passen binnen het grote kader. Het dashboard fungeert daarmee als een kompas om integraal tot goede afwegingen te komen. 

Het dashboard is ook het hulpmiddel om de opgaven uit de Omgevingsvisie concreet te maken en inzichtelijk te maken waar aanpassingen nodig zijn. Hiermee zet Haarlem het instrument strategisch in, als onderdeel van het doorlopen van de beleidscyclus. Dat betekent dat informatie over de toestand van de leefomgeving in alle fasen van de beleidscyclus wordt ingezet en meegewogen. 

Het dashboard helpt om het gesprek over de realisatie van de Omgevingsvisie op het juiste niveau te voeren; niet op de details, maar op strategisch niveau. De thermometers zijn gebaseerd op een uitgebreide set indicatoren. Deze sluit ook aan op de indicatoren die in de OER zijn opgenomen. Aan de hand van deze indicatoren kan meer gedetailleerde informatie worden gepresenteerd om de stand van zaken nader te verklaren. Met het dashboard kan worden teruggekeken op de prestaties van de voorbije periode. Dit kan aanleiding vormen om op bepaalde onderwerpen bij te sturen. De kracht zit in de jaarlijkse herhaling. Elk jaar maak je een foto van de stand van zaken, die je vervolgens door de jaren heen kunt volgen. Dit helpt om vooruit te kijken en eventuele aanpassingen te doen. Daarmee is het Haarlemse Dashboard Omgevingsvisie een monitorings- én bijsturingsinstrument.

4.3.4 Pijlers Omgevingsvisie

De pijlers zijn tot stand gekomen op basis van gedeelde ambities, de trends – en ontwikkelingen analyse en interviews met experts. De omgevingsvisie bevat heldere doelen. In de uitvoering worden afspraken gemaakt hoe deze doelen te bereiken. Het dashboard helpt vervolgens om deze doelen concreet te maken en tot afspraken te komen. Daarbij is het noodzakelijk dat alle betrokkenen goed zicht hebben op elkaars beelden bij succes, hoe daarnaar wordt gekeken en wat het gedeelde referentiekader is. 

We kiezen voor een programmatisch aanpak (het zogeheten ambitie-inspanningenmodel) om focus aan te brengen waar we ons op richten. De programma’s bevatten een concrete uitwerking van de doelen in de visie. De programmatische aanpak helpt bestuurlijke ambities te verbinden met concrete activiteiten. 

Haarlem realiseert zich echter ook dat niet alle ambities ten volle kunnen worden ingepast. De stad heeft namelijk beperkte ruimte en beperkt budget. Hiertoe moeten in de komende jaren keuzes worden gemaakt in de opgaven waar Haarlem voor staat. Vanuit de gedeelde ambities en specifieke doelen, helpen de zeven pijlers om aan de hand van objectieve scores tot een goede integrale afweging te komen.

Voor iedere pijler wordt een aantal indicatoren benoemd waarmee feitelijke informatie wordt verzameld over het ‘wat’, ‘hoe’ en ‘wanneer’. De frequentie waarop de pijlers in het dashboard worden ververst hangt vanzelfsprekend samen met de frequentie waarop de indicatoren worden gemeten. Uitgegaan wordt van een frequentie van één keer per jaar.

4.3.5 Voorbereiden implementatie

Met dit Haarlems Dashboard Omgevingsvisie is een begin gemaakt voor de uitwerking van het monitoringsinstrument. De uitwerking is echter nog niet compleet. Daarvoor moeten in volgende fasen nog enkele aspecten worden uitgewerkt, zowel in de uitwerking van de voorgestelde effect- en prestatie indicatoren en vanzelfsprekend aansluitend op de definitieve Omgevingsvisie en haar governance. Haarlem kiest daarom voor: 

Proces 

  • Het intern beleggen van het Haarlemse Dashboard Omgevingsvisie; 

  • Specifieke deskundigheid organiseren en zorgen voor voldoende middelen én voldoende capaciteit 

  • Het proces helder beschrijven • De monitoringssystematiek borgen in de plan-do-act-check-cyclus van de uitvoering.

 

Indicatoren 

  • De kwalitatieve doelen in de ‘ER’-vorm formuleren, zodanig dat deze evalueerbaar zijn; 

  • De kwantitatieve doelen in de SMART-vorm formuleren, zodanig dat deze meetbaar zijn; 

  • De indicatoren per pijler beschrijven, zodanig dat deze op een geautomatiseerde wijze tot één score geaggregeerd kunnen worden; 

  • De benodigde indicatoren en de beoogde effecten en te leveren prestaties vastleggen. 

 

Data 

  • Het proces van data inwinning verbeten 

  • Het centraal organiseren van het verzamelen en beheren van de indicatoren 

  • Een nulmeting uitvoeren, zodat er een referentie is voor met name de ‘ER’-doelen.

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

aquathermie

/join/id/regdata/gm0392/2024/6f9a7e7572ab4f429d134e54a2205a02/nld@2024‑08‑28;10172854

Beatrixplein

/join/id/regdata/gm0392/2024/e7d4e6152372461ebee4e82f00e5894c/nld@2024‑08‑28;10172854

Bedrijventerrein

/join/id/regdata/gm0392/2024/32aa85c3b59441ca9978423794e2f12a/nld@2024‑08‑28;10172854

beschermde stads- en dorpsgezichten

/join/id/regdata/gm0392/2024/fdd0288b9a064f8d845e64bd37b5cb40/nld@2024‑08‑28;10172854

beschermde stadsgezicht

/join/id/regdata/gm0392/2024/bcfa3a44619945ed91c904dc5f2cc3f4/nld@2024‑08‑28;10172854

Centraal stedelijk gebied

/join/id/regdata/gm0392/2024/50aef263374d4153a75814589164529a/nld@2024‑08‑28;10172854

centrum

/join/id/regdata/gm0392/2024/96216e1f8176450598ce0a45da937bba/nld@2024‑08‑28;10172854

Centrumgebied

/join/id/regdata/gm0392/2024/750d93bba4124dc8a0418261b1d53122/nld@2024‑08‑28;10172854

Delftplein

/join/id/regdata/gm0392/2024/4969c02bb9c446ad968d7aec512c7a5e/nld@2024‑08‑28;10172854

duurzame warmtebronnen

/join/id/regdata/gm0392/2024/75d000f346044c4ab504455e11803c5d/nld@2024‑08‑28;10172854

Dwars Door Schalkwijk

/join/id/regdata/gm0392/2024/781d87a5d67147c1925bdafe8e336dcc/nld@2024‑08‑28;10172854

ecologische verbindingen

/join/id/regdata/gm0392/2024/6ccf1fee0e6c4c08be4b1c104d4956bb/nld@2024‑08‑28;10172854

economische clusters

/join/id/regdata/gm0392/2024/0e71310f4cf84910a5b284fe0fe4a8d8/nld@2024‑08‑28;10172854

een ring

/join/id/regdata/gm0392/2024/cf74a210da954117b7cb34331b0235f8/nld@2024‑08‑28;10172854

gemengde hoogstedelijke milieus

/join/id/regdata/gm0392/2024/3f883e9dd8934b91802e74fce47a33cd/nld@2024‑08‑28;10172854

groen

/join/id/regdata/gm0392/2024/3cdbe5249e584437a0d4a590db3d598d/nld@2024‑08‑28;10172854

het OV

/join/id/regdata/gm0392/2024/9492ecd6bd564f4582c28fec22754215/nld@2024‑08‑28;10172854

hoogbouw altijd maatwerk

/join/id/regdata/gm0392/2024/3057d08907dd46dd9beff4669c8ee275/nld@2024‑08‑28;10172854

hoogbouw te ontwikkelen rondom bestaande (en nieuwe) OV-knooppunten

/join/id/regdata/gm0392/2024/eff60e03de5149c3ab5baa0c11d02202/nld@2024‑08‑28;10172854

integrale gebiedsontwikkeling

/join/id/regdata/gm0392/2024/148be1abcdb946799ea005283895d506/nld@2024‑08‑28;10172854

Integrale vernieuwing openbare ruimte in Meerwijk (IVORIM)

/join/id/regdata/gm0392/2024/e8fce87d18204e18ae131cc25789446c/nld@2024‑08‑28;10172854

Intensief werkgebied

/join/id/regdata/gm0392/2024/cde118068746423cb662d4a9132dc32f/nld@2024‑08‑28;10172854

intensieve verdichting

/join/id/regdata/gm0392/2024/307b0596fa544656ac20c08222c5dc51/nld@2024‑08‑28;10172854

klimaatbestendige nieuwbouw

/join/id/regdata/gm0392/2024/0808acfeeecf4efdb95be71cc61a3cef/nld@2024‑08‑28;10172854

Knooppunt

/join/id/regdata/gm0392/2024/bc1a9f36c07841b798938962b010df14/nld@2024‑08‑28;10172854

Knooppunt Nieuw-Zuid

/join/id/regdata/gm0392/2024/7b5cd3f5bf3d4bfbb45d41b17d9c19af/nld@2024‑08‑28;10172854

Lange lijnen

/join/id/regdata/gm0392/2024/b1a52517be634018901a863998ef57b3/nld@2024‑08‑28;10172854

lightrailverbinding

/join/id/regdata/gm0392/2024/024d67c84f394794abaf2fbe90a3202c/nld@2024‑08‑28;10172854

Natuurgroen

/join/id/regdata/gm0392/2024/affe465bbde04672b06932c813c3178a/nld@2024‑08‑28;10172854

nieuwe openwaterverbindingen

/join/id/regdata/gm0392/2024/6b0dc5cff8894707bf6af9fe166ef91f/nld@2024‑08‑28;10172854

Onderwijscluster Zijlweg

/join/id/regdata/gm0392/2024/c6aec9b6daa34b13bcd87a544df09893/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontbrekende schakels en verbeteren tien-minutennetwerk, inclusief fietsring

/join/id/regdata/gm0392/2024/d32c6ee7a8494770ad3f9c86d7b45715/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Europaweg

/join/id/regdata/gm0392/2024/bcebd12e9c09488ca5e6e5717a187c09/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Oostpoort

/join/id/regdata/gm0392/2024/1b9fd6e091e747d599421264902f0280/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Orionweg – Planetenlaan

/join/id/regdata/gm0392/2024/ac43b0df898e49aaa44c16dea11cdc07/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Spaarndamseweg

/join/id/regdata/gm0392/2024/adfe9926adf341819712e06294f76790/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Spaarnesprong

/join/id/regdata/gm0392/2024/c44518c5a15c4d4fabc564740946b78c/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Zijlweg

/join/id/regdata/gm0392/2024/ea2b61b71e6d40c98dd09ae5aed2184d/nld@2024‑08‑28;10172854

Ontwikkelzone Zuid-West

/join/id/regdata/gm0392/2024/f5b59a2578dd4994850bf73654f266cf/nld@2024‑08‑28;10172854

OV-knooppunten

/join/id/regdata/gm0392/2024/46f55a5c942e498991886b1756153ad3/nld@2024‑08‑28;10172854

pleinen

/join/id/regdata/gm0392/2024/7bf056a40b6044bdb5c68f9f775f800e/nld@2024‑08‑28;10172854

productie van onze eigen energiebehoefte

/join/id/regdata/gm0392/2024/dcaf06975df746d8bc8ae97ed9140523/nld@2024‑08‑28;10172854

Ramplaankwartier

/join/id/regdata/gm0392/2024/af67b04d54d548ae8adaeba4e629e989/nld@2024‑08‑28;10172854

recreatief fiets- en  wandelnetwerk

/join/id/regdata/gm0392/2024/8e173849f47941baba45531b393fba4c/nld@2024‑08‑28;10172854

ruimte voor water

/join/id/regdata/gm0392/2024/4aebdc4f202749a3aedbf0450fa6bc54/nld@2024‑08‑28;10172854

sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen

/join/id/regdata/gm0392/2024/8be359378bf346499cc605baa1ca3ce7/nld@2024‑08‑28;10172854

Spaarnedriehoek - Zuidstrook Waarderpolder

/join/id/regdata/gm0392/2024/a98220e3dd644b04b4e922146d173875/nld@2024‑08‑28;10172854

Spaarnepark

/join/id/regdata/gm0392/2024/46fa4e97fbb841329b6333706972cd49/nld@2024‑08‑28;10172854

sportparken

/join/id/regdata/gm0392/2024/44a036673a6344dc832bb25d84487177/nld@2024‑08‑28;10172854

Stadsgroen

/join/id/regdata/gm0392/2024/f6cd2cceeacb4342958ab7593d6ffa23/nld@2024‑08‑28;10172854

Stadslandschap

/join/id/regdata/gm0392/2024/3034709e743b49bab161fc11f095d923/nld@2024‑08‑28;10172854

Stadslandschappen Stadsrandpark, Oost als pilot

/join/id/regdata/gm0392/2024/7f29514879b54e948fa7dd44d748d528/nld@2024‑08‑28;10172854

stadsstraten

/join/id/regdata/gm0392/2024/22d5416723d34275ad25139e21b4b7e3/nld@2024‑08‑28;10172854

Stationsgebied Haarlem

/join/id/regdata/gm0392/2024/b0741048123545c79bb2779fdaac91bc/nld@2024‑08‑28;10172854

Stedelijk gebied

/join/id/regdata/gm0392/2024/946855b4d2924034b6ddd934c4de0487/nld@2024‑08‑28;10172854

Verbeteren regionaal OV-netwerk, inclusief ketenmobiliteit

/join/id/regdata/gm0392/2024/6c06efbb42fb4c08990684c577086715/nld@2024‑08‑28;10172854

verbreden bestaande openwaterverbindingen

/join/id/regdata/gm0392/2024/79bd2f7136454f0d8f34024b9b1b5a5a/nld@2024‑08‑28;10172854

volkstuinen

/join/id/regdata/gm0392/2024/c109cc109b2d4b4486f82324db933a9c/nld@2024‑08‑28;10172854

voorzieningen

/join/id/regdata/gm0392/2024/6b17c87a94b74be6a8dd0462a25d35fe/nld@2024‑08‑28;10172854

warmtenetten

/join/id/regdata/gm0392/2024/1fa0d99fc4df4045b1c93b1df433337e/nld@2024‑08‑28;10172854

waterbuffers

/join/id/regdata/gm0392/2024/70d551934a6d44f8b0c3faa8a84328bd/nld@2024‑08‑28;10172854

Wijken met complexe stapeling van opgaven, Leidsebuurt als pilot

/join/id/regdata/gm0392/2024/eaefaba4a0f64b44a3106cf4d2a10d06/nld@2024‑08‑28;10172854

Zorgcluster Spaarne Gasthuis

/join/id/regdata/gm0392/2024/949621c216ac4bb8af84bbf6526d3733/nld@2024‑08‑28;10172854

Toelichting

1 Toelichting

Het besluit betreft een eerdere vaststelling van de Omgevingsvisie Haarlem 2045 door de raad der Gemeente Haarlem. Op 27‑01‑2022 is de Omgevingsvisie Haarlem 2045 vastgesteld door de gemeenteraad van de Gemeente Haarlem. De omgevingsvisie moet ook digitaal worden gepubliceerd binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Vanwege vertraging van de oplevering van de module waarin de omgevingsvisie moet worden gepubliceerd en vanwege uitstel van de Omgevingswet, in werking getreden d.d. 1‑01‑2024, is digitalisering in een eerder stadium nog niet afgerond. 

Digitalisering van de Omgevingsvisie Haarlem 2045 is nu afgerond. De digitale versie is per 02‑09‑2024 te raadplegen via het DSO.

Naar boven